Seizoen 2009

 

Laissez faire…

 

Ik heb dit jaar voor het eerst geen planning in mijn hoofd zitten. Alleen wat flarden en losse gedachten omtrent de wateren die ik wil gaan bevissen en de manier waarop. De Maas is vorig jaar te wispelturig geweest als ik kijk naar de vangsten die ik daar geboekt heb. Ook de kanalen hebben geen regelmaat getoond en ik kan me dan ook niet aan de indruk onttrekken dat mijn vangsten eerder incidentele successen waren dan geplande zekerheden. Ik besluit het dit jaar dan ook allemaal maar wat op z’n beloop te laten. Wellicht wel zo handig met mijn nieuwe werkomgeving in Roosendaal en de onvoorspelbaarheid over de uren die ik tot mijn beschikking heb om te vissen. Brian wil wat meer naar de Paalse plas en dan vooral aan de kant van de snelweg vissen. Op zich lijkt me dat ook wel wat, maar ik wil ook zeker nog terug naar de Maas. Eens kijken of we daar overdag wat vis kunnen vangen. Op dit moment is vis vangen geen sinecure want we starten dit jaar met 24 uur vorst. Overdag schommelt het kwik rond het vriespunt, maar ’s nachts is het -7 tot -10 graden en dat is behoorlijk koud. Dat duurt al enkele weken zo en ik verwacht dan ook voorlopig geen vis op onverwarmd water.

 

Mijn eerste sessie vis ik op 2 januari tussen negen en twee. Ik vis eerst 2 uur aan de spoorbrug en verkas daarna nog voor 2 uur naar de brug bij de meelfabriek. Helaas blijf ik op beide stekken zonder aanbeet, hoewel dat niet verwonderlijk is. De watertemperatuur bedraagt slechts 2 graden. Na vier uur stilzitten aan de waterkant ben ik onderhand net een ijslolly en ik rijd snel naar de warme kachel thuis. Hopelijk treedt de dooi snel in, hoewel de weerman zegt dat de vorst nog wel even zal aanhouden. Van mij mag het rap boven de 10 graden worden. Als ik thuis ben heeft de post mijn 4e Shimano Long Cast afgeleverd. Tóch nog een klein lichtpuntje vandaag.

 

Op zondag de 11e rijd ik naar de waterlozing bij de centrale. Als ik aan kom rijden via de snelweg zie ik dat er geen rook uit de schoorstenen komt en dat is geen goed teken. Op het zandpad aangekomen moet ik voorzichtig rijden vanwege alle sneeuw en het is er redelijk glad. Het vriest nog matig (-7) als ik uit de auto kom. Het water dampt behoorlijk hard dus ik hoop toch op een mooie watertemperatuur. Dat valt tegen, slechts 2 graden. Mijn eerste hengel loop ik uit en voer er zo’n 15 boilies bij. De andere wil ik uitvaren maar dat wil niet zo makkelijk. Mijn schroefas is vastgevroren, maar na 5 minuten boven de kachel is hij er klaar voor. Ik drop hem op een afstand van 150 meter, maar kan de lijn niet strak krijgen. De onderlijn is in het bakje blijven hangen. De tweede keer gaat het wel goed. Helaas gebeurt er vandaag helemaal niets. Er draait geen vis en het ziet er niet naar uit dat er snel verandering in komt. Rond kwart voor elf arriveert Kenny, die van plan is om te gaan voeren. Ondanks de watertemperatuur voert hij een kilo of drie boilies die naar kipkruiden ruiken. Woensdag wil hij gaan zitten. Hij onderneemt wederom behoorlijk wat pogingen om me ervan te overtuigen dat hij in het najaar bij de sluis van Maasbracht een aantal dikke vissen gevangen heeft (met twee veertigers ertussen). Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat hij ze allemaal hier gevangen heeft. Waarom komt hij anders alweer hier voeren? Volgende week maar weer eens proberen op deze plek. Ik denk dat ik hier de beste kansen heb.

 

Zondag de 18e is het zeven graden. Dat scheelt zowat 15 met de vorige week en ook brandt er deze keer één van beide schoorstenen. Het water is dan ook bijna 7 graden en dat vergroot mijn kansen. Er staat een behoorlijke wind uit het zuidwesten die regelmatig nattigheid brengt. Helaas kan ik ook vandaag weer zonder vis naar huis. Ik voer vlak voor het inpakken mijn laatste 1½ kg  boilies en ben blij als ik even later in de auto zit. Een hogere temperatuur maar door de windchill factor heb ik het een stuk kouder dan vorige week. Als een rally coureur rijd ik via het modderige zandpad terug naar de bewoonde wereld. Dat wordt afspuiten geblazen als ik thuis kom. Donderdag nog maar eens een beetje voeren en vrijdag, op mijn verjaardag, een korte sessie vissen. Ik hoop op een mooi “gespiegeld” verjaarscadeau.

 

Donderdag de 22e vis ik drie uurtjes bij de centrale. Om negen uur liggen mijn hengels erin en meet ik de watertemperatuur. Die bedraagt maar liefst 9 graden. Een pijp brand en ik ben vol vertrouwen. Toch gebeurt er helemaal niets. Als ik om elf uur nog eens meet hoe warm het water is, blijkt dat deze is afgekoeld tot 4 graden. Als ik om 12 uur ga inpakken voer ik nog anderhalf pond boilies met de pijp verspreid over mijn stek. Morgen ben ik jarig en kom ik terug voor mijn cadeau.

 

Ook op mijn verjaardag vang ik geen vis. Ik vis opnieuw op dezelfde plek en ook vandaag is de temperatuur van het water 4 graden. Ik peil regelmatig, maar merk dat er geen warm water geloosd wordt. We zullen dus nog wat geduld moeten hebben. Ook 2 dagen later vang ik geen vis. Zondag de 25e vis ik op 2 verschillende plekken. Eerst anderhalf uur bij het warme water. Het is inmiddels gestegen naar 6 graden, maar er is veel drijfvuil. Er is veel regen gevallen en de stroming heeft veel rotzooi verzameld in de baai. Door de stroming verspeel ik mijn thermometer die zich tussen de basaltblokken heeft genesteld. Er valt nauwelijks te vissen dus verkas ik naar de Noorderlaan vijver. Ook daar kan ik niks vangen. Wintervissen is moeilijk.

 

Zondag 1 februari vis ik eveneens op 2 plekken. Eerst ga ik op de viersprong van Wessem zitten waar ik met drie hengels op de rodpot vis. Het is bitter koud. Aan de kanten ligt zelfs ijs en er staat een striemende oostenwind. Na twee uur ga ik inpakken en nog een uurtje naar de spoorbrug. Daar blijken bij het binnendraaien twee van de 3 lijnen vast te zitten. Ik moet ze beide kapot trekken. Ik zit al ruim twee maanden zonder vis. Hopelijk levert deze strenge winter een goed voorjaar op. Volgende week naar Zwolle.

 

De beurs was er eentje van uitersten. Aan de ene kant was er de gigantische deceptie op de eerste ochtend toen bleek dat er veel materiaal gestolen was waaronder een aantal voerboten van Tonnie Schrijver. Aan de andere zijde was het de drukste beurs ooit en was er taart voor Mick omdat dit zijn 15e Carp was. Ook de avonden, die we dit jaar heel verstandig in het hotel hebben doorgebracht, waren erg gezellig. Mick wil me eind augustus of begin september mee naar Frankrijk, omdat hij aan het kijken is wat hij kan organiseren rondom de World Carp Classic die dit jaar op Madine gehouden wordt. Ik weet niet of ik dat kan beloven want ik ben razend druk op mijn werk. Maandag na de beurs komt mijn bestelling van Daiwa binnen. Mijn materiaal voor dit jaar is weer helemaal compleet. Nu nog zorgen voor voldoende aas. Een week later vis ik de zondagochtend aan sluis 16 op de lange hei met 4 hengels. Ik vis er 5 uur maar weet ondanks het waterige zonnetje geen beet te forceren. Het water is ook nog erg koud.

 

Zaterdag de 21e rijd ik in alle vroegte naar Slagharen. Mijn voerboot vertoont al enkele maanden een verdacht gebrom en dat is raar. Volgens mij ligt het aan de schroef of de schroefas. Na een rit van ruim 2 uur kom ik aan bij de werkplaats van Tonnie die mijn vermoedens bevestigt. Het lagertje van de schroefas moet vervangen worden en de verbinding tussen schroefas en motor is ook niet goed. Omdat ik er toch ben laat ik ook direct de schroef vervangen door één maatje groter, waardoor hij ook wat meer vaart kan maken. De kosten bedragen €25,00 en daarvoor is de boot weer helemaal nagekeken, gesmeerd en onderhouden. Dat had ik zelf niet gekund.Zaterdag 28 februari vis ik mijn eerste nachtsessie van het jaar. Het weer is sterk verbeterd en ik hoop dat dit de vis activeert. Hoewel ik ’s avonds rond negen uur op mijn linker hengel aan de overzijde één piep krijg, en om zeven uur ’s ochtends nog een op dezelfde hengel, loopt hij pas tegen half acht echt af. Ik heb een volle fluiter en krijg de rits van mijn slaapzak niet los. Paniek! Dan de slaapzak maar afstropen en snel naar de hengel. Na een seconde of tien heb ik hem vast en pak de lijn op. Direct daarna valt de lijn slap. Hij is gebroken op de gevlochten hoofdlijn. Waarschijnlijk heeft deze achter een basaltblok gelegen en is de vis weg. Helaas met een nieuwe Korda leader, lood, voorslag én onderlijn. Gelukkig is het een veilig systeem maar het zit me toch niet erg lekker. Tegen de keien dus alleen nog maar met nylon vissen, want dat kan toch wat meer hebben. Mijn eerste run van het jaar, na 3 maanden blanken,  verspeel ik dus. Hopelijk is het geen voorbode voor wat dit jaar gaat brengen.

 

Op zaterdag de 7e moet ik al om half vijf op. Ik breng Chiel naar Eindhoven omdat hij naar een computerbeurs in Duitsland gaat met de bus. Half zeven liggen mijn hengels in het warme water bij de centrale. Ik vis daar vier uur zonder beet en probeer het daarna nog twee uur tegen de basaltblokken op Wessem. Ook daar gebeurt niets. Het schiet niet op zo.

 

Weer een week later, het is inmiddels 15 maart en nog steeds ben ik visloos, vis ik een korte ochtendsessie op 2 verschillende plekken. Ik start bij de Ellbrug en pak daar na twee uur vissen in. In de tijd dat ik er gezeten heb, is er geen enkele activiteit geweest. Daarna vis ik nog twee uur op de keien, maar ook daar krijg ik geen actie hoewel er vlak voor het inpakken een vis draait boven de vaargeul aan mijn rechter kant. Weer een visloze week. Volgende week naar de Paalse plas met Brian, tenminste als alles gaat zoals gepland.

 

Ik vis de nacht van 19 op 20 maart op KK 0-1. Ik doe een nachtsessie op het kanaal om vervolgens in alle vroegte in te pakken en naar de Paalse plas te rijden. Het is al de hele week mooi weer geweest maar de nachten zijn weer erg koud met nachtvorst. Hoewel mijn piepers, door passerende schepen, af en toe eens geluid maken komt er geen vis uit. Om half vier word ik wakker en besluit in te pakken. Mijn hengels zijn wit en de voorruit van de auto is zowel van binnen als aan de buitenkant bevroren. Terwijl ik inpak doet de kachel zijn werk en om kwart voor vier ben ik onderweg naar Beringen. Anderhalf uur later liggen mijn hengels in de kom. Ik zit op de Hollanderstek en heb een mooi overzicht over bijna heel het water. De zon doet erg zijn best maar de wind voelt nog koud. Ook deze dag krijg ik geen vis op de kant. Toch heb ik lekker gevist deze week.

 

Op 27 maart heb ik verlof. Ik rijd in alle vroegte naar de Paalse plas en wil, als het kan, op de kopstek gaan zitten. Ik laad al mijn spullen op de kar en begin mijn voettocht naar de stek. Al snel merk ik dat de kar vrij moeizaam loopt. Nader onderzoek toont aan dat een voorband lek is en dat de band daardoor dus veel wrijving heeft. Als ik de eerste bocht door ga, ben ik al aardig vermoeid. Bij de stek van Eddie hangt mijn tong nog net niet tegen de grond als ik loop, maar bij de lange kant is het echt op. Mijn rug doet zeer en ik voel dat die pijn zich nog enkele dagen zal laten gelden. Ik besluit maar in de kom te vissen want met de kar in deze toestand door het bos heen, is onbegonnen werk. Ik verleg elke 3 tot 4 uur mijn hengels, maar kan geen aanbeet krijgen. Ondertussen lees ik wat en bel met Ruud, Brian en Björn. De laatste geeft aan wel mee te willen naar Frankrijk. Hoewel ik Pimprez in mijn hoofd heb zitten, brengt de aanwezigheid van Björn ook meerdere opties met zich mee. We kunnen immers ook naar openbaar water met z’n tweeën. Na 12 uur vissen, waarin ik alleen een loze lijn van ruim honderd meter uit het water weet te halen, ruim ik op. Nog ruim 4 weken en dan zit ik voor 4 dagen in Frankrijk, waar dan ook.

 

Wat een raar jaar, zeg. Als ik deze woorden op papier zet heb ik er net een nacht opzitten in april die wederom visloos is geëindigd. Vrijdag 3 op zaterdag 4 april zit ik een nacht op de stiekeme stek. Het is vrijdag boven de 20 graden geweest en de watertemperatuur zit al weer op ruim 12 graden. De vis zou actief moeten zijn. Ruud vangt op Wessem 3 vissen en ik moet het doen met mijn herinneringen uit het vorige jaar. Mijn rug doet nog steeds zeer, hoewel het de laatste twee dagen snel verbetert. Toch is een nacht als deze niet bevorderlijk voor mijn lage rugspieren. Te klam en toch nog te koud. Zaterdagmiddag doe ik nog wat boodschappen voor een nieuw boilierecept met hennep. Om te beginnen maar eens tien kilo mix draaien en zien hoe die zich laat verwerken. Als het goed gaat kan ik hem altijd in grootverpakking gaan halen.

 

De nieuwe mix levert in elk geval direct de eerste aanbeet op. In de nacht van10 op 11 april vis ik een sessie op de stiekeme stek. Ik krijg een run van een grote winde maar verder gebeurt er de hele nacht alweer niks. Een half uur voordat ik moet gaan opruimen draait er een dikke spiegel vlak voor de kant. Ik gooi een paar handjes zoete maïs in de vermoedelijke zwemrichting maar ook dat mag niet baten. Volgende week weinig kans op veel vistijd en de week erna zit ik met Bjorn in Frankrijk. Hopelijk gaat het daar wel.

 

Op zaterdag de 18e vis ik een ochtendsessie op zowel de stiekeme stek als bij de Kettingbrug. Op de eerste stek heb ik gisterenavond anderhalve kilo blikmaïs gevoerd en wat bollen naar de overkant geschoten voor de ingang van de haven. Om half zeven liggen mijn boiliestokken erin en tuig ik mijn penhengel op. Aan de haak gaan drie korrels maïs en als ik het aas op de stek laat zakken loopt mijn pen binnen enkele minuten weg. Ik had wel snel actie verwacht maar dit is wel heel vlug. De weerstand voelt als een vaatdoek die ik uit de diepte moet trekken. Een platte. Binnen een half uur heb ik drie van die dweilen en een winde te pakken. Dat betekent dat vriend Cyprinus deze voerstek niet voor zichzelf heeft opgeëist en het mindere gespuis de gelegenheid geeft om de zaak op te ruimen. Ook de hengels aan de overzijde geven geen actie dus na 4½ uur pak ik in en rijd naar de Kettingbrug. Daar vis ik anderhalf uur en blijf ik ook zonder karper. Mijn eerste karper van dit jaar zal dus naar alle waarschijnlijkheid een Franse worden. De rest van het weekend laad ik alle batterijen van mijn voerboot, mijn zender, de dieptemeter, mijn fotocamera en nog 8 reservebatterijen op om in Frankrijk maar niet zonder spanning te zitten. Tussen dat laadwerk door ga ik naar een optreden van Marian die met haar koor optreedt bij Musique Spectaculaire en zondagmiddag luister ik naar Mathijs die vlekkeloos op zijn elektrische gitaar speelt bij zijn eerste echte optreden met band. Nog een week wachten en dan gaan we los.

 

Zondag de 26e om 01.30 uur rijd ik eindelijk weg. Eerst naar Roermond om Bjorn op te halen en dan door naar een dorp in Frankrijkwaar een gelijknamig Etang op ons wacht. Na een voorspoedige rit, waarbij we iets te vroeg dachten dat we er al waren (omdat de Tom Tom een gelijknamig dorp op 50 km aangaf) zien we het water liggen. We rijden eens rond en besluiten op een stek te gaan zitten waar 2 Hollanders net vertrekken. Die hebben in elk geval 4 runs gehad in de laatste 24 uur met twee lossers, een 28 ponder en een vis van 42 pond als resultaat. Dat vraagt om onze aandacht, maar helaas moeten we de maandagochtend constateren dat alleen Bjorn een schubje heeft gevangen van 11,4 kilo. We besluiten te verkassen naar de overzijde van het meer waar de vis overduidelijk meer te zien is. Deze keer heeft Bjorn de eerste stekkeuze en hij gaat dus het dichtst op het eiland zitten. Ik zit links van hem. Dat blijkt voor Bjorn een goede keus want binnen de eerste 24 uur op deze stek vangt hij om 18.00 en 04.00 uur 2 spiegels van 19,7 en 15,8 kilo. Tussendoor heeft hij ook nog een steur van 1 meter 33. Mijn eerste run verspeel ik maandagavond als ik al om half negen in bed kruip. Dertig minuten later loopt mijn hengel af die ik bij het eiland heb liggen. Ik ben vrij laat bij mijn hengel en de vis zit ofwel achter het eiland of in een obstakel. Na een klein poosje weerstand gevoeld te hebben komt alles plotseling een stuk makkelijker mijn kant op. Een losschieter, balen! Ik kruip balend in bed en slaap de nacht weg. Om kwart over zes krijg ik een run op mijn kantstok. Ik sla aan en dril de vis binnen enkele minuten uit. Het net laat me in eerste instantie niet in de steek en de allereerste vis van het seizoen 2009 is binnen.

Een spiegel van 87 centimeter en 14,9 kilo. Een mooie vis en hopelijk het startschot voor meer vissen. Dan zie ik dat de rechterarm van mijn landingsnet gebroken is en helaas komt er deze sessie ook geen vis meer bij voor mij. Bjorn vangt in de laatste nacht nog een spiegel van 17,4 en een schub van 12 kilo als hij omstreeks half drie een dubbele run krijgt. Dat kost hem overigens nog bijna een hengel. De hengel die hij eerst aansloeg had hij teruggelegd op de steunen omdat een andere hengel nog volop lag te piepen. Toen de eerste vis de rek uit de lijn had gezwommen schoot deze hengel naar voren en bleef nog nét achter de beetmelder hangen. Dubbel geluk dus voor hem. Woensdag rijden we weer naar huis. Een ervaring rijker maar zonder de geweldige sessie die ik in mijn hoofd had zitten. Vismeelknikkers hadden het hier moeten doen samen met vismeelpellets. De zoete boilies die wij bij ons hadden waren aas van een minder slag. Bjorn mocht daarbij van geluk spreken dat in zijn sector veel vis rondzwom. Met drie dertigers, twee twintigers en een steur heeft hij me in elk geval een behoorlijk poepje laten ruiken. Ik wil nog wel eens terug met de kennis die ik deze drie dagen heb opgedaan. Voor de € 76,- die het me nu kostte, hoef ik het in elk geval niet te laten. 

 

De zaterdag erna rijd ik voor een korte ochtendsessie naar Wessem. Op de eerste stek, bij het homo bos, pak ik al na een uur in omdat er echt niets te zien valt. Op mijn tweede stek bij de sluis van Hulsen, de ingang naar de Noordervaart is genoeg te zien. Paaiende vissen wel te verstaan. Er zwemmen zo’n dertig vissen in deze sector. Het merendeel schubs tussen de acht en twaalf kilo, maar ook enkele spiegels tussen de 15 en 18. Dat ik ook hier niks vang is dus niet verwonderlijk.

Op vrijdag de 8e mei rijd ik met Ruud naar de Maas. Hij heeft zijn buitenboordmotor bij zich en die hangen we achter mijn bootje. Het motortje is slechts 3,5 pk, maar houdt zich prima in de stroming en tegen de wind in. Omdat de wind koud is zien we weinig vis op onze ondiepe stek terwijl aan de diepe kant wel enkele vissen gevangen worden tot in de dertig pond. Vlak voor het opruimen vangt Ruud toch nog een schubje van ongeveer elf kilo. Daar zal het vandaag bij blijven.

 

Vrijdag 15 en zondag 17 mei vis ik 2 korte sessies. De eerste op de viersprong van Wessem en de 2e keer ga ik weer eens als vanouds in de bak zitten. Op beide stekken vang ik niks. Het gaat enorm slecht dit jaar. Toch heb ik er vertrouwen in dat het nog gaat veranderen en dat ik een redelijk seizoen ga krijgen. Als het goed is kan ik vrijdag een buitenboordmotor ophalen in Wijk bij Duurstede. Misschien is het donderdag zelfs te combineren met de trip naar de dierentuin. Eens zien wat dat brengt. Een motortje zal me enorm gaan helpen op de Maas. Daar ben ik zeker van.

 

Op de terugweg van Amersfoort, rijd ik met Mathijs langs Wijk bij Duurstede. Het dorpje ligt schitterend aan de Lek en het landschap is overal in volle lentetooi. Veel groen en ontluikende bloemen maken dit echt mijn favoriete jaargetijde. Op de terugweg ligt er een 3,5 pk Yamaha in de kofferbak, samen met een jerrycan benzine en een flacon olie voor de mengsmering. Ik heb er echt zin in om morgen naar de Maas te rijden en mijn boot eens flink te testen met deze motor erachter. Meer tillen maar een stuk minder roeien. Nu nog vis vangen en dan is mijn weekend helemaal top.

 

Op vrijdag de 22e vaar ik vanaf de haven een heel stuk stroomafwaarts met mijn nieuwe buitenboordmotor. Ik merk dat dit heel wat sneller gaat dan roeien. Als ik bij de ingang van de plas kom, draai ik om. Het waait hier gewoon te hard om lekker te kunnen zitten dus ik besluit alsnog naar de landtong bij de paaistek te varen. Daar zitten 2 polen op de stek waar ik vorig jaar Bjorn trof. Gelukkig zitten ze me niet in de weg en ik heb er na enige tijd 3 hengels in liggen. Toch zal ook een hengel extra geen verschil maken. Ik zie gewoon geen enkele karper springen, terwijl de roofblei, de brasem en zelfs een meerval zich wel tonen. Ik slaap beroerd deze nacht. Rond kwart over drie hoor ik iemand heel hard hoesten vlak achter mijn tent. Ik pak een wapen, in de vorm van een afgezaagde schepsteel, en loop naar buiten. Daar staat een van de zwarte runderen, die langs de oevers van de Maas lopen, zo’n 3 meter achter mijn tent. Met een hartslag die zich van 180 slagen per minuut langzaam weer afbouwt ga ik op mijn stretcher zitten. Ik rook een sigaret en het eerste uur komt er van slapen niet veel meer terecht. Om vier uur krijg ik een oploper gevolgd door een zakker op mijn middelste hengel. Het blijkt een lijnzwemmer en de enige actie van deze sessie. Ook de terugweg naar de haven gaat snel met mijn motortje en klokslag elf uur, het afgesproken tijdstip, rijd ik thuis weer de oprit op. Volgende week maar weer eens naar het kanaal. Dat moet gewoon beter gaan als ik tenminste een paar keer kan voorvoeren.

 

Het is echt ongelooflijk. Drie dagen voorvoeren met in totaal zo’n vier kilo boilies en drie kilo hennep en tijgernoten, leveren niet meer op dan twee windes. Hoewel het kanaal negen km lang is, en de vis dus niet perse in de directe omgeving van mijn voerstek zou hoeven zitten, had ik toch in elk geval wel een enkele aanbeet verwacht. Ze zijn ook niet zichtbaar in het wierbed bij sluis 16 en ook in de bak heb ik nog geen vis gezien. Wim die vorige week een nacht op het Belgisch deel viste (ook na vier dagen voeren) blankte ook al. Volgende week maar weer lekker naar de Maas en zien of ik mijn plan kan gaan vormgeven. Op 3200 meter afstand vanaf de haven ligt een dijk die niet zo heel breed is met daarachter een afgesloten grindgat. Misschien slim om met 2 hengels op de Maas en met 2 hengels op het gat te vissen.

Ik vaar op 5 juni nog ruim 500 meter verder. Het was niet mogelijk om op de dijk te gaan zitten door een woekerend geheel van manshoge brandnetels, distels en braamstruiken. Een stuk verderop kan ik op Isabella en op de Maas vissen en dat doe ik dus ook. Helaas is het er erg druk met aangemeerde boten en lopen de eigenaren ook met enige regelmaat in de buurt van mijn hengels. Dat stelt niet echt gerust omdat er tussen beide hengelopstellingen toch zo’n 35 meter zit en ik zit daar midden tussenin. Als ik ’s ochtends mijn hengels moet binnendraaien omdat de zoveelste fluisterboot met snoekbaarsvissers mijn lijnen wil oppikken ben ik het beu. Om zeven uur ruim ik op en rijd vervolgens nog even maar Wessem om daar nog 2 uur op het kanaal te gaan vissen. Het resultaat is even slecht. Omdat Mathijs ’s middags naar Hamont gaat om samen met een vriend gitaar te spelen, en ik hem moet brengen en halen, zit ik in de tussengelegen tijd bij het sluisje in Lozen. De wind voelt vies koud en ik word ook hier niet verrast met een aanbeet. Ook de 15 uur effectieve vistijd dit weekend leveren geen enkele vis op. Bah.

 

Omdat ik behoorlijk liep te balen afgelopen weekend, raadde Marian me aan om weer eens naar de Paalse plas te rijden. Dat komt goed uit deze week omdat ik vrijdag een vrije dag heb en ik dus op donderdagavond al die kant op kan. Hoewel het de hele week vrij veel geregend heeft is het vanaf het moment dat ik in de auto stap droog. Aangekomen in Beringen rijd ik eerst naar de Sirocco om te zien hoe druk het is, maar door de laagstaande zon kan ik het niet goed zien. De kopstek en de brugstek lijken allebei vrij. Ik parkeer mijn auto bij het golfterrein omdat aan de andere kant een grote rolpoort is geplaatst. Ik loop met een volle kar het fietspad op en zie dat de kop inderdaad vrij is. Wat een geluk. Ik had mijn zinnen toch al op die stek gezet en nu hij vrij is ben ik super tevreden. Om vijf voor acht liggen mijn hengels erin. De rechtse naar de zandkop met een twintigtal voerboilies erbij en de linker tegen de overzijde met een single hookbait. Ik warm mijn eten op, drink een biertje en geniet van de rust aan het water. Af en toe zie ik zelfs een karper draaien. Om kwart voor tien krijg ik activiteit op mijn single. Ik pak de hengel op en voel een goede weerstand. Ik dril erg rustig en weet de vis na een minuut of vijf onder de kant te krijgen. Mijn stressbestendigheid wordt twee keer behoorlijk op de proef gesteld. De eerste keer als de vis langs het talud een obstakeltje vindt en ik de lijn voel schuren (gelukkig gaat alles goed) en de tweede keer als hij vlak voor de kant nog enkele uitvallen doet. Dan glijdt hij over het

koordje van mijn net en is hij binnen. De ban is gebroken en hoe! Er ligt een dikke dertiger in het net. De klok zegt 18,3 en het lint 93. Omdat het nu bijna donker is besluit ik de vis op een veilige plaats te zakken. De eerste is binnen en ik heb morgen nog een hele dag voor meer. Een uur later vang ik op mijn andere hengel nog een graskarper. Kwart voor twaalf draai ik binnen.

Na een erg korte nachtrust van 3 uur loopt mijn wekker af. Ik vaar beide stokken uit en kruip weer in de zak. Om half acht word ik wakker en merk dat er niets meer gebeurd is. Ik ga koffie zetten en kijk over het water. Rond acht uur belt Brian. Terwijl ik met hem aan de telefoon zit zie ik een goede vis op de linker kop tweemaal uit het water komen. Ik besluit mijn rechter hengel te verplaatsen. Tien over tien krijg ik een run en vang na een rustige dril een rijen van 11,6 kg. De rest van de dag is het graskarper wat de klok slaat totdat ik om drie uur weer een echte karper voel als ik aansla. De vis zwemt rustig mee, maar koerst vooral naar rechts. Even slaat de twijfel toe of hij achter het eiland langs gaat of toch aan mijn kant zit. Gelukkig zwemt de vis aan de goede kant, tenminste voor mij, maar hij houdt niet op met zwemmen. Hij zwemt het paaigedeelte in en duikt aan mijn eigen kant tussen de takken. Ook nu voel ik de lijn schuren en even later weer losschieten. Het volgende obstakel is een paaltje waar de vis net langs zwemt en ik ternauwernood met hoog opgeheven hengel kan voorkomen dat ik de vis daarop verspeel. Het voelt als een goede vis en ik ben licht teleurgesteld als ik even later zie wat er in mijn net ligt. Een stokbrood met een grote staart. Negentig centimeter en slechts 11,3 kilo. Met drie vissen op mijn palmares rijd ik naar huis. Dik tevreden.

Vrijdag de 19e rijd ik naar de Stiekeme stek. Ik heb maar beperkt tijd tot mijn beschikking omdat ik morgenochtend om 09.00 thuis moet zijn. We gaan namelijk naar Sonisphere, het festival dat door Metallica is georganiseerd en waar ze zelf de slotact zijn. Ik vis met vier hengels waarvan ik er twee met mijn voerbootje 100 meter naar links en rechts vaar en geconcentreerd voorzie van een 300 gram boilies per hengel. Aan de overzijde vis ik met anijsbollen van Brian en daar voer ik met de pijp een strook omheen. De vallen liggen klaar. Na een half uurtje komt er een middelgrote boot langs, maar daar zal het ook bij blijven. Half elf kruip ik in de zak. De volgende ochtend ben ik om half zes wakker. Ik zet koffie en kijk over het water, maar zie op enkele witvissen na niks wat duidt op karper. Als ik aan het opruimen ben en mijn tweede stok indraai zie ik een egeltje in het kanaal die nog nét met zijn neusje boven water kan blijven, maar zichtbaar vermoeid is. Met mijn schepnet weet ik hem in veiligheid te brengen maar als ik een half uur later ga vertrekken zit het beestje volledig uitgeput nog steeds op de plek waar ik hem had neergezet. Hopelijk overleeft hij het. Weliswaar zonder vis maar met een dubbel goed gevoel (het egeltje en Metallica) rijd ik huiswaarts.

 

Metallica was echt helemaal geweldig. Nog nooit van mijn leven zo’n strakke show gezien. Geen noot verkeerd, super goed geluid en prima pyrotechnische ondersteuning. Naast het nodige bier heb ik ook nogal wat geld uitgegeven aan T-shirts, merchandise, pizzapunten, en broodjes. Zeker de investering, vermoeide voeten en een openbare dronkenschap waard. December naar Rammstein?

 

Het weekend erna vis ik op de stiekeme stek. Hoewel ik de vis in de bak rond zie trekken, vang ik alleen weer wat brasem aan de pen en aan tijgernoten. Het is een lastig jaar tot nu toe. Ik weet ook echt niet waar ik volgende week heen moet gaan.

 

Het wordt de Paalse plas. Ik ga zaterdag in plaats van vrijdag omdat ik dan naar de verjaardag van Luuk moet. Dat betekent overigens wel dat ik op tijd weg kan thuis en om half vijf ben ik onderweg. Half zeven liggen mijn hengels erin. Een in de kom en een naar de kop van het brugje. Die avond gebeurt er niets maar de volgende ochtend is het raak. Om kwart over vijf loopt de hengel in de richting van het brugje af. Tien minuten later kan ik het schepnet onder een schubje steken. Met 9,3 kilo geen kanjer, maar met een watertemperatuur van 25 graden had ik eigenlijk helemaal niets verwacht. Volgende week ofwel naar de Maas met Bjorn of toch weer terug naar de Paalse plas.

 

Het wordt de Paal. Omdat ik volgend weekend niet kan vissen, dan rijden we namelijk naar Frankrijk, kan ik deze week van donderdagavond tot vrijdagmiddag vissen. Mijn beste kansen liggen dan in Beringen. Om half negen liggen mijn hengels op de brugstek. De linker met een single hookbait bij het witte bankje tegen de overzijde op anderhalve meter. De rechter rechts van de brug onderaan het talud op een meter of vijf. Daar liggen ook nog zo’n 15 voerboilies bij. Rond half elf krijg ik een halve run op mijn single. Dat herhaalt zich nog 2 keer, maar er ontstaat geen volle run. Als ik om middernacht binnen draai snap ik ook waarom niet. De haak is midden in de bocht afgebroken. het enige wat er nog aan mijn onderlijn hangt is een haaksteel met hair en boilie. De bal is dus drie keer opgepakt maar de verantwoordelijke vis kon nooit gehaakt worden. Balend vervang ik de onderlijn en kruip in mijn slaapzak voor een korte nachtrust, Om half vier vaar ik weer uit naar dezelfde plekken van gisteren. Kwart voor zes krijg ik een run op mijn linker hengel bij het bankje. De waker zakt snel en ligt op de grond als ik de hengel oppak. Ik draai snel wat lijn op om contact te zoeken met de vis maar merk dat dit niet tot stand komt. Als ik het lood weer op de kant heb zie ik tot mijn verbazing dat mijn onderlijn gebroken is. Er lijkt me deze sessie niets bespaard te blijven. De beste tijd is verstreken en de kansen op nog een aanbeet zijn stukken minder groot. Gelukkig lukt het me op mijn rechter hengel een vis te verleiden. Ik had mijn rechter stok nog verder naar rechts gevaren, meer in het hoekje bij het rechter witte bord, en zag daar ook een vis draaien. Een uur later om kwart voor twaalf, ik wilde net gaan plassen, kreeg ik een run. Na een korte dril krijg ik de vis in het vizier. Ik zie dat het een spiegel is en de blijdschap is groot als hij mijn net in glijdt. Hij is niet groot maar toch nog goed voor 25 pond. Daar zal het deze week bij blijven. Volgende week naar la douce France. Een groot bergmeer met hopelijk de nodige vis om me blij te maken. Geen karperwater bij uitstek als ik internet moet geloven. Ik denk dat ik maar eens ga spodden daar. Dat moet in elk geval vis opleveren.

 

Hoewel het water er inderdaad schitterend bij ligt, zal ik er geen enkele keer vissen. Mijn vragen leiden steeds tot hetzelfde antwoord. Er zit GEEN karper op het Lac de St Point. Het ligt te hoog en de visstand zou slechts bestaan uit witvis, salmoniden en roofvis. Ik doe nog een nachtelijke poging op het “Etang de pont rouge” bij Pontarlier, maar ook dat loopt uit op een blank. Voordeel is wel dat ik weinig geld heb hoeven uitgeven aan vergunningen en dat ik thuis dus nu nog wel enkele keren kan gaan. Het is immers vakantie.

 

De eerste keer ga ik samen met Bjorn de Maas op. We pakken de boot en varen helemaal voorbij de sluis naar het grindgat waar Johan vroeger altijd viste. Daar moet wat te doen zijn. We vinden een prima stek waar we met twee man ruim kunnen zitten en waar je vanaf de kant niet bij kunt komen. Ik vis twee stokken op de Maas en vaar er met mijn voerbootje ook nog twee uit op het grindgat. We drinken een paar biertjes en kijken naar de beweging van witvis op de Maas. Ook tank ik mijn buitenboordmotor nog even af. Op de heenweg waren we namelijk met een half tankje al een keer stilgevallen en dat wil ik voorkomen. Met de schroef uit het water en de boot aan een touw gaan we een rustige nacht in. Ik wil zo graag vis vangen maar aan het eind van de nacht is het resultaat weer ‘nul’. Ik word er moedeloos van. Als we de boot hebben ingeladen blijkt dat de combinatie van mijn motor met de schroef uit het water en de benzinekraan nog open heeft geleid tot een totaal verzopen motor. De carburateur lekt bij elke startpoging benzine en ik moet de motor dus eerst helemaal leeg trekken met de brandstofkraan dicht. Ik ben ruim een kwartier bezig om het ding aan de praat te krijgen en hij loopt de eerste kilometer met horten en stoten. Gelukkig is hij er dan doorheen. Volgende week ga ik twee nachten met Brian naar de Paalse plas. Daar zou toch in elk geval een visje vanaf moeten komen. Het lijkt me sterk dat we daar helemaal voor niks zitten. Ik ben in elk geval van plan om eens een paar dingen helemaal anders te doen. Hennep en voorgeweekte boilies op een kantstek die de eerste 30 uur met rust worden gelaten maken daar deel van uit.

 

Het loopt weer eens anders dan gepland. Brian zegt af voor de eerste nacht. Hij gaat naar een barbecue bij zijn overburen en komt de dag erna in de avond naar de Paalse plas. Ik zit dus de eerste 24 uur alleen. Hoewel het de afgelopen weken erg druk geweest is aan de plas, zit er nu maar een man op de brugstek en een witvisser langs het pad van de snelweg. Ik heb dus volop keus. Ik weet dat Brian graag in de kom zou vissen maar een drietal redenen weerhoud me ervan om daar te gaan zitten. Er is een zeilkamp met veel beginnende plankzeilertjes. Ook liggen enkele boeien bijzonder ongunstig om in de kom te kunnen vissen en in de laatste plaats heb ik zelf niet zo’n zin om in de kom te vissen. Ik verkas dus naar de kopstek. Om drie uur liggen mijn hengels erin en ga ik als een speer in de schaduw zitten. Het is vandaag al 28 graden en de komende twee dagen voorspellen ze zelfs tropische temperaturen. Mijn biertjes zijn ijskoud en ik voel me tevreden met mijn vooruitzicht van twee nachten vissen op deze stek. In de avond krijg ik rond negenen bezoek van Dimitri en een maat en we keuvelen wat over het vissen. Om half tien krijg ik een run. Een zakker. Ik pak de hengel op en krijg pas na een aantal keer draaien contact met de vis die niet hard vecht maar wel log aanvoelt. Hij neemt ook al vrij snel wat lijn terug en laat zich tergend langzaam in mijn richting dwingen. Na een behoorlijke poos, met enkele uitvallen, komt er een grote vis in zicht. Ik denk in eerste instantie aan een spiegel maar moet dat beeld, als de vis voor de derde keer boven water komt, bijstellen. Dimitri schept de vis en ik weet direct dat ik weer een veertiger aan de plas heb weten te ontfutselen. De karper heeft een mooie lengte van 93 centimeter en weegt

21,6 kilo. Dat is al vroeg in  de sessie een heel mooi resultaat. De dag erna gebeurt er niet veel. Het is te heet en de vis ligt passief op half water of achter het eiland waar ik een groep van zo’n twintig karpers spot die allemaal tussen de 12 en 20 kilo wegen. Ik probeer wat met een korstje, maar weet slechts een graskarper te vangen. ’s Avonds komt Brian met koud bier en we vissen gezamenlijk tot half twaalf. Vijf minuten voordat het tijd is volgt er weer een run op mijn rechter hengel tegen de zandkop. De vis, weer een schub weegt 21 pond en mag direct terug. Daarna draai ik ook mijn andere hengel binnen en ga slapen. Om vier uur heb ik de hengels weer op hun plekken liggen. Een naar de zandkop en een naar mijn, al twee dagen, onderhouden voerstek links van het eiland. Om half vijf loopt de zandkop weer af. Ditmaal een schub van 11,2 kilo. Daarmee eindig ik deze sessie die dus qua aantallen nog wat tegenvalt als je het vergelijkt met de sessies van enkele jaren eerder. Helaas gaat ook het gerucht dat we volgend jaar alleen nog van zes uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds mogen vissen en dat  voerboten verboden worden. Toch ben ik nu bijzonder tevreden met wéér een mooie vis van de Paalse plas. Ook dit jaar heb ik de twintig kilo grens weer weten te doorbreken. Nu nog wat aantallen erbij en dan komt ook dit seizoen alles weer goed.

De week erna vis ik een nacht op de Maas. Het is druk met Polen en ik kan niet op de stek vissen die ik in mijn hoofd gepland heb. Uiteindelijk besluit ik honderd meter verderop te gaan zitten en moet vanwege de steile helling op de kant in de boot slapen. De stretcher past er goed in en omdat het droog is slaap ik ook prima. Helaas slaapt ook mijn elektronica en ik ruim de volgende ochtend om half acht, na elf uur blanken, op. Ik besluit nog een paar uur op Wessem te vissen tegen de keien aan. Als ik in de haven aankom blijken de Polen die daar gisteren zaten mijn staalkabel te hebben meegenomen dus kan ik mijn boot niet vastleggen aan het hangslot. Gelukkig krijg ik van de eigenaar van de werf een stuk ketting en daarmee lukt het ook. Ik rijd naar het kanaal, waar Ruudje vannacht ook geblankt heeft, en tuig mijn hengels op tegen de keien bij de Schoorbrug. Ook op deze plek blank ik en na twee uur houd ik het ook hier voor gezien. Toch heb ik redelijk vertrouwen in de shellfishboilies. Zéker de hengel met de Source pop-up combinatie (een snowman dus) is volgens mij een echte killer. Van Wilbert Nies hoor ik dat de stek waar ik zit te vissen een prima plek is, maar vooral in het najaar en het vroege voorjaar. Ook hij zegt dat je er ’s zomers beter niet te veel tijd kunt besteden. Het vroege voorjaar en het najaar moet het hier, ook instant, goed kunnen lopen.

Een week later vis ik op vrijdag de 21e een nachtje op het kanaal van Wessem. Ik ga op de stek in de bocht zitten vlak bij de kruising. Daar kan ik prima mijn auto kwijt en ligt een etage lager een mooi vlak stuk waar paraplu en stretcher kunnen staan. Van daaraf lopen twee paadjes steil naar onder naar de kanaalkant. Ik noem deze stek de trapjesstek. Ruudje heeft hier ook veel gevist in het voor- en najaar. Hij vist altijd pas als de sluis niet meer werkt en ruimt dan bij het eerste schutten van de sluis weer op. Ik snap nu ook waarom. Er komt zoveel water door deze nauwe doorgang, dat zelfs 150 gram lood en een toplood van 90 gram niet blijven liggen. Ik gooi vlak voor het donker nog een keer opnieuw in en nestel me onder mijn klamboe. Om tien over half vijf krijg ik een run op mijn witte beetverklikker. De vis vecht niet echt hard en is redelijk snel binnen. In het net zie ik een klein spiegelig gedrochtje liggen.

Die gaat na het wegen even in de zak en morgen op de foto. Met 69 centimeter veruit de kleinste van dit jaar tot nu toe, maar zijn gewicht van 21 pond verraad vraatzucht op grote schaal. De zelfontspanner doet prima werk (op de foto lijkt hij ook een stuk zwaarder) en daarna rijd ik tevreden huiswaarts.

 

Zondagochtend vis ik enkele uren op Lozen bij het sluisje. Normaal staat daar veel stroming waar de vis graag in ligt. Helaas staat de stroming nu stil en pak ik na anderhalf uur in. Omdat ik gisteren op het talud bij de kettingbrug een twintigtal vissen had zien zonnen rijd ik nog even daarheen. Voordat mijn tweede hengel is opgetuigd is de eerste al vertrokken. Een klein spiegeltje, waarschijnlijk afkomstig van de afvissing van Mariahof, mag even later poseren. Mark Hoedemakers wil graag foto’s van terugvangsten zien. Hij meet 73 cm en weegt 6,4 kg. Zo sluit ik dit weekend af met niet een, maar twee spiegels. Augustus loopt prima.

Op vrijdag de 28e rijd ik na het eten naar de Maas. Ik heb gehoord van Bjorn dat hij gisterenavond op de plas veel vis heeft zien springen met enkele dikke ertussen. De bootreis gaat weer niet zonder ongemakken. Deze keer springt, vlak voordat ik het gat bereikt heb, mijn gashendel uit elkaar. Er is een schroefje losgetrild. Doordat ik niet echt lekker gas kan geven loop ik ook twee keer vast op het talud bij de ingang van de plas. De derde keer vaar ik met een grote boog om de zandbank heen en dan lukt het wel. Toen Bjorn viste was het windstil, maar dat is nu wel anders. De wind beukt met kracht 5 recht op de oever waar ik zit. Het is nog een hele klus om mijn aas uit te varen met mijn voerboot en pas om kwart voor negen liggen de hengels erin. Ik drink drie biertjes in de avondschemering en ga om half elf slapen. Geen vis te zien, laat staan te horen, met deze wind. Om half drie krijg ik een aarzelende aanbeet die overgaat in een volle run. In mijn lieslaarzen dril ik de vis die in eerste instantie nog wat tussen de planten lijkt te scharrelen. Toch neemt hij ook enkele ferme runs. Na 5 minuten kan ik een hele gladde vis in mijn net loodsen en word mijn vermoeden bevestigt. Het is een meerval van 1 meter 10 en het gewicht valt met 8½ kilo wat tegen. In het donker maak ik enkele foto’s. Toch een leuke bijvangst. Ook ’s ochtends geen teken van karper en ook Bjorn begrijpt er niks van wanneer ik hem aan de telefoon heb. Hij had zoveel vis gezien. Het blijft onvoorspelbaar zo’n rivier. Toch gaan we hier binnenkort samen terug. We vermoeden dat de dikke spiegel hier redelijk honkvast moet rondhangen. Eigenlijk zouden we moeten kunnen voeren hier om wat meer af te dwingen, maar dat is erg lastig.

Een week later vis ik samen met Bjorn een sessie op dezelfde stek. Ik zit links, hij rechts. Hoewel het meer meevalt met de wind dan vorige week (en dan voorspeld) is er ook deze avond geen vis te zien. Er staat toch net teveel kabbel op het water. De nacht verloopt met een draaiende en licht aanwakkerende wind, maar ik slaap prima. In de morgen gooi ik mijn linker hengel opnieuw in. Gisterenavond kraag ik daar een zakker op en bij het binnendraaien is de bol er ook af. Had ik toch maar opnieuw ingegooid gisteren. Om half acht ligt de stok weer terug. Even later, als we de koffie op hebben, krijgt Bjorn een aantal piepen op zijn kantstok. Hij landt een dikke brasem die er gezond uit ziet. Een half uur later krijg ik ook een beet op mijn kantstok. Hij lag er nauwelijks een uur in en ik vang nu al een dikke winde. De bijvangsten voeren de laatste weken de hoofdtoon. Bjorn gaat deze week enkele keren voeren en dan proberen we het volgende week nog eens. Opgeven is geen keuze.

Bjorn heeft vanaf maandag elke avond gevoerd. De eerste avond een kilo of drie en elke dag erna zo’n anderhalve kilo, goed verspreid. Op vrijdag de elfde zijn we mooi op tijd aan de plas. Even na zeven uur liggen de hengels erin en zitten we op de kant met een biertje. We keuvelen wat door de avond heen en tegen de tijd dat het begint te schemeren, rond tien voor half negen, krijgt Bjorn een run op zijn verre hengel. De dril is niet spectaculair, maar de staart die net achter het talud uit het water komt wel. Wat een vlag! Even later ligt er een dikke dertiger op de kant. De schub meet 95 centimeter en weegt 18,6

kilo. Omdat het inmiddels redelijk schemert, besluiten we de vis te zakken. Met mijn lieslaarzen hang ik de vis op een veilige plaats weg. Rond half elf gaan we slapen. Midden in de nacht krijg ik een keiharde run. Meltdown! Geen waarschuwing vooraf, maar een streep die maar door blijft gaan. Mijn Delkim gilt in de tussentijd vrolijk verder en ook mijn sounderbox onder mijn oval, laat zich schetterend horen. Zelfs Bjorn vraagt zich af of zo’n run nog wel normaal is. De vis aan mijn linker kantstok is nog verder naar links gezwommen en weet tijdens de dril voor de kant ook nog de lijn van mijn middelste hengel mee te nemen. Ook dit is een schub. Een kleintje van net geen negen kilo. Daarna kan ik de slaap moeilijk vatten en ook Bjorn heeft na deze bloedstollende run moeite om weer vast in slaap te komen. Om half vijf vangt hij nog een schub van 12 kilo op zijn verre hengel. Bij het ochtendgloren is het witvis time. Ik vang 2 windes waarvan de tweede wel 70 cm lang is. Bjorn doet er met zijn 2 brasems nauwelijks voor onder. Terwijl we aan de koffie zitten fluit om half negen zijn rechter kantstok het hoogste lied. Weer een schub, 10 kilo. Ook ik mag deze sessie nog aan de bak als om vijf voor negen mijn verre hengel ook ineens vertrekt. Na een goede dril, land ik een

spiegel van 12,5 kilo. Om half tien komt er een karper, die ik rond de 15 kilo schat, tot drie keer toe met kop en schouders uit het water bovenop de rechter hengel van Bjorn. Helaas blijft een aanbeet uit en zien we de vis enkele minuten later verder weg nogmaals half uit het water komen. Een heel goed resultaat na deze voercampagne. Hopelijk kan ik volgende week zaterdag een nacht vissen want Marian is vanaf donderdag op cursus. We gaan het zien, maar het staat vast dat we hier gaan terugkomen.

 

Het zit er dit weekend niet in om samen met Bjorn op het gat te vissen. Wat overblijft zijn twee korte dagsessies op het kanaal. De eerste sessie is op vrijdag de 18e op Wessem. Ik vis eerst anderhalf uur tegen de keien zonder zichtbare aanwezigheid van vis en daarna nog tweeënhalve visloze uren bij de sluis van Panheel. Op de terugweg voer ik het restant van mijn boilies in de bak van de Stiekeme stek. Zondagochtend ben ik terug met hengels en piepers. Op mijn telefoon nog geen berichten te lezen. Vreemd want Bjorn heeft afgelopen nacht op onze stek van vorige week gevist en Brian zit op zijn eigen water. Zes uur liggen mijn hengels erin en anderhalf uur later begint er wat te piepen. Mijn telefoon. Bjorn heeft om tien over zeven zijn eerste vis gevangen, een schub van 16,2 kilo. Op zich een mooi resultaat maar wel pas laat in de ochtend. Een uur later belt hij weer, een spiegel van 19,7 maakt het resultaat nóg mooier. Brian en Michiel vangen ook allebei een vis van respectievelijk 16,7 en 11 kilo. Als ik om elf uur opruim heb ik weer een blank aan mijn broek terwijl Bjorn nog 2 knollen van 9 en 7,5 kilo heeft bijgevangen. Volgende week gaan we weer naar het gat. Daar gebeuren in elk geval mooie dingen.

 

Zaterdag de 26e. ik ben op tijd weg want Marian gaat naar Esther. Om vier uur rijd ik al de oprit af en vijf uur zit ik samen met Bjorn in de boot op weg naar de stek. Nog drie kwartier later liggen de hengels erin en zitten we op de kant aan een biertje. Het is windstil en de watertemperatuur bedraagt nog een mooie 18 graden. Links en rechts draait af en toe vis. Veel witvis maar ook af en toe een karper(tje). Al na een kwartier krijgt Bjorn de eerste run die helaas losschiet als hij de hengel oppakt. Balen, maar er zit meer in vannacht. Rond negen uur krijgt hij een herkansing en pakt hij een schub van ongeveer tien kilo. Het duurt weer tot een uur of half twee voordat ik in actie mag komen. Enkele piepen als waarschuwing en dan een mooie doorlopende run. Ik verzaak niet en ook Bjorn voert zijn taak als schepper weer naar behoren uit. Een dertigponds schub mag aan de unster zijn exacte gewicht laten aflezen. Precies 16 kilo en 91 cm. Een

rare, lelijke vis. Hele grote bolle ogen, verder enorme vinnen, een vlag van een staart en een two-tone. Niet de mooiste maar wel weer een dertiger. De rest van de sessie vangt Bjorn nog 3 vissen bij en ik nog een mooi gebouwde schub van 12,6 kilo. Daarmee is voor deze week de koek op. We gaan door met voeren totdat we onze sessie in Frankrijk hebben. Dat betekent nog vier keer de Maas op en de week erna naar Frankrijk. We gaan hier nog veel meer vissen vangen, dat voel ik gewoon.

 

Een week later is het weer compleet omgeslagen. Meer wind, meer bewolking en koudere temperaturen, vooral ’s nachts. Vanochtend was het slechts zeven graden toen ik in de auto naar het station reed. Brian en Michiel zitten nog steeds te blanken op du Der. Om zes uur ben ik in de haven. Bjorn staat al te wachten. We zeggen niet veel maar de verwachting is voelbaar. Om zeven uur liggen de hengels erin. Bjorn pakt al snel enkele brasems en om half elf is het echt raak. De vis zwemt traag en voelt zwaar. Aan het einde van de dril pakt de vis ook nog de lijn van Bjorn’s rechter hengel mee. Bjorn blijft zeggen dat de vis goed aanvoelt. Het resultaat valt dan ook zwaar tegen als een schubje van gemiddeld formaat het net in gaat. De vis doet iets meer dan elf kilo aan de unster en mag ook direct terug. Terwijl Bjorn zijn hengels voorziet van nieuw aas en nieuwe stringers, kruip ik mijn bed in. Ik val direct als een blok in slaap. Om kwart over twaalf heeft Bjorn weer een volle run voorafgegaan door enkele piepjes. De vis gaat na de aanslag direct nog een aantal meters door de slip en laat zich met moeite afstoppen. Op mijn vraag hoe het voelt, kan Bjorn nog geen duidelijk antwoord geven. De vis zit verder weg dan gedacht en de dril duurt dan ook langer dan verwacht. Eindelijk zie ik in het licht van de bijna volle maan, hoe een ‘bult’ op het water dichterbij komt. Ik kan het net er in een keer onder schuiven, maar merk dat de vis beide armen van het net raakt. Hij schrikt even, maar zit al goed opgesloten tussen de mazen van het net. We kijken in het schepnet en zien een aanzienlijke spiegel liggen die zeker de dertig pond gaat overschrijden. Als ik de vis met veel moeite uit het water til en op de mat leg, zie ik wat voor enorme pens eronder hangt. “Die gaat een heel end naar de veertig”, zeg ik. Ik pak de driepoot en mijn

unster en zet alles klaar terwijl Bjorn de vis onthaakt. Als ik even later het meetlint onder de vis leg en 94 centimeter aflees, weet ik zeker dat het een veertiger is. Bjorn twijfelt nog, maar ik ben volledig overtuigd. De unster verzaakt niet en de wijzer draait naar 21,5 kilo. Dat is een nieuw PB voor hem want zijn vorig record stond op tweeënveertig pond. Hij heeft het hem weer geflikt. De vis gaat in de zak en ik daarna ook weer. Ik verwacht dat er nog een aantal vissen bij gaat komen voordat we morgen gaan inpakken. Niets is minder waar. Als we rond half negen foto’s maken is het nog steeds stil. Bjorn vangt nog twee witvissen en ook ik mag nog een winde verwelkomen, maar daar blijft het bij. We gaan nog even door met voeren de komende weken want de stek levert nog steeds vis op. Totdat we naar Frankrijk gaan vissen we hier nog door.

 

Weer een week later gaat alles nog minder. Het begint al dat ik later weg ben dan anders en ook nog in een file terechtkom. Wanneer ik de auto aan het leegladen ben gooi ik mijn lieslaarzen in de hondenstront en ik kan in eerste instantie ook nergens mijn plankje vinden dat tussen de buitenboordmotor en de achterwand moet. Ondertussen knaagt het in mijn hoofd dat er mogelijk iemand op onze stek kan zitten. Bjorn kwam afgelopen dinsdag tijdens het voeren Maurice tegen die doodleuk midden op onze stek zat te vissen. Vorige week donderdag had hij er ook al gezeten. Geen wonder dat we maar 2 vissen hadden. Een kwartier later dan gepland liggen alle hengels erin en staan de paraplu’s te wachten op bakken regen die voorspeld zijn. Het is al behoorlijk aan het schemeren als we ons eerste biertje drinken. Voordat we gaan slapen heb ik een winde en Bjorn al 3 brasems. Midden in de nacht komt de regen met bakken uit de lucht vallen. Ik ben blij dat ik mijn oval nog gedraaid had anders was de regen recht naar binnen gekomen. Ik heb sowieso een klotenacht want mijn rug speelt weer eens op. ’s Morgens weer inpakken met niks. Volgende week terug. Over 3 weken Frankrijk.

Vrijdag de 16e. Het gaat allemaal niet van een leien dakje. Mijn auto is afgelopen week stuk gegaan en staat in de garage met een afgebroken spanwiel. Hopelijk is hij vandaag klaar, maar Gerard moet me teleurstellen. Gelukkig heeft hij wel een leenauto voor me dus ik kan in elk geval gaan vissen. Helaas kan ik die auto pas tegen zes uur ophalen terwijl ik al een uur eerder weg had willen zijn. Nou ja, shit happens. Als ik om half zeven met een volle auto de inrit af rijd, een Mazda 323F, ben ik blij dat het allemaal toch lijkt te gaan lukken. In de haven blijkt mijn boot verlegd en dat betekent dat ik door het water moet lopen met mijn lieslaarzen om hem in te laden. Ik denk nogmaals: ”Shit happens”. Als ik de hele zooi in de boot heb liggen vaar ik snel naar mijn stek om er halverwege achter te komen dat ik geen slaapzak bij me heb. Die ligt in mijn auto in de garage. Grote shit happens! Het gaat gelukkig minder koud worden dan de afgelopen dagen, maar met 6 graden wordt het toch een hele opgave om warm te blijven. Toch zet ik door, want Bjorn heeft de afgelopen week nog 3 dagen gevoerd voor me. Hij kan zelf helaas niet mee vannacht. Ik klets er vier hengels in en maak mijn onderkomen klaar voor de nacht. Uit mijn vistas haal ik een grondzeil waar ik in elk geval in kan gaan liggen en wat hopelijk werkt om de kou buiten te houden. Ik drink twee biertjes en ga om half tien slapen. Ik wikkel me in het grondzeil en doezel weg. Om half twaalf moet ik eruit om de twee flesjes bier af te tappen die ik ’s avonds genuttigd heb. Het is nu al koud en het zeil houdt de wind weliswaar tegen, maar niet de kou. Als ik weer ga liggen trek ik mijn beide onthaakmatten over me heen en val al snel weer in slaap. Dit werkt kennelijk beter want ik slaap tot half zeven door. Helaas nog steeds visloos besluit ik koffie te gaan zetten. Ik ben niet echt koud geworden maar een warm bakkie leut gaat er wel in. Als ik in mijn koffiepot kijk zie ik dat er nog maar weinig poeder in zit. Tja het begint te wennen. Shit …, inderdaad, it happens. Na de vangst van enkele windes en een kingsize brasem krijg ik eindelijk een echte run die na enkele seconden stopt. Als ik binnen draai zie ik ook waarom. Voor de tweede keer dit jaar is mijn haak in de bocht afgebroken. Dit is de overtreffende trap van behoud van ellende. Ik smijt mijn  stok nog een keer terug en kijk over het water waar ik af en toe zelfs een karpertje zie draaien. Om kwart over tien krijg ik een 

verlossende aanbeet op mijn verre stok. Na een mooie dril zie ik de vis aankomen in het kristalheldere water van de plas. Het lijkt een goeie. Als ik hem in het net de kant op til weet ik dat ik er weer een dertiger bij heb. Met 15,6 kilo en 93 centimeter een goede gok. Als ik de spullen klaar wil zetten voor de fotosessie, dendert de vis van de mat af en zo uit de weegzak terug het water in. Gelukkig weet ik hem nog net op de kant te krijgen. Maar goed dat het hier niet zo diep is aan de kant. Na wat foto’s met de zelfontspanner mag hij weer zwemmen. Moraal van dit verhaal; Shit happens, maar geluk ook! Ik vind dat ik met mijn doorzettingsvermogen en ondanks alle tegenslagen deze vis dik verdiend heb. Nog twee weken en dan rijden we weer naar Frankrijk voor een avontuur in hetzelfde dorp als in het voorjaar.

 

Zaterdag 31 oktober verlaat ik de 25 jarige bruiloft van Charrel en Do al om 23.30 uur. Vijftig minuten later ben ik onderweg naar Frankrijk. Eerst ontmoet ik Bjorn op een parkeerplaats bij Roosteren en na een snelle bak koffie rijden we elk in onze eigen auto naar Frankrijk. Vijf voor half zes komen we aan bij het water. We zijn redelijk brak van de rit en besluiten een rondje rond het water te lopen. Er zitten nog 3 vissers. Twee bij het eiland en een aan de overzijde. De stek waar we willen starten in het weiland is nog vrij, hoewel de fransman aan de andere kant van het hek Bjorn wel afstopt. We drinken een biertje op een goede vangst (het is tenslotte pas half zeven) en gaan naar de stek. Half negen liggen de hengels erin. De Fransman heeft gezegd in de middag te vertrekken en dat is voor ons voldoende. Een uurtje later probeer ik een dutje te gaan doen maar dat lukt niet. Teveel adrenaline en hoopvolle verwachting voor een nieuwe sessie. Het is grijs en grauw weer, het miezert, het water is 12½ graden en er waait een stevige zuidenwind, kracht 5 schat ik. De hele dag gebeurt er niets hoewel we aan de overzijde regelmatig vis uit het water zien komen. Als alle andere vissers weg zijn ga ik uitvaren. Eerst mijn eigen hengel naar de linkerzijde van het eiland, daarna die van Bjorn. Als ik gedropt heb en terug wil varen stuur ik de verkeerde kant op en zit ik vast. Muurvast!!! Vooruit, achteruit niets helpt. Ik baal als een stekker. We rijden om naar de andere kant om te zien of de boot zwemmend te bereiken is, maar we besluiten het uiteindelijk niet te doen. Ik vind het onverantwoord om een leven op het spel te zetten voor een speelgoedbootje. Ik ga de volgende dag wel op zoek naar een supermarkt om een rubber bootje te kopen en dan halen we hem daarmee wel op. De volgende ochtend is er bij mij op visgebied niets gebeurd. Bjorn heeft onder mijn voerboot een vis gevangen van 27 pond. We besluiten aan de overkant te gaan zitten omdat daar veel meer activiteit te zien is van karper. Als ik alles in de auto heb geladen besluit ik direct door te rijden naar de supermarkt om een bootje te kopen. Drie supermarkten later is mijn vertrouwen op een goede afloop aardig de grond ingeboord. Het kampeerseizoen is over en er worden nergens bootjes meer verkocht. Bij de laatste supermarkt hebben ze wel een luchtbed. Wel duur hoor, € 40,00 voor een rubber vlot. Maar ja, toch maar doen want mijn voerboot kostte 1200 Euro meer. Om elf uur liggen de hengels er weer in en ben ik aan ’t vissen. Een uurtje later meldt de eerste vis zich, maar die zwemt zich vast in het wier en de haak lost. Kut. Dat kan er ook nog wel bij. Gelukkig krijg ik ’s middags om half vier weer een herkansing. Deze keer gaat alles goed en de dril verloopt zwaar maar goed. Als de vis zich voor het eerst laat zien begin ik te lachen. Een steur. Die wilde ik graag nog toevoegen aan mijn rijtje bijvangsten. Even later ligt er een

vis met een grote neus en een grote staart op de mat. Het had een broer van me kunnen zijn als ik vis geweest was. Hij meet 1 meter 19 en weegt 9,3 kilo. Na enkele foto’s mag hij retour. De meeste vissers zijn van het terrein af en ik besluit het luchtbed te gaan opblazen. Nu blijkt waarom het ding zo duur was. Er zit een ingebouwd motortje in die het apparaat in twee minuten opblaast… als je stroom hebt! Ding weer in de auto en naar de garage die 800 meter verderop langs de weg ligt. Wat een gesodemieter zeg. Ik mag wat stroom lenen en de “boot” zit inderdaad in twee minuten vol. Maar wat is dat ding hoog. Hij past een eind in de auto maar er steekt nog een heel stuk uit. Met de achterklep open weer terug naar het water. Inmiddels is iedereen weg en haalt Bjorn met mijn vlot de voerboot terug. Hij zat vast aan een stuk gevlochten draad dat om de schroef gewikkeld zat. Na veel gepiel en gepriegel krijg ik alles er tussenuit en met een nieuwe set batterijen vaart hij weer als vanouds. Snel worden de lijnen voor de nacht uitgevaren. Na de warme hap ga ik om half negen de zak weer in. Ik ben nog moe van een nacht doorrijden en van de spanning rondom mijn voerboot. Om 22.40 krijg ik een run, op mijn blauwe hengel, die resulteert in een schub van elf kilo. Van links naar rechts hebben de ledjes op mijn sounderbox de kleuren rood, wit, blauw en groen en die corresponderen met mijn hengels van links naar rechts. Bjorn heeft vannacht 2 kleintjes gevangen van 3 en 9 kilo. Na een redelijk droge en zonnige maandag is het ook weer gaan regenen en zit ik ook nog met een haakprobleem. Ik heb vanochtend weer een lijn binnengedraaid met een haak waar geen haakbocht meer aan zat. Dat is al de derde dit jaar. Ik vertrouw de haken niet meer en besluit nieuwe onderlijnen te knopen. Als het ’s avonds droog is vaar ik al mijn stokken opnieuw uit en bij Bjorn ook twee. Daarna eten en een biertje. We zijn de regen beu en zoeken al snel de tenten weer op. Rond kwart voor negen belt Bjorn. Hij heeft een dubbele run. Ik assisteer hem en hij landt achtereenvolgens twee spiegels van 15,9 en 19,1 kilo. Good angling! Ik verleg nog een stok en ga weer slapen. Tien voor elf krijg ik ook een run op mijn kantstok. Het is een klein spiegeltje van 72 centimeter dat toch nog 12,9 kilo haalt. Die gaat even de zak in voor wat foto’s morgen. Half vier, weer een run op dezelfde stok die tussen twee grote wierbedden in ligt. Deze keer is de vis me te slim af en weet zich van de haak te ontdoen. Kutwier. Half vijf weer een run op mijn blauwe hengel. Schub 9,6 kilo, mag gelijk weer zwemmen. Ik slaap uit tot zeven uur, vul mijn petroleumkachel bij en ga koffie zetten. We zetten na de koffie de vissen op de foto en eten daarna wat tosti’s. Bjorn moet straks naar huis want hij moet morgen werken. Ik besluit mijn laatste nacht gewoon nog te blijven en nog een keer te verkassen naar de stek van Bjorn, want daar zit overduidelijk veel meer vis. Je hoort ze er elke nacht uitkomen en terugvallen. Aan mijn kant veel minder. Als Bjorn om half een weg rijd, gooi ik mijn stokken even later links van het eiland op het open deel. Uitgooien want er zijn nog vissers aan het water dus uitvaren kan nog niet. Half vier loopt er plotseling toch een af. Ik land een spiegel van 12,8 kilo, juist als Le President langskomt. Le President is degene die elke dag langs komt om de vergunningen af te rekenen. Ik moet van zondagochtend  tot donderdagmiddag 58 euro afrekenen. Vorige keer was ik voor een dag minder 78 euro kwijt. Als hij vertrokken is vaar ik al mijn stokken uit en als ik daar mee klaar ben is de blauwe al weer vertrokken. Ik land een haast gele spiegel van 11 kilo. Zo gaat het lekker. Ik eet met enige tegenzin mijn laatste kant en

klaar menuutje (nasi met saté) en drink er een pak ananassap bij op. Ondertussen lees ik de Spiegel. Klokslag 19.00 meldt zich een andere spiegel. Blauw is favoriet deze sessie want ook deze vis komt op die hengel. Meten is een formaliteit want bijna alle vissen meten 80 centimeter. Ook deze is slechts een centimeter langer en weegt 13,4 kilo. Iets beter, maar ik wil ook graag een dertiger vangen. Toch maar in de zak voor op de foto, want het is mijn grootste tot nu toe. Ik ga weer slapen rond acht uur want als ik net zo’n nacht krijg als Bjorn, slaap ik niet veel. Ik ben uiterst verbaasd als ik half zes wakker wordt en er niks gebeurd is. Gisteren aan het einde van de middag nog volop actie en daarna niks meer, terwijl Bjorn zijn 5 aanbeten kreeg tussen half negen ’s avonds en zes uur ’s ochtends. Ik vaar nog twee hengels opnieuw uit op de stekken waar ik de meeste kansen verwacht. Mijn eilandstok en de linker hengel aan de kant, laat ik met rust. Daarna kan mijn voerboot terug de kist in. Als ik enkele piepen hoor op mijn eilandstok (dat gebeurt al met enige regelmaat sinds vannacht) ga ik op onderzoek uit. Er zal wel wat in de lijn hangen. Ik zie niks en besluit de stok binnen te draaien. Er hangt wat aan, maar ik weet niet wat. Het beweegt wel. Brasem, en wat voor eentje. De absolute koning onder de brasems van heel Frankrijk en die hangt er dus waarschijnlijk al sinds gisterenavond aan. Om half elf en kwart voor elf krijg ik weer twee runs snel achter elkaar op de hengels die ik vanochtend opnieuw heb uitgevaren (wit en blauw) de blauwe is goed voor een schub van 11, de witte een schub van 7,7 kilo. Daarna is het over, maar het is ook goed zo. Ik ben tevreden met het resultaat van deze sessie met acht karpers en een steur en vis mijn sessie uit.

 

De week erna is het dagsessies geblazen. Op vrijdag de dertiende rijd ik naar de Paalse plas met Ruud in mijn kielzog. We vissen een sessie vanaf de lange kant waarbij ik veel actie krijg van brasem op het deeg dat rond mijn boilies gekneed is. Als ik het weg laat en Veku boilies aan mijn montages hang, is de aandacht voorbij. Er komt ook geen vis op de kant. De volgende dag rijd ik in het schemerdonker naar de IJzeren Man in Weert. Daar zit ik gedurende 3 uur te blanken en kom toch nog een hoop te weten. Aan het einde van mijn vistijd zie ik iemand opbouwen op het strandje aan de zuidkant. Als ik poolshoogte ga nemen blijkt het Harrie van de Rieth te zijn. Ik krijg een kort relaas van zijn voorgaande twee winters die hij hier viste. Spodden met hennep, pellets en tonijn bracht hem veel vis op de kant. De spiegels die er 3 jaar geleden zijn uitgezet werden afgelopen winter gevangen tussen de 10 en 13 kilo. Dat kan dit jaar dus nog wel wat meer zijn. Bij thuiskomst kook ik mijn laatste kilo’s hennep en twee kilo pinda’s. Pellets en grondvoer worden klaargezet voor mijn eerstvolgende sessie op dit water. Misschien dat dit mijn wintervisserij een extra boost kan geven, want de kanalen worden in die periode steeds moeilijker.

 

Zaterdag 21 november. Een goede dag want ik heb een mail in de mailbox waarin ik gevraagd word als testvisser voor een nieuw boiliemerk. Freezerbaits, pellets en kant en klare particles gaan het assortiment bepalen. Verse ingrediënten en boilies in de maten 20 en 25 mm. Ook 14 is mogelijk. Ik word een van de 3 testvissers en als alles goed gaat is een onbeperkte aasaanvoer mogelijk. We gaan het zien. Ik vis samen met Bjorn een nacht op het gat. Het is november maar voelt als september. We zitten in een truitje aan het water, maar na achten wordt het toch frisjes. Helaas laten de vissen het vannacht afweten. Maakt niks uit. Het sponsorcontract maakt alles goed en volgend jaar wordt pas écht het jaar van de waarheid. Vanaf maart starten met 100 kilo freezers in de diepvries en dan rustig het jaar in. We gaan het zien mensen.

 

Op vrijdag de 27e vis ik nog een dag op de Paalse plas. Ik heb mijn zinnen gezet op de brugstek, maar die is helaas bezet. Ik wijk uit naar de stek van Lavigne omdat ik daarvandaan toch op een van de stekken kan vissen die ik in mijn hoofd heb. Ik vis met Brians boilies maar zelfs die maken vandaag het verschil niet. Na een natte dag met tien visuren ruim ik op en ga naar huis. Vanaf volgende week eens naar de IJzeren Man. Kijken of ik met spodden of met klein aas uit de voerboot de vis wel kan vangen. Op zondag de 29e rijd ik, even na het aanbreken van de dag, naar Weert. Mijn doel is de IJzeren Man, waar ik de komende winter mijn visserij eens wil gaan uitoefenen. Volgens diverse bronnen wordt hier ook ’s winters redelijk gevangen. Aangezien mijn winterse ervaringen op het kanaal de laatste jaren knap teleurstellend zijn geweest, reden te meer om deze optie eens verder te onderzoeken. Via een modderig pad kan ik tot vlak achter het water komen. Ik heb mijn zinnen gezet op de zuidoosthoek van het water. Dit deel ligt immers bij ongunstige winterwinden het meest in de luwte. Op de achterbank liggen een peilhengel, mijn voerboot en een emmertje spodmix. Ik heb hennep, pinda’s en zoete maïs samengevoegd met wat gebroken boilies, gecrushte pellets en twee soorten grondvoer. Het geheel is op smaak gemaakt met een blikje tonijn, wat zout en chilipoeder. Nadat ik wat heb rondgegooid met mijn peildobber, merk ik dat het wier op een afstand van 35 meter uit de kant, wat minder aanwezig is. Tussen mij en de kant ligt nog wel een strook, maar deze is al flink aan het afsterven. Verder weg staan nog teveel waterplanten om lekker te kunnen vissen en er zeker van te zijn dat mijn haak geen vuil oppikt. Ik zal mijn tactiek hier zeker op moeten afstemmen. Wat funnelweb en een beetje stickmix moeten mijn haak vuilvrij kunnen houden. Terwijl mijn peildobber zijn oranje kop fier boven water houdt, vaar ik met mijn voerbootje enkele keren op en neer. Een keer links en een keer rechts van de tijdelijke marker. In totaal vindt een kilo spodmix zijn weg naar de bodem op twee aantrekkelijke stekken. Mijn linker hengel is gericht op een berk rechts van het strandje, de rechter heeft een andere berk gevonden recht vooruit. Met een goed gevoel rijd ik even later naar het botenhuis. Even een bak koffie met de aanwezige (vooral bejaarde) vissers. Terwijl ik met een dampende kop koffie onder mijn neus over het water kijk, zie ik tot driemaal toe een spiegel helemaal uit het water komen. Die heeft er zin in. Ik ook! Volgende week gaan we het eens proberen. Hopelijk lukt het me zaterdag om nog even een beetje voer op de stek te droppen. Zondag 6 december wordt hopelijk een goed gevulde Sinterklaasochtend voor me. Mijn winterlaarzen staan al klaar.

 

Het pad naar de IJzeren Man is behoorlijk drassig. Mijn auto ziet er na 100 meter al uit als na een etappe Camel Trophy. Met veel stuurmanskunst weet ik de stek bij de IJzeren Man te bereiken. Ik kan de twee linker wielen op het fietspad parkeren waardoor ik voldoende grip heb om straks weer weg te kunnen. Ik laad mijn kar vol en volg het bospad naar mijn stek die 100 meter verderop ligt. Ik werp de markerhengel op de stek en tuig mijn hengels op. Als ik daarmee klaar ben is het net licht genoeg om mijn rigs uit te varen. De eerste gaat prima, maar de tweede hengel niet. Ik drop mijn rig over de lijn van de markerhengel heen en als ik mijn marker binnendraai, heb ik ook mijn montage in een vogelnestje op de kant liggen. Ik moet mijn lijn doorknippen omdat ik de zaak niet uit de war krijg en opnieuw optuigen. Om acht uur liggen beide hengels erin. Drie meter gevlochten lijn heeft de eerste sessie niet overleefd. Om half negen staat ook mijn paraplu en is de omgeving rondom mijn stek wat opgeruimd. Ik pak mijn thermoskan en ga er eens voor zitten. Wat opvalt is dat er redelijk veel meerkoeten op het water zitten. Verder is er nogal wat ander gevogelte te zien. Wat zwanen, ijsvogeltjes en een aalscholver zwemmen of vliegen voorbij. Op de kant is het een uurtje later ook druk. Er is een hardloopwedstrijd en ik tel 203 recreatieve lopers die achter mijn stek door stampen. Dik, dun, jong, oud, mannen en vrouwen. Allemaal besteden ze hun zondagochtend aan een sportieve inspanning. Ik zit op mijn stoel en bekijk het geheel hoofdschuddend, met een peuk in het hoofd en een warme mok koffie in de hand. Dat bevalt mij een stuk beter. Rond half twaalf krijg ik een zakkertje op mijn linker hengel. Ik twijfel of een van de meerkoeten de boosdoener is. Ik draai mijn lijn iets strakker en ga weer zitten. Tien minuten later, als Bjorn gearriveerd is, gebeurt dat nog eens. Ook nu zet de beet niet door en zie ik wederom enkele meerkoeten aan de oppervlakte boven mijn hengel. Om één uur draai ik mijn rechter hengel binnen en gooi ik een beetje in de rondte, om te kijken waar ik wat verder weg nog een wiervrije plek kan vinden. Die vind ik voor beide hengels op zo’n 55 meter uit de kant. Ik zet de lijn vast achter de lijnclip voordat ik binnen draai. Als ik volgende week terugkom kan ik ze uitvaren tot aan de clip. Voordat ik inpak voer ik het restant boilies, zo’n 200 gram, met de pijp verspreid over beide stekken en vaar ik met mijn voerboot de restanten van de spodmix naar mijn linker stek. Vrijdag heb ik een vrije dag. Eens zien of we dan vis kunnen verleiden.

 

Op vrijdag rijd ik weer over hetzelfde modderige pad, het bos achter de IJzeren Man in. Mijn kar wordt snel beladen en even later ben ik weer bij mijn stek. Om acht uur liggen beide hengels erin. Allebei met een funnel webje rond de rig en een extra zakje voer aan de haak. Om half tien vang ik een winde en voor de rest van de dag gebeurt er verrekte weinig. Totdat het een uur of half vier is. Ik besluit te gaan plassen. Dat had ik nou nog net even uit moeten stellen, want terwijl ik de laatste druppels aan het wegdruppen ben krijg ik een volle fluiter. Ik ben veel te laat bij mijn hengel onderaan het talud en heb direct contact met de vis. Helaas voel ik dat de lijn al door een wierbed heen loopt. Na een minuut of vijf van kleine stukjes drillen en weer vastzitten, lost plotseling de haak. Balen! Na 7½ uur eindelijk beet en dan een losser. Ik smijt mijn rig globaal op dezelfde plek en ga maar weer roken. Tien voor vier besluit mijn rechtse hengel me nog een kans te geven. Ditmaal ben ik er veel eerder bij en na enkele minuten kan ik het net onder een schubje schuiven. Met 82 centimeter en 8,2 kilo geen grote, maar wel de tweede aanbeet en mijn eerste vangst van een nieuw water. Tevreden pak ik in en rijd naar huis. Volgende week vorst. Hopelijk kan ik dan nog wel ergens vissen. Ik wil in elk geval proberen om ook eens aan de wegkant te gaan zitten, want het pad naar de stek en de tocht door het bos zijn niet gemakkelijk. Als alles dichtvriest kan ik altijd naar de centrale. Nog 3 weken en dan zit 2009 er weer op en kan ik me op gaan maken voor een seizoen met meer kans. Stekken en wateren waar gevangen wordt in de diverse jaargetijden zijn inmiddels duidelijk en ook de betere aasvoorziening via mijn sponsorschap moet hierbij gaan helpen.

 

Op zaterdag 19 december rijd ik om half acht weg thuis. De thermometer van mijn auto geeft min negen aan, maar als ik de snelweg opdraai is het al gedaald tot -11. Ik lijk wel gek. Ik rijd naar de warmwaterlozing bij de centrale en gelukkig zit er niemand. In eerste instantie zet ik mijn paraplu en kachel neer. Het voelt hier met de wind wel -15 en de kou gaat tot op het bot. Ik vaar mijn beide hengels een stuk naar links het warme water op en merk tot mijn tevredenheid dat de watertemperatuur 11 graden is. Helaas is het op de kant 22 graden kouder en lijden mijn baitrunners daar ook onder. De gevechtsslip wil niet meer in werking treden omdat het vet in de molens bevroren is. Dit type molens staat daar ook om bekend. Volgende keer mijn Daiwa stokken met mijn Amerikaanse baitrunners maar meenemen, die kunnen er wel tegen. Om negen uur ligt alles erin en kan ik onder mijn paraplu gaan zitten. Daar is in elk geval de kou een stuk minder en kan ik genieten van mijn thermoskan koffie en een peuk. Om tien uur komt er een jongen uit Moergestel langs. Hij wil hier eigenlijk een paar nachten pakken. Ik vertel hem dat ik vanmiddag rond drie uur ga opruimen en dat hij dan de stek kan overnemen als hij wil. Een paar nachten met deze temperatuur. Ik dacht dat ik de enige debiel was. Om elf uur komt Bjorn om nog een paar uur mee te vissen. We proberen het tot een uur of drie, maar er gebeurt niks. Als ik ga inpakken komt ook de jongen uit Moergestel weer terug. Ik vertel hem dat ik hem een echte bikkel vind en dat ik hem minstens een mooie vis gun. Als ik even later inde auto zit, met de kachel op 24 graden, ben ik blij dat ik onderweg naar huis ben. Het was eigenlijk te koud en ik heb frostbite aan enkele vingers opgelopen. Toch belet me dat nog steeds niet om te gaan. Woensdag terug en hopelijk dan meer succes. Het is ook gaan sneeuwen en het zou mooi zijn als ik woensdag met een laatste beer in de sneeuw op de foto kan. Ik vind dat ik het dit jaar ook zeker verdiend heb.

  

Het wordt dinsdag. Ik vis ook nu weer 7 uurtjes bij de centrale en ook nu is het water 11 graden. Op de kant is het inmiddels gaan dooien. Het ijzelt een klein beetje en de temperatuur is 1 a 2 graden boven het vriespunt. Ik heb mijn Daiwa hengels weer eens tevoorschijn gehaald en geniet van de spat strakke stokken op mijn rodpot. Ook vandaag kan ik geen aanbeet versieren en ik hoop eigenlijk dat het ijs snel smelt op de wateren rondom weert. Ik wil mijn laatste sessie van dit jaar liefst op de IJzeren Man doorbrengen. Ik denk dat ik daar met mijn spodmix een goede kans maak om het jaar met vis af te sluiten. Het urentotaal zal dit jaar rond de 700 uur zitten. Zondag of maandag nog maar eens een dagje proberen.

 

Het wordt dinsdag de 29e. Ik heb gisterenavond een telefoontje gehad dat de Paalse plas aan het dichtvriezen is. Ik heb mijn auto al gepakt en had als reisdoel de golfkant in mijn hoofd zitten. Omdat ik eigenwijs ben wil ik met eigen ogen zien dat er niet te vissen is. Misschien is er een windwak waar ik mijn lijnen kan uitvaren. Als ik aankom blijkt de plas inderdaad helemaal te zijn dichtgevroren en krijg ik zelfs met mijn vingers nauwelijks meer een gat in het ijs geduwd. Ik rijd terug naar het Albertkanaal en verken de stek waar Dimitri in het voorjaar weer 2 vijftigers heeft gevangen. Helaas is de stek dermate ontoegankelijk dat ik niet met de auto bij het water kan komen. Daarnaast ligt de kade anderhalve meter hoger dan het kanaalwater dus het scheppen van een vis is hier geen sinecure. Ik besluit naar de ingang van de Sibelco put te rijden en de obstakelstek te bevissen. Van half tien tot half vijf doe ik mijn best om een beet te forceren, maar de laatste sessie van het jaar is ook mijn laatste blank. Een dag later, haal ik Demaine uit de Maas omdat ze hoognodig aan een beurt toe is. Schuren, schilderen en opknappen zullen de komende weken aan de orde zijn om haar volgend voorjaar weer te kunnen gebruiken.

Ik had voor dit jaar geen enkele planning gemaakt en heb vooral gevist op mijn gevoel. Waar de wind me heen blies heb ik mijn lijnen natgemaakt, daarbij wel steeds de afweging gemaakt waar ik de beste kansen zou hebben. De beschikbare vistijd was dit jaar minder, zeker in de periode dat ik in Roosendaal werkte. Veel uren reistijd en weinig planning leverde toch nog een gemiddeld seizoen op. De eerste helft van het jaar was ronduit slecht. Ik ving in de eerste zes maanden slechts vier vissen. De laatste 6 maanden waren dus veel beter, terwijl vroeger mei en juni mijn beste maanden waren. Ook in januari ving ik vaak redelijk. Nu had ik in januari en mei geen enkele vis. Volgend jaar heb ik de kans om het allemaal wat beter te plannen en om ook meer voorbereid naar voorgevoerde stekken te gaan. Het jaar 2010 kan een topjaar worden. Het werk laat meer ruimte, het materiaal is in orde, we weten in grote lijnen waar we heen willen, het aas komt ook helemaal goed door mijn sponsorschap en de motivatie kan niet beter. Volgend jaar gaan we voor resultaten via een uitgekiende planning.