Seizoen 2006

Diep gaan voor resultaat.

 

Het afgelopen seizoen was in veel opzichten teleurstellend. Ik verspeelde ruim twintig procent van mijn aanbeten en kreeg geen enkele vis boven de veertien kilo op de mat. Toch viste ik op de goede wateren en op de juiste manieren. Enkel mijn voorbereiding en stekkeuze liet regelmatig te wensen over. Op de Paalse plas viste ik letterlijk “te kort” tijdens de periode dat de vissen bovenop het talud te vangen waren. Op het Verbindingskanaal liet ik me toch veel leiden door de samengepakte meute in plaats van voorafgaand de benodigde tijd te investeren. Tijd om te zoeken naar de vis. Ook had ik meer peilwerk kunnen, en misschien wel moeten, verrichten om daaruit de juiste puzzelstukken te onttrekken die nodig waren om meer te vangen dan één vis in bijna vier dagen. Komend jaar wil ik vooral daarin meer van mijn beschikbare tijd steken. De kennis die daaruit voortvloeit is een lange termijn investering en komt ook de komende seizoenen natuurlijk nog van pas. Het geklooi met mijn voerboot moet nu grotendeels zijn opgelost maar ik zou er toch graag een visvinder op hebben die me meer inzicht geeft in het bodemverloop. Wie weet zit er nog een vette financiële meevaller aan te komen die dat mogelijk gaat maken.

 

Op de eerste dag van 2006 hebben we geen verplichtingen. De weersomstandigheden zijn meer dan redelijk te noemen en Marian vindt het goed dat ik ’s middags een paar uurtjes ga vissen. Ik rijd naar het kanaal Wessem-Nederweert en ga in de buurt van de Schoorbrug zitten waar ik vorig jaar ook al eens gevist heb. Om kwart over een liggen mijn hengels erin. Beiden zijn uitgevaren naar de basaltkeien aan de overkant en beaasd met mega-knoflookboilies. De watertemperatuur bedraagt slechts vier graden en op de kant is het ruim een graad warmer. Er staat nagenoeg geen wind en hoewel ik in het midden van het kanaal tot tweemaal toe een brasem zie draaien laat de karper het vandaag afweten. Het was ook haast te mooi om waar te wezen. Een vis vangen in de eerste sessie van drie uurtjes op de eerste dag van 2006.

 

Exact een week later vis ik een sessie op twee verschillende stekken. De eerste twee uur vis ik aan de spoorbrug waar ik twee aanbeten krijg. De eerste vis komt al na vijf minuten op mijn rechter hengel. Een spiegeltje van iets meer dan vijf kilo. Een uur later een run op de linker stok die me compleet overrompelt. De baitrunner geeft al volop lijn af voordat ik mijn hengel heb opgepakt en de vis schiet direct los. Als ik daarna mijn hengel opnieuw uitgevaren heb houdt de batterij van mijn boot ermee op en moet ik met een derde hengel mijn kleinood terug naar de kant zien te krijgen. Dat lukt vrij snel en na het vervangen van de batterij is alles weer prima in orde. Toch weer geklooi, dus. Daarna rijd ik naar de Schoorbrug en vis ik nog drie uur op Wessem. Helaas is daar geen actie behalve dat Chris van Rijt nog even langskomt even later gevolgd door twee andere vissers. In totaal dus actie genoeg gehad vandaag. Gelukkig is de eerste vis van 2006 weer geland en dat kunnen vast nog niet veel karpervissers zeggen.

 

Een week later kan ik niet op mijn favoriete vrijdagnacht vissen omdat we op visite gaan bij kennissen. Dat betekent dat ik de nacht van zaterdag op zondag wegga en zondagochtend nog een paar uurtjes vis aan de spoorbrug. Het maken van een geschikte keuze voor de zaterdagnacht is nog lastig. Ik heb geen idee waar ik heen wil en besluit uiteindelijk op de stek van Tom te gaan zitten op Lozen. Ik vis daar veertien uur bij een minimum temperatuur van min 5 graden. Natuurlijk kan ik mijn hengels ’s ochtends gewoon binnen draaien zonder enige vorm van actie. Ook de spoorbrug levert in tegenstelling tot vorige week geen enkele aanbeet op. Bij een watertemperatuur van 2,5 graad ook nauwelijks verwonderlijk. Eens nadenken over volgende week. Misschien is de haven van Bocholt een optie?

Ik besluit om een nachtje tussen 0 en 1 te vissen op de stek waar Serge in het verleden een aantal mooie vissen gevangen heeft. Ik voer de dag voorafgaand enkele handjes boilies in de buurt van de betonnen pijlers waarop enkele betonplaten rusten. De steiger, die vol ligt met eendenstront, biedt mogelijk wat extra beschutting aan de vissen. Misschien liggen ze daar dus wél. Mijn rechterhengel gaat een meter van de pijlers af en de linker houdt ik vanwege de scheepvaart ook aan de eigen zijde. De nacht verloopt zonder actie en ook de twee uur die ik daarna aan de spoorbrug vertoef, leveren geen vis op. Dat vind ik merkwaardig omdat de watertemperatuur is gestegen tot 4,5 graad en er ook voldoende boten langskomen. Nou ja, volgende week de eerste bijeenkomst in het botenhuis en de week daarna naar Zwolle.

 

Ik vis op zaterdag de 28e een dagsessie op twee plaatsen. De avond ervoor in het botenhuis was erg gezellig. Marc Pansar had een leuke lezing over het Albertkanaal. De winter heeft echt toegeslagen en het vriest ’s nachts als ik samen met Brian naar huis ga al ruim 7 graden en het zal zelfs min acht worden deze nacht. Dus een dagsessie, zoals al vermeld, lijkt het meeste kans op vis te geven. Half twaalf vis ik een uur aan de spoorbrug maar dat levert niets op. Ik verkas naar de fietsbrug in Bocholt en daar vang ik evenmin iets. Niet zo heel raar met een watertemperatuur van twee graden maar ik wilde toch echt even weg. Hopelijk lopen de temperaturen nog iets op zodat ik donderdag meer kans heb overdag. Januari levert één vis op.

 

Donderdag 2 februari vis ik een dagsessie bij de Schoorbrug. Ik vis twee hengels met een boilie en de derde stok vis ik met een pennetje met maïs. Als ik de eerste boiliehengel ingooi voel ik het lood tussen de basaltblokken vallen en zit ik direct vast. De lijn breekt tijdens mijn inspanningen om de stok los te krijgen. Even later ligt alles op de steunen en zit ik op mijn stoel aan het water. Er valt voortdurend een soort van stuifsneeuw waarmee de hele omgeving eruitziet als een landschap onder de poedersuiker. Ik houd het vijf uur vol maar krijg geen enkele aanbeet. Zo eindigt de eerste sessie van februari met een blank. Morgen naar Zwolle.

 

De beurs was wederom erg leuk. Ik heb me gehouden aan mijn afspraken om prijzen op te halen en dat viel niet tegen. Hans, die eerst niet zou komen, kwam tóch samen met Serge. Hij beloofde prijzen mee te gaan ophalen maar was in geen velden of wegen te bekennen toen het moest gebeuren. Rolf was er even op zaterdag met Robin. Het contact met hen wordt wel minder. Doordat we een eind uit elkaar wonen verwateren de contacten en samen vissen zit er ook nauwelijks in. Eigenlijk is de klad erin gekomen na de mislukte sessie in Frankrijk toen we na twee dagen Liez verlieten en er geen animo was om te verkassen of naar een ander water te gaan. Dat heeft in mijn ogen onze vriendschap een knak gegeven. Daarnaast merk ik dat Rolf en Hans meer met elkaar te maken hebben (ook via het werk) en met enige regelmaat dezelfde wateren bevissen. Nieuwe contacten met vissers uit mijn directe omgeving maken dat ik ook minder behoefte krijg om met hen mijn ervaringen te delen. Brian is iemand die beter aansluit bij mijn ideeën omtrent het vissen en die het niet in zijn hoofd zou halen om op te geven. Ook Serge en ik zitten meer op één lijn. Nou ja, genoeg hierover, terug naar de beurs. Ik heb weer voldoende spullen gekocht om me door het jaar heen te helpen. Gevlochten lijn, een driepoot van Gardner, enkele boeken waaronder het nieuwe boek van Eddy Sterckx. Een juweeltje, want er staan veel wateren in waar ik ook vis. Verder nog haken, onderlijn, videobanden, leadcore, voorslag, fluocarbon en nog wat kleine dingetjes. Ik kan ook niet wachten om weer te gaan vissen en velen op de beurs delen dat gevoel met mij. Helaas vang ik van vrijdag 10 op zaterdag 11 februari geen vis. Het is druk in Lozen. Twee man in de kom en Pjotr Schietekatte op mijn zomerstek. Ik vis met drie stokken in de overgang van breed naar smal met pva zakjes boiliekruim rondom mijn haakaas. De watertemperatuur is gelukkig gestegen naar 4 graden. Dat is het dubbele van vorige week. Ook het vissen bij de spoorbrug levert niets op, dus voer ik bij het weggaan vast een behoorlijke portie met als doel donderdag op een aangevoerde stek terug te komen. Er moet vis op de kant, én snel. Ik denk erover om woensdagnacht tussen 6 en 7 mijn geluk te beproeven. Daar is de watertemperatuur in elk geval een stuk hoger en de vis mogelijk een stuk actiever. Dit ideetje moet ik nog maar eens wat verder laten bezinken deze week.

 

Woensdag rijd ik inderdaad naar KK 6-7. Ik ben van plan bij de ingang van de Kongovaart te gaan zitten maar daar zitten al twee Denen! Die hebben er al twee nachten op zitten en hebben vier karpertjes weten te strikken voor de poort. De visjes wegen allen tussen de twee en vier kilo. Uitzettingen van vorig jaar. Ik ga dus maar weer naar de stek bij de brug en vis daar tegen de overzijde tegen de basaltblokken en in de vaargeul. Het is de laatste hengel die even na twaalven activiteit laat zien. Een zakker, dus een brasem. De volgende ochtend komt er net na zeven uur een boot uit sas 7 zetten en dat doet me besluiten om in te pakken. Ik rijd nog even langs 7-8 waar in totaal 4 stekken bevist worden. Daarna via de kom bij sas 1 en de benzinepomp naar Wessem Nederweert waar ik nog twee uur blanken kan bijschrijven. Het enige goede is dat ik weer twee ijsvogeltjes heb gezien. Een in België en de andere in Nederweert. Volgende week weer een lezing en nog een nachtje eraan vast. De zaterdag erna zeker even naar de spoorbrug want daar maak ik gewoon de meeste kans ’s winters.

 

Het gaat weer uiterst moeizaam. Ik vis een ochtendje op 25 februari en start aan de spoorbrug. Het is inmiddels weer gaan vriezen en dat merk je. Er staat een ijskoude noordoostenwind en een waterig zonnetje. Hoewel ik deze week tweemaal gevoerd heb vang ik in de eerste twee uren geen vis en ik besluit, als de tweede boot in aantocht is om te verkassen. Ik rijd naar de A-2 brug en vis daar ook tot en met de tweede boot. Daar houd ik het een uur vol en ook hier is de vangst nul. Woensdag ga ik mogelijk tóch maar eens op 7-8 zitten. Als ik dan toch moet blanken, dan maar op een water waar dikke vissen zwemmen en je weet maar nooit.

 

Marian ging een avondje haringhappen met Ester en de buren, dus ging mijn geplande sessie naar 7-8 niet door. Gelukkig gaat ze eens een keer iets voor zichzelf doen en vind ik het ook helemaal niet erg om daar rekening mee te houden. Ik ga dus op donderdagochtend op tijd mijn bedje uit en rijd naar de Paalse plas. Eerst koffie zetten, de hond uitlaten en voor de laatste keer het weer checken op tv. Tegen zeven uur heb ik de voorruit van mijn auto gekrabd en ben ik onderweg. Er is een wegomlegging vlak bij de Paal en eindelijk heb ik om negen uur mijn stokken uitgevaren op de stekken. Omdat er nog een dun ijslaagje lag op de stek waar ik wilde gaan zitten besluit ik op de derde stek vanaf het golfterrein te gaan zitten. Ik zit uit de wind en in de zon en dat voel je. Helaas levert ook deze sessie nog geen vis op maar het spreekwoord zegt dat “de aanhouder wint”, en ik bén een aanhouder.

 

Hoewel de weersverwachting er aan het begin van de week goed uit zag, viel het zwaar tegen toen het zover was. Zondag 12 maart wil ik eigenlijk een sessie gaan vissen op de Paalse plas maar het heeft afgelopen nacht maar liefst acht graden gevroren. Het is verdomme al half maart en de komende nachten worden niet veel beter. Een koude luchtstroom uit Rusland brengt winterweer en pas vanaf donderdag lijkt het iets beter te gaan worden. Het voorjaar wil maar niet op gang komen en ik begin me zelfs al zorgen te maken over mijn geplande sessie in april. Omdat ik tóch wil vissen, besluit ik een korte sessie te maken aan de spoorbrug. Dat blijkt een goede beslissing. Niet omdat ik vis vang (want dat gebeurt niet) maar omdat ’t Tipke ook voor een groot deel is dichtgevroren. De Paalse plas dus waarschijnlijk ook! Serge en Brian blanken eveneens dit weekend op verwarmd water. Eens kijken wat ik donderdag ga doen.

 

Brian en ik hadden in eerste instantie gepland om in de Sibelco kom vóór sluis een te gaan zitten maar uiteindelijk werd het toch de Paalse plas. Op de golfstek visten we gedurende zes uur waarin ik 4 brasems ving en Brian geen enkel teken van leven had op zijn mega grote 25 mm knikkers. Al mijn aanbeten kwamen van een diepte van 10 meter terwijl Brian zijn aas op zeven meter aanbood. Behalve de brasems ving ik ook een pracht van een verkoudheid. Al mijn spieren deden zeer, een kop vol watten en liters snot. Het wordt echt tijd dat het voorjaar aanbreekt want ik ben de kou spúúgzat. Volgende week de lezing van Ed Cremers in het botenhuis en dan aansluitend een nachtje op het kanaal. Ik heb al negentig uur gevist en pas één visje op de mat. Dat moet ernstig veranderen want anders wordt dit weer een kutseizoen.

 

Op vrijdagavond de 24e heb ik een lezing in het Botenhuis. Vandaag staat Ed Cremers, onze eigen voorzitter, op het programma. Hij houdt een presentatie over camoufleren van rigs en montages en is daar om half tien al mee klaar. Dat vind ik niet zó erg want mijn gedachten zijn bij twee geheel andere aspecten. Gedachte één gaat over de nachtsessie die ik gepland heb en waar ik erg veel zin in heb, terwijl gedachte twee bij de voerboot is waar ik een bod op heb uitgebracht. Ik heb geboden op een BT IV van Schrijver mét dieptemeter en een extra accupack en onderstel. Helaas had een ander nog meer geboden zodat er nog maar een ding op zit. Ofwel de volle vraagprijs van 1.250 Euro betalen óf wachten op een nieuwe kans. De nacht aan de Kettingbrug verloopt zonder actie maar de temperatuur is prima en dat geeft de burger moed. Over ruim twee weken begint mijn voorjaarssessie en dan zal de temperatuur nog verder moeten stijgen. Als ik thuiskom breng ik, na overleg met Marian, mijn laatste bod uit op de voerboot. De volle twaalfhonderdvijftig Euro, mits ik hem morgen kan ophalen. Ik ben benieuwd. Na een spannende middag, die ik maar besteed aan het draaien van boilies, komt het verlossende mailtje. Kom hem morgenmiddag maar halen, de deal is rond. Als de boot goed is ben ik morgen eigenaar van een Carpcatcher BT IV mét dieptemeter.

Zondagavond, 16.59 uur rijd ik thuis de oprit op. In de kofferbak zit mijn nieuwe boot. Het is een plaatje. Dieptemeter, 2 extra accu’s, een standaard, een acculader en reserve zekeringen maken het geheel compleet. Ik heb het hele weekend in de zenuwen gezeten of ik hem zou hebben maar hij is nu echt helemaal van mij. Mijn eigen voerboot (waar ik vaak mee klooide) heb ik vanochtend op het net gezet. De advertentie heeft al ruim 500 hits gehad en het hoogste bod staat al op vierhonderd Euro. Dat was ook het bedrag wat ik er voor in gedachten had. Ik wacht nog tot morgen en dan beslis ik of ik hem nog laat staan of dat hij weg mag. Ik heb de oplaadbare batterijen uit mijn zender gehaald en met dat in het achterhoofd maak ik al een geeltje winst. Het enige wat nu nog ontbreekt is een nieuwe transportkist. Morgenochtend via de telefoon even hout bestellen bij Klaassen en dan kan ik hem morgenavond in elkaar zetten.

 

Maandagavond zit de nieuwe boot al in zijn nieuwe onderkomen. Verder heb ik nu ook een bod van € 450,00 voor mijn oude boot gekregen (vijfenzeventig meer dan ik er zelf voor betaald heb) en de bieder komt morgen ook kijken. Die dinsdagavond verkoop ik binnen tien minuten de boot voor het geboden bedrag zodat ik voor mijn nieuwe boot eigenlijk € 800,00 heb betaald. Nog steeds een aardig bedrag maar de investering méér dan waard. Donderdag met Brian naar de Paalse plas waar ik hem eens goed ga proberen.

 

De laatste sessie van maart vis ik met Brian op de Paalse plas. We vissen vanaf de stek van Eddy en zien tot onze grote vreugde dat de watertemperatuur inmiddels is gestegen tot 8 C°. Helaas laten de vissen het vandaag afweten maar de boot weert zich prima in de golven. Het waait behoorlijk als we uitvaren. Nog elf dagen en dan begint mijn voorjaarsessie. Ik ben nog nooit eerder zo vroeg in het jaar met een sessie gestart. Zelfs in 2000 was ik pas een week later en dat was tot nog toe mijn vroegste campagne. Ik ben benieuwd. Omdat ik zondag mijn boot nog eens mag uitproberen, vis ik een korte sessie met Mathijs aan de Kettingbrug. De boot heeft een prima performance en ook de dieptemeter brengt het bodemverloop uitstekend in beeld. Hoewel de vissen het ook vandaag weer laten afweten, is er wel een goed einde aan deze sessie. Wim heeft nog 75 kg boilies liggen die hij kwijt moet. Hij heeft ruimte nodig in zijn vriezer en ik kan voor een habbekrats 45 kg overnemen. Minder dan 85 cent per kilo is een prijs waar ik nog niet eens mijn ingrediënten voor kan kopen. De vriezer ligt nu vol en dat geeft een goed gevoel. Nog 8 dagen en dan zit ik op de Paalse plas.

 

Het weekend is begonnen en de laatste werkweek vóór mijn sessie is voorbij. Wat een week! Dinsdag het afscheid van Pamela die haar stoel bij NS-Reizigers gaat verruilen voor een directiefunctie bij Stations. Donderdag een gesprek met Ingrid, de directeur van Netwerk Randstad Zuid, en Agathe, Productiemanager van Utrecht, wat resulteert in een nieuwe functie per 1 juni. Een functie als manager punctualiteit voor Utrecht. Een functie naast Agathe in Utrecht met een rechtstreeks aan mij gedelegeerde verantwoordelijkheid. Ik word voorzitter van het knooppuntoverleg. Ik ga de vier operationeel managers en de procesmanager van de knoop aansturen. Ik ben direct verantwoordelijk voor het leggen en onderhouden van relaties met Commercie, ProRail en álle andere spelers in het werkveld dat treinen be- en bijstuurt. Maar natuurlijk draait het uiteindelijk allemaal om betere resultaten in de punctualiteit in en om Utrecht. Tussen de bedrijven door heb ik tegelijkertijd ook nog campagne gevoerd (mailing rondgestuurd, posters laten maken en opgehangen en veel lobbyen) voor mijn kandidatuur in de OR namens de "Vereniging van Hoger Spoorwegpersoneel". Verder nog twee functievervullingsgesprekken gehouden en een hele hoop kleine klusjes uitgevoerd om met een goed gevoel op vakantie te kunnen zonder dat ik de hele week denk dat ik nog van alles moet doen. Nú staat de focus op vissen. Het weer, en de verwachting voor de komende dagen is niet geweldig. Kans op nachtvorst en overdag een dagtemperatuur die van tien graden op maandag oploopt naar veertien op donderdag. De wind is variabel uit de west hoek en draait van noordwest tot zuidwest met een kracht van 3 tot 5. De barometer staat nu op 1010 Mbar en die lijkt redelijk constant. Hopelijk gaat de karper op de Paalse plas eens loskomen, maar tot nog toe zijn de resultaten van dit jaar teleurstellend op dit water. Bij mezelf trouwens ook. Zaterdagochtend gooi ik zo’n acht kilo boilies in een bewaarzak en hang ze aan het plafond in de garage. Ze moeten wat uitharden en goed droog zijn voordat ik ze meeneem. Ik moet nog boodschappen doen en mijn spullen inpakken voordat ik maandag in alle vroegte het huis verlaat. Ik wil rond half zes vertrekken zodat ik maximaal rendement haal uit de uren dat het licht is. Omdat de kans bestaat dat ik controle krijg, wil ik twee uur na zonsondergang mijn hengels binnen draaien en twee uur voor zonsopgang pas weer ingooien. Dat geeft me in totaal zo’n zestig effectieve visuren en dat zou toch een of twee vissen op de kant moeten brengen.

 

Natuurlijk ben ik op maandag 10 april vroeg wakker. De wekker die op half zes staat krijgt de kans niet om af te lopen. Ik ben hem een half uur te vroeg af. Koffiezetapparaat aanzetten, poepen, aankleden en van de spanning nóg maar eens poepen. Kwart voor zeven rijd ik de parking van de Paal op. Er staat één auto en ik zie twee tenten. Eentje op de stek van Eddy en een op de laatste plek voor het bos. Om half acht arriveer ik op de brugstek die gelukkig vrij is. Bij het eiland zit ook niemand, mooi. Een uur later liggen beide hengels erin. Eentje links van de brug op een meter dertig water. De andere naar rechts voor het bos langs op dezelfde diepte. De boot met dieptemeter doet het perfect. Ik doe lekker rustig aan en bouw mijn kamp op. Tent en oval staan snaar strak en zijn keurig ingericht. Kwart voor tien ga ik aan de koffie. Het is zwaarbewolkt maar het zal nog opentrekken vandaag. De watertemperatuur bedraagt bijna negen graden en het is nagenoeg windstil. Het is ook niet echt koud meer.

 

Vanochtend moest ik krabben maar nu is het een graad of 8. Rond vijf uur arriveert Tom. We vissen en roken door tot kwart voor elf, maar dan draaien we de hengels binnen. Om elf uur liggen we erin. Om half vijf loopt mijn wekkertje af en ik sta op. Tom wakker maken, rodpod in elkaar zetten, hengels erin en erop en weer terug naar bed. Om zeven uur word ik wakker en vaar beide hengels uit. Het zonnetje komt net boven de bomen uit en er hangt nevel boven het water. Daarna ga ik koffie zetten en maak ik Tom weer wakker. Zo om en nabij het middaguur vang ik twee graskarpers, maar daarna valt het alweer stil. Om drie uur besluit ik te gaan opruimen. Als ik bijna bij de parking ben stort mijn kar in elkaar. Klote, ik moest nog tien meter. Ik rijd naar Lozen en ga bij de kom aan de wegkant zitten. De avond en de nacht zijn nat. Het regent continu en alles is zeiknat als ik ’s ochtends, wederom visloos, ga inpakken. Na even wat  gevoerd te hebben van breed naar smal, rijd ik weer terug richting Lommel en ga vóór sas een in de Sibelco kom zitten. Volgens Brian kun je hier op elk uur van de dag vis verwachten en in alle soorten en maten. Ik hoop het want ik ben inmiddels hard toe aan een succesje. Nou ja, we hebben nog twee dagen en de temperatuur gaat iets stijgen en ook de regenkansen gaan omhoog. De watertemperatuur is hier met negen graden één graad frisser dan op Lozen. Er komen veel boten langs, zeker twintig. Ik besluit ’s nachts een hengel naar de overzijde te vissen. Om half elf stopt er een auto achter me in het donker. De jongen, Bart, die erin zit komt me vragen in het vervolg wat op te schuiven want ik zit bijna bovenop zijn stek. Géén probleem, beloof ik hem. Als hij weg is gooi ik mijn rechter hengel naar de overkant, er zal nu wel niets meer komen. De andere hengel gaat iets verder weg aan eigen zijde tegen de vaargeul op het ondiepe. Op die laatste hengel pak ik om tien voor één een winde. Voor de rest blijft het ook in de laatste nacht rustig. Té rustig. Om zeven uur pak ik in en rijd een beetje rond op zoek naar een andere stek. Uiteindelijk zit ik drie kwartier later gewoon aan de overkant tegen de kom van de Blauwe Kei aan. Het is al sinds ik wakker ben aan het regenen en dat geeft de blank nog wat extra triestheid. Dan maar koffie zetten. Ik lees mijn boek van Dan Brown uit en houd het dan niet langer vol en pak gedesillusioneerd in. Ik spreek nog twee andere karpervissers die eveneens klagen over het weer. Het weer is een maand te laat, besluiten we. Onderweg naar huis klaart het weer, en mijn humeur, wat op en ik besluit tot een laatste wanhoopsoffensief aan de spoorbrug. Om tien voor half drie heb ik daar succes. Ik vang een schubje van 66 centimeter en 6,2 kilo. In het laatste uur op de laatste dag van mijn vierdaagse sessie. Het lijkt wel een wedstrijd van Ajax. Eerst enkele kansen in de eerste helft (twee graskarpers). Dan als twijfel toeslaat nog een half kansje in de tweede helft (een winde) om vervolgens in de blessuretijd te scoren en de wedstrijd alsnog te winnen. Ajax noemt dat succes afdwingen. Ik noem het écht diep gaan voor mijn succes.

 

Op tweede paasdag mag ik zowaar van Marian een paar uurtjes weg onder voorwaarde dat ik ’s ochtends de hond uitlaat. Geen probleem, voor een paar uur vissen doe ik alles. Om kwart over zeven zit ik geheel geïnstalleerd in de bak. Niet dat ik een strafbaar feit begaan heb of zo maar zo noem ik de stek waar ik nu zit. In het verleden noemde ik het altijd de stiekeme stek omdat ik deze plek graag voor mezelf hield. Inmiddels is het al weer een aantal jaren geleden dat ik hier regelmatig viste en ook regelmatig vis ving. Nu loopt de sessie die drie uur duurt uit in een blank, maar toch voelt de stek vertrouwd en weet ik dat in voorjaar en zomer de vis hier goed te vangen is. Als ik ga inpakken voer ik het restant van mijn Mega-knoflook boilies verspreid over het talud langs de ondiepte. In het weekend maar eens een nachtje draaien hier. Gezien mijn ervaringen op deze stek zou dat vis moeten kunnen opleveren.

 

Na een periode van drie jaar afwezigheid ga ik weer eens een nachtje naar de bak. Hoewel ik er in 2002 nog de nodige vissen wist te vangen is mijn interesse daarna afgezwakt. De vissen die ik er ving werden telkens kleiner en ook de vangsten in België trokken mij meer. Toch ben ik er van overtuigd dat er op dit kanaaldeel nog een behoorlijk aantal fotogenieke vissen zwemmen die ik wel op mijn palmares zou willen bijschrijven. Back to “de bak”, dus! Op zaterdag ben ik met mijn hoofd al regelmatig bij het vissen en om zes uur ben ik weg thuis. Ik heb besloten met slechts twee hengels te vissen en mijn oude Fox piepers weer eens te gebruiken. Ik nestel me op mijn plekje onder het “afdak” en zit drie kwartier later te vissen. Ik luister wat naar het voetbal op de radio en drink mijn drie biertjes op. Om even na tienen duik ik mijn slaapzak in. Midden in de nacht, het is vijf voor twee, word ik

wakker van een run. Het is de linker hengel en ik kan in het licht van de straatlantaarns al een schaduw ontwaren. Ik zie al snel dat het om een spiegelkarper gaat en ik schat hem op een kilo of tien. Als ik het net uit het water til blijkt dat ik er weer eens behoorlijk naast zit. Ik meet de vis op en als ik het meetlint tot 91 centimeter zie komen weet ik zéker dat het om een dertiger gaat. De vis weegt 16,2 kilo en mag overnachten in mijn bewaarzak. Om kwart over zes krijg ik weer een run op dezelfde hengel. Ditmaal is de weerstand veel levendiger en ik denk in eerste instantie aan een klein karpertje. Het blijkt een grote zeelt. Na dertien uur vissen houd ik het voor gezien en rijd via Lozen (waar Serge en Tom zitten te blanken) naar huis. Eindelijk weer eens een dikke vis na een behoorlijke tijd investeren en afzien. Thuisgekomen vergelijk ik enkele foto’s en kom erachter dat ik deze vis in 2000 ving met de pen op de paaltjesstek. Ik herken hem aan zijn papegaaienbek. Toen woog hij 12½ kg en was hij ook negen centimeter korter. Ik vind hem op dit gewicht wel mooier. First blood in de bak, who is next?

 

Een week later ben ik terug. Het is de nacht voor Koninginnedag. De omstandigheden zijn erg slecht. Er staat een koude wind met kracht 5 uit het noordwesten en ook de temperatuur zakt ’s nachts terug naar 3 graden. De watertemperatuur daarentegen is met 14½ graad prima. Ik heb de afgelopen week 2 keer gevoerd maar zie daar geen enkel resultaat van terug. Komende woensdagnacht (3 mei) probeer ik het nog een keer hier, tenzij Brian met een beter plan komt.

 

Het weer was schitterend. Ik was dan ook al redelijk snel thuis van het werk en zat om zes uur ’s avonds al in de bak. Roel kwam langs met nog vijftien kilo boilies waarvoor hij niets hoefde te hebben. Erg veel activiteit was er niet te bespeuren en de nacht verloopt zonder enige vorm van actie. Ietwat teleurgesteld rijd ik naar de Kettingbrug om daar nog een korte tijd op het talud te vissen. Ook daar laat de vis zich noch zien, noch vangen. Ik ga maar weer eens voor een tijdje stoppen in de bak en ga me maar eens voorbereiden op enkele sessies op het verbindingskanaal. Thuisgekomen is het nog een hele klus om de boilies in de vriezer te krijgen want hij puilt redelijk uit. Uiteindelijk lukt het me toch. Het is een goed gevoel om te weten dat er zo’n dikke vijftig kilo vismeel – Robin red boilies klaarligt en dat ik voorlopig geen bollen hoef te draaien.

 

Zaterdag ga ik ook nog een nachtje. Ik ben ’s middags met Mathijs naar Mission Impossible 3 geweest en heb absoluut geen zin om de avond voor de buis te gaan hangen. Het weer is schitterend en nodigt uit voor een nachtje aan het water. Marian vindt het prima. Tegen half negen ben ik bij Balen-Berg en tref mijn oude stek bezet door een peppie met zwart en wit haar en een behoorlijk dikke vriendin in zijn tentje. Ik besluit even aan de andere kant van de spoorbrug te kijken maar dat kan me niet echt bekoren. Ik rijd naar Hoolst en nestel me aan de brug. Het is veel minder druk dan vorig jaar en ik kan redelijk rustig zitten. De nacht verloopt zonder actie en ik rijd via sas 3 naar huis. Daar zit iemand op de kop te vissen en er is veel beweging in het water. De brasem is hier al volop aan het paaien en dat is ook niet echt verwonderlijk bij een watertemperatuur van 16 graden. Ook hij heeft geen karper gevangen vannacht. Volgende week weer een nieuwe kans.

 

Zaterdag de dertiende mei rijd ik ’s avonds weer naar het verbindingskanaal. Deze keer is mijn stek bij Balen wél vrij en er zitten niet veel mensen in deze sector. Pas 400 meter verder zit iemand onder de hoogspanningsmast. Hoewel ik veertien uur onafgebroken door vis, komt er geen enkele vis op de kant. Gelukkig komt er woensdag weer een nacht want volgens mij heeft de vis nog niet afgepaaid. Er moet een big op de kant voordat het paaigeweld losbarst.

 

Woensdag 17 mei ben ik weer aan het water. Deze keer zit ik rechts van “de Kleppende Klipper” en vis naar de kop van sas 3. De brasem is nog aan het paaien en de temperatuur van het water is met 18½ graad, een halve graad lager dan zaterdag. Ik vis van klokslag negen uur ’s avonds tot de volgende ochtend tien uur, zonder resultaat. Het zal een week duren voordat ik weer aan het water ben tenzij ik zondagochtend nog een paar uur kan gaan.

 

Zondag de 21e vis ik een paar uur bij de Schoorbrug. Het moet ook niet gekker worden. Er komen vier schepen langs, op zóndag nota bene, waarvan twee echte diepladers. De tweede neemt de lijn van mijn 3e hengel mee. Eigen schuld als je met drie hengels vist, toch?

 

Woensdag 24 mei rijd ik naar de kom bij Balen. Ik vis een hele nacht in de regen en weet wederom niets te vangen. Hoewel ik al enige tijd twijfel aan mijn aas, vangen de andere vissers ook niets. Joy zit net als ik op het verbindingskanaal. Brian en Jan zitten vóór sas 1 en blanken. Robbie en Tom vissen op Lozen en blanken eveneens. Voor Tom is het extra wrang want zijn targetvis, dé Lange, wordt 200 meter verderop gevangen door Brecht op een absoluut topgewicht. De vis zit vol met kuit en weegt maar liefst 22½ kilo. Misschien zondag nog maar eens een paar uur proberen op Wessem.

Zaterdagmiddag gaat Mathijs met een vriendje zwemmen in Weert. Omdat ik ze wegbreng en ga ophalen heb ik besloten tussendoor even op Wessem te proberen wat te vangen. Ik krijg maar liefst twee aanbeten die ik beide weet te verspelen. De eerste aanbeet komt al na twintig minuten terwijl ik in de auto zit. Voordat ik langs het steile talud ben afgedaald en bij mijn linker hengel ben, zit de vis al tussen de basaltkeien aan de overkant. Na enkele seconden breekt de lijn. Drie kwartier later zie ik een binnenvaartschip aankomen en ik besluit binnen te draaien. Terwijl ik mijn ene  hengel binnen draai krijg ik een aanbeet op de andere. Omdat ik teveel druk op de vis uitoefen, hij moet immers van de overkant wegblijven, lost de haak. Kut, dat zijn twee verspeelde vissen. De rest van de middag gebeurt er niets meer.

 

De volgende ochtend ben ik om zeven uur terug. Hoewel het weer een stuk beter is dan met de buien van gisteren, krijg ik vandaag geen enkele actie. Ik vis met drie hengels maar ook dat kan niet bewerkstelligen dat ik vandaag met vis naar huis ga. Mei eindigt dus met 0 vissen op de mat terwijl dat in mijn logboek als beste maand te boek staat. Volgende week is de gesloten tijd in België voorbij. Eens kijken wat ik dan ga doen.

 

Bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus rijd ik vrijdag 2 juni naar de Paalse plas. Ik verwacht eigenlijk dat het er vol zal zitten en dat ik noodgedwongen zal moeten uitwijken naar een ander water, maar het valt bijzonder mee. De eerste stek van het water is nog vrij en ook de stekken in het bos lijken niet allemaal bezet. Een half uur later nestel ik mezelf tussen de struiken op de stek van Tom. Links en rechts zitten jonge vissertjes uit de omgeving die allemaal kort vissen. Mijn jachtgebied, het bruggetje aan de overkant, wordt dus geheel niet bevist. Om half acht liggen er dan ook twee hengels rechts van de brug. Op een zakker na gebeurt er niets. Ik vermoed een brasem verantwoordelijk, hoewel de haak op de aanslag is uitgebogen. Dat is al de tweede keer dat deze haken uitbuigen dus ik besluit ze allemaal weg te gooien. Verder gebeurt er niets meer en ik draai om half twaalf mijn hengels binnen. Bij de eilandstek zit Huub Dings. Ik loop erheen voor een praatje. Hij heeft al wél vissen gevangen waaronder een dikke spiegel van 23,5 kilo. De volgende ochtend vang ik om acht uur een graskarper en vaar ik opnieuw uit. Om tien voor negen krijg ik een run op de linker hengel. Bij aanslag voel ik een vis schudden met zijn kop. Als ik zo’n dertig meter lijn heb teruggewonnen vertrekt ook mijn andere hengel. Ik geef de stok over aan een van mijn jeugdige toeschouwers en sla de andere aan. Dit voelt beter, stukken beter. Terwijl mijn jeugdige kompaan een graskarper aan land brengt, voer ik een hevige strijd bij het talud met een weerbarstige karper. Tot vijf keer toe weet hij opnieuw achter het talud te komen. Ik zie een grote schim wanneer hij op een meter of tien vlak onder de oppervlakte zwemt en weg draait. Wanneer de vis vervolgens weer een run naar rechts neemt, lost de haak. Vijftien minuten strijd eindigen in een seconde van ongeloof en frustratie. Ik baal enorm want dit was echt weer een fatsoenlijke vis en de enige karper die ik deze sessie haakte. Als ik om twaalf uur ga inpakken kan ik terugzien op de vangst van twee graskarpers en enkele brasems. Niet waar ik voor kwam, maar het seizoen duurt nog lang. Eerst het probleem van de rigs maar eens oplossen. Vanaf nu wil ik geen losschieters meer accepteren.

 

Maandag de 5e, tweede Pinksterdag, vis ik drie uurtjes op Wessem. Ik vaar beide hengels te ver uit en ze liggen beide tussen de basaltblokken. Als ik daarna mijn hengels eindelijk erin heb liggen op een goede plek gebeurt er niets meer. Vóór die tijd zag ik tot twee keer toe karper springen. Een op de stek van Serge. De ander vlak bij mij, een kleinere. Na drie uur met een droog net naar huis. Ik zal nóg dieper moeten voor mijn resultaat.

 

Zondag 11 juni. Marian is vanochtend vertrokken voor een vijfdaagse retraite in de omgeving van Zwolle. Ik besluit een paar uur te gaan vissen vóórdat Nederland zijn eerste wedstrijd op het WK gaat spelen. Ik rijd via de Kettingbrug, waar ik een bakje boilies voer voor morgen, naar het sluisje in Lozen. Het weer is schitterend en meestal levert dat in het woelige water van het sluisje wel een aanbeet op. Zo ook vandaag, al moet ik er bijna twee uur op wachten. Om tien voor twee pak ik een schub van bijna negen kilo op de rechter hengel. Te klein voor op de foto, maar na alle lossers van de laatste tijd meer dan welkom. Morgen nog eens een paar korte sessies. Eerst naar de Kettingbrug en dan nog twee uurtjes in de Lozense stroming.

 

Maandagochtend verloopt redelijk hectisch vóór de klok van acht uur. Kinderen eten geven, hond uitlaten, tegelijkertijd krant lezen en koffie naar binnen werken, brood meegeven voor school en de tas van Mathijs inpakken. Gelukkig ben ik om acht uur de deur uit en onderweg naar mijn eerste stek. Daar vis ik van half negen tot half elf en blijf op die stek ook visloos. Elf uur zit ik bij het sluisje in de stroming. Daar krijg ik na 35 minuten een run en die levert me een schubje op van driekwart meter en net iets meer dan vijf kilo. Voor de rest blijft het ook daar stil, maar ik heb in elk geval weer vis op de kant. Morgen naar de Paalse plas voor enkele uren visplezier. Hopelijk levert dat een dikke op.

 

Nadat ik de hond bij schoonmoeder heb gedropt, rijd ik naar Paal. Ik heb er zin in en het weer is voortreffelijk. Helaas wordt ik onderweg dwars gezeten door schoolgaande kinderen en hun moeders, vrachtwagens en een grote omleiding bij Tervant, maar even na negen uur sta ik op de parking. Zowel de brugstek als de lange kant zijn bezet en ik besluit vanwege mijn relatief korte sessie vanaf de parking te vissen. Al binnen het half uur gaat mijn linker waker naar beneden en sla ik aan. In eerste instantie denk ik aan een graskarper, maar het blijkt toch een klein stofzuigertje te zijn. Met 81 centimeter en op een ons na dertien kilo een leuk begin om de dag mee te starten. De rest van mijn vier uur durende sessie vang ik nog een platte (op mijn verste hengel) en een graskarper. Daarna is het echt te heet en laten alle vissen het verder afweten. Ook de watertemperatuur is ongelooflijk hoog. Was het enkele weken geleden nog nauwelijks vijftien graden. Nu is de Paal met 22½ graad, zo warm als soep, vissoep wel te verstaan. Morgen nog paar uur naar het sluisje van Lozen.

 

Bij het sluisje kan ik op woensdag niks gevangen krijgen. Ik vis drie uur maar het weer is behoorlijk omgeslagen. Het is drukkend en bewolkt. Af en toe valt er een spat regen maar er is geen vis te bekennen. Ik voer wat op de terugweg, halfweg het brede stuk, en ga daar morgen rond het middaguur nog even zitten. Een uurtje of vier kan er nog wel bij en op die stek kan ik me ook nog wat verpozen met een goed boek. Met een beetje geluk kan ik er ook nog een visje vangen op een tijdstip dat er normaal weinig gevist wordt.

Op donderdag moet ik eerst naar de bank. Daarna rijd ik naar Lozen en ga zitten op de plek waar ik gisteren gevoerd heb. Aan de overzijde, links van me, staat een blauw bestelbusje met eveneens twee hengels op de steunen. Het zit mee voor de visser aan de overkant. Als ik rond kwart over elf over het riet heen kijk zie ik hem staan drillen. Even later wordt het net de kant op gehesen met een aanzienlijke vis erin. Er wordt wat gewogen en even later zie ik een volle bewaarzak het water in glijden. Ik ga weer in mijn auto zitten en vraag me af waar hij ergens gevist had. Ik stap dus weer uit om te zien waar hij ingooit. Ik zie met mijn verrekijker dat hij zijn hengel bij elkaar pakt en gaat opruimen. Als ik goed kijk meen ik het gezicht van Joy te herkennen en ik besluit hem te bellen. “Zit je te vissen”, vraag ik hem? Jazeker, is zijn antwoord. “Op Lozen zeker”, is mijn tweede vraag. Wederom is zijn antwoord positief. Op mijn vraag hoe groot de vis was die hij net landde, gaf hij aan dat het de grote spiegel was op 16,2 kilo. Op dat moment loopt mijn linker hengel af en ik vang een schub van 10,2 kilo. Zo hebben we beiden geluk vandaag. Morgen of zaterdag, dat ligt aan Brian, nog een nacht op de Paal. Het loopt nu prima en het wordt tijd voor een echte dikke vis.

 

Nou, en die komt er dan ook. Ik vis van zaterdag op zondag een sessie op de brugstek. Brian kon helaas niet mee zodat ik de reis naar Beringen alleen maak. De avond gebeurt er niets. Ik vang alleen een graskarper. Het valt dus ronduit tegen. Om kwart voor twaalf draai ik mijn stokken binnen en ga slapen. Om kwart over drie loopt mijn wekkertje af. De hengels mogen er weer in. Ik begin op werpafstand en ga om kwart over vijf mijn linker hengel uitvaren naar de overzijde. Om half zes ligt hij erin en een goed half uur later, het is vijf over zes, loopt hij af. Ik sla aan en voel direct dat het om karper gaat. Na een strijd, die gelukkig niet al te zwaar is, ploft er een dikke spiegel in mijn landingsnet. Mijn target vis, “de halve rijen”. Ik ben dolblij en besluit de vis eerst te meten. Voor het eerst in mijn leven moet ik de lengte in drie cijfers noteren. Exact één meter en één centimeter.   Na de weegzak precies op nul te hebben gesteld onder mijn driepoot gaat de vis erin. Twintig kilo en één ons. Yes, het is gelukt. Ook ik heb een veertiger van de Paal. Ik heb erg veel vertrouwen in de nieuwe Ashima haken waar ik mee vis. Ik heb er nog geen losser op gehad en ook "Koning Eenoog" zat muurvast gehaakt. Verder vang ik nog een spiegel van 11,7 een schub van 10,8 en een leder van 8,5 kilo. Als ik om kwart over elf in ga pakken kan ik de balans opmaken. Vier karpers, zes graskarpers en een brasem gevangen. Veel slaap, een set batterijen compleet leeggevaren, vijf kilo boilies opgevist en dat alles op vaderdag 2006. Ik leg de weg naar huis fluitend af en haal en passant nog even de laatste vijftien kilo zak boilies bij Roel. Nu ligt er weer voldoende in de vriezer. Hopelijk voldoende voor nóg een aantal dikke Paalbiggen. Raar eigenlijk, dat op een water waar zoveel dertigers zwemmen mijn eerste echte dikke een veertiger is. Mijn volgende doel is dan ook, op jacht naar een dertiger.

 

Vrijdag 23 juni rijd ik weer terug naar de Paal. Ik wil eigenlijk bij het eiland zitten, maar voel al aan mijn water dat dit waarschijnlijk niet gaat lukken. Een telefoontje met Brian bevestigt dit vermoeden. Dat betekent dat ik mijn sessie ga vissen vanaf de stek van Eddy. Een stek waar ik uit mezelf niet zo snel zou gaan zitten. Ik vind hem te open. Je zit in het zicht van iedereen en de stek behoort tot de meest populaire plaatsen aan het water. Toch vis ik daar een sessie van 12 uur en vang in die tijd elf vissen. Helaas zijn het allemaal graskarpers, hoewel het gewicht van die vissen ook wel steeds iets aantrekkelijker wordt. Waren de visjes drie jaar terug nog zo’n zestig, zeventig centimeter. Op dit moment is 9 decimeter zéker geen uitzondering meer en een bijpassend gewicht van tien tot twaalf kilo ook niet. Van de elf vissen die ik ving zaten er zeker zes in de aangegeven gewichtsklasse en de rest niet ver eronder. Volgende week terug voor een doordeweekse nacht op een stek van mijn keuze. Dat moet dan of het eiland of de brugstek worden.

 

Het wordt de brugstek, samen met Brian. Het is woensdag 28 juni en dit is mijn laatste sessie van deze maand. We vissen van half negen tot de volgende middag half een en kunnen (zoals iedereen op de plas) alleen brasem en graskarper vangen. De brasem is overigens deze keer voor Brian samen met een graskarper. Ik vang vijf graskarpers waaronder een nieuw PB van achtennegentig centimeter en veertien kilo exact. Brian was net zo verbaasd als ik om zo’n monster in het net te zien. Nog een goede week en dan heb ik vakantie. Eens kijken of ik net als vorig jaar mijn vakantie kan starten met een dikke vis op de mat.

 

Eerst vis ik op 1 juli nog een korte ochtendsessie bij de Kettingbrug. We zitten in een hittegolf die de temperatuur al enkele dagen boven de dertig graden heeft laten uitkomen en dan zit er meestal wel een visje in de buurt van het talud. Om tien voor half zeven liggen mijn hengels erin. Ik zie twee blauwe flitsen en herken in hen twee ijsvogeltjes. Ook zie ik een havik die aan de overzijde bij de brug tegen het talud aan is neergestreken. Als ik uit de auto stap om mijn verrekijker te halen vliegt hij helaas weg. Tijdens het nieuws van acht uur trekt de top van mijn rechter hengel krom en krijg ik een striemende run. De schubkarper aan de andere kant weegt iets meer dan tien kilo en weet voor een mooi gevecht te zorgen. In het zonlicht dat op mijn stek valt kan ik het gevecht goed volgen. De eerste vis van juli is een feit. Vrijdag naar de Paalse plas voor hopelijk een goed vervolg.

 

Brian, die afgelopen dinsdag negen (karper)runs had op de Paalse plas, heeft de indruk dat de graskarper minder actief wordt. Dat is niet te merken. Op vrijdag de 7e ga ik ’s ochtends vroeg al naar de Paal. Ik heb een dag eerder vakantie gekregen dan verwacht en dat ga ik mooi vieren met een lange sessie. Toch blijkt een dag later dat ik ook hier weer diep moet gaan voor resultaat, tenminste daar waar het karper betreft. De graskarpers, die minder actief zouden zijn, laten zich vijftien of zestien keer tweehonderd meter binnendraaien. Batterijen van de boot leeg en ik zelf ook. Gelukkig wordt er overal weinig gevangen en ligt het niet aan mijn techniek of aas. Volgende week een sessie met Chiel.

 

Woensdag de elfde ga ik samen met Chiel. Om zeven uur zijn we op de parking en de brugstek is bezet. Gelukkig kunnen we terecht op de punt bij het eiland. Een hele wandeling door het bos naar de stek, maar je zit er wél uitermate rustig. Half negen liggen de hengels erin en twee uur later krijg ik een run op mijn rechter hengel. Ik laat Chiel de vis drillen. Het is een schubkarper van 84 cm en 11,5 kilo. De rest van de sessie gebeurt er niet veel meer. Ik vang nog twee graskarpers en ’s avonds zwemt er een enorme vis voor de paaltjes langs, die van ons schrikt en er met een geweldige boeggolf vandoor gaat. De volgende ochtend haak ik nóg een gras, die losschiet en verder gebeurt er niets. Iedereen klaagt. Het is te warm en de vis aast niet echt goed. Hopelijk is het over drie weken beter als ik weer terug ben uit Frankrijk.

 

Op dinsdag 1 augustus, kom ik terug uit Frankrijk. De vangsten waren daar evenmin van een memorabel kaliber. Ik viste er twee korte sessies op het Lac de Bonnal en één sessie op de Doubs. Op het Lac ving ik respectievelijk drie en één graskarpers en op de Doubs was het helemaal kommer en kwel. Toch ving ik deze vakantie alles bijeen zo’n honderd karpertjes. Op het campingputje kon je met een klein hengeltje zoveel karpertjes vangen als je wilde. Alles van een formaat dat bij mij in de vijver rondzwemt (zo twintig á dertig centimeter met af en toe een uitschieter tot een halve meter). Het putje van amper driekwart hectare, moet de hel op aarde zijn geweest voor de aanwezige visjes. Op een middag telde ik 64 hengels. De put was immens overbevolkt met karpertjes waardoor er veel voedselnijd aanwezig was. Dat betekende dat elke Jan Doedel met een stok, wat garen en een kromme speld er nog vis kon vangen (en dat ook deed). Rondom de vijver een mooi aangelegd pad met fijn scherp grind waar de visjes regelmatig mochten spartelen na de vangst en vervolgens vaak met een (stuk) lip minder weer verder mochten zwemmen. Ik had er echt mee te doen en doop dit putje dan ook “Lake Hell”. Gelukkig ga ik vrijdag nog een sessie vissen op de Paalse plas, samen met Mathijs. Hopelijk komt er dan deze vakantie nog een fatsoenlijke vis op de mat.

 

Vrijdag de vierde augustus liggen de stokken om half negen erin. We zitten op de lange kant van de Paalse plas en het weer is twijfelachtig. Prima karper weer maar op de kant minder prettig. Na de verplichte graskarpers (2 stuks) krijg ik om 11.20 eindelijk eens een run van een échte karper. Na een redelijk rustige dril heb ik eindelijk mijn dertiende vis van dit seizoen op de kant. Met 88 cm geen echte uitschieter, evenmin als zijn 13,6 kg, maar toch een leuke vis. Zeker als je daarvoor in verschillende sessies eerst 44 graskarpers hebt moeten vangen. Het duurt tot tien voor drie voordat ik weer een beet krijg op dezelfde stok. Na een dril van een kwartier schiet de vis een halve meter voor het net los. “Geeft niks hé pap”, zegt Mathijs, “je had er toch al een”! Woorden schieten op zo’n moment tekort, vertel ik je. De rest van de dag vang ik nog vijf grasmatten zodat de teller daar op 7 blijft steken. Mathijs vangt nog twee voorns en twee brasems. Om vier uur ’s ochtends mogen de hengels er weer in. Al na een kwartier krijg ik een run op de rechter. Met 14,8 kg en 93 centimeter een hele mooie vis. Het gaat nog sneller als ik ga uitvaren. De eerste vis (mijn eerste dertiger van de Paal) komt al na tien minuten en is met 91 cm en 15,5 kg mijn derde goede schub van de sessie. Als ik om zeven uur mijn aas weer drop komt de snelste, en de kleinste van het schubbenstel, al binnen de minuut. De voerboot is nog niet eens halverwege de terugweg. Met 25½ pond en 84 cm een mooie afsluiting van de sessie met Mathijs. Verder vang ik ook vandaag nog 4 grasmaaiers dus ook dat trucje ben ik nog niet verleerd. Het kan nog steeds een heel goed jaar worden als het zo doorgaat. 

Vrijdag de elfde augustus liggen mijn hengels er om acht uur in. Ik zit op de tweede stek van de Paalse plas. Een stek waar ik niet veel van verwacht, maar omdat het slecht weer zal worden vis ik vanuit de auto. Tachtig meter verderop zit Dimitri die juist zweert bij deze kant en er vorige week drie gevangen heeft. Ook allemaal schubs maar twee ervan waren beduidend zwaarder dan bij mij. Een 17,9 en een 19,8 waren zijn deel. Als ik ‘s avonds om twaalf uur ga binnendraaien, krijg ik een run. Het is de verplichte graskarper van de week. Omdat ik mijn slaapzak en kussen vergeten ben is de auto stukken minder comfortabel dan normaal. Ik slaap slecht en vang nog slechter. Mijn buurman heeft het beter gedaan met een schub van 41 en een spiegel van 30 pond. Op de terugweg koop ik in Hamont een setje accu’s bij voor mijn voerboot. Dinsdag een sessie met Brian. Hopelijk gaat dat een stuk beter.

We besluiten neer te strijken op de stek van Eddy. Brian links en ik rechts. Brian bevist de taluds naar links en ik vis een stok midden in de kom en een stok naar rechts aan de eigen zijde. In de loop van de avond komt Pieter Avonds langs voor een nadere kennismaking en een praatje. Tegen half twaalf gaat hij naar huis. We besluiten stilzwijgend de stokken te laten liggen vannacht. Voor Brian een goede keuze want de twee vissen die hij deze sessie vangt komen om half twee en half drie. Twee mooie vissen. De eerste een spiegel van 17,6 kg en de tweede is een schub met een heel klein staartje. Toch is deze laatste vis ook nog goed voor 16,5 kilo vissenvlees. Voor die tijd heeft hij echter al twee graskarpers gevangen. In de loop van de vroege ochtend heb ook ik mijn twee graskarpers in het net gehad en wordt het ook bij mij tijd voor een echte vis. Die komt om vijf over half negen op mijn verre stok in de kom. De vis neemt al direct lijn, dat doen er niet zo veel, en zwemt traag. Halverwege zegt Brian al dat het een goede vis lijkt want hij ziet bellen naar boven komen. Het gaat in elk geval zwaar en traag. Als de vis voor de kant komt en ik zie dat het een spiegel is, hoop ik in een flits dat het niet de halve rijen is maar ik heb een raar voorgevoel. Mijn voorgevoel blijkt te kloppen. Met een pond minder (dat had ik niet verwacht) nog steeds een hele mooie vis. De lengte

blijkt toch écht een meter één. Een echte oud strijder en het woord “boiliehoer” dat Brian deze senior vis toedicht, is een hele grove belediging en niet waardig bij dit monument. Velen hebben op hem gejaagd en hem niet kunnen vangen. Eenmaal in je net gelegen, lijkt hij je graag terug te willen zien. De foto’s die Brian maakt zijn stukken beter dan de vorige keer en alleen daarom al is deze dubbeling nauwelijks teleurstellend. Toch had ik liever een nieuwe vis gevangen vanuit het oogpunt dat een vis die je dubbelt in een seizoen, nu eenmaal minder prettig is. Ik hoop dat deze oude vis nog lang zal leven en nog veel vissers mag uitdagen, maar ik ben bang dat hij zijn beste tijd gehad heeft.

Op vrijdag de 25e vis ik weer een sessie samen met Brian. Het is kotsdruk op de Paalse plas en we wijken uit naar een stek bij het golfterrein. Een behoorlijke wandeling vanaf de parking, kan ik wel zeggen. Zo’n twintig minuten lopen met een volle kar vol visspullen. Het heeft zojuist geregend en de karper laat zich geregeld zien in de kom waar we vissen. Om kwart over acht ligt de zooi erin en drinken we een biertje. De avond verloopt rustig en om twaalf uur besluiten we te gaan slapen. Om drie uur krijg ik enkele piepen gevolgd door een zakker op mijn linker stok die honderddertig meter uit de kant op een talud ligt. Het is daar 5½ meter diep terwijl het daar omheen zo’n 6 tot 7 meter is. Ik sla aan en voel harde rukken op mijn hengel. “Graskarper”, roep ik naar Brian. Na een kort gevecht waarbij de vis al kopschuddend toch af en toe enkele meters lijn neemt krijg ik hem onder de kant. Volgens Brian is het karper omdat de vis al hoog in het water zit, en vecht, terwijl ik nog steeds het kopschudden voel wat zo herkenbaar is voor een graskarper. In het net blijkt mijn ongelijk. Het is een schub van 14½ kilo en 88 centimeter. We maken wat foto’s in het donker en zetten de vis terug. Om half vijf krijg ik weer een run. Dit keer is het een echte fluiter. Als ik aansla merk ik dat het allemaal veel spichtiger aanvoelt dan bij mijn eerste vis. Een grijze spiegel van exact negen kilo ligt even later op de mat. Brian houdt het deze nacht bij een losschieter van vermoedelijk een grasmat. Voor de rest gebeurt er niets meer en rond tien uur ruimen we op. Nog een hele weg terug naar de parking. Volgende week vrijdag wederom met Brian naar de Paal. We zijn het er overigens wel over eens dat we dan op een andere stek gaan zitten want je kunt hier nauwelijks je spullen kwijt.

 

De week erna, het is vrijdag 1 september, zijn we allebei al wat vroeger aan het water. Ik ben al vast gaan lopen in de richting van het bos. Op de lange kant staan twee tenten en de brugstek is ook bezet. Gelukkig hoor ik daar dat de punt bij het eiland nog vrij is. Ik verwittig Brian die ook net is aangekomen me aanmoedigt vooral snel daarheen te gaan. We zitten dus op een mooie stek en we verwachten de nodige actie. Brian vangt al vrij snel een graskarper maar daar zal het die avond en (op een brasem na) de gehele nacht bij blijven. Pas om kwart voor zeven krijgt Brian een goeie run die resulteert in een hele fraaie spiegel van een kilo of elf. Om tien uur krijgen we allebei beet. Brian lost zijn vis op twintig meter voor de kant en mijn beet zet niet door. Daarna trek ik mijn linker lijn die de hele nacht voor de kant heeft gelegen kapot. Bij het oppakken zat het al muurvast. Balen. Ik ga dus na vier keer sjouwen door het bos met al mijn spullen visloos naar huis en Brian met niet zo heel veel meer. Over vier weken als ik mijn najaar sessie ga vissen, kan het zijn dat we wederom samen vissen. Harry heeft namelijk plotseling een pacemaker gekregen ten gevolge van een tekenbeet van drie jaar terug. Op de dag dat hij ontslagen werd uit het ziekenhuis kreeg hij ook te horen dat hij ontslagen was op zijn werk vanwege een reorganisatie. Hij moet de komende vijf weken verplichte rust houden dus gaat de geplande trip naar Frankrijk met Brian niet door. Hoewel het momenteel met vissen wat moeizaam loopt verwacht ik dit najaar nog de nodige vissen. De kans dat mijn PB dit jaar aan diggelen gaat is ook nog steeds aanwezig.

 

Op zaterdag 9 september vis ik een sessie op de lange kant met Brian. Het wordt een hele rare sessie. Brian krijgt om kwart over negen een run op zijn rechter hengel en landt een puntgave schub van 18,9 kg. Om even na tienen duiken we onder de wol. Ik heb nog steeds wat last van mijn rug (waarmee ik al sinds woensdag thuiszit) en Brian is doodmoe van een hele dag bezig zijn bij een kennis met sloopwerk. Om half twaalf krijg ik een run en sla aan. Ik zie op veertig meter uit de kant tot tweemaal toe een kolk terwijl ik zeker nog honderdtwintig meter verder lig. Dan breekt mijn hoofdlijn. Ik pak mijn derde hengel en vis op werpafstand verder. Om kwart over drie krijgt Brian weer een run en landt hij een hele mooie spiegel. Omdat deze door mijn linker lijn is gezwommen onthaak ik hem in het net en maak mijn nylonlijn los van zijn lood. Dan tilt Brian het net op de kant met veel gesteun en gepuf. Op de mat zie ik direct dat het een veertiger is, en wat voor een. Brian denkt dat het de “kleine leder” is. De vis doet die bijnaam in elk geval geen eer aan want hij weegt op een ons na 23 kilo. Wat een bak! Om half vijf is het de verre hengel van Brian die actie verraad. Hij krijgt de vis niet dichterbij en snapt er niet veel van. Dan komen we erachter dat hij een lijn heeft opgepikt. Op tien meter uit de kant blijft alles muurvast zitten. De vis zit aan de oppervlakte en kan niet dichterbij. Brian ontdoet zich van zijn broek en ondergoed en stapt in het water. “Het is best koud”, zegt hij. In het licht van mijn zaklamp zie ik dat hij gelijk heeft. Dan blijkt dat hij mijn lijn heeft opgepikt of liever gezegd, de vis die ik verspeeld heb is met de lijn achter zich aan verstrikt geraakt in de lijn van Brian. De schub aan zijn lijn is dus mijn vis. We wegen hem op 12,7 kilo en zetten hem terug. Ook de volgende ochtend krijg ik nog een keer actie. Om klokslag tien uur krijg ik een run midden in de kom. Het blijkt een graskarper. De nacht is in elk geval met actie voorbij gegaan. Een nacht met wat pech voor mij, maar met veel geluk voor Brian. Good angling en het is hem ook erg gegund, hoewel ik ze liever beiden zelf had gevangen.

 

Vrijdag 15 september vis ik een kanaalsessie op Lozen. Ik heb tijdens het optuigen van mijn spullen al het gevoel dat het op een blank gaat uitdraaien. Er is weinig activiteit te bespeuren in het water en de lelies staan nog redelijk in de weg voor een probleemloze dril, mocht het zover komen. Roel komt nog langs en vertelt over zijn ervaringen in Frankrijk. Op mijn vraag of hij het vissen beu is, antwoordt hij dat hij het in België eigenlijk grotendeels gehad heeft. Een uitzondering is het vissen op de Maas en de grindgaten. Als het weer de juiste dingen doet gaat hij daar over een week weer starten. Ik val even na tienen uitgeput in slaap en word om kwart over vier kort wakker. Ik doe een plas en zie dat de temperatuur buiten nog ruim 16 graden bedraagt. Ik ga weer liggen en slaap door tot zeven uur. Tegen achten zet ik twee koppen koffie voor mezelf en ga om negen uur inpakken. Hoewel er verder geen vissers aan het water zaten, gaf dat geen impuls aan een goed resultaat. De verwachtte blank werd realiteit en ik hoop dan ook dat het de volgende week beter gaat.

 

Vrijdag 22 september. Nog een week en dan start mijn najaar sessie met Brian. Om vast een beetje in de juiste sfeer te komen vissen we nog een gezamenlijke sessie op de Paalse plas. Brian is er natuurlijk al weer, ruim voordat ik de parking op rijd. Het is druk. De parking herbergt 6 vissers, op de brugstek zitten er twee en bij het eiland drie. Op de lange kant zit er ook nog een dus blijft de Eddy stek voor Brian en mij over. We vissen een hele nacht en ik krijg slechts een striemende run van een graskarper die halverwege losschiet. Om tien uur ruim ik op en rijd naar huis. Ik wil nog met mijn auto naar de garage om te zien of het aantrekkelijk is om hem in te ruilen op een Volkswagen Passat. De grijze stationwagon heeft een 1.9 liter turbodieselmotor en is nog geen vier jaar oud. Na een proefrit en de nodige financiële onderhandelingen besluit ik mijn Omega, die inmiddels negen jaar oud is en veel van mijn visavonturen mogelijk heeft gemaakt, in te ruilen. Vrijdagochtend om tien uur verwissel ik van auto en zijn eerst klus wordt het transport naar mijn volgende visavontuur. Vier dagen Paalse plas. Transporteren van mijn visgerei zal een stuk eenvoudiger worden.

 

Vrijdag 29 september rijd ik in mijn nieuwe auto naar de plas. Ik ben zo bezig met het ontdekken van allerlei knopjes dat ik de afslag mis en dat zorgt ervoor dat ik 4½ kilometer verder moet keren. Maar goed dat deze auto een stuk zuiniger is dan mijn Omega anders had het weer een liter benzine gekost. Enfin, om half vier liggen mijn hengels erin. Boilies en tijgernoten genoeg voor de komende dagen, enkele biertjes voor onszelf en mooi weer. We zitten op de brugstek en hebben er enorm veel zin in. Brian die al een dag eerder is begonnen heeft de eerste twee vissen van 14,5 en 14,8 kilo al binnen. Omdat we allebei erg moe zijn gaan we om tien uur slapen. In de eerste nacht vangt alleen Brian vis. We hebben veel herrie van een feest in de buurt en zo zitten we om één uur ’s nachts over het water te kijken. Een uur later krijgt Brian een run die hij verspeelt. Een uur en tien minuten later krijgt hij een herkansing en vangt een schubje van circa 7 kilo. Om vier uur gaan we weer slapen. Kwart over zeven word ik visloos wakker en besluit opnieuw te gaan uitvaren. Als ik de boot met aas en montage in het water leg, krijgt Brian een run op zijn kantstok. Na ongeveer tien minuten ligt er een werkelijk schitterende dubbele rijen van 19,1 kilo op de mat. Na de foto’s zetten we koffie en staren over het water naar activiteit. Overdag blijkt het water zo goed als dood. Er komt geen enkele aanbeet (niet eens van graskarper) en we zien ook niets springen. Tegen de avond draait er wat vis en hoewel we met alle hengels op andere dieptes vissen krijgen we geen enkele run. Ook deze avond gaan we rond tien uur slapen en ook deze avond worden we weer om één uur wakker gehouden door feestgedruis. Vanavond zit er zelfs nog wat weerlicht bij van een naderend onweer. Om half drie val ik eindelijk weer in slaap. De volgende ochtend word ik teleurgesteld wakker. Ik had echt een run verwacht en zit nu al twee nachten zonder vis. Dat stond niet in mijn draaiboek. Gelukkig komt de stek tegenover de grote kom vanochtend vrij en kan ik om elf uur verkassen. Ik trek de haringen uit mijn tent, pak de tent die nog volledig ontplooid is op mijn nek en wandel naar de stek die zo’n 60 meter verderop ligt. Hij past nét tussen de bomen door. Om half een liggen mijn hengels weer op een nieuwe stek. Omdat het een stuk harder is gaan waaien is het enorm druk met surfers. Er suizen er vijftien over de plas en er vaart ook een zeilboot tussen. Met windkracht zes krijg je de kans niet om je hengels uit te varen want ze varen je voerboot en lijn in een mum van tijd aan gort. Zowel Jan, een vismaat van Brian, Roel, een vismaat van mij als Geert Ooms komen achtereenvolgens langs voor een praatje. Het bier gaat wel snel op zo. Om zeven uur komt Bart langs. Bart is een zeventienjarige Belg die ook op deze plas vist en in de buurt woont. Hij laat foto’s zien van zijn laatste veroveringen waaronder een spiegel van ruim 21 kilo en de leder op 19,8. Om half acht, het is net beginnen te regenen en in de verte naderen de flitsen van een onweer, krijg ik een hele trage run. De dril duurt ruim twintig minuten en de vis aan de andere kant doet me regelmatig doodsangsten uitstaan. In eerste instantie neemt hij al behoorlijk wat lijn. Ik vis op een afstand van 220 meter in de kom maar daar voegt hij zeker een meter of tien aan toe. Vervolgens zwemt hij helemaal naar links en ik ben bang dat hij over de lijnen van Brian heen gaat. Gelukkig is die angst ongegrond en verloopt het gevecht redelijk rustig totdat de vis op zo’n tachtig meter uit de kant is. dan is hij het beu en neemt weer een lange trage run. Enkele minuten later gaat hij achter het talud gewoon stil liggen en moet ik extra druk uitoefenen om hem op het talud te krijgen. Weer neemt hij lijn, weer zwemt hij traag van rechts naar links en dan weer van links naar rechts en weer gaat hij liggen mokken achter het talud. Daarna is het gevecht relatief snel afgelopen. Hij draait nog enkele rondjes voor de hengeltop en blijft constant diep. Het logge gevaarte laat zich nauwelijks beïnvloeden door mijn hengel, laat staan door mijn inmiddels knikkende knieën. Even later zie ik met een zucht van verlichting de vis over het koord van het landingsnet glijden. Hij zit erin. Inmiddels is het donker geworden en schijnen we met een zaklamp in het net. Tjeezus, wat is hij groot en vooral breed. Brian meent de vis te herkennen als “de gespleten staart”, een vis die hij vorig jaar augustus ving op 23,2 kilo. Een vis die hooguit eens per jaar op de kant komt. De vis staat helemaal strak en vult zowat mijn hele onthaakmat. Het is een hele vette schub en blijkt inderdaad “gespleten staart”. Ik vraag Brian om zijn weegzak te pakken omdat die wat sterker is dan de mijne. Ondertussen meet ik de vis op 93 centimeter. Als we daarna de vis wegen blijft de naald op exact 25 kilo staan. Ik heb een vijftiger gevangen!    

 

Het is de topvis van het water op een absoluut topgewicht. Brian, Bart en ik spreken af om de vangst stil te houden. Het is al druk genoeg op de plas en dat willen we graag zo houden. Na enkele feestbiertjes (daarna zijn ze écht allemaal op) ga ik om elf uur proberen te slapen. Wonderwel lukt dat ook nog tot ik om half vijf gewekt word door een run op dezelfde hengel. De dril lijkt een exacte kopie van de vorige. Zware vis, helemaal naar links, run op 80 meter, even stilvallen achter het talud, eindelijk onder de top en steeds diep. Brian staat al klaar met het net als plots de haak lost. Het lood komt, slechts met een klein hupje, even boven water. Ik drilde zéker niet te hard maar de duur van de dril heeft kennelijk zijn tol geëist. Ik ben ervan overtuigd dat de vis zwaarder was dan twintig kilo. Brian is van mening dat je dat hier nooit  zeker weet en natuurlijk heeft hij daar gelijk in. Ik weet alleen dat ik een log gewicht zoals dit, pas enkele keren gevoeld heb. In de ochtend komt Harry voor een dagsessie. Op de stek waar wij overdag niets konden vangen krijgt hij in acht uur tijd maar liefst vijf aanbeten. Hij vangt achtereenvolgens “de halve rijen” op 20,3 (hij lijkt te bekomen), een schub van 15,4 kilo, een schub van 19,6 kilo, lost een vis uit de dertigponds categorie en vangt tenslotte nog een spiegel van 17,6 kilo. Dat noemen ze in België “potten breken”. De rest van de sessie blijf ik visloos en vangt Brian op de windkant van de kom nog vijf vissen. Ik zit tussen twee vissers in en blijf verstoken van aanvoer. Het kan me niet veel schelen. Het is mooi geweest zo. De vorige twee vierdaagse sessies ving ik ook slecht (ook maar één vis per sessie) maar nog nooit zo zwaar als dit gevaarte. Brian heeft er aan het einde van de sessie tien maar ondanks dat mooie aantal zou ik niet hebben willen ruilen. Ik ben diep gegaan maar mét resultaat en ben vanaf dit moment (in elk geval voor een poosje) recordhouder van de Paalse plas.

 

Vrijdag 6 oktober vis ik een korte ochtendsessie op de splitsing van het Kempisch en de Zuidwillemsvaart. Ik heb gehoord dat een aantal van mijn targetvissen het stuk van Lozen hebben verruild voor dit deel. Nu wil ik hier enkele proefsessies draaien om te zien of dit een goede winterstek zou kunnen zijn. De stek is in elk geval goed te bereiken en is ideaal om vis te drillen en te landen. Helaas is de stek ook ideaal om schepen af te meren die ‘s avonds niet meer door de sluis mogen en de nacht aan de oever moeten doorbrengen. Vandaar dus de proefsessies. Als ik aankom ligt er inderdaad een schip afgemeerd. De schipper is ziek en gaat dus vandaag niet meer varen. Ik kan maar net op de aangevoerde stekken vissen maar zit niet echt lekker. Na vier uur pak ik onverrichter zake in.

 

Zaterdag de zevende ga ik onverwacht toch nog een nacht pakken op de Paal. Mathijs wil graag een nachtje kamperen en dat komt mij goed uit. Zo kan ik ook dit weekend nog mijn nachtje meepakken. Ik verwacht er niet al te veel van maar je kunt nooit weten. Ik ga in het kommetje in de bocht na de parking zitten. Ik krijg inderdaad geen enkele aanbeet en hoor later dat Geert Ooms en Carlo ook al op deze stek gevist hebben zonder actie. Nou ja, leergeld betalen en volgende keer een andere stek opzoeken. Brian, die bij het eiland zat, deed het beter met de bloemspiegel op 22 kilo en nog twee schubs van 18,5 en 16,7 kilo. Volgende week kan ik niet op vrijdag omdat mijn schoonvader dan jarig is dus zal het wel weer de zaterdag worden. Meestal is het dan minder druk dus dat is een voordeel.

 

Op zaterdag rijd ik om goed vier uur de parking op. Het eerste wat ik te horen krijg is een verwensing van Ferry. “Vuile lul", je moet vooral niet vertellen dat je een vijftiger gevangen hebt hoor”. Hij zegt het met een glimlach en bekijkt even later de foto’s. Ook Willy wil ze graag even zien en dat maakt me niks uit want iedereen schijnt het inmiddels te weten. Daarna loop ik met mijn kar naar mijn stek voor vannacht. Het is echt herfst geworden. De ONO wind waait exact mijn bivvy binnen. Hij komt uit de verkeerde hoek want hier is WZW de betere windrichting. Ik zit één stek voor de stek van Carlo in het bos. Een prima stek want de kop is vrijgekomen en ik vang hier dus alle vissen op die van rechts komen. Ik hoop op een goede nacht, maar ook deze keer wordt het licht zonder enige actie. De wind is nog verder gedraaid naar het oosten en waait nog steeds met een kracht van ongeveer 4 beaufort. De watertemperatuur van 15 graden is perfect om de vis te laten azen, maar het zal volgende week moeten worden. Met een droog net rijd ik de 50 kilometer weer naar huis.

 

Vrijdag 20 oktober vis ik een 24-uurssessie op de Paalse plas. Mathijs gaat ook mee. Het resultaat is niks, nada, noppes. Niemand vangt terwijl de omstandigheden perfect zijn. Half bewolkt, af en toe zon en af een toe enkele druppels, een prima WZW wind kracht 4-5 en een watertemperatuur van 14 graden. De beste herfstomstandigheden die je maar kunt voorstellen en toch geen actie. Gelukkig begint het iets minder druk te worden. Volgende week een sessie met Brian en dan wordt de klok verzet. Nóg minder tijd om op te bouwen.

Brian kon wederom niet mee dus ga ik alleen. Ik kan op de brugstek terecht maar kan er geen vis vangen. Het is een stuk minder druk dan de afgelopen weken en meer vissers lijken het op te gaan geven. Ook ik ben de wanhoop inmiddels behoorlijk genaderd. In oktober heb ik in totaal 135 uur gevist voor slechts twee aanbeten waarvan ik er ook nog een verspeelde. Nou kun je zeggen dat die ene vis wel zéér de moeite waard was, maar het heeft wel eens beter gelopen. Ik ga maar eens zitten broeden op een plannetje voor volgende week. Misschien toch maar weer eens naar de golfkant?

 

Ik heb besloten om een nacht op het kanaal te gaan zitten. Tenslotte is dat een stuk minder ver rijden en een ander voordeel is dat ik de ochtend erna nog even kan uitvissen aan de spoorbrug. Die is immers het hele jaar nog nauwelijks bevist. Ik ben pas laat. Mathijs heeft een demonstratie van Karate en daarna een feest vanwege het twintig jarig bestaan. Marian wil dat ik hem om tien uur ga halen. Ik besluit daarna toch nog te gaan vissen omdat ik al enkele dagen heb voorgevoerd. Als ik aan de driesprong kom liggen er enkele schepen waar ik geen last van heb. Als even later mijn hengels staan komt er nog een derde schip dat exact op mijn stek wil gaan afmeren. Gelukkig bemerkt hij me op het laatste moment en roept dat hij wel aan de overzijde afmeert. Gelukkig maar. In de nacht krijg ik tot twee maal toe geluid uit mijn Delkims. Niet door vis, maar beide keren zijn drijvende takkenbossen de oorzaak. Niet echt een stek voor de wintervisserij dus. In de vroege ochtend rijd ik naar de spoorbrug. Ook daar heb ik drie dagen voorgevoerd en dat levert om tien voor negen één aanbeet op die ik verspeel. De onderlijn breekt op enkele centimeters van de wartel. Helaas zal het daar bij blijven deze dag. Het gaat heel moeizaam de laatste tijd en ik weet niet wat ik anders moet doen. Moet ik van visstijl en viswater veranderen of juist doorgaan op de Paalse plas? Ik heb in elk geval nog een week om daar over na te denken.

 

Het wordt de Paalse plas. Ik ben pas laat aan het water en heb thuis al bedacht dat ik langs de snelweg ga zitten. Dat is gemakkelijker omdat ik dan niet met mijn materiaal hoef te slepen. Na enkele weken afzien aan het water, fluit de linker hengel om kwart over twee zijn liedje. In eerste instantie denk ik nog aan een klein visje of een graskarper. Wat geschud op mijn top en niet al te veel weerstand totdat hij ontdekt dat er een slip op mijn molen zit. Enkele runs van twintig tot dertig meter en een vissertje met knikkende knieën op de kant. Na een minuut of vijf, zes is hij dan toch rijp voor het landingsnet. Ik zie een witte vlek in het water waar ik mijn net onder kan steken. "Pffff", de buit is binnen. Als ik de zaklamp aan doe denk ik eerst nog aan een dertiger van het “du Der type” met een flinke knik achter de kop. Mijn verbazing is dan ook enorm als de vis maar liefst 22,6 kilo op de unster tovert. Niet zo heel erg verwonderlijk want de lengte valt met 88 centimeter weliswaar enigszins tegen maar de breedte en hoogte van de vis zijn enorm. Dat ik op dat moment in de wolken ben zal niemand verbazen. Als ik de vis eenmaal gezakt heb om de volgende ochtend foto’s te kunnen nemen, drink ik 

om drie uur een laatste feestbiertje. Ik had er nog eentje en vond dit wel reden genoeg om die nog op te maken. Wederom heeft de Paalse plas een van haar diamantjes voor even aan mij uitgeleend. Dit geeft mijn vertrouwen weer een enorme boost, en dat had ik ook echt even nodig na de afgelopen weken. Volgende week weer terug, tenminste als de thuissituatie dat toelaat. De elfde van de elfde is in elk geval een té gekke dag voor me geweest dit jaar. Tsjakka.

 

Op vrijdag de 17e vis ik drie uur aan de spoorbrug, maar zonder resultaat. Ik heb twee dagen voorgevoerd met 28 mm cajun boilies. Wellicht te groot voor de tijd van het jaar en in elk geval niet aantrekkelijk genoeg voor een of meerdere aanbeten. Weinig bootverkeer maar er stond wel regelmatig een hoop stroming. Kostte me drie onderlijnen die door de stroming vast kwamen zitten. Morgennacht naar de Paal.

 

Om half negen heb ik mijn hengels erin liggen. Een op de plek waar ik vorige week mijn spiegel ving en de andere meer naar rechts. Het is niet druk. Er is een regio meeting van het VBK en daar is kennelijk veel volk naar toe of ze beginnen het eindelijk op te geven. Ik hoop het laatste! Omdat het er uit ziet alsof het qua weer een herhaling wordt van de vorige week besluit ik mijn paraplu over de auto heen te zetten. Het is windstil en de watertemperatuur is met tien graden drie graden warmer dan de temperatuur op de kant. Zoals verwacht gaat het in de loop van de nacht inderdaad regenen. Als ik ’s ochtends ontwaak is er niets gebeurd. Ferry heeft geblankt en ook Pi heeft niks. Na twee koppen koffie besluit ik te gaan inpakken. Volgende week terug. Dan heb ik vrijdag vrij en kan ik wel weer eens een nachtje op de Eddy stek gaan zitten. Ik wil proberen om er nog enkele bij te vangen. Niks voor niks en geen pieken zonder dalen.

 

Ik vis op vrijdag 24 november een dagsessie. Als ik aankom op de parking kan ik mijn ogen niet geloven. Ik ben de enige visser. Ik besluit bij het bankje aan het begin van de lange kant te gaan zitten. De watertemperatuur bedraagt slechts 8 graden en de barometer is met 999 Mbar ook erg laag. Toch verloopt de sessie zeer voorspoedig. Voor achten liggen mijn hengels op 80 en 100 meter uit de kant. Als ik binnen vier uur geen beet heb ga ik ze verleggen. Koffie en sigaretten maken de ochtendwake draaglijk. Twee koeken begeleiden het bruine vocht naar de laatste rustplaats in mijn lichaam, nou ja totdat het via de achterkant het lijf weer verlaat in elk geval. Kwart voor twaalf verleg ik mijn rechter hengel naar de voerstek die ik bij het aanbreken van de dag heb aangelegd. De linker verhuist een half uur later naar het talud in de richting van de dikke boom aan de overzijde. De eerste hengel ligt op ruim 6 meter en de tweede halverwege het talud op 4,5. Om vijf over twee zakt de waker van mijn linker hengel vier piepen en blijft dan steken. De top maakt kleine bewegingen alsof er een brasem aan hangt. Ik heb al een paar keer gehoord dat de vissen nauwelijks nog volle runs geven dus besluit ik aan te slaan. Dat blijkt een goede beslissing want aan de andere kant komt een gewicht, dat beduidend zwaarder is dan een brasem, langzaam op gang. Na vijf minuten laat de schub zich zonder problemen scheppen. Vijfentachtig centimeter en 13,4 kilo mag even poseren en weer terug. Twee fotootjes is voldoende. Half drie ligt de hengel weer op dezelfde plek. Even later zie ik 30 meter uit de kant, parallel aan de oever, het voerbootje van Willy aankomen. Willy stapt op de kant dapper mee. Me kloeëte, diejen accu is plat. Ik bied aan om met de hengel uit mijn foedraal de hengel binnen te vissen. Bij de vierde worp blijft de lijn hangen en komt de boot binnen. Ik maak een soepje en ga wat rond zitten kijken. Om half vijf krijg ik weer zo’n zelfde rare aanbeet. Ditmaal zakt de waker wel vijf piepen en blijft de swinger onderin weer wat mokken. Ook nu maakt de top weer een raar brasemdansje.

Rammen maar weer. En ja hoor, ook nu is het weer een karper. Deze voelt nog wat zwaarder en trager dan de vorige. Hij blijft enige tijd achter het talud aan mijn kant heen en weer zwemmen terwijl de slip, die nu weer prima werkt na mijn onderhoudsbeurt, af en toe rustig tikt. Voor het net test hij de slip nog enkele keren tot een tik of tien maar het koude water heeft zijn tol al geëist. De vis kan niet echt imponeren met zijn kracht. Zijn gewicht is beter, stukken beter. Met 17,7 kg een hele mooie dertiger die toch maar twee cm groter is dan zijn voorganger. Met de zelfontspanner worden behoorlijk wat foto’s gemaakt want deze blijft duidelijk niet stilliggen. Om zes uur pak ik in en rijd naar huis. Een mooie sessie en twee vissen rijker. Toch laten de vreemde aanbeten me niet helemaal los. Heeft het nu te maken met een vorm van negatieve conditionering of is het koude water hier debet aan? Geeft wel te denken als je 's nachts een paar piepen krijgt terwijl je in je tent ligt. Lijnzwemmer???

 

Vrijdag 1 december vis ik een nacht op de Eddy stek. Ik verwacht er veel van omdat vorige week zomaar twee vissen aan mijn lijn gingen hangen, maar de nacht loopt uit op een blank. Vooral bij het golfterrein wordt momenteel goed gevangen. Een nacht van elf stuks, waaronder vier dertigers en de bloemspiegel op 23 kg, en een nacht met dertien aanbeten. Misschien moet ik volgende week maar eens aan die kant gaan zitten als ik een dagsessie ga houden. Toch komen aan die zijde vooral de kleinere vissen, tussen de acht en veertien kilo, op de kant. Wel veel runs en dat is ook leuk. Brian die van zaterdag op zondag vist vangt dit weekend een schubje van zeven kilo. De kleinste die hij tot nog toe op dit water ving.

 

Op vrijdag 8 december ga ik een nacht pakken aan de golfkant. Bart is er ook en vangt al vrij snel een vis van een kilo of tien. Het is beestachtig weer. Er komt een stormfront vanuit Frankrijk opzetten met windstoten, onweer en veel regen. In Parijs is zelfs een dode gevallen en ik zit aan het water. Gekkenwerk, maar het water trekt teveel. Het blijft de hele nacht rustig en ik word om zeven uur wakker van de wekker. Ik kijk over het water en zie in de richting van het eiland een vis draaien. Ik besluit mijn rechter hengel daarheen te varen. Helaas levert die ook niets op. Als ik aan het inpakken ben, ik wil net zo’n beetje aan mijn hengels beginnen, krijg ik een zakker op mijn rechter hengel. Ik sla aan op een karper. De vis gaat traag en zwemt zich even later vast aan het talud. Door mijn hengel terug op de steun te leggen en een minuut geduld te hebben weet ik de vis toch weer in beweging te krijgen. Als ik de hengel oppak voel ik dat ik nu wél rechtstreeks contact heb. Veel bellen stijgen op en ik denk aan een zware, maar dat valt enigszins tegen. Met 12,8 kilo een gemiddelde schub. Toch is hij zeer welkom. In elk geval niet zonder vis naar huis en dat voelt toch altijd goed.

Een week later vis ik een dagsessie vanaf de brugstek. De hele dag door heb ik actie, maar helaas alleen van brasem. Ze weten overal waar ik ook uitvaar mijn boilies te ontdekken voordat vriend Cyprinus ze vindt. Na tien uur en zes brasems houd ik het dan ook voor gezien. Nog slechts enkele sessies voordat ik 2006 afsluit.

 

Twee dagen later, het is zondag de zeventiende, vis ik een korte sessie aan de Schoorbrug in Nederweert. Om kwart voor acht liggen mijn hengels erin en ik zit te genieten van de extra uren die ik deze week kan investeren. Het zonnetje komt tegen negen uur boven de toppen van de bomen uit. Ik verwacht ook eigenlijk vanaf nu pas een aanbeet, terwijl de temperatuur nauwelijks vier graden bedraagt. Toch wil ik graag een tijd van te voren mijn hengels erin hebben liggen om de vissen in deze winterse omstandigheden niet te verstoren. Ze zullen niet echt actief azen. Om vijf voor half tien vliegt de top van mijn rechter hengel krom en voordat de vis echt op gang komt heb ik de hengel al stevig vast. Na de dril van een spichtige, dus niet al te grote vis, kan ik het net onder mijn zesentwintigste vis van dit seizoen schuiven. Een schubje van bijna acht kilo. Ik ben dik tevreden. In elk geval ook dit weekend weer een vis op de kant. Afgedwongen door de kou te trotseren en te gaan als anderen bij de kachel zitten.

 

Op vrijdag 22 december vis ik een sessie van 21 uur op de lange kant. Ik ben de enige visser aan het water en dat is verwonderlijk. Bart komt nog langs voor een praatje, maar zowel met vissers als met de visvangst is het erg rustig. Om half negen komen er toch nog twee vissers die op de brugstek gaan zitten. Een uur later ga ik slapen totdat ik om half zes gewekt word door een run. Na vijf minuten ligt er een schubje van een kilo of negen op de mat. Nummer 27 is binnen. Mijn buurman heeft vannacht twee lage dertigers gevangen bijna tegen de overkant. Volgende week samen met Brian (en Mathijs?) de laatste sessie van het jaar. Hopelijk kunnen we het jaar met een mooie vis afsluiten.

 

Wat een einde van dit visjaar. Ik vis 3e en 4e kerstdag, samen met Brian en Mathijs, een laatste sessie van 24 uur op de brugstek. Het is ijskoud. Het water is drie graden en op de kant vriest het licht. Aan de vis is dat niet te merken. We krijgen in totaal elf aanbeten (Brian 8 en ik 3) waarvan we tien vissen landen (Brian 8 en ik 2). Brian een spiegel van 13,8 kg en schubs van 7kg, 9 kg, 9 kg, 11 kg, 13,8 kg, 14 kg en 19 kg. Ik vang twee schubben van 9 en 15,3 kg. Mijn tweede aanbeet (een weifelende aanbeet van enkele piepen waarop ik toch maar aansla) schiet halverwege los. De vis voelde wel beter dan mijn eerste visje. Hoort erbij maar is niet leuk! Toch ben ik blij dat ik mijn jaar met een laatste dertiger kan afsluiten. Met wat regen moeten we deze sessie afsluiten. Onderweg naar huis wordt vast een nieuwe vergunning voor volgend jaar aangeschaft bij het postagentschap in Hamont. Het wordt tijd voor een nieuw seizoen en ik ben er klaar voor. Heb ik nou écht diep moeten gaan dit jaar? Ja! Om 29 karpers op de mat te krijgen heb ik ruim 5000 kilometer gereden (waarvan 3500 van en naar de Paalse plas). Dat is ongeveer 500 liter brandstof wat me ongeveer € 600,00 heeft gekost. Ik heb 100 kilo boilies en ongeveer 30 kilo partikels gebruikt. Ook ben ik dit jaar voor het eerst ruim over de 800 visuren heen gegaan. Daar heb ik de meeste tijd echt van genoten, hoewel ik mezelf ook zeker door een aantal slechte perioden heen heb moeten vechten dit jaar. Al met al heb ik dus zeker diep moeten gaan voor mijn resultaten, maar het is het waard geweest. Meer dan waard zelfs.

Maak jouw eigen website met JouwWeb