Seizoen 1997

Een nieuwe ronde ..........nieuwe kansen!

In het visjaar 1997 lijken er een aantal zaken te veranderen ten opzichte van voorgaande jaren. Zo zullen de vangstresultaten waarbij het in het verleden voornamelijk ging om aantallen zich in de toekomst mogelijk meer gaan richten op zwaardere vissen. Een van de oorzaken ligt in het bereik van een aantal wateren waar zeer zware karpers hun domein hebben, zoals de Maas, het kanaal Wessem-Nederweert, de Zuid-Willemsvaart, de Noordervaart en de grindgaten in de omgeving van Roermond. Het leek allemaal zo gemakkelijk te gaan in de eerste dagen van het jaar dat het water ijsvrij was. De eerste vissen, een spiegelkarper van 25½ pond en een schub van 19½, lieten zich na een voerperiode van 2 dagen waarbij slechts 25 boilies per stek werd gevoerd binnen 3 uurtjes vangen.



Er zijn slechtere resultaten denkbaar. Echter na dit hoopvolle begin kende mijn seizoen tot op heden niet veel hoogtepunten meer. Terwijl overal om mij heen vissen worden gevangen van dik in de dertig, soms zelfs veertig, pond krijg ik nauwelijks aanbeten op de door mij bevoerde stekken. Ligt het aan het aas of deugt mijn presentatie niet? Vragen waarop ik nauwelijks het antwoord kan achterhalen. Misschien moet het antwoord wel gevonden worden in het op het verkeerde moment op de verkeerde stek vissen. Misschien kan ik pas over enkele jaren wanneer ik meer ervaring heb in waar de vissen zich ophouden, gerelateerd aan de tijd van het jaar, mijn vangsten vergroten. Toch moet het mogelijk zijn om binnen enkele jaren vissen van boven de dertig pond in mijn landingsnet te krijgen. Tot die tijd blijf ik gewoon mijn denkbeelden najagen en op mijn manier vissen. Pluspunt voor dit jaar is dat ik nog geen vissen verspeeld heb. Geen losschieters, geen lijnbreuk door obstakels, geen vissen verspeeld in lelievelden, niets van dit alles.

De dertiger....vlugger dan gedacht.

Als ik terugkom van mijn welverdiende vakantie in België, waar ik nauwelijks aan vissen ben toegekomen, word ik gebeld door Albert Waschbauer of ik zin heb in een sessie op het kanaal waar Jos Moors zijn voormalige Belgische recordkarper had gevangen. Natuurlijk heb ik daar zin in en we spreken af voor maandag 4 augustus. Op deze maandag word ik om 05.00 uur opgewacht bij de Mc Donalds in Maastricht en rijden we naar het kanaal Briegden-Neerharen in België.

Daar aangekomen blijkt er iemand ons voor te zijn geweest. Er zit iemand op onze stek, sterker nog hij is op dat moment net bezig met het drillen van een vis. Even later zijn we getuige van het wegen van een 27 ponds spiegelkarper. We besluiten om naar de stuw van Borgharen te rijden en daar te vissen indien het waterpeil dit toelaat. Gelukkig kunnen we hier aan de slag maar na 4 uur zijn we nog steeds visloos. We besluiten nog eens te gaan kijken hoe het er op de stek op het kanaal toegaat. Als we daar om 13.00 uur aankomen is er niemand meer te bekennen. Exact een uur later weet ik mijn eerste vis te vangen, een schubkarper van 22½ pond. Weer een uur later is het de beurt van Albert die een 23-er vangt, ditmaal een spiegel. Alsof we de klok erop gelijk kunnen zetten krijg ik om vier uur wederom een aanbeet.

Na het aanslaan ontstaat er een traag gevecht en duurt het vrij lang voordat de vis zich voor het eerst vertoont aan de oppervlakte. In eerste instantie denk ik met een mid-twintiger van doen te hebben maar wat vergis ik me hierin. Als ik de bonk vis in het toch niet kleine landingsnet zie liggen zie ik in een oogopslag dat dit mijn eerste dertiger moet zijn. Mijn weegklok stelt me even later in het gelijk. Deze spiegelkarper weegt 32 pond en 100 gram en is 91 cm.

Het is overbodig om te vertellen dat ik uitgelaten ben van vreugde, terwijl ook een golf van rare emoties door mij heen gaat. Is dit het nu? Ben ik nu een betere visser nu ik de dertig pond grens heb overschreden? Het antwoord dat ik mezelf na een kwartiertje relativeren geef is even kort als simpel. Nee, ik ben geen betere visser en dertig pond is ook niet zaligmakend. Het is gewoon wéér een mooie vis, maar dat waren óók die volschub spiegelkarper van 14 pond en óók die bijna rijenkarper van nauwelijks 60 centimeter. Ook is mijn eigen inbreng in dít succes minimaal en is deze vis mij als het ware op een presenteerblaadje aangereikt. Toch zal ik Albert altijd dankbaar zijn voor zijn uitnodiging om samen met hem te vissen op een kanaal dat in schoonheid niet onderdoet voor een mooie besloten plas midden in de natuur.

De week nadat ik mijn dertiger ving ga ik met Rolf een meerdaagse sessie vissen op de Maas bij Sambeeck. Hier zou in het verleden een grote karper van 38 pond zijn gevangen door een Duitser, waarvan Rolf getuige was. De stek oogt goed en is vergelijkbaar met de stuw in Borgharen. Ik wil op dezelfde wijze vissen als in Limburg omdat dat daar zo goed lijkt te werken. Helaas ligt de bodem bezaaid met rotsblokken en verspeel ik vrij veel montages op deze obstakels. Als ik dan ook nog bij het ingooien mijn drie ponds hengel breek daalt het vertrouwen als een baksteen. Alles lijkt tegen te zitten. Het weer is te warm (30 graden), de watertemperatuur idem dito (23 graden) en er is totaal geen actie van springende of draaiende vissen aan het wateroppervlak.
We besluiten om onze sessie te vervolgen op een locatie ongeveer 2 kilometer stroomafwaarts onder een brug waar we tegen de pijlers ons geluk willen beproeven. Ook op deze plek kunnen we geen aanbeten krijgen en de sessie valt dan ook jammerlijk in het water. We besluiten komende meerdaagse sessies niet meer in de zomer te plannen. Toch wat geleerd dus!

De avondsessies op de Zuid-Willemsvaart blijven in alle gevallen visloos. Hoe dit kan weet ik niet want in het verleden ving ik ‘s avonds wel vis op deze stek. Toch geeft het mij een beter inzicht in de aasperiodes van de vissen want als ik door vis na 23.00 uur krijg ik wel aanbeten! Het lijkt er dus op dat de vis afwacht totdat de scheepvaart stilligt alvorens te gaan azen terwijl in de ochtend de aanbeten pas volgen als de scheepvaart op gang is gekomen.

Ook de veelbelovende paaltjesstek heeft niet datgene opgeleverd wat ik ervan verwachtte.

Veel, en vaak ook grote, karper heb ik daar zien rondzwemmen maar de successen bleven uit. Zwaarder als 21 pond weet ik ze niet te vangen terwijl ik met zekerheid zwaardere vissen heb waargenomen. Ook het op verschillende wijze aanvoeren, veel, weinig of helemaal niets brengt geen veranderingen teweeg. Ik denk dus ook dat de vis deze stek als rustplaats aanhoudt en ergens anders gaat azen. Ik zal komend jaar eens proberen om op enige afstand van deze stek een productief alternatief te vinden binnen de actieradius van deze vissen. Ondanks dat ik dit seizoen afsluit op 18 vissen ben ik wel veel wijzer geworden omtrent de plaatsen en tijdstippen wanneer ik (geen) vis kan vangen. Ook heb ik misschien te veel verschillende wateren ineens aan willen pakken waardoor het resultaat negatief is beïnvloed. Dan doel ik daarbij niet op de keren dat ik met Rolf of Mick in hun omgeving gevist heb maar op de wateren in mijn eigen omgeving.
Als ik op dit moment (eind '97) de eindbalans opmaak valt alles relatief gezien wel mee. Het is mij in augustus op redelijk eenvoudige wijze toch gelukt om een dertiger te vangen, terwijl op de valreep ook nog het meeste twintigers in een seizoen boven water kwamen. Wat mij echter wel opvalt is dat het vissen in het koude voor-, en najaar het meest eenvoudig bleek terwijl het in de (op papier) betere maanden april/mei en september/oktober haast niet mogelijk leek om vis op de kant te krijgen. Dit houdt voor mij in dat de winterstek in de vorm van de spoorbrug goed is en dat ik voor de rest van het jaar nog goede stekken moet zien te vinden voor met name de vroege avonduren en het weekend.