Seizoen 2011

Seizoen 2011

 Een jaar waarin het tegenzit.

 

Dit jaar ga ik mijn gevoel achterna. Geen uitgebreide planningen, geen van te voren bepaalde details, maar inspelen op de dingen die ik zie of die ik opmerk. Dit seizoen begint eigenlijk al met een voorval tijdens het voorvoeren in 2010. We (Bjorn en ik) hebben gepland om onze eerste sessie te vissen op de kruising van Wessem en ik ben van plan om donderdag de 30e vast even te gaan voorvoeren. Omdat mijn moeder met Marianne naar de RAI is, staat haar auto vooraan op de oprit dus neem ik die even mee. Aangekomen op de kruising zie ik een aanzienlijk deel van het kanaal dicht liggen met een dun laagje ijs. Omdat nog vriest, durf ik het niet goed aan om hier nu te voeren. Ik besluit verder door te rijden en tegen de keien aan wat voer te strooien. Helaas rijd ik hartstikke vast en moet Bjorn me komen redden. Na wat duw en trekwerk, veel is er niet voor nodig, ben ik los. Na gezamenlijk overleg kan Bjorn het niet goed opbrengen om zaterdag een nacht te gaan, dus besluit ik alleen te gaan. Ik kies dan maar voor een deel waarvan ik zeker weet dat het open ligt en waar ik in het verleden al vaak mijn eerste vissen van het seizoen heb gevangen. De spoorbrug. Sinds 2000 heb ik alleen in 2007 en 2009 mijn eerste vissen elders gevangen. Daar gaat het voeren vrij vlot. Ik voer 50 boilies en 200 gram low fat pellets. Op nieuwjaarsdag kom ik hier terug voor mijn eerste sessie van 2011.

 

Het miezert een beetje als ik de tent opzet. Maar na ruim een uur staat alles op zijn plek en liggen mijn hengels erin. Ik vis met drie hengels aan de andere kant van de spoorbrug. Een stek waar niet zoveel gevist wordt en daardoor misschien wat dressuur doorbrekend als het gaat om de plaats waar lijnen in het water liggen. Het enige wat niet echt lekker werkt, is mijn kachel. Het duurt echt enkele uren voordat ik hem mooi aan het branden

krijg. Ook komen er nogal wat treinen voorbij, waar ik meer last van heb dan ik me bedacht had. Verder pleeg ik nog enkele telefoontjes met wat bekenden (onder andere met Joost Jochems van wie ik nog een Schrijver voerboot gekocht heb met alle opties) terwijl ik wat met de kachel blijf klooien. Hij wil echt niet lekker branden. Uiteindelijk lukt het me dan toch en ga ik slapen. De volgende ochtend ben ik om zeven uur wakker en ga ik koffie zetten. Ik moet vroeg inpakken want mijn wachtdienst begint vandaag en ik moet om tien uur de trein naar Utrecht nemen voor een wachtdienstoverleg. Ook dat hoort bij mijn werk. Na enkele koppen koffie, pak ik in en rijd naar huis. Weinig motiverende sessie in een koude omgeving.

Zaterdag de 8e vis ik een sessie op 3 verschillende plekken. Ik start bij de spoorbrug waar ik twee uur vis. Dat levert niks op en ik rijd daarna naar de keien bij de Schoorbrug. Daar aangekomen zie ik 2 buizerds van een meeuwenkarkas eten. Als ik uit de auto stap, vliegen ze weg. Ook hier blank ik. Ik was van plan op deze stek eveneens twee uur te vissen, maar na een uur en een kwartier, passeert de tweede dieplader. Hij neemt een van mijn montages mee en ik besluit ook hier in te gaan pakken. Via Roermond, waar ik enkele stekken bekijk maar zie dat het echt veel te hard stroomt, rijd ik naar Linne en ga even bij Demaine kijken. Ze ligt fier in het water en dobbert kalmpjes in de harde stroming. Als ik gezien heb dat alles goed met haar gaat rijd ik weer terug naar Wessem en vis nog ruim een uur bij de Kelperbrug. Ook daar kan ik niks gevangen krijgen vandaag. Om drie uur ben ik weer thuis. Waar moet ik volgende week heen?

 

Een week later vis ik een nachtje op Wessem-Nederweert. De Maas is nog te hoog en te onstuimig om er een nacht door te brengen en de waterstanden zijn nog te grillig. Dat kan zelfs gevaarlijke situaties opleveren als je de onjuiste stekkeuze hebt gemaakt. Bij sterk stijgend water kom ja dan niet overal meer weg. De watertemperatuur is opgelopen naar 7,3 graden. Dat is een heel stuk meer dan de vorige week. Helaas is door de hoge waterstand van de Maas, het water in de kanalen ook heel erg troebel geworden. Ik vis met vier hengels. Twee liggen in de vaargeul en twee tegen de overzijde waar de basaltkeien beginnen. Ik voorzie mijn boilies van een laagje geurend deeg en vaar de 2 hengels in de vaargeul uit met mijn voerbootje. Die twee krijgen allebei ook nog wat pellets en particles mee. Helaas mag dat allemaal niet baten en kan ik de volgende ochtend na een schitterende ochtendschemering alles weer droog inpakken. Terwijl ik aan het inpakken ben, stopt er een politieauto. Mijn papieren worden gecontroleerd en in orde bevonden. Ik ben er blij mee dat er nu al controle plaatsvindt. Zo houden we de stropers wat meer in toom. Ik rijd nog even naar de spoorbrug en vis daar nog een uurtje, maar snel geluk is me ook vandaag op deze stek niet gegund. Op de terugweg voer ik het restant boilies op het Tipke. Volgende week maar weer eens op afgesloten water een poging wagen.

 

Ik zou eerst een nacht gaan vissen van donderdag op vrijdag, maar omdat Mathijs dan terugkomt uit Londen besluit ik een nacht later te gaan. Ik ben om half zeven volledig geïnstalleerd en heb 3 hengels uitgevaren op iets voorbij werpafstand. Een bootje heeft een goede hoeveelheid sweetcorn meegekregen. In mijn tent loopt de temperatuur op tot mid dertig graden, dankzij de petroleumkachel. Ik slaap prima en word om half zeven uitgerust wakker. Ik vul mijn tankje bij, omdat de kachel langzaam aan het uitgaan is en ga vervolgens koffie zetten. Als ik tegen achten aan mijn derde bakkie zit, krijg ik een oploper van 4 a 5 piepen op mijn middelste hengel. Ik spring naar buiten en sla vast op wat geflapper. Een brasem, dat is duidelijk. Gelukkig valt het kreng er vlak voor de kant vanaf, zodat ik hem niet hoef te onthaken. Ik sms Bjorn, Brian, Ruud en Rob over mijn eerste vangst. Na tien minuten krijg ik een sms van Ruud terg, dat ik beter naar het botenhuis had kunnen komen. Dan herinner ik me dat vrijdagavond de eerste lezing in het botenhuis zou plaatsvinden en dat ik hem volledig gemist heb. Volgens Ruud was het een leuke avond en had het nieuwe bestuur een ‘verrassing’ voor me in petto. Die zal dan de volgende keer wel komen, maar ik vind het jammer dat ik een avond in het botenhuis gemist heb. Blank vier is een feit maar, gezien het weer, geen verrassing deze januarimaand.

 

Donderdag de 27e haal ik de nieuwe voerboot in Roosendaal. Als ik hem thuis uit probeer, werkt hij prima. Omdat de vorst weer in alle hevigheid terugkeert, besluit ik op zaterdag de 29e een dagsessie te draaien. Ik start bij de spoorbrug en ga daarna naar de basaltkeien van Wessem. Bij de spoorbrug passeren er twee boten terwijl ik zit te vissen. Meestal is dat goed om de vis los te krijgen, maar vandaag is het echt te koud, ondanks een lekker zonnetje. Om kwart over tien pak ik in en rijd naar het kanaal bij Nederweert. Daar vis ik eveneens twee uur en ook daar kan ik zonder actie weer gaan inpakken. Zo blijf ik deze januarimaand zonder vis. Het wordt er niet gemakkelijker op. Ik heb vandaag mijn nieuwe voerboot goed kunnen uitproberen en als ik thuis kom, zet ik mijn oude voerboot op marktplaats. Eens kijken hoe lang het duurt voordat ik hem kwijt ben.

 

In de daarop volgende week leef ik toe naar de beurs. Verder haal ik mijn boot weer van marktplaats omdat ik er toch nog niet content mee ben. Op vrijdag de 4e ga ik naar Zwolle met Rolf en Hans. Het zijn leuke dagen, maar helaas krijgt Marianne thuis een slecht bericht. Fried, de man waar ze 12 jaar lang haar gezelschap aan gegeven heeft, is afgelopen donderdag op 85 jarige leeftijd in het bejaardenhuis overleden. Ik beloof haar dat ik dinsdag vrij neem om met haar naar de begrafenis te kunnen. Het legt een kleine domper op mijn weekend. Zondag rijd ik naar huis met een nieuwe JRC STI 2 man bivvy. Wat onderlijn, haakjes, extended boilie stops en drie karper boeken. Het was een enerverend weekend.

 

Op vrijdag de 11e heb ik cursus. Ik zit eigenlijk helemaal niet lekker in mijn vel. De begrafenis, mijn derde dit jaar na ome Ruud en daarna de vader van Ben, heeft wel wat teweeggebracht bij me. Ik herbeleefde de begrafenis van mijn eigen vader, en die kwam in alle hevigheid boven. Verder zijn er in mijn eigen leventje al genoeg dingen die door mijn kop spoken en waar dingen in moeten veranderen omdat ik er niet tevreden over ben. Ik slaap ook slecht. Allemaal redenen waarom ik eigenlijk niet meer wil gaan vissen als ik om half zeven thuis kom. Doodmoe en het weer is ook zwaar klote. Het regent continu. Na een warm bord eten ziet de wereld er al weer anders uit en normaal gesproken slaap ik ook prima aan het water, dus ik ga er toch maar op uit. Om zeven uur ligt alle zooi in mijn auto en rijd ik naar het kanaal. Vlak bij sluis 15 vind ik een plekje en daar breng ik de nacht door. Ik kan met wat miezerige regen mijn tent opzetten. Het wordt een kletsnatte avond, maar ik slaap prima en word pas om half acht met een supergoed gevoel wakker. Wat een goede nacht al niet kan doen voor je humeur. Daarna pak ik in en vis nog 2 uur op de keitjes bij de Schoorbrug. Daar voer ik wat voordat ik wegga en heb het plan opgepakt om hier volgende week vrijdag terug te komen. Door de week voorzie ik de stek nog 2 keer van voer. Volgens Ruudje die even kwam kijken en gisterenochtend zijn eerste twee vissen heeft gevangen, moet dat vis op kunnen leveren.

 

In de nacht die volgt op de lezing van Bart van de Hurk in het botenhuis vang ik niks op mijn aangevoerde stek op Wessem. De week erna, de nacht van de 25e, is een echte kutsessie in de miezerende regen aan de grindstek op de ZW-vaart. Na een onrustige nacht rijd ik ’s ochtends nog even naar de stek bij de keitjes, maar kan in de 2 uur die ik daar nog vis ook al geen potten breken. Zo gaat ook februari zonder vis voorbij. Het wordt tijd dat ik eens met de vismeel-aardbei boilies van Rob aan de slag ga. Die lijken me wat meer instant productief, terwijl ze door de toevoeging van vismeel waarschijnlijk ook een lange termijnaas vormen. The best of both worlds, dus. Ik zal hem deze week eens bellen.

 

In de nacht van zaterdag op zondag (5 op 6 maart) vis ik mijn eerste Maassessie. Bjorn heeft afgelopen week 3 x 200 gram boilies gevoerd vanaf de overzijde. Hoewel ik mezelf weinig kans geef, zo vroeg op de rivier, ben ik ook niet geheel kansloos. De zon zou op deze ondiepe kant best eens verschil kunnen maken. Om drie uur rijd ik thuis weg. Marianne is met haar ouders naar de carnavalsoptocht kijken. Iets wat mij niet kan bekoren, dus ga ik op tijd van huis. Eerst moet de boot leeg worden gemaakt, want die zit behoorlijk vol water na de winter. Een hachelijke onderneming, want als ik op de voorste luchtkamer in de bijna geheel gevulde boot ga staan, schept ze nog meer water. Het water staat zelfs boven de luchtkamer die in het midden van de boot zit. Door snel mijn balans te hervinden voorkom ik dat de boot helemaal volloopt en kan ik beginnen met hozen. Daar ben ik toch nog een half uur mee bezig. Om vier uur heb ik mijn boot leeggeschept. Boot inladen en dan onderweg naar de stek. De laatste keer dat ik er viste, ving ik er een hele dikke spiegel op de laatste dag dat ik rookte. Sindsdien heb ik geen trekje meer genomen en heb ik ook geen vis meer gevangen. Om vijf uur liggen beide hengels erin. Ik heb slechts spaarzaam bij gevoerd. Een bolletje of tien bij mijn linker hengel en op mijn rechter hengel wat grondvoer en ook zo’n 10 boilies. Tussen beide hengels in voer ik nog een bolletje of tien. Alles in klein formaat. Het water stroomt toch nog redelijk hard en ik moet mijn rechter hengel wat dichterbij leggen. De stroming heeft er te veel vat op en als er een klein takje in de lijn hangt, wordt het lood al verplaatst. Als ik dat gedaan heb, ga ik erwtensoep maken en eet ik een stukje kruimelvlaai. Om negen uur ga ik slapen om vervolgens ’s nachts om een uur wakker te worden met een nachtmerrie. Wat ik precies gedroomd heb weet ik niet meer, maar mijn hartslag maakt overuren. Daarna slaap ik gelukkig vlug weer en word ik om tien over zes weer wakker. Ik ga koffie zetten en gooi mijn rechter hengel nog eens opnieuw in omdat ik de baitrunner af en toe weer hoor tikken. Ook nu zit er wat drijfvuil in de lijn. Ik lees vervolgens de laatste pagina’s uit het boek van Boudewijn Margadant en drink mijn koffie op. In het zonnetje dat zojuist over de kim zichtbaar wordt, is het goed toeven. Als ik het boek dichtsla, beoordeel ik het als lekker vlot geschreven maar enigszins eenzijdig. Wel heel dapper dat hij het uit heeft durven geven. Ik vraag me af hoe men mijn boek zou beoordelen. Het is klaar en wordt maandag bezorgd. Om tien uur gooi ik mijn laatste boilies in het water en de handdoek in de ring. Het is goed geweest de eerste keer. Volgende week samen met Bjorn een nachtje op het gat. Gelukkig weer eens samen weg, want alleen vind ik toch een stuk minder leuk.

 

Ik zou eerst samen met Bjorn op zaterdag de 12e een nacht gaan vissen op het naaktstrand, maar omdat Marianne niet lekker is, gaan we vrijdag de 11e. Dat is voor het eerst in 26 jaar dat ik op mijn trouwdag aan het water zit. Omdat het een beetje een last-minute beslissing is, moet ik nog snel langs de supermarkt voor een maaltijd (rijst met kip teriyaki) en een zak chips. We zijn immers beiden gestopt met roken en dan moeten we op een andere manier zondigen aan het water. Omstreeks half zes zijn we op pad met allebei een vol beladen kar, vanaf de parking naar de stek. Een kleine kilometer lopen. Eerst nog over een verhard pad, maar op de helft verandert dat in een onverhard oneffen terrein. Gesloopt komen we aan op de stek. We zetten ons kamp op en gaan bij elkaar zitten met een biertje en onze maaltijden. Geweldig om weer samen te vissen. We moeten zo’n vier maanden aan verhalen inhalen met elkaar dus we hebben het aardig gezellig. De biertjes doen het er goed bij en ons gelach schalt regelmatig door de duisternis. Rond elf uur gaan we slapen om de volgende ochtend met vorst aan de grond wakker te worden. We blijven visloos, maar kunnen nog wat leuke foto’s maken. Volgende week moeten we helaas apart, maar vanaf dan kunnen we weer elk weekend samen. Omdat de zon uitbundig schijnt en

we tenslotte op het naaktstrand vissen, kunnen we het niet laten om dat ludiek vast te leggen. We bijven net een paar kleine jochies en dat is maar goed ook.

 

Een week later vis ik een kort nachtje aansluitend aan de avond in het Botenhuis waar Nico Vervaet een lezing heeft gegeven. Ik ga bij de mini camping zitten, waar ik ook enkele keren gevoerd heb afgelopen week. Helaas komt er niks uit. Ik heb ook eigenlijk schoon genoeg van het kanaal. Volgende week weer lekker naar de Maas.

 

Vrijdag de 25e vis ik een nachtje vanaf het strandje. Bjorn zit tegenover de haven en heeft afgelopen week 3 x voor ons gevoerd. Hij barst van het vertrouwen en is zeker dat hij vis gaat vangen. Als ik om kwart over vier aankom, zit Bjorn al tussen de struiken. Hij heeft de boot van de bakker meegenomen. Een fijn bootje van polyester en een vier pk buitenboordmotortje erachter. Hij denkt erover om hem te kopen en dat hij hem voor 300 euro wel heeft, inclusief motortje en trailer. Als hij hem daarvoor krijgt, is dat een hele mooie prijs. Om half zes belt Bjorn op, balend! Hij heeft er zojuist eentje verspeeld op zijn kantstok. We keuvelen nog wat aan de telefoon en gaan uiteindelijk pitten. De nacht gaat zonder aanbeet voorbij voor me, maar Bjorn weet er alsnog twee te vangen. Een knolletje van nauwelijks 50 cm en een mooie schub van laag in de dertig pond. Volgende week gaan we weer, maar ik moet nog even uitvinden hoe. Ik heb wachtdienst en Marianne en ik hebben ook nog een hotelletje geboekt voor dit weekend. Misschien de donderdagnacht, dat kan nog.

 

Omdat we het hotelletje hebben uitgesteld vanwege het naderend eindexamen van Mathijs, kan ik toch de vrijdagnacht vissen. Ik ben eigenlijk heel zeker van mijn eerste vissen op de mat en ga dan ook met veel vertrouwen naar het water. We hebben deze week van stek geruild. Ik zit nu in het bos en Bjorn zit op de strandstek. Omdat ik vroeg gegeten heb, krijg ik ’s avonds trek. Bjorn biedt aan om een halve zak chips te komen brengen, wat ik hem afraad. Het betekent dat we allebei onze hengels in de steek moeten laten en dat voelt niet goed. Na enig aandringen van Bjorns kant ga ik overstag. Bij het slootje naar de spoorplas komen we elkaar tegen. Ik neem het voedsel in ontvangst en ga als de wiedeweerga terug naar mijn stek waar alles er nog net zo bij ligt als ik het heb achtergelaten. Tevreden begin ik aan mijn chips. Telefoon! Bjorn die me vertelt dat hij eer eentje op heeft. Terwijl hij met me praat hoor ik op de achtergrond zijn molenslip tikken. Hij hangt op en drilt verder om even later telefonisch te melden dat de vis vlak voor zijn net is losgeschoten. Hij baalt als een stekker en tot overmaat van ramp was het ook nog een goede vis, zeker een dertiger. Midden in de nacht krijg ik enkele piepen op mijn middelste stok. Ik sla aan en dril de vis die niet groot aanvoelt, maar toch wel weerstand biedt. In het schijnsel van de lampen aan de overzijde, meen ik een barbeel te zien. Op de mat in het licht van mijn hoofdlamp, blijkt mijn vermoeden juist. Omdat het best een grote is, 72 cm, besluit ik hem te zakken voor op de foto. Tijdens het opruimen de volgende dag lost Bjorn nóg een vis. Ditmaal door een haakbreuk. Het kan niet méér tegenzitten. Uiteindelijk gaan we dus beiden karperloos naar huis. Volgende week de laatste kans want een week later gaan we naar Frankrijk. Dat moet gewoon vis opleveren.

 

Op vrijdag de 8e heb ik mijn hengels al om half zes in het water liggen. Mathijs hoeft vandaag niet naar karate les want morgenmiddag zijn de open Nederlandse kampioenschappen. Ik ben dus al op tijd weg en zit om half zes lekker met een biertje op het strandje. Ik zit wederom met veel vertrouwen aan het water, net als de afgelopen weken, en denk oprecht met vis op mijn palmares naar huis te gaan morgen. Bjorn heeft inmiddels al een klein visje van een kilo of 8 gevangen op het putje achter hem, terwijl hij met twee andere hengels de Maas voor hem bevist op een grote grindbank. Omdat hij er niet veel vertrouwen in heeft, verkast hij rond de klok van zevenen naar de plas, ons jachtterrein van vorig jaar. Bij de ingang aan het talud zit Eric, een nieuweling in deze sector en eveneens lid van de riviervis site op internet. Bjorn gaat op onze oude plek zitten en belt me als hij zijn hengels erin heeft liggen. We wensen elkaar een goede nacht toe. Hoewel we niet samen op een plek vissen, voel ik me toch niet alleen. Omstreeks half twaalf ga ik nog steeds visloos pitten. Er zal toch wel wat gebeuren, hoop ik? Om iets over drieën wordt ik wakker en ververs ik het aas aan mijn kanthengel. Half vier ligt alles weer op z’n plek en ik weer in mijn kleffe zak. Toch maar eens een keertje laten luchten dat ding. Misschien zijn de weersomstandigheden volgende week in Frankrijk geschikt om dat te doen. Om half zes word ik gewekt door een geweldige fluiter op mijn kanthengel. Ik ben als een haas bij de stok en trek hem krom op vis, terwijl ik ook merk dat de lijn door wat planten loopt. Ik kan dus voor geen meter voelen hoe groot of hoe zwaar de strijdende vis aan de andere kant is. Na een minuut of vijf heb ik volledige controle en is de 

vis klaar voor het net. Bij de eerste poging zit hij erin en is mijn eerste karper van dit jaar een feit. Driepoot, unster en meetlint worden benut en geven het oordeel over deze schub. Bijna 14 kilo en 84 centimeter. Een mooie vis om mee te beginnen. Omdat ik graag wat foto’s wil hebben van deze eerste vis, besluit ik hem even te zakken. Ik hoop overigens nog een visje bij te vangen, maar helaas zal het deze sessie bij deze éne vis blijven. Bjorn maakt rond half elf foto’s, op de kant en in het water, voordat we samen terugvaren naar de haven. Volgende week reizen we gezamenlijk af naar Frankrijk voor een kleine honderd uur vissen. Omdat we dan met één auto reizen, de mijne, en Bjorn al zijn spulletjes in een klein aanhangertje zal laden, neemt hij mijn bedchair, stoel, onthaakmat en slaapzak vast mee. Die kunnen ook in het aanhangertje mee en dat scheelt mij weer een hoop gesleep. Hopelijk gaat komende week snel voorbij, maar de ervaring heeft geleerd dat ik dat wel kan vergeten. Waar we heen moeten als we terug komen uit Frankrijk weten we beiden nog niet, maar we hebben tijd genoeg om daar over na te denken. Mijn laatste squid boilies vis ik op in Frankrijk en bij terugkeer ga ik starten met mijn nieuwe aanwinst die ik van Rob heb meegenomen, fish strawberry boilies. Eens kijken of dat weer nieuwe vissen op de kant brengt. Als ik terug kom uit Frankrijk wil ik eigenlijk jacht gaan maken op Big Mama, een spiegel die mijn record vet overschrijd. Hopelijk vangt niemand haar in de tussentijd.

 

Eindelijk is de zondag aangebroken. De afgelopen dagen ben ik heen en weer geslingerd tussen het gelukzalige gevoel van vrij hebben en de spanning tot het moment van vertrekken is aangebroken. De plas kan wat verwachten want Bjorn en ik are “coming to kick ass”. Ik heb 30 kilo Fish strawberry boilies en nog eens 30 kilo hennep, tijgernoten en halibut pellets klaarliggen. Bjorn doet het met 30 kilo boilies (zelfde smaak maar ander merk) en 10 kilo tijgernoten. Eerst nog even naar Budel waar Mathijs vanmiddag moet optreden (een nummer van de Queens of the stone age, “Go with the flow”) en daarna pik ik Bjorn thuis op. Hij heeft een aanhangertje klaarstaan om aangekoppeld te worden en daarna gaan we echt. We arriveren om kwart voor negen en het is echt ongelooflijk druk. Er staan minstens 8 tenten en we tellen met ons mee al gauw 12 vissers. Wat een teleurstelling. We ploffen neer bij de ingang en vissen daar de eerste nacht. We krijgen allebei 4 halve runs die zich later laten verklaren door azende steuren die onderweg de lijn oppikken. De volgende dag zien we aan de overzijde twee plekken vrijkomen en we besluiten te verkassen. Overdag gebeurt er weinig en in het donker pompen we het oranje opblaasbootje op. Ik stap erin en vaar ruim tien kilo boilies, tijgernoten, hennep en pellets uit naar de achterzijde van het eiland. Ik drop daar ook meteen een hengel op. Als ik terug ben vertel ik Bjorn dat het toch nog een hele onderneming is. Grote emmer, lange benen, iets te lange roeispanen en een klein bootje zijn geen beste combinatie. De volgende ochtend om 09.15 uur loopt mijn hengel af die ik gisteren vrij dicht tegen het eiland heb aangelegd. Na een rustige dril schuift Bjorn het net onder de eerste vis van de sessie. Een mooie

spiegel van 14,6 kilo. Voor de rest gebeurt er de hele dag weer weinig en gaat Bjorn nog eens verkassen. Ik ben wat uitbundig geweest in het "vieren" van mijn vis en Bjorn wordt steeds chagrijniger. Hij vertrekt in de richting van de ondiepe wierstek aan het uiteinde van de plas. Daar vangt hij van dinsdag op woensdag 2 schubjes van 12 en 8 kilo. Ik maak foto's van hem met een kop vol humeur. De stek waar we eigenlijk wilden zitten zal deze ochtend vrijkomen en we beginnen (ik voor de 3e en Bjorn voor de 4e keer) alles weer in te pakken. Als we tussen de middag op onze laatste stek zitten, hebben we voor het eerst het gevoel dat we lekker zitten te vissen. Het humeur van Bjorn is nu gelukkig ook weer opperbest en dat vist toch een stuk gezelliger samen. Toch gaat ook deze woensdag geheel zonder vis voorbij. Donderdag is een dag waarop wat meer gebeurt. Om te beginnen vangt Bjorn een steur van 1 meter 29 en daarna nog twee kleine karpertjes. Een spiegeltje van 8,5 en een schub van 9,9 kilo. ’s Avonds houden we een gezellige barbecue met Felix en Bruno, twee Franse karpervissers die naast ons zitten. Als we aan een aperitief bezig zijn krijg ik een run. Mijn tweede visje van deze sessie is een feit. Een spiegeltje van 19 pond, nauwelijks de moeite van een Frankrijkreis waard. Dat zal ook het laatste wapenfeit zijn van deze sessie. Op de terugweg horen we dat op onze Maasstek een dikke spiegel is gevangen. Het blijkt Big Mama, de targetvis van Bjorn en mij. Ook komt er nog een spiegel van 28,5 kilo en nog een aantal 20 kilo schubs op de kant. Wat zijn we in ’s hemelsnaam in Frankrijk wezen doen? Het was gewoon op ons thuiswater te doen geweest. Ik vis daarna op aanraden van Marianne, nog een nacht van zaterdag op zondag, maar ook dat mag niet baten.

 

Een week later vist Bjorn van donderdag op vrijdag op het puntje bij de paaistek. In de ochtend krijgt hij 8 runs waarvan hij er 7 verzilvert. Allemaal hommers van 7-12 kilo. Ik vis een nacht later en blank. Ik begin nu echt te balen. Overal om me heen wordt vis gevangen en ik blank dat het een lieve lust is. Het wordt tijd voor wat successen.

 

Op vrijdag 6 mei vis ik een sessie op het strandje. Het wordt weer een aardige kutsessie. Ik zit om half vijf al met mijn hengels gereed aan het water en zal maar liefst 19 uur vissen. Toch krijg ik niet één aanbeet. Het is net alsof de vis weer volledig uit de sector is weggetrokken en de drie avonden voorvoeren van Bjorn hebben dus wederom geen enkel nut gehad. Mijn motivatiedip wordt groter en groter en dat is niet in de laatste plaats door de successen van anderen. Vooral die van Bjorn beginnen te steken. Wat hij doet is relatief veel korte sessietjes tussendoor vissen als hij vis gegroepeerd bij elkaar ziet liggen. Slappe lijntjes, attractief voer en voermethoden toepassen en dus in twee uurtjes weer een of twee vissen op de kant. Vervolgens blijft hij roepen dat mijn aas niks is en dat anderen om me heen niet voor niets veel meer vangen dan ik. Ik weet nog steeds niet of alles wat hij zegt zo steekt omdat het inderdaad zo is of dat ik gewoon jaloers ben op de mogelijkheden die hij heeft. Eigenlijk kan ik pas zeggen dat het aan mijn aas ligt als we samen op dezelfde plekken van die korte priksessietjes zouden vissen. Twijfels en stemmingswisselingen zijn deze periode aan de orde van de dag bij me. Niet de meest happy periode. Het wordt tijd voor een beer of meer input van mezelf op de omstandigheden. Nu wordt mijn aas gemaakt door een ander, weer een ander gaat voor me voeren en het enige wat ik zelf nog doe is komen en gaan met mijn visspullen. Ik mis wat van de essentials die het vissen vroeger een extra boost gaven. De voorbereiding was vaak al even leuk als de uitvoering. Volgende week misschien een sessie samen op de plas.

 

Op de donderdag vis ik inderdaad een sessie met Bjorn op de plas. Er staat redelijk wat wind en tijdens de boottocht voel ik regelmatig wat buiswater achter in mijn nek terechtkomen. Ik vis links tegen het talud aan terwijl Bjorn de rechterkant voor zijn rekening neemt. We gaan eigenlijk met weinig vertrouwen de nacht in en verwachten hooguit in de ochtenduren een aanbeet op een van de kantstokken, terwijl Bjorn mijn taludhengel ook een goede kans geeft. Die hebben we uitgevaren en daar is erg geconcentreerd omheen gevoerd. Aan de haak een pva zakje met pellets, hennep, tijgers en boilies om het extra goed te laten opvallen. In de ochtend komt de zon er goed door, maar op al onze oevertochten naar links en rechts kunnen we geen enkele vis ontdekken. Als we ingepakt hebben varen we nog even uiterst langzaam over de ondiepe zones van de plas. Ook onderweg terug naar de haven nemen we op de ondiepe zones gas terug en geven onze ogen goed de kost. Op de strandstek prik ik met een roeiriem en vind diverse keiharde stekken. Komende week ga ik hier weer een nachtje zitten. Bjorn voert maandag, dinsdag en woensdag. Donderdag volgt mijn volgende sessie op dit deel van de Maas. Het moet een keer gebeuren. Er moet een keer een grote vis vanaf komen. Ook het paaigat wordt nog even bekeken door ons voordat de boot ontruimd gaat worden. Ik neem nog een gele plomp en een waterlelie mee voor in mijn vijver thuis en dan is het voor deze week weer genoeg geweest. We hebben aan de ingang van het gat 3 karpers waargenomen waaronder een goede dertiger. De andere twee waren kleiner. Omdat ik me al had ingesteld op een blank, komt deze niet zo hard aan. Donderdag 19 mei is D-day aan het strand van de Maas. Ik ben er helemaal klaar voor om een vet resultaat te halen.

 

Wat een kutseizoen. Weer helemaal niks. Heb ook geen zin om veel op te schrijven nu. Bjorn had vannacht tegenover de camping in de wei 1 vis van 16,7 kg. Na deze sessie nog diverse stekken bekeken en gevoerd bij de Maasbrug op de ingang van Donkernack. Daar probeer ik het volgende week eens. Slechter als nu kan het niet.

 

Hèhè, eindelijk. In de nacht van 27 op 28 mei vang ik 2 Maasschubs bij de ingang van Donkernack. Bjorn heeft de afgelopen week deze stek enkele keren van voer voorzien. Als ik aankom heb ik er nog niet zo heel veel vertrouwen in, want aan de overkant zitten weer 4 belletjesvissers. Ze verstoren mijn aanvoerroute en daar baal ik best van. ’s Avonds relax ik heerlijk aan het water, hoewel het niet de meest rustige stek is zo half onder de Maasbrug. Er komt veel verkeer over en ook zijn er regelmatig bootjes op het water. Ik ga pas laat slapen, eerder lukt gewoonweg niet, en om achttien minuten over vier kijk ik even op mijn telefoon hoe laat het is. Damn, het zal toch niet weer een blank worden he, denk ik nog. Zeven minuten later kromt de top van mijn rechter hengel zich en komen er een paar voorzichtige piepen uit de bijbehorende Delkim. Even later ontwikkelt dat zich tot een volle run en ik weet zowaar mijn eerste vis van deze stek te vangen. Met een gewicht van 9,1 kilo niet echt een hele grote, maar na zo’n lange tijd van blanken zijn gewichten relatief. Er ligt vis op de mat en dat is wat telt. Mijn linker hengel gooi ik rond kwart over zes nog eens opnieuw in, omdat er steeds vis draait op een plek tien meter naar rechts van waar hij eerst lag. Een half uur later (het is inmiddels 

bijna zeven uur) krijg ik op deze hengel ook een run en ik kan een hoog gebouwde schub in het net trekken. Even denk ik dat ze flirt met de 30-pondsgrens, maar helaas komt ze daarvoor net 3 ons tekort met haar afgepaaide lijf. Nu kan deze sessie helemaal niet meer stuk. Ik fotografeer nog een zwemmende bever en een salamander die ik in het gras vind. Het water van de Maas wordt echt steeds schoner en dat merk je aan alles. Om half tien vind ik het mooi geweest en ga ik inpakken. Voor mijn vertrek voer ik mijn resterende anderhalve kilo boilies op de stek. Woensdagavond kom ik terug. Donderdag is namelijk hemelvaart en ik wil het lange weekend thuis zijn.

 

Op woensdag de 1e juni ben ik om kwart voor zeven aan het water. Er staat een auto met een Duits kenteken en ik zie iemand bovenop mijn stek zitten. De kennismaking verloopt stroef en de man geeft aan tot na middernacht te blijven zitten. Als ik zeg dat ik er al dagenlang gevoerd heb, krijg ik een snauw dat hij zeker niet weggaat en dat er ook nog enkele ‘vrienden’ van hem komen vanavond. Ik ga er gewoon zitten en baal. In totaal zullen er die nacht 7 Polen naast mij en op de kop aan de overzijde zitten. Veel belletjes en een hoop lawaai. De volgende ochtend pak ik met de zoveelste blank op mijn conto de boel weer bij elkaar. De zondag erna vis ik nog wat met de pen en met twee stokken met vast lood op diverse kanaalstekken op de lange hei en bij sluis 16. Ik zie alleen op de laatste stek vis, maar ik kan ze met geen enkel aas verleiden. Heb geen idee waar ik volgende week heen moet. Misschien heeft Bjorn nog een konijn in de hoge hoed zitten.

 

Ik vis een nacht op het strandje. Bjorn heeft 3 dagen voor me gevoerd en ik verwacht wel wat actie. De eerste actie begint eigenlijk al vlak na aankomst. Veel varen, op en neer, van eigen naar overkant en heen en weer over het hele stuk Maas. Je kunt merken dat het seizoen op roofvis weer begonnen is. Eindelijk pas na twaalven word het rustiger. ’s Morgens word ik om half zes wakker en doe een plas. Ik verwacht elk moment een aanbeet, hoe raar dat ook klinkt na een nacht zonder actie. Een kwartiertje later vliegt mijn linker hengel, die in de kant ligt, krom en kan ik zelf in actie komen. Even later weet ik een vis uit het wier te trekken en mag een schub van 25 pond poseren op de foto. Het is een 

lange vis die totaal is leeg gepaaid. Met 87 centimeter verdient deze vis een hoger gewicht. Even later mag ze weer zwemmen en is deze week weer de moeite van het vermelden waard.

 

Zondag de 19e, de dag nadat ik mijn 50e verjaardag heb gevierd, vis ik drie uurtjes in de grote haven van Weert. Daar is jaren geleden gebaggerd en tegenwoordig staat het er overal vol met wier. Ik vis er met gebroken boilies en hennep, maar zie deze keer geen enkele vis terwijl ik de vorige keer zeker tien verschillende vissen waarnam waaronder 2 koi karpers. Een witte en de ghost koi die ik jaren geleden aan de spoorbrug ving. Helaas deze keer dus niks te zien. Volgende week ga ik samen met Mathijs op zaterdag naar Graspop. Dat betekent op vrijdag een kort nachtje vissen en daarvoor ga ik eens in het stromende water aan de sluis zitten. Meer zuurstof betekent ook vaak een grotere concentratie van vissen. Dat gaan we vrijdag eens een nachtje uitproberen. Ik plan in elk geval twee voerbeurten op dinsdag en donderdag. Er moeten nog wel wat dikke vissen huizen op dit deel.

 

Op vrijdag rijd ik na het eten in alle rust naar sluis 16. Ik heb er vertrouwen in dat het voer de afgelopen dagen zijn werk heeft gedaan en dat ik een goede kans maak op vis. Ik zet rustig mijn spullen op en even na zeven uur ben ik er klaar voor. De zon schijnt vanaf de overzijde recht onder mijn paraplu en de trui die ik had aangedaan kan wel uit. Al na vijf minuten krijg ik een run op mijn linker hengel. Mijn snowman montage is opgepakt en even later heb ik een dikke winde op de kant liggen. Niet echt de vis waarvoor ik gekomen was, zeg maar. Ik laat het aas hangen en loop de stok opnieuw uit. Er is vrij veel drijfvuil en dat dwingt me regelmatig mijn hengels binnen te draaien als ik het vuil niet van mijn lijn afgeschud krijg. Helaas zitten er kennelijk ook veel obstakels onder water want ik zit regelmatig vast en ik verlies in een nacht maar liefst 3 volledige montages. Visveilige, dat wel, maar ik ben er niet blij mee. Volgende keer schuif ik nog maar iets op naar rechts. Als ik wakker word is er niets meer gebeurd. Ik besluit mijn aas te verversen en merk bij het binnendraaien dat er een brasem aan mijn kantstok zit. Doordat ik af en toe een piep kreeg van het drijfvuil was me dat ontgaan. Het beest kan er goed de hele nacht aan hebben gezeten. Om half negen begin ik met inpakken want ik ga dadelijk met Mathijs naar Graspop in Dessel. Omdat het regent breng ik vast wat spulletjes naar de auto. Dan is het de beurt aan mijn hengels om binnen gedraaid te worden. Bij mijn tweede hengel merk ik dat ik weer vast zit en ik loop langs de kant om vanuit een andere hoek te kunnen trekken. Bij de tweede ruk schiet de montage los, maar in plaats van binnendraaien trekt er ineens iets dwars door de slip heen. Ik kan het niet goed bevatten totdat het kwartje valt. Er hangt een goede vis aan die beresterk is in de stroming. Even later zie ik een spiegel

met een hoge body mass index. Precies waar ik bij karper zo van houd. Het net en ik verzaken niet en even daarna ligt er een goeie vis op de mat. Dan moet ik weer naar de auto om mijn fototoestel te pakken, want die had ik al opgeruimd. Mijn driepoot opzetten, weegklok op nul zetten en het zit er in dat ik zo wat later thuis ben dan gepland. Met 88 centimeter en 17,8 kilo spiegel ben ik dik tevreden. De foto’s zijn prima en met vijf minuten vertraging rijd ik thuis de oprit op. Het weekend kan nu al niet meer stuk en Graspop moet nog beginnen. Let’s Rock! ’s Avonds speelt Judas Priest als nooit tevoren en sluit de zaterdagavond met veel vuurwerk, een ronkende Harley en jankende gitaren af, begeleid door de snijdende stem van Rob Halford. It was fucking great.

 

Op vrijdag 1 juli, ga ik weer eens een nachtje vissen met Bjorn. De middag is een turbulent dagdeel waarin regen en zoneschijn elkaar afwisselen en mijn verlangen (om te vissen natuurlijk) echt op knappen staat. Eindelijk komt ’s middags de ontlading en rijd ik zo vlug mogelijk daarna naar Linne. Bjorn komt aanrijden als ik de boot aan het leegscheppen ben en een kwartiertje later zijn we vertrokken. In de loop van de avond wordt de kans op regen steeds kleiner en we zitten lekker aan de plas waar we vorig jaar al zo veel tijd samen hebben doorgebracht. Het is half drie ’s nachts als Bjorn een run krijgt op zijn linker hengel, zijn kantstok. Ik kan even later een spiegel voor hem scheppen van 13 kilo. Twee uur later weer een beet op dezelfde hengel. Weer een spiegel, ditmaal 14 kilo met een Andre van Duijn bekkie. Weer twee uur later een schub. Daarmee is de sessie voorbij en komt er geen vis meer op de kant. Volgende week vissen we hier weer maar dan zit ik links en Bjorn rechts. Eens kijken of dat bij mij wat extra oplevert.

 

Een week later zijn we er weer. Bjorn heeft de afgelopen week 3 keer gevoerd. Elke dag zijn er zo’n 2 kilo boilies en 5 kilo tijgernoten in gegaan. Verspreid over een lengte van een kleine 300 meter. Het is de eerste dag van mijn vakantie en ik heb gisteren de bestelling van Daiwa binnen gekregen. Ik heb mijn nieuwe 8-poots stretcher bij me, een nieuwe tas voor mijn visspullen en een nieuw paar lieslaarzen die op deze stek helemaal goed van pas komen. Al na een uurtje krijgt Bjorn een paar piepen, een kromme top en dan niks. Bij het binnendraaien blijkt zijn onderlijn gebroken. Een uurtje later krijgen we een live show van twee Duitsers die sex hebben op een boot aan de overkant. Op z’n hondjes, pijpen en van voren, we krijgen het allemaal te zien. Als ze even later langs komen varen op de Maas, bootsen Bjorn en ik het hondjes standje na onder luid gejoel en geschreeuw. De vrouw weet niet goed waar ze kijken moet, maar de man heeft een grote grijns op zijn gezicht. Rond half elf krijgt Bjorn opnieuw een aanbeet en ditmaal blijft de vis hangen. Het blijkt een graskarper van 29 pond. Ik zet hem op de foto, want dit is de eerste die hij ooit ving. Om half een vangt hij zelfs nog een grotere. De vis heeft de volledige lengte van de onthaakmat nodig en weegt 18,6 kilo. Daarmee is ook Bjorn het beu en knoopt hij er een boilie aan in plaats van een pop-up tijgernootmontage. De rest van de sessie loopt traag af naar een teleurstellend einde. We hadden echt wel wat meer actie verwacht na het trio vissen van de vorige week. Ik kan deze week nog twee keer gaan vissen maar weet niet goed waarheen. Misschien nog een keertje naar de sluis waar ik eind juni die grote spiegel ving. ’s Middags ben ik al onderweg om er voor de eerste keer te voeren. Ik denk dat het maandagavond wordt en dan nog een sessie op donderdag voordat ik zondag naar Frankrijk rijd.

 

Op maandag vis ik een sessie aan de sluis. Het is wel lastig vissen op deze stek. Ik merk dat ik er erg aan moet wennen met drie hengels op een rodpod in de stroming. De drie lijnen blijven niet altijd netjes evenwijdig aan elkaar lopen en dat veroorzaakt de nodige piepen. Ook deze keer vang ik meer witvis dan iets anders. Ik vang drie windes en een brasem. Twee aan een pop-up tijgernoot en twee aan boilies. Het vertrouwen in mijn aas is tanend. Ik merk dat ik niet tevreden ben en dat komt mede door het verschil in vangsten tussen Bjorn en mij. Bjorn zit inmiddels op 45 vissen terwijl ik het nog steeds met 7 stuks moet doen. Aan de andere kant merk ik ook dat ik terughoudend ben om te stoppen met het aas van Rob. Ik kan maar één keer nee zeggen, terwijl een kleine aanpassing misschien al voldoende is om de bol een stuk attractiever te maken. Minder hard en wat meer open van structuur kan al heel veel helpen. Volgens Bjorn lijkt de boilie teveel op die van ProLine en die hebben het hier op de Maas nooit goed gedaan. Ik besluit het komende donderdag op een put en de twee weken in Frankrijk nog een kans te geven en pas daarna eens met Rob te gaan praten. Open kaart spelen en kijken of we met elkaar door gaan of niet. Een ding is zeker, op dit moment ben ik bijzonder ongelukkig met de gang van zaken.  

 

Ook de donderdag erna, quatorze juillet, ga ik vissen. Ik breng een bijzonder kille en regenachtige nacht doorop het strandje. Pas tegen half vier stopt het met regenen en valt ook de wind weg. Ik kan er ’s ochtends niet goed uit en slaap door tot kwart voor acht, een unicum voor mij. Na de verplichte koppen koffie en de relatieve zekerheid dat het ook vandaag echt niks meer gaat worden, pak ik om half tien in. De volgende sessie vis ik in Chenonceau aan de Cher in Frankrijk. Daar ga ik de laatste 28 kilo Squid boilies gebruiken en dat zal ook de input zijn voor het gesprek met Rob. Ik ben zeer zeker niet tevreden met mijn vangsten en ben steeds onzekerder over het aas. Het contrast met Bjorns vangsten wordt steeds groter.

 

De sessies aan de Cher zorgen er in elk geval voor dat ik de squid boilies goed kan testen. Het resultaat van die testen is dat ik wel weer wat anders naar het aas ben gaan kijken en dat ik ook weer genuanceerder kan denken over mijn sponsorschap. Tijdens de komende sessie met Bjorn ergens aan de Maas, ga ik mijn plannen maar eens aan hem uiteenzetten en kijken wat hij daar van vindt. Ik heb in Frankrijk in vier nachten tijd 7 karpers kunnen vangen. Een spiegel en 6 schubjes. De zwaarste woog nauwelijks 8,7 kilo en daar moest ik het mee doen. Toch was ik er dik tevreden mee en verdubbelde ik mijn karper vangsten van dit jaar. Ook ving ik nog 2 barbelen, een meerval en 8 kopvoorns aan de boilie, dus aan actie geen gebrek in deze 4 nachten. Verder heb ik er nog een kleine 500 karpertjes aan de vaste stok kunnen vangen, waarvan ik de 6 mooiste spiegeltjes mee naar huis heb kunnen nemen. Die zwemmen nu hun rondjes in mijn vijver en moeten 5 of 6 andere karpers, die nu toch wel wat groot worden in mijn vijver, gaan vervangen. Al met al kan ik tevreden terug kijken op mijn vakantie tot nu toe en heb ik deze week nog twee visnachten te gaan.

Het gesprek dat ik op dinsdag met Rob heb, levert op dat hij mijn aas zachter gaat maken met een opener structuur. Hij gaat dat doen door mijn Squid boilies te draaien zonder ei-albumine en er grovere gemalen hennep en grove chili doorheen te mengen. Verder heb ik het eipoeder dat door hem gebruikt wordt eens goed besnuffeld en merk dat er van zuur eipoeder (waar ik sommige mensen over heb horen speculeren) geen sprake is. Het ruikt echt naar verse eieren en ik heb nu een stuk meer vertrouwen in de boilies waarmee ik ga vissen. Komende dinsdag kan ik 50 kilo ophalen bij hem. Ik neem als ik wegga nog een dip mee en krijg zowaar zelfs nog een kannetje aminodip mee van Rob.

 

De nacht van dinsdag 2 op 3 augustus is broeierig warm. Ik wil eigenlijk een sessie vissen vanuit het bos aan de overzijde van de werf, maar bij aankomst zie ik dat die stek bezet is. Zwaar klote, want ik heb mijn buitenboordmotor thuis gelaten in de verwachting van slechts een oversteek. Nu ben ik al met al een uurtje aan het roeien alvorens ik neerstrijk in het weiland, naast de beek. Omdat het zo warm is houd ik het bij een klamboe als onderkomen en leg ik me te rusten bovenop mijn slaapzak. Zelfs dan is het nog warm en ik slaap een onrustige nacht vol dromen. Om half zeven sta ik maar op en ga ik koffie zetten. Een half uur later kan ik zelfs mijn regenscherm nog te voorschijn halen want het begint zowaar ook nog te regenen. Als Marianne een uur later belt om te zeggen dat er een zwaar onweer aankomt pak ik om 9 uur visloos in. Donderdag nog een herkansing met Bjorn op het gat. Ik heb inmiddels het resultaat van mijn gesprek met Rob met hem besproken en Bjorn geeft aan dat het in elk geval beter klinkt. Ik merk nog wat scepsis in zijn stem, maar hoop dat na de vangst van een aantal vissen ook bij hem het vertrouwen in Roy's aas terugkeert. Ik heb er zelf in elk geval een stuk beter gevoel aan overgehouden.

 

Donderdag de 4e, vis ik een gezamenlijke sessie met Bjorn op het gat. Bij het inladen van de boot verdwijnen er ook 10 kilo KSK vismeel aardbei boilies in mijn auto. Er ligt ook nog 10 kilo van dezelfde samenstelling in de vriezer van Bjorn. We willen in elk geval de sessies die we samen vissen met een en dezelfde boilie vissen en dat moeten dan maar de boilies zijn waar Bjorn vertrouwen in heeft. Op het gat mag ik na de toss kiezen aan welke kant ik wil zitten en ik kies voor de talud zijde. Na de nodige bieren in de avond, hebben we weer een goede nachtrust en pas tegen half acht krijgt Bjorn een run. Ik zet mijn koffiewater uit en doe mijn plicht als schepper. Een spiegeltje van 23 pond is even slachtoffer van Bjorns kantstok. Even later mag de vis weer zwemmen. Een uur later is het de beurt van mijn kantstok om krom te trekken, maar bij mij hangt er een winde aan. Nou ja, in elk geval wat actie. We besluiten om er de komende week eens een kanaalsessie tegenaan te gooien waarbij we alle vismeel aardbeienboilies van Empire opvoeren. Dat is nog bijna dertig kilo, dus we gaan voor een massaoffensief op de Lange Hei. Drie keer voeren en dan een nacht vissen met elke keer een dag ertussen. Alles of niets.

 

Op zondagmiddag vis ik nog drie uurtjes tegen de keien bij de Schoorbrug op het kanaal. Omdat ik erg aan loop te hikken tegen het einde van mijn vakantie, heeft Marianne me verbannen naar de oever. Hoewel ik prima lig, krijg ik geen enkele vorm van actie. Misschien is het heldere water er debet aan. Er passeren voldoende boten en ook mijn aas is prima, maar er is geen beet te krijgen. Een half uurtje voordat ik ga opruimen komt Harrie van de Rieth nog even langs voor een praatje. Hij is gestopt als bestuurslid van St Petrus na 7 jaar. Zijn reden om te stoppen lijkt nogal wat op de mijne. Geen vrijwilligers om eens een hand uit de mouwen te steken en heel vaak stank voor dank. Half zes ga ik naar huis.  Mijn kop is weer leeg.

Het massaoffensief op de Lange Hei, loopt uit op een fiasco. We vissen veertien uur aan een stuk, zonder dat we ook maar een enkele aanbeet krijgen. De nieuwe boilies die ik afgelopen dinsdag bij Rob heb opgehaald, worden met redelijk veel enthousiasme beoordeeld door zowel Bjorn als door Roel die langskomt voor een praatje. We hebben allebei een beroerde nachtrust gehad door de kleffe warmte, zoemende muggen, piepende beetverklikkers door veel afstervend wier en langsrazende auto’s. We willen hier dan ook liever niet meer terugkomen. Tijdens het inpakken komt Johan Raetsen nog langs na ook een blank een stukje verderop. Vorige week had hij nog een 20 kg vis en de week ervoor ook 2 vissen op dit stuk. Dat is voor mij het bewijs dat we echt veel te zwaar gevoerd hebben op dit stuk van het kanaal en dat we de zaak dus compleet hebben stilgelegd. Op de terugweg rijden we via Lozen en de Kettingbrug terug naar huis. Bjorn ziet een wintercampagne op het laatstgenoemde deel wel zitten. Nou ja, het duurt nog lang voordat het winter is. We zien wel wat de toekomst brengt. Vanaf nu breekt de goede tijd weer aan.

 

We vissen de donderdagnacht op de plas. Om samen te kunnen vissen, moet ik donderdagmiddag vrij nemen. Het onderzoek aan mijn neus, na de vakantie ben ik bij de dermatoloog geweest, heeft opgeleverd dat ik een goedaardige vorm van huidkanker heb. Daardoor kan ik mijn kop niet echt bij het werk houden en dat legitimeert mijn vrije middag. We zijn juist op tijd aan het water om alles op te zetten voordat er een vette bui aankomt. Het weerstation had al onweer voorspeld maar het is uiteindelijk een van de ergste avonden en nachten die ik ooit aan het water heb gezeten. De vis is behoorlijk actief en regelmatig doorklieft een vissenlijf de oppervlakte. Een dikke spiegel springt op nauwelijks 10 meter uit de kant en ook verderop rond het talud zien we regelmatig vis springen. Het is ‘s ochtends al half acht, voordat Bjorn een brasemachtige aanbeet krijgt. Als hij de hengel oppakt zit zijn lijn al onder twee van mijn hengels door terwijl het zijn middelste hengel was en ik links van hem zit. Na wat trekwerk van Bjorns kant (de vis heeft enkele wierbedjes meegepakt) vangt Bjorn dezelfde spiegel als 2 weken geleden. Ik mag 2 hengels opnieuw ingooien en rond 8 uur vertrekt mijn kantstok. Bij het aanslaan voel ik al een soort van elastische weerstand en de vis komt als een zalm het water uit. Het is toch een karper maar ook deze weet het wierbed te vinden en ontdoet zich daarbij van de haak. Jammer. Volgende week gaan we terug hier.

 

Op zondag vis ik eerst een uur tegen de keien van Wessem, maar daar kan ik geen vis spotten. Ik besluit nog even in België te gaan kijken. Bij de Kettingbrug loop ik over het jaagpad en daarbij zie ik een koffertje in het kanaal liggen. Als 

ik er even later ook nog het woord “Beretta” op zie staan, ben ik helemaal geïnteresseerd. Met mijn schepnetsteel haal ik het ding uit het water en mijn vermoeden wordt in een oogopslag bevestigd. Het is een wapenkoffertje met een 9 mm parabellum erin. Ik besluit het ding direct over te dragen aan de politie. Daarmee eindig ik een kort middagje vissen op een memorabele manier. Zaterdag weer naar de Maas met Bjorn.

Samen vissen we een sessie op het gat. We zijn laat. Nou ja eigenlijk is Bjorn laat omdat hij een blikseminslag gehad heeft en daardoor vertrekken we pas tegen kwart voor acht uit de haven. Op de stek aangekomen tuig ik vlug mijn hengels op en gooi ik mijn kantstok bij de overhangende struik. De andere twee hengels vaar ik uit met mijn voerbootje. Daarna is het de beurt van Bjorn om uitgevaren te worden. De eerste keer los ik hem te vroeg dus moet ik nog een keer dezelfde hengel wegbrengen. Ik heb hem net op de goede plek gedropt en ben bezig met terugvaren, als ik een volle run krijg op mijn kantstok. Ik geef de afstandsbediening aan Bjorn en ren op mijn klossende lieslaarzen naar mijn schreeuwende hengel. Bij het oppakken is er niks daar. Heel raar want de hengel stond mega krom. Balend gooi ik opnieuw in. We hebben de rest van de avond een serieus gesprek over relaties (onze relaties thuis) en we drinken er een lekker biertje bij. Hoewel het weer soms wat neigt naar miezerige regen, zet het niet door. De volgende ochtend word ik om kwart over zes gewekt door een superharde run. Op mijn sokken speer ik naar mijn hengel en pas als deze krom gaat, trek ik mijn laarzen aan. Deze vis komt wel op de kant en is ook weer een oude bekende. De Andre van Duijn vis die Bjorn begin juli ving. Na enkele foto’s mag het gedrochtje weer zwemmen. Vervolgens maak ik nog een foto van mijn hengels en van mijn tattoo, die ik afgelopen week heb laten zetten samen met Mathijs die zijn eerste kreeg. Mooi man zo’n vader en zoon belevenis. Terug naar het vissen. Bjorn krijgt zijn kans even voor half negen en ook hij krijgt een losse na twee minuten drillen. Jammer. Dan gaat bij mij de bel weer en ook bij mij schiet de vis na enkele minuten eraf. Brian en Michiel die in Belgie op de Maas zitten, verspelen ook twee vissen. Wat een raar weekend. We ruimen op tijd in en gaan naar huis. Volgende week kunnen we niet samen vissen. Bjorn zal de dinsdag of woensdagnacht gaan en ik ga de vrijdag erna. Hopelijk blijven de vissen dan beter hangen als ik beet krijg. Toch een goede week met veel actie.

Op donderdag 1 september kom ik om half zes thuis. Omdat het dit weekend mooi weer gaat worden, vraagt Marianne of ik zin heb om zaterdag samen naar het strand te gaan. Dat betekent vannacht al vissen dus zit ik een uur later in de auto en nog een uur later liggen mijn hengels op de steunen. Om negen uur vang ik een roofblei op mijn rechter hengel. Ik heb tijdens de dril veel last van draadalg. Hopelijk blijft me dat bij de dril van een karper bespaard. Heel veel tijd om daarover na te denken heb ik niet want twee uur later krijg ik opnieuw een run. De vis weet vrij snel een wierbed te bereiken en ik ben gedwongen erheen te lopen en hang vol in de hengel. Ik voel de vis loskomen en loop 

terug naar de boot waar mijn landingsnet nog in ligt. Bij de eerste poging zit de vis erin. Ik kan hem niet goed zien maar het is een spiegel en het is een BAK! Ik haal de armen uit het net en rol het wat op om tillen wat makkelijker te maken. Op deze steile oever is uit het water klauteren al een hele happening en ik glijd op mijn knieën en verlies een liter zweet op weg naar de onthaakmat, die toch maar enkele meters verder ligt. In het licht van mijn koplamp zie ik pas echt hoe groot hij is. Helaas lijkt het dezelfde vis als de spiegel van vorig jaar aan de Solvay. Meten en wegen. Ja hoor, een nieuw PB spiegel op 23,4 kilo. Lengte is 92 centimeter. Ik hang de vis in een ruime bewaarzak weg op diep water. Morgen foto’s. De rest van de nacht vang ik nog een schub van 11,5 kilo en een grote winde. Ik slaap bereslecht en ben blij als ik de volgende ochtend na het fotograferen de grote vis rustig weg zie zwemmen. Ik zak ze niet graag. Het bleek overigens inderdaad dezelfde vis met een enkele baarddraad. Voldaan pak ik in en rijd naar huis. September kan nu al niet meer stuk. Na de vangst van mijn recordspiegel, moet ik ’s middags naar het ziekenhuis en krijg ik te horen dat er toch een aanzienlijk deel van de punt van mijn neus verwijderd moet gaan worden. Ook is de plastisch chirurg niet helemaal positief over het reconstrueren van de wond en die mededeling hakt er behoorlijk in. Zo is deze vrijdag een dag van uitersten geworden.

 

De week erna ga ik terug met Bjorn. De boodschap van mijn neus heeft inmiddels de grootste impact verloren en ik hoop dat deze nacht wat vis gaat brengen. Bjorn heeft gevoerd met Empire boilies en we hopen dat deze ook gaan lopen. Kwart voor acht ligt alles erin en dertien uur later kunnen we allebei een blank bijschrijven. Bjorn heeft overigens aan zijn eigen aas ook niks gevangen. Bij mij zaten twee van de drie onderlijnen om het lood gewikkeld en bij de derde stok was het aas volledig verdwenen. Dat laatste kan overigens ook wel met binnendraaien zijn gebeurd, want ik voelde even de weerstand van wat waterplanten. Ondanks alle springende vis van afgelopen nacht een ordinaire blank. Over twee weken onze najaar sessie. Volgende week een nachtje aan de overzijde, ieder met onze eigen boilies. Bah, ik wil dat we allebei met hetzelfde aas vissen. Ik baal.

 

Helaas is ook onze laatste sessie voorafgaand aan onze meerdaagse een blank. Hoewel Bjorn drie dagen lang elke dag geknokt heeft om voor het donker te voeren, levert de inspanning ons uiteindelijk niks op. We ruimen om tien uur op en varen nog even langs enkele potentiele stekken bij de strandstek en het weiland. Vanmiddag moet ik naar schadebedrijf Schreurs met mijn auto, omdat een of andere hufter mijn auto over de hele bijrijderskant in elkaar heeft gebutst. Gelukkig kwamen Marianne, die de auto bestuurde, en Mathijs met de schrik vrij. Ik hoop dat er iets te regelen valt met het herstelbedrijf en dat ik mijn auto kan inruilen voor een nieuwere Passat of iets gelijkwaardigs. Toch wel weer vervelend. Als ik thuis kom, blijkt dat ook mijn vijverpomp de geest heeft gegeven. Ik zit in een periode waarop ik nogal wat tegenslagen te verwerken krijg. Hopelijk is al deze malheur, een voorbode van een geweldig succesvolle najaar sessie. We gaan het over een kleine week wel zien.

 

We starten op donderdag de 21e. Ik ben al op tijd in de haven en sta helemaal gereed in de startblokken. Helaas is Bjorn in deze periode nogal verstrooid door afbouwend medicijngebruik en moet hij eerst nog langs de hengelsportzaak omdat hij vorige week zijn onthaakmat, zijn weegzak en zijn bewaarzakken is vergeten. Ja die zijn inmiddels wel weg en dus moet hij eerst nieuwe halen. Mede daardoor zijn we pas laat weg. De eerste happening is dat we door de sluis moeten om bij het warme water te komen. Met twee motoren achter de boot is dat een fluitje van een cent. Zelfs volgeladen krijgen we de neus van de boot nog omhoog en het duurt dan ook niet lang voordat we in de sluis liggen. Even later gaan de deuren dicht en komt het water snel naar binnen. We stijgen aardig snel en even later kunnen we de sluis al weer uitvaren. Vijf minuten later zijn we op de plek van bestemming, de kop van het warme water bij de centrale. Om 18.00 uur liggen de hengels erin en we proosten op een succesvolle sessie. Ik bevis met twee hengels het gat en Bjorn doet hetzelfde op de Maas. Als het donker wordt gooien we er wel een derde in, maar die moet er ’s ochtends ook weer op tijd uit. We hebben geen zin in een bekeuring. De eerste nacht gaat visloos voorbij. De enige kans is voor Bjorn, maar voordat hij bij zijn hengel is lijdt hij al lijnbreuk door de basaltkeien waar hij net achter ligt. De vrijdag overdag gebeurt er zoals verwacht erg weinig. In de middag komt Wim langs voor een ‘social’ en hij is zelfs zo slim geweest om ijskoud bier mee te nemen. Het weer is beter dan wat we de hele zomer gezien hebben. Een echte ‘Indian Summer’ dus, met temperaturen van rond de 25 graden en dat zal de hele sessie zo blijven. Als Wim later weer weg is komt Victor friet brengen. Zo is het goed toeven aan de oevers van de Maas. ’s Nachts krijg ik enkele snelle piepen op mijn middelste stok, maar de aanbeet loopt helaas niet door. Als ik ’s ochtends binnendraai zie ik dat mijn onderlijn doormidden is. Ook Bjorn heeft vanochtend weer een vis verspeeld aan de basaltkeien. Tot nu toe hebben we nog niet veel geluk. De enige vissen die we op deze stek hebben kunnen vangen zijn brasems voor elk van ons. We pakken in en varen via de plas, waar we wat voeren, door naar de haven. Daar doet Bjorn wat inkopen bij de supermarkt met de vouwfiets. Even later zijn we weer op weg naar een rivierstek bij de strandstek. Daar staat heel veel wier en we verwachten bij een aanbeet zeker de boot nodig te hebben om een vis te kunnen landen. Even na het middaguur ligt alles op zijn plek. Omdat we hier erg kort op elkaar zitten vissen we hier echt maar met 2 hengels de man. We drinken een biertje en maken vlak voor de schemering onze maaltijden warm. Daarna gaan we bovenop het talud zitten en kijken over het veel te rustige water. Slechts af en toe draait er een witvisje, maar voor vier dagen voeren is er wel erg weinig actie. Terwijl we op het talud in het weiland zitten, hoor ik een geluid. In het donker zie ik 5 a 6 grote schaduwen naderen. Koeien! Ik besluit samen met Bjorn de beesten weg te jagen en daarmee ontstaat een ongelooflijke klucht. Steeds lopen de dieren enkele meters voor ons uit, maar als we dan omdraaien om terug te lopen naar onze stek volgen de koeien ons ook weer. Inmiddels zijn het er ook al zeker een stuk of veertig. Dat heeft dus niks geholpen. Aan de overkant zijn inmiddels 3 Polen neergestreken. Een bezit (zoals heel veel Polen) twee stokken met belletjes. De andere twee hebben zelfs piepers die bij elk zuchtje wind minstens drie keer piepen. Dat gaat weer een rustig nachtje worden, maar niet heus. Toch val ik uiteindelijk in slaap en wordt om 05.50 uur gewekt door een run. Ik pak mijn hengel op en roep Bjorn, die niks gehoord heeft. Omdat we dachten dat we de boot in zouden moeten, heb ik mijn landingsnet en onthaakmat in de boot liggen. Ondanks het vele wier ligt de vis al bijna voor mijn voeten, maar ik heb dus geen net. Net als ik Bjorn nog eens roep, zie ik hem op zijn korte slaapdronken beentjes aan komen waggelen. De vis zit bij de eerste poging in het net en daarmee is de eerste karper van deze sessie een feit. Het blijkt een schubje van 21 pond en 74 centimeter. We ontbijten met 3 dagen oud brood en eitjes. Vervolgens bellen we even onze vrouwen en gaan nog een keer langs de supermarkt voor proviand op de laatste dag. Iets na het middaguur liggen onze hengels uitgevaren bij het talud op de plas. De stokken liggen er perfect bij want in het heldere water kunnen we de rigs exact langs het wier positioneren met het voer erachter zodat eventuele azende vissen niet over onze lijnen heen hoeven. Er varen wat bootjes over de plas en Bjorn is er niet zeker van dat dit geen effect heeft op zijn voerstek. Hij pakt de boot en roeit met een peddel de plas op. Net als hij gezien heeft dat alles goed is gebeurt het. Er nadert een Duitser met een zeiljacht. We waarschuwen hem dat hij bij deze koers onze verre lijnen gaat oppakken, maar de schipper lacht slechts en vervolgt zijn koers. Eerst pakt hij mijn gevlochten lijn en, ondanks het geroep van Bjorn vanuit de boot, even later ook de nylonlijn van Bjorn. Terwijl ik de Duitser (in populair naoorlogs jargon) wat verwensingen naroep gaat bij mijn vismaat het licht uit. Hij kletst de zwaarste buitenboordmotor erin en achtervolgt het zeiljacht. Vier mannelijke en een vrouwelijke Duitser lachen nog steeds, totdat ze de bloeddoorlopen ogen van een ziekelijk getergde Bjorn ontwaren. Eerst denk ik dat hij met mijn stalen sloep, het polyester jacht gaat rammen, maar hij weet zich nog net te beheersen. Dan zie ik hem bukken en een stalen steekstok pakken. Nog voordat ik kan roepen heeft Bjorn de boot al een por, een ram en nog een dreun gegeven. Ik maak me op de kant al op voor een potje matten, want met vier tegen twee, zijn de Duitsers aardig in de meerderheid. Op Bjorns uitnodiging om maar eens naar de kant te komen, gaan de mannen wonderlijk genoeg niet in. De vrouw maakt nog een foto van Bjorn met opgestoken middelvinger, terwijl twee mannen over de reling hangen om de schade aan het zeiljacht te bekijken. De Duitsers beloven ons de ‘Polizei’ langs te sturen en maken dat ze uit de voeten komen. Tot aan het donker verwachten we eventueel de politie, maar daarna is er weer tijd voor grappen en grollen. Ook deze nacht gaat zonder actie voorbij en we pakken op tijd onze zooi bij elkaar. Om twaalf uur ben ik weer thuis. De hele buit is 1 vis op 80 visuren per persoon. Weer geen megasessie, dus.

 

Zaterdag 1 oktober vis ik een nacht aan de strandstek. Ik ben met mijn nieuwe Passat en die rijdt nog 10 keer beter dan de vorige. Helaas laten ook vannacht de vissen het afweten, dus moet het er volgende week maar van komen. Donderdag een week later, gaat het met vissen een stuk beter. Ik vang na een dag vol narigheid, ik heb vandaag een second opinion gehad voor mijn neusoperatie, weer eens een schubkarper van 12,3 kilo en 80 cm. Bjorn deed het zelfs nog beter met 4 vissen op de kant, terwijl hij er ook nog twee loste. Zo wil ik volgende week ook wel eens verrast worden. Ik zit nu op 19 vissen en Bjorn op 71. Volgend seizoen ga ik stoppen met mijn sponsorschap. Ik voel me geen testvisser. Ik voel alleen maar dat ik kostbare tijd voorbij laat gaan door te blijven twijfelen over mijn aas terwijl Bjorn ze gewoon vangt. Het is over!

 

Vrijdag 14 oktober heb ik een thuiswerkdag. Ik zit ’s ochtends om zeven uur al achter de computer en doe voorbereidingen voor mijn aanstaand assessment. Daarna ga ik aan de slag met wat actuele dingetjes op het werk en maak ik een start met de eindpresentatie van mijn cursus. Na vijf uurtjes vind ik het even welletjes en ga ik een boterham eten. Een uurtje later zit ik alweer aan het beeldscherm en doe nog wat mailzaken. Regelmatig worden de beelden die ik heb bij het werk, verstoord door beelden die te maken hebben met vissen. De klok van vier uur nadert en ik ga de pannen erop gooien. Het wordt tijd om mezelf te gaan omkleden, de auto in te laden en te gaan vissen. Weekend! Om kwart voor zes rijd ik de parkeerplaats op bij de haven. Bjorn heeft de auto al leeg en het water uit de boot geschept. Even later liggen ook mijn spullen in de boot en kunnen we vertrekken. Kwart voor zeven liggen mijn hengels erin en twee minuten later piept Bjorn me op via de portofoon. Hij heeft de eerste al in het net liggen. Een strakke schub van net over de 15 kilo. Voordat hij zijn onderkomen heeft staan, vangt hij zelfs een tweede. Een kleinere schub die hij ongefotografeerd terugzet. Verder verspeelt hij voor middernacht nog twee aanbeten omdat in het ene geval zijn onderlijn en in het andere geval zijn hoofdlijn breken. Bij mij blijft alles de hele nacht rustig, hoewel er rond half elf een hele dikke vis springt net achter het wier rechts van mijn rodpod. De kringen komen zelfs de kant op rollen. Ik heb nog nooit zo’n dikke vis van zo dichtbij horen springen. Helaas pakt hij geen bol van me op. In de ochtend word ik om half zeven wakker en ik baal. Weer geen vis. Ik weet nu zeker dat ik ga stoppen met het aas van Rob. Vanaf volgende week gaan er KSK knikkers gevist worden. Liever wat meer geld betalen en veel vissen vangen dan week na week gratis blanken. Na 2 jaar gaat de handdoek de ring in.

 

Zondag de 16e zit ik ’s ochtends aan de grote tafel in de kamer. Voor me staan de grote tackle box met rig onderdeeltjes en wat andere doosjes. Op mijn neus staat mijn leesbrilletje die ik bij dit soort handelingen veel vaker nodig heb dan vroeger. Ik maak een aantal combi rigs uit stijf nylon en braid, gekoppeld door een miniwarteltje met daarom heen wat kneedbaar lood. Ook vul ik mijn gewone soepele onderlijnen nog even aan. In de middag heb ik de kans om een paar uur te gaan vissen. Ik haal een pondje KSK knikkers uit de vriezer en rijd naar de keitjes bij de Schoorbrug. Om kwart over een heb ik er twee hengeltjes in liggen. Een half uur later vang ik op mijn rechter hengel een spiegeltje van 75 centimeter. Ik schat hem zo net onder de tien kilo. Op de mat knip ik enkele foto’s en laat het visje weer zwemmen. Meer is er dus niet nodig om vis te vangen. Een goede rig en een goed aas waaraan je niet hoeft te twijfelen. Nog een lastig gesprek met Rob te gaan en dan is mijn sponsorschap over.

 

Maandagochtend krijg ik een SMS van Rob. Hij is al terug uit Spanje want ook zijn vangsten waren slecht. Het water was er 16 meter gezakt en daardoor bleek de vis onvangbaar. Ik spreek met hem af om ’s avonds langs te komen. Als hij me vraagt wat ik met hem wil bespreken, vertel ik hem dat ik ga stoppen. Ik geef hem alle redenen en bedank hem voor de prettige samenwerking. Hij vindt het jammer dat ik stop, maar heeft er ook alle begrip voor. We gaan op een goede manier uit elkaar, zonder rancune.

 

Vrijdag rijd ik weer naar de strandstek. Ik heb een emmer met 3 kilo KSK knikkers bij me. Vismeel-aardbei natuurlijk. Om zes uur liggen mijn hengels er al in en een half uurtje later brandt ook de kachel in mijn onderkomen. Lekker hoor. Om tien over zeven krijg ik al een run op mijn middelste hengel. Hoera, ze doen het hier dus ook op die Coenen knikkers. Na een korte dril land ik een schubje van 11 kilo. Net voor het donker zet ik hem op de foto. Om kwart over negen is het mijn kantstok die actie laat registreren. Ik voel dat de vis in het wier zit en geef extra druk. Niet slim met die gevlochten lijn, want ik voel de vis lossen. Kut! Als ik binnen heb gedraaid, zie ik dat mijn haak is opengebogen. Prutser! Ik vervang de onderlijn en gooi opnieuw in. De rest van de nacht kan ik goed slapen. Om negen uur ’s ochtends belt Marianne. Terwijl ik haar aan de telefoon heb draait er een vis op mijn middelste hengel. Ik heb nog een uur de tijd en verwacht nog actie. Een kwartier later krijg ik een snelle oploper die na tien piepen stopt. Hmm, dat is raar. Toch verwacht ik de draaiende karper ervoor verantwoordelijk. Als ik om tien uur binnen draai, zie ik dat ook deze haak lichtjes is uitgebogen bij de haakpunt. Ik heb verzuimd na mijn vangst van gisterenavond de haak te checken en die fout kost me nu waarschijnlijk een vis. Toch ben ik tevreden met de hoeveelheid actie. Als nu de scherpte ook nog terugkomt, ga ik dit jaar mijn resultaten nog wel optrekken. De motivatie is terug.

 

De sessie erna ga ik vol op mijn bek. Ik vis de nacht van 28 op 29 oktober. Ik heb Bjorn eerst afgezet op zijn plek en heb vervolgens om kwart voor zes mijn hengels erin liggen. In het water is een stuk minder actie dan vorige week. Toen sprong en draaide overal witvis, maar deze week lijkt het wel dood. Toch verwacht ik bij een van ons actie voordat het negen uur is. Iets na negenen krijg ik een oproep van Bjorn over de portofoon. Hij heeft een dikke schub gevangen die volgens hem tegen de twintig kilo loopt. Even later blijkt dat hij ernaast zit. De schub weegt maar liefst 23,4 kilo. Tsjakka, die is binnen. Als ik rond half twaalf ga slapen verwacht ik eigenlijk al dat er ’s nachts niets gaat gebeuren, maar ook ik zit ernaast. Om kwart voor twee vang ik een specimen winde. Daarna is het ineens kwart over zes als ik wakker word. Bjorn belt me even later op om te vertellen dat hij nog een vis heeft gevangen, tegen vijf uur vanochtend. Ook die schub weegt meer dan 20 kilo. Eén ons om precies te zijn, maar hij heeft in een nacht maar liefst twee veertigers gevangen. Wat een resultaat. Als ik hem ophaal van zijn stek, ik had nog even met de gedachte gespeeld om hem achter te laten, zie ik de foto’s. De tweede vis is niet mooi met stukken uit zijn vinnen en ontbrekende schubben, maar de eerste vis is een plaatje. We spreken af dat ik de volgende week op deze stek ga vissen en dat hij ergens anders gaat zitten. Dat doen we altijd en ook deze keer is er geen spoortje van twijfel bij Bjorn als hij het aanbiedt. Zelfs niet na zo’n nacht. Volgende week is het hopelijk mijn beurt op een mooie vis.

 

Op donderdag werk ik thuis omdat Marianne op cursus is. Ik heb Bjorn aan de telefoon die me vertelt dat hij twee nachten wil gaan. De weersomstandigheden zijn gewoon optimaal. Als ik hem om zes uur bel ’s avonds, blijkt hij zo’n beetje op de stek te zitten die hij voor mij had aangevoerd. Vanwege motorpech kon hij zijn eigen stek niet bereiken. Wat een kutzooi. Kom ik morgen dus op een platgeviste stek aan. Bjorn vangt die nacht twee lage dertigers. Ik had vrijdagnacht op Bjorn zijn stek kunnen gaan zitten omdat Bjorn het niet zag zitten om nog een nacht te gaan. Toch kies ik ervoor om op de rivier te gaan zitten. Kwart over zes liggen mijn hengels erin. Vijf uur later krijg ik mijn eerste aanbeet. Helaas is het een grote roofblei. De rest van de nacht verloop met nog meer witvis. Om drie uur vang ik een winde. Om vier uur nog een en daarna om half zeven zelfs een derde. Ik ben erg teleurgesteld. Ik zit weer in de hoek waar de klappen vallen en de excuses van Bjorn dat hij er echt niks aan kon doen kan ik rationeel wel begrijpen maar hakken er qua gevoel toch hard in. De komende week voert hij nog door voor me. Hopelijk heb ik dan meer succes.

 

Een week later, het is de elfde van de elfde, ben ik al vroeg aan het water. Ik had vandaag vrij dus wil ik het daglicht nog benutten om alles op te zetten. Om vier uur liggen mijn hengels erin en een half uurtje later is ook mijn oval voorzien van een overwrap en brandt mijn petroleumkachel want er wordt een beetje vorst verwacht. Lekker knus zo. Ik lees wat karper lectuur en drink een biertje. Omstreeks zes uur warm ik mijn kip-kerrie op en voeg er een flinke kwak sambal aan toe. Met een biertje spoel ik het geheel weg. Om een uur of acht belt Ruud. Hij zit ook te vissen op het Wessems en is het met me eens dat het met dit weer geen gemakkelijke nacht zal worden. De volle maan schijnt inmiddels uitbundig en zorgt ervoor dat je buiten geen lamp nodig hebt. Terwijl we aan het kletsen zijn krijg ik een aanbeet op mijn middelste hengel die een meter of 30 uit de kant ligt. Ik hang snel op en ga aan de slag. De vis komt links onder de kant naar me toe en heeft de koude al goed in zijn spieren zitten. Heel hard vecht hij niet, maar ik voel een goed gewicht. Bij het licht van de maan is de klus met het schepnet een peulenschil en twee minuten later hangt 

de vis aan de unster onder mijn driepoot. Zestien kilo en zeshonderd gram. Daar doe ik het voor. Ik maak direct foto’s want ik wil de vis niet onnodig de hele nacht zakken. De rest van de nacht gebeurt er weinig tot niets, maar om kwart voor zes word ik wakker gemaakt door een enkele piep en een klap op het water. Kennelijk heeft de bever mijn lijn geraakt en is hij vervolgens geschrokken van mijn Delkim. Ik kan me niet voorstellen dat karper nu zo hoog zou zwemmen. Een half uur later vang ik een winde op dezelfde hengel. Daarmee zal ik het dit weekend moeten doen. Volgende week toch nog maar een keertje terug.

 

Zondag mag ik, op voorwaarde dat ik ’s ochtends de hond uitlaat, nog een paar uur naar het kanaal van Marianne. Zij wil uitslapen. Ik wil vissen. Dus dat komt goed uit. Om kwart voor zeven sleur ik de hond over de klinkers en tien minuten later zit ik in de auto. Half acht exact, liggen twee hengels op de rodpod en voer ik met de werppijp enkele boilies per hengel. Ik vis tegen de keien van het Wessems, ditmaal vanaf de wegkant. Aan elke lijn een stuk toplood tegen de boten. Ik heb een volle thermosfles koffie bij me en dat is met dit weer geen overbodige luxe. Het is grijs grauw weer en de temperatuur bedraagt nauwelijks 7 graden. Mijn linker boilie die ik voorzien heb van een strawberry dip die zich goed laat combineren met mijn vismeel aardbei boilies van Herman, gaat er om kwart over negen vandoor. Ik ben snel bij mijn hengel en voel een levendige weerstand langs de keien aan de overkant scheren. Het gaat allemaal vrij snel en ik verwacht een klein visje. Even later ligt er een projectspiegeltje van 8,3 kilo op de kant. Ik vang verder niks meer bij, maar het is mooi geweest dit weekend. November is me goed gezind tot nu toe.

 

De week erna, vis ik mijn laatste nacht met de boot. Ik ben onderweg naar het water nog even langs het kanaal gereden en heb ook nog even bij Fun beach rondgelopen ter inspiratie. Daarna snel naar de Maas. Om vijf uur liggen mijn hengels erin en zit ik aan de stamppot met rookworst. Ook heb ik een biertje bij de hand en ik vermaak me prima. Op de een of andere manier weet ik op dat moment al dat ik ga blanken, maar ik geniet van mijn laatste Maassessie van het jaar. De volgende ochtend ruim ik om tien uur op en rijd ik naar huis. Misschien morgen nog een paar uur tegen de keitjes bij de Schoorbrug. Daar vang ik de laatste zondagen regelmatig een visje. Die zondag na drie uur Schoorbrug, rijd ik onverrichter zake naar huis. Het was het proberen waard. Volgende week nog een sessie samen met Bjorn.

 

Vrijdag de 25e zou ik samen met Bjorn naar de Maas gaan. We hadden afgesproken de ingang van de Mijnheerkens te bevissen bij Leeuwen. Helaas belt Bjorn in de loop van de ochtend, met de mededeling dat hij griep heeft. Klote, nu moet ik nog een alternatief zien te vinden voor vannacht. Ik rijd ’s middags rond vier uur weg thuis en probeer langs het kanaal een stek te vinden die me aanspreekt. Via de Lange hei en het kanaal Wessem-Nederweert, kom ik uiteindelijk aan bij de trapjesstek. Daar spendeer ik een even vruchteloze nacht als mijn laatste sessie op de Maas. Als ik heb opgeruimd op zaterdagochtend, voer ik nog op twee plekken enkele bolletjes tegen de keien. Zondag doe ik mijn laatste uurtjes voorafgaand aan mijn operatie.

 

Die zondag, de 27e, sta ik ’s ochtends stijf van de spanning aan het water. De spanning komt niet zozeer door het aanstaande visavontuur, maar weerspiegelt aardig mijn gevoelens. Morgen gaat mijn neus eraf. Nou ja, niet letterlijk helemaal, maar zo voelt het wel. Mijn neus die ruim 50 jaar mijn gezicht bepaald heeft en waar ik zo aan gehecht ben. Morgen wordt hij waarschijnlijk ook hersteld door de plastisch chirurg, nadat ze de huidkanker eruit verwijderd hebben. Ik pak na vier uur, weer zonder vis op de mat, mijn boeltje bij elkaar, onzeker over de volgende keer wanneer ik weer aan het water zal staan met mijn hengels. Ook de zuidwester storm die vanochtend over het land raast, heeft me geen vis gebracht. Als ik thuis kom ga ik een lange tijd in bad liggen en reinig mezelf van top tot teen. Een soort van rituele reiniging voorafgaand aan morgen. Daarna wordt alles anders.

 

Dinsdag 6 december vis ik een korte sessie aan de spoorbrug. De eerste sessie na mijn operatie. Een beetje onwennig nog, maar ik ben blij dat ik er even uit kan. Mijn neus is nog aardig rood en nog wat dik. Toch valt het rationeel gezien mee hoe snel het geneest. Gevoelsmatig word ik nogal eens heen en weer geslingerd tussen mijn gevoelens. Soms knaagt het nog aan me wat er allemaal gebeurd is en soms nog steeds de kop opsteekt. Dan vliegt het me naar mijn keel en kan ik het me alleen maar laten gebeuren. Ruimte geven aan mijn gevoelens is iets waar ik niet zo heel goed in ben, dus dat is nog niet altijd even makkelijk. Ook het vissen is nog niet makkelijk. Na een uur en een kwartier krijg ik een aanbeet op mijn middelste hengel (op de hotspot), maar helaas schiet de vis na enkele seconden los. Jammer, want het voelde als een goede vis. Ik vis de sessie vol (totaal drie uur vistijd) en ga dan maar weer naar huis. Balen dat ik een vis verspeeld heb, maar toch vol vertrouwen dat het hier een volgende sessie zomaar weer ineens kan lukken. Het blijft een onvoorspelbare hobby.

 

Vrijdag de 9e, vis ik weer eens een nachtsessie samen met Bjorn. We zitten aan de Maasbrug waar ik links op de kop zit en Bjorn rechts tegen de brugpijler vist. Het belooft een koude nacht te worden en we zijn blij dat we allebei onze kachel hebben meegenomen. Hoewel ik een menuutje bij me heb, klinkt friet toch een stuk beter. Bjorn was zijn menuutje vergeten, dus sluit ik aan bij zijn behoefte aan vette hap. Ik beschouw het maar als overmacht en mijn menuutje kan dus de diepvries in thuis. De Maas stroomt behoorlijk en we hebben af en toe last van afstervend wier dat door de stroming wordt meegevoerd. Vooral Bjorn omdat die meer op de rivier zelf vist en ik een beetje beschut lig in de ingang van de plas. Helaas komt er vannacht niks uit, maar we hebben in elk geval weer samen gevist en dat voelt prima. Kijken wat we volgende week gaan doen. We willen toch wel weer gaan.

 

Op maandag 12 december vis ik een korte sessie aan de spoorbrug. Hoewel de omstandigheden absoluut niet slecht zijn, loopt de sessie voor geen meter. Als ik net heb uitgevaren komt de eerste boot aangevaren. Opnieuw uitvaren en een half uur later weer een boot. Na deze blijft het lange tijd rustig, maar met de aanbeten ook. Als rond elf uur de derde boot komt aanvaren verlies ik alweer een hele montage aan een onderwaterobstakel. Dat is genoeg. Hier ga ik niet meer terug. Ik kijk even bij de gehandicaptensteiger die ruim honderd meter verderop ligt en vind dat nog niet zo’n gekke plek. Ik voer er enkele handjes boilies en ga naar huis.

 

Zaterdag de 17e vis ik een dagsessie op 2 verschillende wateren. Ik start in de ochtend aan de IJzeren Man, waar ik mezelf in het zonnetje lekker vermaak. Helaas doen de waterkippen dat 70 meter verderop op mijn voerstek ook. Koffie erbij en hordes hardlopers. Gelukkig heb ik ook bij de steiger op het kanaal gevoerd. Daar liggen mijn hengels er nauwelijks een half uur in als ik al een volle fluiter op mijn rechter hengel krijg. De boosdoener blijkt helaas een dikke winde. Voor de rest gebeurt er niks meer, maar morgen ga ik nog eens terug. Ik voer rechts bijna al mijn spodmix op en links voer ik 30 boilies in de vaargeul. Eens kijken wat morgen brengt. Zondagen zijn meestal niet veel soeps op het kanaal door het ontbreken van scheepvaart, maar ik heb daar meer kans op een aanbeet dan thuis bij de kachel.

 

Zondagochtend terug voor een uur of drie op het kanaal. Ook vandaag krijg ik binnen een korte tijd weer een winde op mijn spodhengel. Helaas van karper geen spoor. Volgende week een keer een nacht draaien hier.

 

Op donderdag de 22e, vis ik een nacht op de steiger. Nou ja, mijn rodpod staat op de steiger en ik zit in mijn tent ervoor. Het miezert als ik aankom, maar het is toch tien graden buiten. Ik gebruik twee hengels. De linker met wat boilies er rond omheen. De rechter met wat bijgevoerde spodmix. Helaas komt er ook deze nacht geen vis op de kant. Dit zal wel een van de laatste sessies van 2011 zijn geweest. Misschien volgende week nog een keertje ergens zitten en in elk geval mijn vergunning halen voor Belgie, samen met Bjorn.

 

Dinsdag na kerst, de 27e, rijden Bjorn en ik na enige vertraging naar Belgie. De vertraging werd eerder op de dag veroorzaakt door Marianne die door kiespijn slecht geslapen had. Toen ze de tandarts belde kon ze direct terecht, onverwacht. Dat bij de behandeling haar kies getrokken zou worden, was al even onverwacht. Toen nog naar de apotheek en zodoende werd het ruim een uur later dat we onze vergunning hadden. Daarna voor een eerste blik naar ons jachtterrein en dan naar huis.

 

Woensdagnacht vissen Bjorn en ik onze laatste nachtsessie van het jaar. We doen dat in stijl op het verwarmd water van de centrale bij Buggenum. We zitten de avond in de tent van Bjorn met kachel en drinken glühwein uit piepkleine glaasjes. We vermaken onszelf  opperbest en hoewel we alleen maar witvis vangen, kijken we met een goed gevoel terug op het seizoen dat nu achter ons ligt. Het gevoel over het seizoen dat voor ons ligt, is zelfs nog beter. Niet omdat we verwachten dat onze gezamenlijke vangsten beter zullen zijn, maar vooral omdat we een grotere diversiteit aan wateren gaan bevissen. Als we donderdagochtend gaan inpakken hebben we vier windes en een brasem op de kant gehad. Daarmee eindigen alle visavonturen van dit seizoen. Het gaat uit als een nachtkaars. Op de terugweg haal ik nog vijf kilo boilies bij Herman en dan zit dit jaar er qua vissen helemaal op.

 

Het is alleszins een bewogen jaar geweest. Het heeft me zeker niet meegezeten. Het jaar begon met een behoorlijke crisis voor me en ik zat absoluut niet lekker in mijn vel. Daarna voelde mijn sponsorschap als een steeds grotere last in plaats van dat het me hielp om extra vis op de kant te krijgen. Mijn plezier in het vissen werd volledig overschaduwd door het uitblijven van resultaten, ondanks alle voerbeurten en aanpassingen aan het aas. Als kers op de toch al wrange taart, kwam ik erachter dat ik huidkanker had en kreeg ik een behoorlijk zichtbare ingreep aan mijn neus. Dat in zo’n jaar de vis ook niet heel erg gemakkelijk op de kant kwam is eigenlijk heel logisch. Een goed gevoel is toch vaak de benodigde basis om dingen goed te laten verlopen. Ondanks al die tegenslag had ik niet eens een heel slecht seizoen. Toch weer mooie vissen op de kant gebracht met een heel mooi nieuw PB spiegel. Er zijn dus ook wel leuke dingen gebeurd. Daardoor kijk ik niet alleen met een rotgevoel terug op seizoen 2011. Ik ben goed uit mijn persoonlijke dip gekomen. Ik heb mijn sponsorschap gestopt en begon direct daarna ook eenvoudiger vis te vangen. Tenslotte is de operatie goed geslaagd en ben ik ook op zakelijk gebied weer een stuk wijzer geworden. Het laatste assessment heeft me veel opgeleverd. Zoveel zelfs, dat ik ‘nee’ heb gezegd tegen mijn droombaan, manager van Regio Zuid (Eindhoven, Den Bosch en Venlo), toen ik de gelegenheid kreeg om dat te gaan doen. Raar eigenlijk, dat je iets wat 10 jaar je droom is geweest, zo eenvoudig aan je voorbij laat gaan omdat je zelf inziet dat je op andere gebieden nóg beter tot je recht komt. Het was een jaar waarin veel tegen zat, maar ik ben er ook veel sterker weer uitgekomen. Ik heb zin in een nieuw seizoen, samen met Bjorn. De adrenaline pompt weer en mijn motivatie is enorm. We gaan weer veel beleven volgend seizoen. In Nederland op nieuwe en oude visgronden, maar ook in België.

Maak jouw eigen website met JouwWeb