Seizoen 2014

 

Op zoek naar nieuwe uitdagingen.

 

Dit jaar gaan Bjorn en ik ons wat meer richten op afgesloten water. Meer specifiek op grindgaten en plassen. Hoewel we ook de Maas nog niet helemaal de rug toe kunnen keren, willen we het merendeel van het jaar toch op wat vergeten watertjes en plassen in de buurt onze slag gaan slaan. Niet dat we de rivier of de kanalen helemaal beu zijn, maar we zijn toe aan nieuwe uitdagingen. In het afgelopen jaar hebben we al een beetje geproefd aan dit soort visserij en dat smaakt naar meer.

De eerste sessie van het jaar vis ik zoals gebruikelijk op nieuwjaarsdag. Mijn equivalent van de Nieuwjaars duik, noem ik het maar. Ik vis achtereenvolgens anderhalf uur bij de spoorbrug en daarna nog op twee stekken op het Wessems. Helaas krijg ik geen enkele run en dat komt niet omdat het weer zo slecht is. De temperatuur zit op zes graden, maar er staat wel een koude zuidenwind. De eerste sessie levert dus niks op, maar vrijdag als we de eerste sessie op het vakantiepark gaan vissen, zou er toch vis op de kant moeten kunnen komen. Ik ga maar weer eens wat rommelen met een aantrekkelijk wintermixje van pellets, zachte mais, melasse, grondvoer en wat gebroken boilies. Game on. Vrijdag de 3e ga ik samen met Bjorn een nachtje vissen op het vakantiepark. Het is ongewoon warm voor de tijd van het jaar want de thermometer wijst maar liefst 13,5 graden aan. Er zijn wat jongens aan het opruimen en die hebben de hele dag geblankt, maar een dag eerder zijn er meer dan tien vissen gevangen. Ik voer met mijn voerbootje wat wintermix vrij compact rond het haakaas. Een hengel gaat halverwege het water, een op 2/3e en eentje nagenoeg tegen de overzijde waar niet gevist mag worden. Bjorn vist een hengel in het open water en een tegen de waterfietsen. Daarna gaan we buiten zitten omdat het nog zo’n lekker weer is. Als het donker begint te worden zien we in de verte af en toe wat geflits dat duidt op een naderend onweer. Even later zitten we onder mijn oval en als de eerste dikke druppels vallen steekt ook de wind op. Even later waait het zo hard dat mijn overwrap los raakt. Bjorn besluit even bij zijn oval te kijken hoe het er daar voor staat en als hij net weg is komt er een windvlaag op orkaankracht. Terwijl ik de banksticks aan de voorkant van de tent stevig beet houd, word ik met tent en al achterover van mijn stretcher geblazen. Ondertussen vallen er grote hagelklonten om me heen en is het kalme water voor me veranderd in een kolkende massa met golven van een halve meter hoog. Mijn oval is binnenstebuiten gewaaid en met veel moeite kan ik er mijn spulletjes half mee bedekken. Wat een weer ineens. Vijf minuten later zwakt de wind weer even snel af als hij gekomen is en kan ik de zaak weer opzetten. Het eindresultaat is dat ik weer redelijk droog kan zitten, maar een bankstick is krom, ik mis enkele haringen en mijn slaapzak is behoorlijk nat van de smeltende hagel die erop ligt. Om elf uur krijg ik enkele piepen op mijn middelste hengel en ik weet een brasem te vangen. Daarna vaar ik met de voerboot mijn aas weer opnieuw uit. De rest van de nacht gebeurt er niets meer en kunnen we onze eerste nachtelijke blank van het jaar noteren. Omdat Bjorn drie weken bij zijn nieuwe werkgever in Duitsland zit, zal ik de rest van januari alleen moeten gaan vissen. Ik voer een stek aan, achter op het water in de buurt van de pizza hut en zal dat komende week nog twee keer herhalen. Vrijdag de 10e volgt dan nacht twee op dit water.

 

Zoals gepland voer ik woensdag en donderdag na het avondeten een pond boilies. De meeste wat geconcentreerd rond drie stekken en ongeveer ¼ ertussenin goed verspreid. Vrijdag vaar ik om vier uur mijn eerste hengel uit. Voordat de voerboot terug is loopt de lijn al strak en vang ik de eerste van het seizoen. Een piepklein torpedoschubje van een kilootje of zeven. Om vijf uur volgt de tweede, half negen de derde en om half elf krijg ik zelfs een dubbele run van vis(je) vier en vijf. Daarna blijft het rustig tot een uur of drie. Weer een scharrelschubje. Tot nu toe loopt het formaat uiteen van 7 tot 10 kilo. Kwart over zes mag ik er alweer uit en om kwart voor acht vang ik de laatste van deze ongelooflijke nacht. Niet groot, geen spiegels, maar echt bijzonder welkom. De eerste acht van het seizoen zijn binnen. Volgende week eerst naar het botenhuis en aansluitend een nachtje kanaal bij de sluis. Daar voer ik net als afgelopen week na afloop van mijn huidige sessie en voer ik door de week nog twee keer. Ik pas de voerhoeveelheid iets naar beneden aan, want het bestand op het kanaal is een stuk minder groot.

 

Vrijdag de zeventiende, rijd ik eerst naar mijn stek om vast wat boilies in het water te gooien, alvorens ik doorrijd naar het Botenhuis. Vanavond is er een lezing van Pieter Bosseloo en daar ga ik naartoe voordat ik de rest van de nacht aan het kanaal ga zitten. Ik bekijk het eerste deel maar dan tijdens de pauze wordt de roep van het water te groot en ik besluit het deel van na de pauze maar over te slaan. Om half elf liggen mijn hengels erin en een half uur later ben ik volledig geïnstalleerd. Ondanks drie keer voorvoeren gebeurt er de hele nacht en ochtend niks en kan ik na twaalf uur effectieve vistijd met een blank naar huis. Toch voer ik hier nog een weekje door en probeer het volgende week nog eens. De reden hiervoor is dat ik mijn quotum voor januari wel binnen heb en dat op dit stuk nog een gewichtige verrassing rond zwemt. Daar wil ik graag een kans op maken want vissen van ruim 26 kilo zijn niet dik gezaaid in Nederland.

 

Een week later ben ik er terug. In de tussenliggende tijd heb ik de stek regelmatig van wat voer voorzien, maar vanwege de blank van vorige week de hoeveelheid nog wat teruggeschroefd. Om vijf uur liggen drie stokken op hun plek en even later brand mijn petroleumkachel in mijn onderkomen. Ik lees wat, eet wat, drink een biertje rook een peuk en speel wat met mijn iPad om tijdens de vroeg invallende duisternis de saaiheid wat te verdrijven. Er passeert een boot en ik twijfel of ik opnieuw moet ingooien. De boot ligt diep, maar vaart stapvoets omdat de sluis dicht ligt. Ik besluit de handel te laten liggen en de boel niet extra te verstoren. Morgen zie ik wel of het een juiste beslissing is geweest. De nacht verloopt redelijk snel, hoewel diverse geluiden me regelmatig uit mijn slaap halen. Er gaat een soort van bel bij de sluis, er rammelt een alarm aan de overzijde bij de betonfabriek en over de weg komt vrij veel verkeer langs razen. Niet echt rustig, dus. De volgende ochtend sluit ik mijn sessie af met een blank. Van de drie hengels waren er twee die blad en gras hadden opgepikt, maar mijn linker hengel lag er prima bij. Volgende week samen met Bjorn. 

 

Op vrijdag de 31e januari, vis ik samen een instant sessie met Bjorn vanaf het betonplaatje aan de viersprong. Door de passerende boten kunnen we in eerste instantie alleen elk met een kanthengel vissen en pas tegen half tien kunnen de andere hengels erin. De hele nacht levert niks op, dus probeer ik de zondagochtend nog een visje te vangen op de Noorderlaan. Daar loop ik Patrick Cox tegen het lijf, maar ondanks het zonnige weer kan ik ook hier, op een brasem na, niks vangen. Volgende week naar de beurs in Zwolle.

 

De twintigste editie van Carp was erg leuk. Vrijdagochtend rijd ik met de auto naar Zwolle en rond kwart over elf ben ik daar. Rolf en Hans arriveren even na twaalf uur en we richten samen met Stephen de Daiwa stand in. In de middag kijken we een beetje rond en halen vast een groot deel van de prijzen op. Zaterdag en zondag zijn allebei nieuwe records qua bezoekersaantallen. Respectievelijk 7600 en 7300 man vinden hun weg naar de IJsselhallen. Als ik zondagavond in de auto onderweg naar huis ben, kijk ik terug op een mooi weekend. Een nieuwe slaapzak, drie boeken, lijn, haken, onderlijnmateriaal en nog wat ander klein spul liggen op de achterbank en bij Daiwa ligt een bestelling voor een nieuwe stretcher en een klein tasje. Volgende week gelukkig weer vissen, want het is nog steeds geen echte winter.

 

Zaterdag de vijftiende maak ik vroeg in de ochtend wat mix aan voor in de funnelweb die ik als extra attractie aan mijn haak wil hangen. Omdat Nicole gisteren jarig was, vissen we een nacht later dan normaal. Bjorn is gisteren even koffie komen drinken en heeft bij het weggaan wat boilies en mijn voerpijp meegenomen. We gaan naar Asselt en hij gaat er vandaag nog een beetje voeren. Volgens de weersverwachting wordt het 13 graden en zal de komende nacht de temperatuur niet verder zakken dan een graad of 6. Wicked! Ik hoop dat de nacht iets moois voor ons in petto heeft. We spreken af om rond vier uur op de stek te zijn. Dat lukt prima, maar helaas zal de nacht zonder een enkele aanbeet voorbijgaan. Het weer is goed voor de tijd van het jaar, maar de lichtintensiteit en zonkracht zijn nog onvoldoende.

 

Een week later vissen we weer op onze vertrouwde vrijdagnacht. Deze keer vissen we op de ingang van een grindgat en zijn de verwachtingen bij aankomst weer huizenhoog. Ik peil zorgvuldig waar ik mijn kantstok wil neerleggen en vind een mooi plekje dat net wat dieper is dan de rest. Ik verspreid wat grondvoer naast het haakaas en strooi wat boilies in het rond. De andere hengel gaat naar de overzijde midden voor de ingang van een klein kommetje. Even later arriveert Bjorn die links van mij plaatsneemt en zijn stokken in het midden van de plas en links tegen een overhangende boom legt. Daarna bieren en kletsen we de avond door en bespreken onze voorjaarssessie. We besluiten enkele opties nog wat verder uit te werken. Aan de ene kant trekt Oostenrijk enorm, maar we vinden op internet eigenlijk geen enkel water waar ook ’s nachts gevist mag worden. Ook weet ik nog enkele watertjes die iets verder weg liggen dan de wateren waar we nu steeds heen zijn geweest. Ergens iets tussen de 650 en 800 kilometer is mooi voor de eerste volle week van april.

 

Op de dinsdagavond vis ik drie uurtjes bij de spoorbrug in Weert. Op zondag heb ik ook al gevist, op de IJzeren Man, maar op beide stekken blank ik. Dat is op zich niet zo erg, maar als ik elke maand vis wil vangen dit jaar ben ik nu afhankelijk van de komende vrijdagnacht. Ik heb Bjorn gevraagd om te voeren bij het botenwerfje met verse SS Red boilies die we zaterdag opgehaald hebben bij Pascal. Ik denk dat ik daar een redelijk goede kans op vis maak, want op de grindgaten hangen ze nu niet.

Vrijdag 28 februari, rijd ik naar de botenwerf. Ik kijk eerst vanaf welke zijde ik de stek zal bevissen. Rechts van de werf ligt een gelikt grasveldje. Lekker vlak, kort gras en bijzonder goed bereikbaar. Vanaf de auto is het nauwelijks 60 meter lopen. De andere kant betekent een tocht van 250 meter over een drassig stoppelveld waar maïs gestaan heeft en een licht hellende en ruige plek om te zitten. Toch kies ik voor de laatste optie, gewoonweg omdat ik scherper kan vissen vanaf die kant en het er ook een stuk rustiger is. Om tien voor acht gebeurt het. Mijn rechterhengel piept een paar keer en loopt dan door. Ik heb de hengel vrij snel in de knuisten en dril de vis tegen de stroming in. Even pakt hij de andere lijn op, maar alles gaat goed en na een minuut of vijf ligt mijn eerste Maasvis van het jaar op de onthaakmat. Ruim 25 pond is goed genoeg en betekent op de valreep vis in februari. Yes! Verder vang ik in het holst van de nacht nog een winde op dezelfde hengel. Als ik het beestje onthaak slaat de torenklok drie keer. Wat een tijd. Om half zeven ben ik wakker. Ik hoor tot tweemaal toe een vis draaien op de voerstek en krijg enkele piepen, maar er gebeurt niets meer. Tevreden pak ik in en vang de lastige tocht van de terugweg aan. Dit smaakt naar meer.

 

Vrijdag 7 maart ga ik ’s middags eerst nog even met Marianne naar de verjaardag van Esther die 49 wordt. Rond kwart over drie loop ik naar huis, kleed me om en rijd naar de haven. Vandaag gaan we voor het eerst weer met de boot weg. Als ik in de buurt van de haven ben, bedenk ik me dat mijn benzinetankje nog thuis in de garage staat. Die ben ik vergeten in te laden. Ik bel Bjorn om te kijken of hij zijn motor mee kan nemen, maar hij heeft hem uitgeleend en we zullen dus een andere stek moeten gaan bevissen. Gelukkig is er deze week niet gevoerd, omdat Bjorn geen tijd had en moesten we dus toch al instant. Een stukje verder onderweg naar de haven kom ik langs de weg naar de centrale. Ik bedenk me dat dit wel eens een goed instant alternatief kan zijn. Bjorn is dat met me eens en even later rijden we het weiland in om uit te laden. Het is Bjorn zijn beurt om te kiezen aan welke kant hij wil zitten. Mij maakt het niet uit want op beide kanten weet ik exact waar ik mijn hengels neer wil leggen. Bjorn kiest voor links en ik zit dus aan de kant van de Maas. Mijn rechter hengel gaat zover mogelijk naar de kop aan de overzijde en mijn linker richting de paal aan de overkant. Iets korter dan de andere hengel. We zitten wat in mijn tent en bespreken de komende Frankrijksessie die over vier weken van start gaat. Ik heb een mooi water op het oog met een goed bestand en ook nog met dikke vissen. Mijn vismaat kan zich ogenblikkelijk vinden in mijn keuze en zo fantaseren we een beetje over de mogelijkheden en kansen die we daar gaan krijgen. Rond tien uur gaan we slapen. Vijf uur later word ik gewekt door een striemende run bij het kopje. Even later kan Bjorn het net onder mijn tiende schub van het jaar schuiven. Twee ons zwaarder en even lang dan mijn vorige Maasvis. We nemen enkele foto’s en dan mag het visje weer zwemmen. De rest van de sessie gebeurt er niets meer, maar het is goed zo. Nu wordt het tijd dat Bjorn ook eens wat gaat vangen want zijn tellertje staat nog op nul dit jaar. Hopelijk pakt hij dit weekend nog vis op de ondiepe stek in Asselt. Ik zal eens kijken of ik er nog aan toe kom om zondag een paar uur naar de IJzeren Man te rijden. Nog een visje erbij in maart kan zeker geen kwaad.

De plas leverde op zondagochtend geen vis op. Vrijdag de 14e vis ik een sessie bij de waterscouting op de Maas, waar Bjorn drie dagen gevoerd heeft. Het weer is best als ik aankom en om kwart over vier liggen mijn hengeltjes te wachten op een beet. Dat gebeurt vooralsnog niet en pas als we slapen, krijgt Bjorn die 300 meter verder zit een aanbeet die hij verspeelt. Een lijnbreuk zodra hij zijn hengel oppakt. Hevig balend kruipt hij terug de zak in. Zijn eerste kans op een vis dit jaar en hij verspeelt zijn eerste aanbeet door botte pech. Mijn kans komt iets na half vijf. Ik ben net wezen plassen en rook een sigaret op de rand van mijn stretcher, als ik op mijn linker hengel enkele snelle piepen krijg. Terwijl ik zit te kijken zakt en stijgt de waker enkele keren. Ik kom net van mijn stretcher af met de gedachte een winde of brasem te gaan onthaken, als de weifelende piepen zich ontwikkelen tot een volle run. Damn, het is toch een karper. Ik zet de haak en probeer met mijn vinger langs de spoel de vis wat af te stoppen. Na vijf seconden, terwijl de molen nog lijn afgeeft, rolt de vis van de haak. Ook mijn kans is verdwenen, weg! Bij mij gebeurt er de rest van de sessie niks meer, maar Bjorn weet tijdens het inpakken nog een schub te vangen die net over de dertig pond gaat. Goed gedaan maat. Gelukkig heb jij nu ook vis. Onderweg naar huis rijd ik langs de plas in Weert en voer krap een pondje boilies op een andere stek dan vorige week. Zondag ga ik nog eens terug.

 

Zowel die zondag als de vrijdag erna, kan ik een blank bijschrijven in het logboek. Op de plas in Weert word ik alleen door de sterke zijwind geconfronteerd met geluid uit mijn beetverklikkers. Bij de werf in Roermond komt het zowel door de wind als door windes en een meerkoet. Bjorn die ook een nachtje bij aan de Maas zit vangt er eentje midden in de nacht. Ondanks drie dagen voeren is het bij hem dus ook een toevallige passant en geen vis die zich op de voerstek heeft volgevreten. Jammer, maar over twee weken gaan we waarschijnlijk voor een vijftal nachten naar Lac de Varennes en daar kunnen we het eens deftig aanpakken. Weinig lijnen, veel voer en het anders doen dan de andere vissers daar, moet ons succes gaan brengen. Ondertussen kijken we ook nog naar wat andere wateren die interessant zijn. Je weet immers nooit van te voren of het er druk is of niet.

 

De laatste vrijdag van maart vissen Bjorn en ik een nachtje met de boot op de plas. Het inladen gaat niet makkelijk. Er ligt veel modder en ik glijd onderuit met mijn motor als ik naar het water loop. Niks beschadigd, alleen mijn ego! Helaas draait de buitenboordmotor die ik vorig jaar heb aangeschaft niet lekker. Ik moet hem steeds meerdere malen aantrekken, maar hij valt telkens na een paar honderd meter varen uit. Het is net of hij onvoldoende brandstof krijgt. Op de dijk, herleven de tijden van weleer. Zittend op ons emmertje en kijkend over het water genieten we met volle teugen. De nacht loopt helaas uit op een blank en ook de terugweg verloopt net zo moeizaam als de heenweg. Alleen als door regelmatig in het balletje van de slang te knijpen, kunnen we door blijven varen. Terug in de haven, met het boekje erbij, wordt duidelijk wat er aan de hand is. Door mijn val is de brandstofkraan halverwege gaan staan en trekt de motor vacuüm op de inwendige tank. Probleem opgelost.

 

April zal beginnen met onze voorjaarssessie. Op zondag de 6e rijd ik in alle vroegte naar het tankstation langs de snelweg waar ik Bjorn zal ontmoeten. Van daaruit moeten we eerst naar Pascal om onze boilies op te gaan halen en van daaruit plankgas door naar Lac de Varennes. De afgelopen weken waren zoals gewoonlijk een hel om door te komen, maar nu is het dan toch zover. Bjorn komt om half zeven. We drinken eerst nog een kop koffie en vertrekken dan naar Pascal, waar we om tien over acht aankomen. We bellen hem zijn nest uit en trekken 100 kilo SS Red uit zijn vriezer. Na de verplichte koppen koffie, we staan immers volledig op scherp en willen naar het water, rijden we om negen uur de straat weer uit. Tussen 12.00 en 12.30 rijden we door Parijs. Ook zonder caravan is het een kuststad om in te rijden, maar daarna gaat het soepeltjes en staan we iets na drie uur in Marcon. Helaas is de Bar Tabac, waar we de vergunningen moeten halen, gesloten. Nou ja, dat komt dan morgen wel. Eerst maar eens naar het water. De stek waar we graag willen zitten is bezet door enkele Franse witvissers die over een paar uur gaan inpakken. In de tussentijd lopen we 5 keer de 200 meter van de Parking naar de stek en terug om de spullen uit de auto te laden. Bjorn heeft helaas de toss gewonnen en mag bij het strand zitten. Omdat we toch in eerste instantie run om run vissen is dat ook niet heel erg. ’s Avonds om zeven uur liggen de hengels erin. Daarna drinken we een biertje en eten we vlees van de barbecue. In het donker halen we de speelgoedboot uit de auto en wegen twee zakken van elk 16 kilo boilies af. Daar gaat er op elke stek eentje van te water. De stekken zijn nagenoeg met elkaar verbonden. Om half twaalf ligt alles erin. Al na twee uur krijgt Bjorn zijn eerste run. Een spiegel van een kilo of elf. De rest van de nacht en ook de volgende dag gebeurt er niets. 

Dat hadden we overigens ook verwacht. Meestal duurt het anderhalf tot twee dagen voordat de voerstek begint te lopen. Op dinsdagmiddag om 16.00 uur heb ik drie brasems en Bjorn een graskarper. We praten elkaar beurtelings moed in, dat het tijd nodig heeft voordat de voerstek begint te lopen. We zijn er ook zeker van dat de volgende vis de mat onder schijt, maar ondertussen knaagt het toch een beetje. Een goed uur later heb ik ook mijn eerste karper... ehh, tje. Een schubje van een kilo of vier op een van Bjorns hengels. Gelukkig van de nul af en zoals voorspeld schijt het beestje in elk geval rode boiliepap uit. Die avond valt de wind weg en zien we hier en daar ook een karper draaien in de buurt van de stek. Als we die avond net op de stretcher liggen vangt Bjorn achter elkaar twee grassen en daarna een schubje. Van die laatste krijg ik niet veel mee totdat ik Bjorn foto’s zie maken. Ik word wakker van het geflits. Hij is ook wat geïrriteerd dat ik mijn nest niet uit ben gekomen, maar vooral ook over de ravage die de graskarpers hebben achtergelaten. Onderlijnen stuk, springen op de mat en stinken. We drinken samen nog een biertje en gaan dan weer liggen. Woensdagochtend om 02.00 uur vang ik een spiegeltje van 10,2 kilo op mijn rechter hengel. He, he, gelukkig ook vanaf mijn eigen hengels vis gevangen. Om tien over half vier vang ik mijn derde vis van de sessie. Een schub die ook nog een stuk lijn met lood en onderlijn meeneemt als bonus. Een echte killer rig met een voorslag van zeker 50/00. Negen kilo schubben mag even later ongefotografeerd terug. Om half zevan als het net begint te schemeren krijg ik zelfs nog een run. Die resulteert in de mooiste vis van mijn sessie.

Een dubbele rijen van eveneens negen kilo. Omdat het bijna licht is laat ik het beestje even op adem komen in de retainer sling. Dan kan ik hem bij daglicht ook nog even op de foto zetten want het is een fotogeniek visje. Om tien uur krijg ik een beet op mijn middelste hengel. Bjorn pakt de hengel op en we zien de lijn traag door het water snijden. Het lijkt een grotere vis. We zien tot tweemaal toe een schim die inderdaad wat groter lijkt, maar dan lost de haak als de vis onder een van mijn andere lijnen door wil zwemmen. Bjorn drilde heel rustig, maar het geluk is niet aan zijn zijde. De hele rest van de dag gebeurt er niets meer. De zon schijnt wel, maar de wind is fris en komt uit alle richtingen. Ook deze nacht, krijgt Bjorn de minste slaap. Hij krijgt zeven runs waarvan er helaas maar een karper op de mat komt. Hij lost er nog eentje en vangt verder vijf grassen. In de ochtend zijn we beiden zwaar teleurgesteld. Bjorn is ook nog een van zijn wakers verloren. Hij baalt van alle grasmaaiers, van het slaapgebrek en vanwege het kwijtraken van zijn waker, maar bovenal balen we samen van een tot nu toe teleurstellende sessie. We hebben samen pas zeven karpertjes met een elf kilo als topper. Gelukkig vindt Bjorn zijn waker terug als we samen nog een laatste poging doen om het ding te vinden. ik zoek met mijn peilhengel naar wat interessante spots en gooi alle hengels opnieuw in. Ik besluit ze tot het einde van de sessie, dus nog zo’n 22 uur, te laten liggen. Misschien dat ik daarmee nog wat kan afdwingen. Van een Franse visser hebben we gehoord dat er veel grote vissen verplaatst zijn naar ander water. Een prive put of een betaalwater. Bah, wat een ellende! In de loop van de dag bespreken we een eventuele najaarssessie waarin we mogelijk onze pijlen eens op onze oosterburen richten. Even later maken we een filmpje, allebei voorzien van een “Duits snorretje”. We passen ons vast een beetje aan. Aan het einde van de middag vangt Bjorn nog een graskarper en daarna krijgt hij in de laatste nacht nog acht runs. Gelukkig zitten er ditmaal ook drie karpers voor hem bij waarvan de laatste twee zelfs heuse twintigponders zijn. Pas na half vijf wordt het rustig en slapen we nog drie uur voordat we beginnen met opruimen. Ook de terugreis verloopt niet als gepland. We hebben 4 files, voordat we weer in Nederland staan en de terugreis duurt daardoor maar liefst 9½ uur. Achteraf was deze sessie de moeite nauwelijks waard. De omgeving, de vis, de teleurstelling van een planning die niet goed loopt wegen niet op tegen de verwachting die we er van tevoren bij hadden. Gelukkig zijn er ook altijd leuke dingen die de herinnering aan een dergelijke sessie ook nog een beetje glans geven, maar daar is nog wel enkele weken voor nodig.

 

Op maandag en dinsdag na mijn Frankrijksessie, vis ik twee avondjes op de vijver aan de Noorderlaan. Marianne is twee avonden bezig met het koor en dat geeft mij de gelegenheid om nog wat bonusuurtjes te vissen deze week. Op de maandag gebeurt er niks. Ik zie alleen aan de linkerzijde van mijn stek een oranje koi kort in de kant. Als ik die avond ga inpakken voer ik er de helft van mijn overgebleven boilies. De andere helft gaat naar het hoekje aan de overkant. Op dinsdag ben ik er terug. Ik zie als ik mijn linkerhengel uitloop alweer de oranje koi maar nu iets verder uit de kant. Ik wacht de hele avond geduldig af en ga na drie uur inpakken. Ik heb net mijn rechter hengel ingedraaid en tegen de auto aan gezet als de koihengel afloopt. Na een korte dril vang ik een spiegeltje van net iets meer dan negen kilo. Justice!

De nacht van 18 april, vissen we op het stiekeme water. We lopen eerst aan het einde van de middag een rondje om het hele water heen om stekken te zoeken. We vinden er slechts eentje bij en denken mogelijk nog een andere plaats te zien waarvandaan we ook nog kunnen vissen, maar omdat het daar te druk is met wandelaars, zoeken we dat onvoldoende uit. We varen met de voerboot alle stokken uit en gaan vervolgens de nacht in. Omdat we best een stuk uit elkaar zitten, zijn we een groot stuk van de tijd ieder op onszelf aangewezen. Omdat de zender van Bjorn een beter ontvangst heeft dan de mijne, zit hij toch nog een aanzienlijk deel van de tijd vlak bij me. De volgende ochtend staat de teller bij mij nog op nul, maar Bjorn heeft om zes uur ’s ochtends een kleinere spiegel gevangen. Vijfentwintig pond mag even op de foto en daarna terug. Na 15 uur houden we het voor gezien. Rondvarend met de voerboot vind ik nog een talud dat slechts op 7,7 meter ligt, terwijl het water er rond omheen tot ruim 13 meter diep is. Hoewel we tijdens ons rondje en vooral tijdens de voerbeurten veel grote vis hebben gezien, levert het nog onvoldoende op. We laten het watertje nog even met rust. Het is, met zo weinig actie, het risico niet waard om gezien te worden.

 

Dinsdag vis ik wederom een korte sessie aan de Noorderlaan. Gedurende drie uurtjes vis ik beide hengels enkele meters uit de oever. Het is een bewolkte en regenachtige avond en er gebeurt niets. Ik zie wel regelmatig vis draaien, maar allemaal net even wat verder uit de kant. Volgende keer toch maar weer een beetje variatie aanbrengen en een hengel kort vissen en de andere het wijd op.

 

Zaterdag 26 april werk ik in Eindhoven. Het is Koningsdag en ik heb de afgelopen nacht niet kunnen vissen omdat ik om zeven uur al weg moest thuis. Het moet dus vanavond gaan gebeuren. Omdat nergens gevoerd is, besluiten we toch nog een keer naar het stiekeme bosmeer te rijden. Bjorn ziet een vis op de ondiepe plaat liggen maar kiest er toch voor om beide stokken naar het eiland te vissen. Een keus die achteraf niet slim blijkt. Ik vis deze keer van de linker stek en moet wel naar het eiland vissen als ik tenminste niet te diep wil vissen. Aan mijn eigen zijde is het talud slechts een tot twee meter breed en dat is wel heel kort onder de top. Ik blank en bel Bjorn om kwart voor zeven om te vragen hoe hij het eraf heeft gebracht. Ook hij heeft niks. Als enkele minuten later de ketel op het vuur staat voor koffie, belt Bjorn al weer terug. Er liggen vijf of zes karpers op de ondiepe plaat links van zijn stek. Daar heeft hij gisteren enkele boilies gevoerd en aan de stofwolken te zien zijn ze die aan het wegvreten. Hij draait een hengel binnen en verwisselt zijn lood voor een 35 grammertje. Toch kan hij in het kraanheldere water niet voorkomen dat de vis argwaan krijgt en de stek verlaat. Een gemiste kans.

 

Woensdag trek ik er na het eten even op uit, maar na ruim een uur en zes stekken verder ben ik alweer terug. Vrijdag is de dag dat we weer naar ons bosmeer rijden, maar Bjorn heeft daar woensdag al een nacht geblankt en het vertrouwen is niet groot. Omdat we echt geen betere optie kunnen bedenken, rijden we toch maar die kant op. Ik vis kort op de rechter stek en Bjorn vist van de linker stek naar het eiland. Midden in de nacht, om half vier, krijg ik een berichtje van Ruud dat een kennis van hem met wie hij een nachtje vist zojuist een schub van 47 pond heeft gevangen. Als ik weer wil gaan slapen hoor ik gekraak in het bos. Te luid voor een konijn. Ik zie niks maar vermoed dat de zwijnen, waarvan ik tot nu toe alleen nog maar sporen en wroetplekken heb gezien, verantwoordelijk zijn voor het gekraak. Na enige tijd val ik toch weer in slaap om rond zes uur wakker te worden. Ik ga op de rand van mijn stretcher zitten om koffie te zetten en zie plotseling een rijtje voortbewegende vormen in het water. Mijn blik is na de slaap nog niet helemaal scherp en ik denk eerst aan wat bruine ganzen, maar de vorm klopt niet. Dan zie ik ineens dat het de koppen zijn van wilde zwijnen die boven water uit steken. Drie grote een stuk of acht biggen in hun kielzog. Ik zie ze aan de overzijde aan land gaan. Een van de drie volwassen dieren is reusachtig en de andere twee zijn ook zeker niet min. Later vind ik de sporen waar ze het water in zijn gegaan. Hoewel de zon mooi op de stek staat komt er geen enkele vis op mijn stek. Alleen een vrouwtjes eend en twee meerkoeten doen zich te goed aan mijn boilies. Om negen uur als ik de auto gehaald heb ga ik inpakken. Bjorn heeft nog een onverwacht gesprek met de boswachter die zich eerst legitimeert, vervolgens zegt dat hier niet gevist mag worden, maar het kennelijk toch oogluikend toestaat. Ze hebben een gesprek over vissen, over de natuur, over de zwijnen en de boswachter biecht op dat hij hier ondanks het zwemverbod ook regelmatig wat snorkelt en duikt. Leven en laten leven?

 

Vrijdag 9 mei varen Bjorn en ik naar de Maasstekken waar afgelopen week door ons gevoerd is. Ik zit op de ingang van het nieuwe gat en Bjorn bevist de tentenman stek. Na een uur hebben we allebei al het idee dat het hier vandaag niet gaat gebeuren en dat we betere kansen hebben aan de ingang van de paaiplas. Na een paar minuten denkwerk over de telefoon, pakken we als een haas in en verkassen. Door de felle regenwind en lichte regen spat het water regelmatig hoog op en worden we allebei zeiknat. Gelukkig is het puntje vrij. Ik heb net mijn hengels staan als er een boot aan komt varen. Eerst door Bjorn zijn lijn en als ik hem wijs op mijn lijnen is de enige reactie die ik krijg: ”Ja, wat!!!”. Dat gebeurt tot drie keer toe. De visser op de boot is compleet over de rooie dat wij hier zijn gaan zitten. Hij noemt me een stekkenpezer, dreigt tot enkele malen aan toe dat hij wel eens van de boot af zal komen (wat hij overigens geen enkele keer doet) en zegt dat hij mij wel kent. Hij is volgens mij dronken en volgens mij heeft hij ook nog gesnoven of zo, want hij gaat volledig door de takken. Als ik hem moet geloven ben ik de grootste klootviool die er op deze aarde rondloopt. Ik houd mensen in de gaten met een verrekijker om te zien waar, en vooral, waarmee ze vissen, om vervolgens met slechts enkele boilies van hetzelfde merk die stekken af te romen. Verder heeft hij kennelijk ook een hekel aan de naam van mijn boot die hij tot driemaal toe niet kan uitspreken en steeds over zijn eigen tong struikelt. Ondertussen blijft hij naar me wijzen en roepen :”Jij, jij, jij, je weet natuurlijk van niks he? Nee jij bent zo’n aardige kerel. Dat denk je, maar iedereen die ik ken weet hoe jij bent en heeft een hekel aan je”, Ik blijf kalm maar inwendig kook ik. Na nog wat gesputter vaart hij weg. Terug op zijn eigen stek valt hij uit de boot op de basaltkeien. Helaas heb ik dat gemist, maar Bjorn heeft dat wel gezien. Ik voel me verbaal verkracht en heb ruim een uur nodig om dat van me af te zetten. Daarna kan ik er met mijn eigen humor weer om lachen. Achteraf blijkt het een “bekende oude naam” uit het karper wereldje. Kennelijk zit er een hoop afgunst bij hem, want de woorden die uit zijn mond kwamen waren scherp als scheermessen en gelardeerd met vitriool. Het maakt me niks uit. Elk tegenargument bij zo iemand is gericht tegen dovemans oren en kennelijk is het napraten van mensen die mij niet kennen makkelijker dan je eigen mening vormen. In de vroege ochtend vang ik ook nog een visje. Een spiegel met een kronkelstaart die ik twee jaar geleden in het bos ving op nagenoeg hetzelfde gewicht. Volgende week zonder Bjorn naar het kanaal. Hij heeft het even helemaal gehad en gaat wat peuteren met de pen. Ik besluit het kommetje bij sluis 15 een paar keer van voer te voorzien en het daar eens te gaan proberen volgende week. Daar hangt ook zeker vis rond in deze tijd van het jaar.

Ik vis de nacht van vrijdag de 17e in het kommetje. Ondanks drie dagen voorvoeren is er geen vis te zien, laat staan te vangen. Door het naderende warme weer, zit de vis tegen de paai aan. De koppen staan niet op vreten, maar op sex. Zaterdag zie ik op Facebook allerlei vangsten voorbij komen van kennissen die kennelijk geen last hebben gehad van naderende paai of hoge luchtdruk. De dertigers en veertigers vliegen me om de oren, maar ik krijg zelf geen staart gevangen. Ik zit een beetje in een dip en weet nog niet wat ik moet doen om daaruit te komen.

 

De vrijdag erna besluit ik te gaan vissen aan de ingang van de Sint-Antoniusplas. Die plas ligt in directe verbinding met de Maas en volgens enkele kennissen komen daar ook met enige regelmaat mooie vissen vanaf. Bjorn die in eerste instantie deze week nog voorbij wilde laten gaan, besluit om me toch te vergezellen. Samen een biertje drinken en eens wat lijnen uitzetten voor de toekomst. Eerst wat voeren.

 

Als die vrijdag aanbreekt is het van hetzelfde laken een pak. Bjorn heeft gebeld om te zeggen dat hij niet meegaat. Hij is de vloer uit zijn woning aan het slopen omdat er tegels en vloerverwarming gelegd gaat worden. Rond een uur ’s middags belt hij op om te vertellen dat hij toch meegaat, want het werk levert wat probleempjes op en het is beter om te stoppen met het verwijderen van de betonnen afdekvloer. Als ik hem vraag waarom, geeft hij als reden dat hij op sommige plaatsen dwars door het beton heen gaat en de kruipruimte kan zien. Als ik vanavond om zes uur bij hem kan zijn, halen we chinees en overleggen we tijdens het eten waar we heen gaan. Ik besluit daarom in de middag naar Asselt te rijden. Daar aangekomen merk ik dat de wind uit exact de verkeerde hoek waait. Met de wind vol in het gezicht, vanuit het Noorden dus, probeer ik wat vis te spotten, maar ik kan er geen enkele vinden. Dan belt Bjorn rond vijf uur opnieuw op. Hij kan uiteindelijk toch niet mee omdat zijn schoonvader slecht nieuws heeft gehad tijdens zijn jaarlijkse controle. Omdat Bjorn, Nicole nu dus niet alleen wil laten, moet ik er vanavond alleen op uit. Ik besluit na mijn boilies bij hem te hebben opgehaald en een ritje langs de friettent te hebben gemaakt om bij de botenwerf te gaan zitten. Daar kan ik helaas geen vis gevangen krijgen, wel een zwaan die verstrikt raakt in mijn lijn. Verder schiet ik een aantal fraaie foto’s van onder andere een ijsvogeltje op mijn hengel, maar daar moet ik het weer mee doen deze week. Het wordt tijd voor vis, want het is een hele taaie visserij de laatste weken. Thuis gaan de boilies in de vriezer en ga ik maar eens rustig nadenken over de sessies van de komende week. Maandag en dinsdag een avond en vrijdag een nachtje.

De maandagavond vis ik een sessie van drie uur aan de Noorderlaan. Op wat draaiende vis na, zie ik geen teken van actieve vis. Het is ook erg druk met vissers. Ik tel er zeker acht. De avond erna rijd ik op aanraden van Bjorn eens naar de plas bij het botenhuis. Ik vis aan de cafékant en zie al direct vis draaien. Ik gooi er een hengel pal op en de andere naar een stek waar ik denk ook wat activiteit te zien. De eerste hengel geeft twee keer actie van lijnzwemmers maar het is de linker hengel die om tien over negen afloopt. Na een redelijk zware dril kan ik het net onder een mooie spiegel schuiven. Net geen twaalf kilo. Rob, de partner van Jolanda is getuige van de vangst. Na een paar fotootjes mag de vis retour en pak ik in. Ik wil nog even voeren op het kanaal, maar kan geen enkele fatsoenlijke stek vinden. Ook nu brengt Bjorn uitkomst. Het wordt vrijdag immers zomers warm en de wind staat uit de juiste hoek. Asselt wordt door hem twee dagen van voer voorzien en dat wordt de stek waar ik ga uitpakken. Elke maand nog vis gevangen, maar het loopt best moeizaam.

Als ik vrijdag net na de lunch al onderweg ben naar Asselt, zit ik de hele weg in spanning of de stek wel vrij is. Toch kan ik me beheersen met het gaspedaal en houd ik me netjes aan de snelheid. Als ik eindelijk aan het einde van het oneffen pad aankom zie ik dat ik me geen zorgen hoef te maken. Ik loop twee keer op en neer tussen mijn auto en de stek en heb om half drie mijn hengels erin liggen. Twee op de rodpod en eentje stiekem verscholen tussen het riet. Daarna rap de oval opzetten want het is behoorlijk warm en schaduw is hier niet te vinden. Ik lees een beetje en vermaak me wat met mijn iPad. Kwart over zes, na mijn tweede biertje, ga ik mijn eten eens warm maken. Dat haal ik tegenwoordig bij de slager en die gerechten zijn echt tien keer beter dan de voorverpakte maaltijden uit de supermarkt. Als ik mijn eten achter de kiezen heb wil ik net een biertje opentrekken als de hengel in het riet me toefluistert dat er een vis met mijn aas vandoor gaat. De vis scheert de hele plas over, maar moet toch capituleren. He he, ook op een grindgat aan de Maas lukt het weer eens. De schub mag na enkele foto’s weer terug. Ik duik weer snel in de schaduw van mijn plu, want het is echt bloedheet in de zon. Het koude biertje smaakt me nu dubbel zo goed. Eindelijk, om half tien verdwijnt de zon achter de dijk en een kwartier later roept mijn middelste hengel om aandacht. Er is nog net voldoende licht om een warrelschub van iets meer dan 14 kilo op de foto te zetten. Dan mag hij weer gauw zwemmen. Rond tien over half vijf krijg ik eerst een piep op mijn riethengel, dan een piep op mijn linker hengel, maar het is de middelste die geen vals alarm geeft maar mijn derde aanbeet van de sessie registreert. In het tegenlicht van de ochtendschemering kan ik elke beweging van de vis goed zien. Af en toe komt er een grote staart boven en na een minuut of vijf ligt er weer een schub in het landingsnet. Met zijn 93 centimeter is hij nog ietsje langer dan zijn voorganger, maar het gewicht is met 14,2 kilo nagenoeg hetzelfde. Ook deze hommer is afgepaaid. Meer dan tevreden zet ik mijn koffieketel op het vuur en geniet even later van mijn eerste bak terwijl ik het licht in het oosten het steeds verder aan kracht zie winnen van de nacht. De vis in de sling moet nog even wachten tot het licht genoeg is om zonder flits een foto te kunnen maken. Drie hommers in een nacht is prima. De gewichten zijn ondergeschikt aan de beleving, maar het zou toch wel fijn zijn als er een keertje een vis boven de dertig pond op de mat zou komen dit jaar. Misschien morgen of maandag nog een ochtendje aan de IJzeren Man. Heerlijk zo’n pinksterweekend.

 

Maandag, tweede Pinksterdag en de verjaardag van mijn schoonmoeder. Ik ben er om kwart voor vijf al uit en een uur later is de hond uitgelaten, heb ik een volle pot koffie gezet en liggen mijn hengels op hun plek in de IJzeren man. Al na vijf minuten krijg ik mijn eerste van drie aanbeten. Eerst een schubje tussen de acht en negen kilo. Veertig minuten later een spiegel van 13,6 en om tien voor half elf een spiegel van 12,2 kilo. Wat goed is komt snel. Als ik ga inpakken voer ik het restant boilies op mijn stek. Morgenavond wil ik terug en als Marianne van donderdag tot zaterdag naar haar quiltbijeenkomst gaat kan ik er nog wel een paar korte sessies uitpersen. Het ijzer smeden als het heet is. Op deze manier komt het vertrouwen snel terug.

 

Dinsdag vis ik tussen zeven en tien op dezelfde plek aan de IJzeren man. Het is warm en benauwd en er staat een licht briesje uit het zuiden. Ik zie wel wat vis zwemmen in de hoek, maar allemaal klein. Als ik na drie uur inpak voer ik een kilo Bio-8 op de stek. De avond erna ben ik terug. Deze keer loopt het beter, ondanks het zelfde weertype. Zodra de zon van het water af is krijg ik om vijf over negen een run op mijn rechter hengel. Even later ligt er een spiegel, laag in de twintig pond op de mat. Na een paar fotootjes mag de vis terug en besluit ik snel nog een keer in te gooien. Dat is een goede beslissing want even na half tien vertrekt dezelfde hengel nog eens. Weer een spiegel, bijna twee kilo lichter. Maakt niks uit, want het is goed voor de aantallen. Morgen nog maar eens terug want bij het vertrekken heb ik weer een kilo gevoerd. Eens kijken of we het trucje nog eens kunnen herhalen.

 

Donderdag de twaalfde ben ik alweer op dezelfde stek. Marianne is naar Zeeland om een cursus te volgen en aan het water zitten is beter dan voor de televisie. Ik vis wederom drie uurtjes, maar krijg geen enkele aanbeet. De wind is ook volledig gedraaid en komt uit het noorden. Bij het inpakken gaat er opnieuw een kilootje boilies het water in. Morgenochtend nog maar eens terug.

Vrijdag de 13e is stukken beter. Om zes uur liggen de hengels erin en zit ik aan een bak koffie. Ik wil ook wel een bak in mijn net, maar dan moet het lot me gunstig gezind zijn. Om vijf over half zeven krijg ik een run op mijn linker hengel. Ik schrik van het geluid waarmee mijn waker tegen de hengel knalt. Als ik de stok oppak, gaat ook mijn rechter beetmelder af. Een dubbele run! Ik dril de eerste vis eerst af. Dat is een klein spiegeltje. Ik onthaak hem gauw op de onthaakmat en richt me dan direct op mijn andere hengel. Daar zit in eerste instantie geen beweging in want de vis heeft zich in een wierveld geboord en ligt daar rustig bij te komen. Na wat trekwerk van mijn zijde komt er beweging in de zaak en even later ligt er een 21 ponds spiegel op de kant. Op de kant is het een totale chaos. Lijnen voorzien van wier, montages waar rubbertjes af zijn, een natte onthaakmat, fototas en statief zwerven ook nog rond, kortom een bende van jewelste. Als alles er weer in ligt krijg ik om vijf over acht nog een run. De vis is sterk en ik denk aan een betere vis, maar het is een kleine krachtpatser. Met 71 centimeter de kleinste van het stel, maar toch nog goed voor bijna tien kilo. Om tien uur ga ik inpakken. Het is weer mooi geweest. Vanmiddag werken en vanavond voetbalt oranje zijn eerste wedstrijd op het WK tegen Spanje. Vrijdag de dertiende loopt tot nu toe prima. Hopelijk krijgen we vanavond nog een waardige afsluiter tegen de regerend wereldkampioen, waar we toen in de finale van verloren. Morgen weer vissen. Misschien samen met Bjorn en anders alleen. Ik sluit de dag af in de kroeg, waar ik samen met een hoop andere enthousiaste voetbalsupporters naar de wedstrijd kijk. We zien na een zwak begin uiteindelijk een droomstart voor het Nederlands elftal dat eerst door een onverdiende penalty op achterstand komt en ook terughoudend voetbalt. Daarna ontwaakt de leeuw en scoort Van Persie op slag van rust de gelijkmaker. Na de rust gaat het gewoon door en we winnen de wedstrijd met maak liefst 5-1. Bam, de eerste punten zijn binnen.

 

Met een houten kop sta ik zaterdag op, laat de hond uit en ga vissen. Bjorn gaat nog niet mee dit weekend, dus vis ik overdag zodat ik thuis ben als Marianne terugkomt van haar cursus. Ook deze zaterdag vang ik weer een spiegel op de Bio-8 boilies, die me prima bevallen en al een hele hoop vis hebben opgeleverd. Alleen deze maand al 13 vissen, terwijl we nog niet eens halverwege zijn. De spiegel is met zijn elf kilo van een gemiddeld formaat. Hopelijk kan ik deze positieve lijn nog even vasthouden.

 

Dinsdagavond tussen de telefoontjes en het luisteren naar het Belgisch debuut op dit WK door, vang ik een zeelt op de plas en krijg ik vlak voor het inpakken nog een aanbeet. Die laatste blijkt toch een lijnzwemmer, want er is totaal geen gevoel als ik de hengel oppak, alleen het 2½ oz loodje voel ik. Zeelt is een mooie vis, maar toch wordt deze bewoner van de botenhuisplas niet vereeuwigd.

 

Vrijdag de 20e vis ik samen met Bjorn een nacht in Asselt, maar we blanken allebei. Ik besluit de zondagochtend nog een korte sessie te doen op de IJzeren man. Het was de bedoeling om op de terugweg van Asselt het restant boilies te voeren om vervolgens op een aangevoerde stek te kunnen vissen, maar omdat ik er met mijn kop niet helemaal bij ben, denk ik daar pas weer aan als ik thuis de oprit op rijd. Omdat ik geen zin meer heb om daarvoor terug te rijden laat ik het er maar bij. Die zondag ben ik om zes uur aan het water, maar het lijkt een stuk vislozer als tijdens de laatste sessies. Er gebeurt ook helemaal niks tot ik om tien uur beet krijg. Het is alweer een zeelt die naar de kant komt. In het water onthaak ik hem en daarna ga ik inpakken. Ditmaal voer ik het restant boiles wel. Dinsdagavond kom ik wel terug.

Op dinsdagavond als Marianne naar het koor moet, ga ik weer een avondje aan de IJzeren man zitten. Ik vis gedurende drie uur en als ik mijn eerste hengel in het foedraal aan het stoppen ben, loopt toch nog mijn rechter hengel op de hotspot af. Na een behoorlijke dril, kan ik het net onder een mooie lange rijenkarper schuiven. De vis is ruim 27, bijna 28 pond. Na enkele fotootjes mag hij weer zwemmen. Vis nummer dertig. Het gaat echt lekker deze maand. Ik voer het restant boilies goed verspreid over de stek. Morgenavond nog eens terug, want dan moet Marianne naar een vergadering en ik zit liever aan het water als voor de buis.

 

Ik vis ’s woensdags vanaf de wegkant. Wel op dezelfde plek als waar ik normaal vis, maar ik wil in de schaduw zitten en mijn lijnen eens vanaf een andere kant laten lopen. Gewoon wat variatie aanbrengen en niet steeds hetzelfde doen. Ik luister eerst wat naar het voetbal en daarna krijg ik om tien over negen een run. Alweer op mijn snowman van een 15 mm Bio-8 boilie en een 10 mm klein reflecterend rood drijvend bolleke erboven. Het resultaat is een two-tone spiegeltje van iets over de negen kilo. Om tien uur ga ik inpakken. Eerst mijn tas inpakken en daarna, met de hengels op de grond, de rodpod opruimen. Ik heb net mijn piepers in de hoes zitten als ik ineens een snel draaiende slip achter me hoor. Zelfde hengel en montage en alweer een goede vis. Een spiegel van 13 kilo maakt dat ik mijn weegklok en fotocamera weer tevoorschijn moet halen en daardoor ben ik pas om kwart voor elf thuis. Je moet er wat voor over hebben. Deze maand heb ik net zoveel gevangen als de vorige maanden bij elkaar. Lekker resultaat zo. Vrijdag naar Graspop met Mathijs en een paar van zijn vrienden. Goed vooruitzicht en dan misschien zondagochtend nog een paar uur vissen aan dit water.

 

Graspop op vrijdag is supergezellig. Ik zie een aantal bekenden die ik jaarlijks tegenkom en aanschouw in elk geval twee van mijn favorieten. Zowel Candlemass als Slayer spelen een strakke show, maar de eerste van de twee is mijn favoriet vandaag. Behemoth komt overigens ook met een super strakke en vette show. Als ik dan ’s middags ook nog het goede nieuws krijg dat Chiel met een 8,2 geslaagd is voor zijn diploma HBO werktuigbouwkunde, kan de dag echt niet meer stuk. Ik besluit zondagochtend maar niet te gaan vissen en te wachten tot maandagavond. Het is immers vanavond ook alweer feest in de kroeg, want het Nederlands elftal speelt tegen Mexico. Als we dat nu ook nog winnen heb ik een vol, maar ook een super relaxed, weekend achter de rug. Enfin, Nederland wint met 2-1 en maandag daarna vang ik aan de IJzeren man een paling op een zoete boilie. Het moet niet gekker worden. Voor de rest is het niks.

 

Vrijdag 4 juli vis ik een nacht in Asselt. Telkens valt het me op dat de natuur hier zo mooi is en het vissen speelt zich af in een bloemrijke omgeving. Helaas laten ze het deze nacht afweten en kan ik mezelf in de ochtend, tussen de koeienstront door, terug naar huis laveren.

 

Zaterdag 12 juli, ga ik een nachtje op de bonnefooi naar de Maasbrug. Er is veel gebeurd de afgelopen week. Nederland verliest op woensdag de halve finale van Argentinië na penalty's. Chiel krijgt vrijdag zijn Hbo-diploma werktuigbouwkunde en mag zich vanaf dat moment ingenieur noemen en op zaterdag wint Nederland de troostfinale van Brazilië met 3-0. Tijdens het vissen kijk ik naar de wedstrijd op mijn iPad en moet tussendoor drie maal toezien hoe een boot door mijn lijn vaart. Twee keer loopt dat af met een lijnbreuk en een keer blijft alles toch zitten. Als ik de laatste keer binnen draai, zit er ook een stuk lijn bij waar nog een complete montage van mij aan hangt. Fijn, niet alleen vanwege het feit dat ik hem terug heb, maar ook dat er geen extra lijn in het water ligt. De volgende ochtend in alle vroegte vang ik een schub van 88 centimeter. Ondanks zijn lengte weegt hij slechts 11 kilo. Ik maal er niet om en ben blij met elk resultaat. Op de terugweg rijd ik via de IJzeren man naar huis. Ik voer het restant boilies en wil dinsdagavond een paar uur mijn lijnen nat maken, hoewel ik mezelf bij het neerschrijven van deze tekst realiseer dat Marianne misschien niet naar het koor hoeft omdat het vakantie is. Nou ja, we zien wel.

 

De eerstvolgende sessie is pas op vrijdag de 18e. Samen met Bjorn vis ik een nacht aan de Asseltse plas. Terwijl Bjorn met een duikbril tussen het bodemwier op zoek is  naar open plaatsen, komt Roy Driessen aangelopen met een emmer en werppijp. Hij wil bij het hek gaan voeren, maar stopt voor een praatje. Uiteindelijk zal hij na ruim drie uur zonder te voeren vertrekken en hebben wij beloofd dat na onze nacht voor hem te doen. Omstreeks kwart over elf krijg ik een run die helaas vlak voor het net losschiet. Bjorn had hem goed kunnen zien en bevestigt mijn vermoeden dat het om een kleine vis ging. Een schubje. Midden in de nacht krijgt hij zelf een run. Helaas lost bij hem de haak tijdens de eerste run van de vis. De maandag erna rijd ik na het werk naar Lebbeke om boilies te gaan halen. Ik ben even na half acht bij Pascal en rijd ruim anderhalf uur later met 50 kilo Bio-8, 14 kilo Tutti’s, 2 T-shirts en ’n hoodie naar huis. Voor Bjorn heb ik ook een zelfde setje kleren bij me. Komende vrijdag gaan we weer voor een nachtje naar Asselt en nemen we de Tutti’s eens mee om te proberen.

 

Vrijdag 25 juli. Nog één week en dan heb ik vakantie en ik kan wel zeggen dat ik er hard aan toe ben. In elk geval rijd ik in de midag al weer naar Asselt, gewapend met zo’n vier kilo goed ruikende Tutti frutti boilies. Omdat het wier de afgelopen week mogelijk nog verder is ontwikkeld, heb ik ook wat PVA zakjes bij me zodat ik in elk geval met een schone haak kan vissen. Bjorn is later want die moet eerst nog foto’s maken met Nicole. Ze willen de zwangere buik van Nicole nog even vastleggen voordat het te laat is. Over ‘n week of vijf is ze uitgerekend van een nieuw Emansje. Er draait af en toe wel een visje, maar stukken minder dan vorige week. Als Bjorn er is drinken we samen een biertje en het is al weer snel later dan we in de gaten hebben. Na twaalven worden de stretchers opgezocht en even later lig ik in een diepe slaap. Die slaap wordt wreed onderbroken door een fluiter van jewelste. Na het geworstel met mijn lieslaarzen kan ik de schreeuwerd even later stil krijgen. De vis voelt goed en even later kan ik een mooie schub het net in loodsen. Pas dan lijkt het alsof de vis in de gaten heeft dat het spel over is want met enkele ferme slagen met zijn staart, weet hij me nog bijna uit balans te brengen. Gelukkig gaat alles goed en lees ik even later het respectabele gewicht van ruim 35 pond op de unster. Met vijfennegentig centimeter mag hij er qua lengte ook zijn. Ik stop de vis in een zak en hang hem op een diepere plaats weg. Morgen even foto’s maken want dat is me om tien voor drie nog echt te vroeg. Verder gebeurt er de hele nacht niks meer, maar dat hoeft ook niet, de buit voor mij is binnen. Bjorn vertelt bij de ochtendkoffie dat hij er drie keer uit is geweest vannacht voor brasem. Voor hem was het ook genoeg. Nog een nachtsessie volgende week en daarna vertrekken we naar Frankrijk. We hebben een camping geboekt aan de Aisne in de Champagnestreek. Hopelijk kan ik deze vakantie een keer een mooi artikel schrijven.

 

Op donderdag de 31e begint, aan het einde van de dag, mijn vakantie. Ik heb de hele dag van huis uit gewerkt en wil in de avond enkele uren gaan vissen om mijn vakantie echt lekker te beginnen. In de middag heb ik al een kilootje klein formaat Bio-8 uit de vriezer gehaald. Het zou fijn zijn als ik in juli nog een of twee visjes bij zou kunnen vangen. Na het eten vertrek ik in de richting van Weert. Om half acht liggen beide lijnen in het water. Al binnen het uur vertrekt mijn linker hengel, net als ik met Bjorn aan de telefoon zit. Na een dril waarbij de vis regelmatig door plukken wier zwemt, ligt er even later een two-tone spiegel op de mat. Ik gooi de hengel op dezelfde plek terug en voer nog wat 15 mm boilies bij. Daarna bel ik weer even met Bjorn die in Noord Holland aan het vissen is na een dag werken. Even voor half tien vertrekt dezelfde hengel nog een keer en weer kan ik na enkele minuten een spiegel over het koordje van het net trekken. Deze weegt met z’n 9,6 kilo, vier ons zwaarder als de vorige en hij is ook 2 centimeter langer (73 cm). Ik besluit vanwege de snel invallende duisternis te gaan inpakken. Nachtvissen verboden. Morgen met Bjorn weer een nacht naar Asselt. Hopelijk kan ik mijn succes daar nog wat doortrekken.

 

Vrijdag 1 augustus eet ik eerst nog even mee thuis voordat ik naar Asselt rijd. Het is de hele dag warm geweest, dus vertrek ik wat later omdat ik aan het water geen enkele schaduwplek heb. Bjorn komt even na zevenen, met Roy Driesen in zijn spoor, bij de plas. Omdat Bjorn geen zin heeft om tussen ons in opgesloten te zitten rijd hij even later alweer weg. Na tot het donker rondgereden te hebben, op zoek naar een geschikte stek, druipt hij uiteindelijk af naar huis. Bij mij gebeurt de hele nacht niets, maar Roy vangt er drie in de ochtend waaronder een 17 kilo spiegel. Hij vist er veel verder op dan ik en gebruikt zijn voerboot om uit te varen. Daarna voert hij er met de pijp omheen. Geen slechte aanpak zo blijkt. Ik drink ’s morgens nog even een kop koffie bij Bjorn en Nicole en ga daarna onderweg naar huis. Dinsdag naar Frankrijk naar een camping aan de Aisne. Dat wordt de volgende plek waar ik mijn lijnen deze vakantie nat ga maken. De rubberboot gaat ook mee om eens goed rond te kunnen kijken.

 

In Frankrijk vis ik een totaal van vijf nachten. Ik heb vijfentwintig kilo boilies meegenomen, zodat ik elke dag een kleine twee kilo kan voeren. De eerste nacht blank ik. In de twee daaropvolgende nachten vang ik een totaal van vier karpers en ik los er nog eentje vlak voor het net. De vissen zijn niet groot maar gelukkig wel helemaal gaaf en ze zien er ook nog eens goed uit. De laatste twee sessies die ik er vis, zijn eigenlijk nagenoeg kansloos. Vanwege de grote hoeveelheid neerslag die er in augustus valt, is de Aisne behoorlijk gestegen en de stroming is ook behoorlijk toegenomen. Het water is nauwelijks dertig meter breed, maar zelfs met de toppen helemaal omhoog en het gebruik van 180 gram grippa lood, kan ik mijn hengels niet scherp aan de overzijde vissen. In de laatste nacht vang ik nog een barbeel. Hopelijk lukt het thuis weer wat beter. Inmiddels heb ik van Bjorn begrepen dat iemand, wie o wie zou dat toch zijn geweest, mijn boot heeft laten zinken. Hij heeft de boot op de kant weten te trekken, maar mijn bodemplaten zijn verdwenen en de achterzijde ligt vol met Maaskeien. Ik besluit de boot snel op te halen als ik thuis ben en weer helemaal gereed te maken voor volgend seizoen. Daar neem ik eens rustig de tijd voor en dan kan hij volgend jaar ergens bij Asselt het water in. Bjorn en ik willen al jaren op een rustiger stuk aan de gang en dan lijkt dit een goede keuze.

Zondag de 24e rijd ik met mijn boottrailer naar Linne. Ik heb gepland om mijn boot morgen mee naar huis te nemen. In Linne aangekomen leg ik de trailer met een ketting vast aan het hek en kijk eens vanaf de parkeerplaats naar Demaine. Ze ligt inderdaad op de kant en de keien zijn er inmiddels door Bjorn al uitgehaald. De vloerplaten zijn nergens te bekennen. De boot ziet er niet uit. Doordat ze onder water heeft gelegen zit er veel aanslag op en ook de verf is op veel plaatsten gaan schilferen. Ik rijd door naar de botenwerf en hoop dat het bergen van Demaine morgen mee gaat vallen. Ook deze nacht breng ik visloos aan het water door en ik besluit al op tijd in te pakken. Bjorn zou proberen om te komen helpen bij het bergen van Demaine, maar moet helaas op het laatste moment verstek laten gaan. Met een lang touw aan de trekhaak weet ik mijn trouwe metalen vriendin in twee etappes de parkeerplaats op te slepen. Het traileren is daarna een fluitje van een cent en een uurtje later ligt ze in een van de loodsen van mijn zwager te drogen. Hoewel ik besloten heb geen represailles te nemen in de richting van de dader, ben ik toch nog behoorlijk kwaad op zoveel zinloos vandalisme. Je mag het met me oneens zijn en me een eikel vinden, maar je blijft met je poten van mij en van mijn spullen af. Het liefst geef ik nu toe aan acties die gericht zijn op wraak. Oog om oog, tand om tand, maar dat levert me uiteindelijk niks op. Wat is de volgende stap? Ik vier lekke banden of een bekraste auto? Dan weer een nieuwe wraakactie van mij totdat het echt tot een fysieke confrontatie komt? Het weggaan op dit stuwstuk voelt voor ons enerzijds aan als vluchten, maar aan de andere kant zijn Bjorn en ik ook al langere tijd toe aan nieuwe visgronden. Ik besluit de negatieve gevoelens dus verder maar achter me te laten en me te richten op de renovatie van Demaine. Hout voor de vloerplaten en industriële verf zijn inmiddels besteld. Bij het afspuiten met hoge druk kom ik tot de conclusie dat de gaatjes in de bodem niet door mensenhanden zijn aangebract, maar dat slijtage de oorzaak is. Er zal dus ook nog wel behoorlijk wat laswerk aan te pas gaan komen. Ik besluit deze vakantie nog twee nachten te gaan vissen, maar ik heb geen idee waar ik heen moet gaan.

 

Dinsdag besluit ik om maar weer eens een nachtje te vissen op het kanaal. Als Marianne ’s avonds naar het koor is, rijd ik naar de Zuidwillemsvaart om ergens op het eerste deel vanaf sluis 16 te gaan voorvoeren om er vervolgens morgen een nacht te gaan vissen. Omdat het stuk me niet echt aanspreekt, gaan de boilies vervolgens op het kanaal Wessem-Nederweert het water in. Van Ruudje heb ik de tip gekregen om het deel waar gewerkt wordt ,tussen de Ellbrug en de Kelperbrug, eens een kans te geven. Na wat zoekwerk, dump ik bij bord 10,5 met de voerschep een kleine anderhalve kilo Pi rood en wit gemengd. Dat doe ik aan de eigen zijde tot in de vaargeul. Morgen eet ik eerst nog thuis en daarna gaan we het hier eens een nachtje proberen. Ergens heb ik er best vertrouwen in. Drie stokken, rodpodje...

Dat vertrouwen is na een nacht aan het kanaal wel ineens helemaal weg. Ik ben er ook niet echt meer aan gewend om op het kanaal te vissen. Een snelweg achter mijn rug en behoorlijk wat scheepvaart voor mijn neus. Alleen tussen tien en zes is het rustig aan het water, té rustig. De vis laat verstek gaan en zo makkelijk als Ruud ze altijd lijkt te vangen, zo moeilijk gaat het bij mij de laatste tijd. Wat doe ik verkeerd? Met nog één visnacht te gaan deze vakantie, ben ik nog niet zeker van de stek waar ik die ga doorbrengen hoewel Asselt ergens in mijn achterhoofd rondspookt. Daar ben ik op vrijdag 1 augustus mijn vakantie gestart en misschien moet ik er mijn vakantie dan ook maar afsluiten. Eens vragen aan Roy of hij er nog bezig is, anders is dat best een goede optie.

 

Hoewel ik goed vanaf de stek van Roy kan vissen, hij is hier twee weken geleden gestopt en vist sindsdien op de Maas zelf, kan ik er op brasem na niks gevangen krijgen. Dat wil niet zeggen dat de nacht zonder actie voorbijgaat. In de avond heb ik een heuse cowboyshow, als er drie paarden ontsnappen. De botenbezitter die zijn sloep in de wei heeft liggen, komt om hem weg te halen met hulp van de zonen van de paardenboer. Ze zijn echter zo dom om het hek open te laten staan waardoor er drie jaarlingen ontsnappen. Het kost ze ruim drie kwartier om ze weer terug in de wei te krijgen. Ook midden in de nacht heb ik actie. Mijn rechter hengel registreert een goede aanbeet en de vis voelt traag en goed van gewicht. Helaas schiet de haak, zonder aanwijsbare oorzaak of extreme druk, tien meter voor de kant ineens los. Dat de brasem om zeven uur wél blijft hangen, maakt de situatie alleen maar wranger. Dat was het voor deze vakantie. Dinsdag, als Marianne naar het koor gaat, doe ik nog maar een korte sessie aan de IJzeren man. Dat liep dit jaar tot nu toe stukken beter dan mijn inspanningen aan de Maas.

 

Zowel dinsdag de 2e als woensdag de 3e, vis ik een korte avondsessie aan de IJzeren man. De eerste avond vang ik een graskarper en spreek ik met Peter, die voorzitter is van de water- en visstandbeheercommissie. Voor de rest is alles rustig. De avond erna was eigenlijk ongepland, maar omdat Marianne naar een vergadering moet doe ik nog maar een korte sessie. Deze keer gebeurt er niks.

 

De vrijdagnacht vis ik samen met Bjorn in de ondiepe zone op Asselt. Hij heeft er drie dagen voeren en al een nacht vissen op zitten, maar het gaat niet goed met hem. Afgelopen week heeft hij een slecht bericht gehad over zijn moeder die op diverse plaatsen uitzaaiïngen heeft. Een volledig contrast met de baby die bij hem en Nicole op komst is. Hij twijfelt dan ook of hij vrijdag wel samen met me moet gaan vissen. Gelukkig weet ik hem over te halen en hebben we allebei een leuke sessie. Niet alleen vangen we allebei een schubje, wat veel te weinig is voor de hoeveelheid voer die Bjorn de afgelopen week in het water heeft gegooid, maar ook kan hij zich wat meer ontspannen. Verder is het een sessie waarbij ik enkele rare vogels zie. Niet alleen de Duitser die met vijf of zes honden op zijn boot zit, maar ook een visarend, een ijsvogeltje en onderweg naar huis een ooievaar die bovenop een straatlantaarn zit. Ik denk dat hij op zoek is naar het huis van Bjorn. Volgende week gaan we samen naar Neer en ik begin vanaf volgende week met het driemaal per week aanvoeren van de Lange Hei. We willen toch eens proberen, als we langere tijd op het kanaal voeren, of we de grote schub kunnen vangen die daar rondzwemt. We plannen om hier vijf weken te voeren om dan vervolgens een proefsessie te gaan doen. Als het loopt vissen we het jaar hier mogelijk ook uit zodat we niet weer op de Weerterbergen terecht komen, want dat blijft toch een beetje zielig.

 

Dinsdagavond vis ik een sessie op de plas bij het botenhuis. De hele avond tot aan de schemering, wacht ik op dingen die niet gaan komen vandaag. De enige actie zijn enkele piepen op beide hengels van lijnzwemmers, maar een echte aanbeet blijft uit. Op de terugweg voer ik voor de eerste keer wat boilies op de Lange Hei.

 

Vrijdag de twaalfde, vis ik een sessie samen met Bjorn op de Bramenput. Afgelopen zondag is hij vader geworden, dus eigenlijk rekende ik er niet op dat we samen zouden gaan, maar hij is toch weer paraat. Sterker nog, tussen alle drukte van de afgelopen week door, heeft hij ook nog kans gezien om het water nagenoeg dagelijks aan te voeren. Na de slopende tocht door het bos, twee keer lopen om de zooi op de stek te krijgen tussen de struiken door, liggen om acht uur de hengels op de steunen. Het water is behoorlijk gestegen en de rodpot moet tot kniehoogte in het water staan. Ik zit links en Bjorn rechts op de hotspot. We drinken samen een biertje en gaan om half elf slapen. Echt hard loopt het nog niet na een weekje voeren. Dat is bij Victor wel anders. Ook hij zit op een verboden plek en heeft voordat we gaan slapen al twee vissen gelost en een schub van 21,5 kilo gevangen. In de ochtend vlak voordat het licht wordt, word ik wakker. Er is niks gebeurd dus ik verwacht een blank. Rond half acht zit ik aan de koffie. Plotseling rond kwart voor acht, krijg ik wat nerveuze piepen op mijn linker hengel. Ik trek mijn lieslaarzen op en maak contact met een vis die gelukkig naar rechts zwemt en al vrij vlot hoog in het water zit. Ik zie een spiegel, maar hij voelt niet al te groot. Omdat de vis hoog zit, en ik hem ook hoog kan houden, heb ik weinig last van de rietstengels waar ik hem doorheen moet trekken. Even later zit de vis in het net en roep ik Bjorn. Even na achten zijn de foto’s gemaakt en zwemt de vis weer rond in zijn eigen habitat. Dat is lekker koffie drinken. Volgende week gaan we weer terug naar hier, maar gaan we toch iets verder naar rechts zitten. Onderweg naar huis belt Bjorn op om even te vertellen hoe Victor het vannacht gedaan heeft. Tien runs, waarvan hij er zes weet te landen. Alle vissen wegen tussen de twintig en vierentwintig kilo. Dat is een serieus succes. Ik voer even later voor de derde keer op de Lange Hei en rijd dan naar huis. Vanmiddag op kraamvisite.

Zondag, dinsdag en woensdag vis ik drie korte sessies op de IJzeren man. De eerste twee sessies blijf ik, met uitzondering van enkele lijnzwemmers, zonder actie, maar de woensdag verloopt anders. Het is een warme dag geweest met een temperatuur die is opgelopen tot 26 graden. Om half zeven liggen mijn hengels erin en zit ik te bakken in de zon. Ik verruil die zon na enige tijd voor het houten bankje dat iets meer in de schaduw staat. Klokslag half acht krijg ik een run op mijn linker hengel. Ik maak contact en voel de vis na zo’n 20 seconden van de haak schieten. Shit, gemiste kans. Ik werp opnieuw in en krijg gelukkig enkele minuten later een herkansing op mijn andere hengel. Deze weet ik wel te landen. Een leuk uitziende two-tone spiegel van exact tien kilo mag even poseren en daarna weer terug. Ik ben ruim op tijd thuis voor de 2e helft van de Champions League wedstrijd tussen Ajax en Paris Saint Germain en zie hoe thuis in de Arena gelijk wordt gespeeld. Kortom, het is weer een memorabele avond en hopelijk de opmaat naar een goed najaar, zowel op vis- als op voetbalgebied.

 

Donderdag ga ik nog maar een keertje naar de plas. Ik moet toch weer voeren op het kanaal, de vijfde voerbeurt alweer, en omdat Marianne in Frankrijk zit, vind ik dat ik beter aan het water kan zitten dan voor de buis. Ik heb een drukke thuiswerkdag achter de rug met veel telefoontjes, mail en voorbereiding op wat lopende klussen dus even de balans bijwerken, kan geen kwaad. Hopelijk krijgt gisterenavond nog een passend vervolg. Ik heb vanochtend al even voorgevoerd en ik hoop dat dit de vissen heeft geactiveerd en in de sector heeft gehouden. Dat blijkt want ik krijg even na achten een hele mooie aanbeet en de vis voelt zwaar. Dan zie ik het flitsen en niet eens zo heel ver weg. Ik dril wat strakker en voel de vis naar links zwenken. Daar staat veel wier en de vis zwemt er traag, maar gestaag, op af. Weer een flits van het naderend onweer. Nóg maar wat meer zijdelingse druk. En dan lost de haak! “Prutser, stomme beginneling, aaaargh.... hoe kun je nou toch zo stom zijn, eikel?” Ja, achteraf is het altijd makkelijk bedenken wat er fout ging, maar waarom dan niet op het moment zelf? Stevig balend gooi ik alles in de auto en bel Bjorn om mijn verhaal kwijt te kunnen. Daarna voer ik nog even op het kanaal, terwijl de druppels dikker worden en de flitsen nog heviger. Heel zorgvuldig gaat het er deze keer allemaal niet aan toe, maar ‘t ligt er in elk geval weer in. Morgen naar de Bramenput.

 

Die vrijdag vissen Bjorn en ik een nacht op de Bramenput. Bjorn heeft de afgelopen week drie keer kunnen voeren en we zijn een stek verder naar rechts opgeschoven. We zitten nu in het donkerste deel van het bos verscholen en we hopen op actie. Als we ’s avonds de slaapzak in kruipen is er nog niks gebeurd. De vis ligt dus niet op het aas. Ook de volgende ochtend na de koffie is het nog steeds stil en we hopen dat rond de klok van negen uur, vorig jaar was dat prime time, er nog een vis af komt. Het zal niet gebeuren deze keer.

 

De zondag vis ik een zeiknatte sessie op de IJzeren man. Als ik net het ingegooid en aan mijn eerste kop koffie zit, begint het te miezeren. Ik zet de paraplu maar op en dat is maar goed ook want een half uur later is het miezeren overgegaan in een malse bui. Inmiddels zijn er ook twee vissers gaan zitten op de stek die ik eigenlijk in gedachten had, naast het botenhuis. Toch heb ik ook vandaag gekozen voor mijn vertrouwde plek achter het café. Had ik mijn gevoel maar gevolgd. Na vier uur vissen kan ik tijdens een droge periode opruimen zonder een enkele aanbeet te hebben gehad, terwijl de twee op de andere plek er 5 hebben gevangen en eentje hebben gelost. Wat een verschil. Als ik even bij ze ga praten, blijkt dat ze 2 karpers, 2 zeelten en een brasem hebben gevangen en inderdaad nog een karper hebben gelost. Dat is beter dan ik het gedaan heb in elk geval en ik besluit op dat moment om dinsdagavond mijn “koorsessie” vanaf deze stek te vissen.

 

Donderdag de 21e vis ik een instantsessie aan de Maasbrug. Ik heb een dag eerder wel wat kunnen voeren en vis een stok voor de ingang en de andere hengel in de richting van de eerste brugpeiler. Daar krijg ik ’s avonds al een brasembeet op, maar als ik de hengel oppak zit ik muurvast en ik moet de zaak stuktrekken. Ik leg de hengel iets verder weg, maar midden in de nacht gebeurt me nogmaals hetzelfde. Deze keer breekt niet mijn lijn, maar de leadcore voorslag. Er zal dus wel een obstakel onder water liggen. Op de terugweg naar huis voer ik wat bij de botenwerf en ik gooi nog een kilo boilies af bij Nicole. Bjorn zal die morgen voor mij voeren en dan vis ik zondag nog een nacht bij de werf. Hopelijk heb ik daar meer succes.

 

Dinsdag de 23e, ben ik om kwart over zes aan het water. Ik heb gisteren ruim een kilo boilies verspreid gevoerd en ik verwacht actie. Die krijg ik binnen het half uur op mijn linkerhengel van een graskarper. In het uur erna vang ik er nog twee bij op dezelfde hengel. Gelukkig kan ik om tien over acht op de rechterhengel een spiegel schaakmat zetten. Tevreden pak ik daarna in en ga voeren op het kanaal. Dit is de zevende voerbeurt. Nog 3½ week volhouden.

 

Op vrijdag de 26e, vis ik samen met Bjorn een nacht op de Duitse plas. Bjorn heeft drie dagen gevoerd en we verwachten er best een en ander van. Na de biertjes en de daarop volgende nachtrust, is het echter nog steeds stil bij mij. Bjorn blijkt midden in de nacht een dikke vis verspeeld te hebben door het breken van zijn lijn. Als we zijn hengel opnieuw hebben uitgevaren en aan de koffie zitten zien we minstens acht karpers springen. Allemaal dikke vissen en ook allemaal boven diep water. Volgende keer toch maar eens gewoon in de diepte vissen.

 

De zondag erna vis ik een korte sessie bij het botenhuis, maar ook daar wil het deze keer niet lukken. Nog een week en dan ga ik voor vijf dagen en nachten naar Frankrijk, tenminste dat is de planning. De weersvoorspelling laat echter niet veel goeds zien. Komende week is het nog mooi, maar als ik maandag de zesde vertrek begint het te regenen en dat gaat, naar het zich laat aanzien, de hele week duren.

Op maandag 6 oktober vertrek ik naar Frankrijk. Ik ben al om vier uur wakker en rijd even na zessen weg thuis. De hond is dan uitgelaten, de vrouw is gekust en de verwachting is hoog. Eerst moet ik nog langs Pascal om boilies te halen. Als het goed is ligt er 100 kilo MC Red op me te wachten. De weg naar Triobaits duurt ruim een uur langer dan normaal want er wordt aan de weg gewerkt. Files voor en na Antwerpen zijn het gevolg. Daarna loopt alles goed en ben ik even na twaalven op het rendez-vous punt waar ik heb afgesproken met Fabrice Crapoulet, die me heeft uitgenodigd om te komen vissen. We rijden even later naar het water. Het is een afgesloten syndicaatswater waar allemaal perceeltjes rond omheen liggen. Fabrice pacht zo’n perceeltje en dat geeft hem automatisch het visrecht op de plas. Je mag er dus ook alleen vissen als je een perceel hebt. Elk “landgoedje” is ook weer afgesloten met een poort en vaak voorzien van een bordje “proprietée privé”. Terwijl ik mijn kamp opzet, pompt Fabrice de boot op. Even later verdwijnt hij en ga ik met de dieptemeter het water op om te verkennen. Ik merk dat dwars voor de stek langs een geul loopt, die zo’n anderhalve meter dieper is dan de rest van het water. Op zo’n 50 tot 55 meter uit de kant. Dat is lekker want dan kan ik met de pijp bijvoeren. Ik start met het voeren van 3 emmers vol boilies in en langs de geul over een breedte van ruim honderd meter. Vijfentwintig kilo om te starten is best veel, maar er zit een ruim bestand en ik ben op dit moment de enige karpervisser op dit water van 21 hectare. Daarna vaar ik mijn hengels uit maar geen hengel komt de komende 24 uur dichter bij de voerstek dan 15 meter. Ik heb gelukkig droog kunnen opzetten, maar dan begint het te regenen.

 

Op dinsdagochtend is er nog niks gebeurd. Om tien uur ververs ik het aas aan mijn hengels en vervang de montage van één hengel door een chodrig, die al na een half uur een aanbeet oplevert. Die had ik op de rand van de voerstek neergelegd.

 

De eerste vis is een schub. Een stokbrood van 87 cm en slechts 11,2 kilo. First blood! Als ik tussen de middag een tosti aan het eten ben krijg ik de volgende aanbeet op een zinkende montage. Ditmaal is het een vadsige spiegel met ‘n pensje. De eerste dertiger ligt nu dus ook op de kant. Ik besluit om vanaf nu met de twee middelste hengels op de voerstek te gaan vissen. Die avond krijg ik in een tijdbestek van twee uur vier aanbeten op mijn linker hengel, die nog tien meter buiten de voerstek ligt, en nog een aanbeet op de chodrig. De linker hengel levert me twee schubjes en mijn tweede dertiger spiegel op. De vis gaat vanaf het eerste contact door de slip en ik verwacht dus ook iets gewichtigers dan de twee schubjes ervoor. Door op mijn gemak te drillen weet ik alle uitvallen te pareren en schuift er even later een grote spiegel het net in.

Met eenennegentig centimeter en bijna 16 kilo een mooie vis. Na wat foto’s in het donker mag de vis weer zwemmen. De chodrig doet me nog een zeelt cadeau. Bij de laatste run om kwart voor elf valt na een aantal seconden de spanning weg en zie ik als ik heb binnen gedraaid dat mijn leader gebroken is. Niet verwonderlijk want het water barst van de keien en links en rechts een stronk. Ik zet de hengel tegen de tent en besluit die de volgende dag pas weer uit te varen, want ik ben toe aan wat nachtrust. Met zeven aanbeten op de eerste visdag ben ik zeker niet ontevreden. Dag twee start met ‘n aanbeet om kwart over drie. Terwijl ik contact maak voel ik de lijn ergens langs schuren, dan loopt ook de hengel ernaast af. Beide hengels zitten even later muurvast. Ik leg een hengel op de steun met de baitrunner open en stap met de andere hengel de boot in. Bij hengel 1 kan ik na het verwijderen van een polsdikke stronk, die ik onder water voel afbreken, de vis alsnog landen. Het is alweer een lange schub, maar ook weer zo’n stokbrood. Daarna ga ik opnieuw met de boot het water op en kan alleen mijn complete montage redden. De vis is er dan al vanaf. Als ik op de kant kom besluit ik ook de hengel waarvan mijn leader gebroken was opnieuw op te tuigen en uit te varen. Als ik daarmee klaar ben is het inmiddels kwart voor vijf en ga ik koffie zetten. Twee uur later vang ik weer een krappe twintiger schub. Op zich is het aantal aanbeten prima. Toch valt het me steeds meer op dat al die schubjes ofwel rond de acht, ofwel rond de tien kilo zitten. Het blijkt naderhand dat er drie en twee jaar geleden op dit water uitzettingen zijn geweest van voornamelijk schubkarpers. Waarschijnlijk veel te veel, waardoor ze wel in lengte groeien maar niet vet zijn. In de middag heb ik een dubbele run om vier uur. Beide visjes zijn klein, maar omdat een dubbele run me niet dagelijks overkomt, besluit ik ze toch even op de foto te zetten. Alle hengels hebben me nu inmiddels vis opgeleverd. Ook vandaag krijg ik de laatste run om kwart voor elf. Een schub van 27½ pond met weer een geweldige lengte van 93 centimeter. Zo eindigt dag twee met zes karpers. Ik kan nu slapen tot vier uur ’s ochtends. Dan word ik gewekt door een run. Ik voel de lijn weer licht schuren, maar de vis voelt goed aan. Voor de zekerheid stap ik de boot in en ga hem halen. Deze vis heeft zelfs twee verschillende obstakels gevonden. Het duurt een half uur voordat ik de lijn uit beide knoesten heb weten te bevrijden en dan voelt de vis ineens een heel stuk lichter. Ik dacht continu met een grote vis van doen te hebben, maar het is weer een schubje van net geen tien kilo. Ik los een vis op de chod, zo te voelen een zeelt, en stoom op de kant een paar nieuwe chodrigs in een  iets agressiever model. Ook vervang ik de pineapple pop up in een beter bij de MC Red passende squid van 15 mm. Daarna los ik weer een vis op mijn rechter hengel. Bah, dat zijn er twee achter elkaar. Vis 13 wil niet echt op de mat komen. Tussen de middag komt Fabrice zoals dagelijks langs om me mijn brood te brengen. Ik heb net al geluncht, want ik was vroeg op. We drinken een biertje en dan krijg ik een aanbeet op de chod die erg goed aanvoelt. De vis zwemt naar rechts waardoor ik de boot in moet omdat er rechts van mij een struik op de kant staat met ver overhangende takken. Ook aan een kortere lijn vanuit de boot voelt de vis zwaar en stelt mijn materiaal behoorlijk op de proef. Wat kunnen die Longbows krom zeg! Dan komt de vis voor het eerst aan de oppervlakte en zie ik een spiegel die ik schat op een kilo of veertien. Hmm, dat is minder dan de dril tot nu toe deed vermoeden, dus met minder spanning en trillende knieën trek ik haar het net in. Met het net achter de boot vaar ik terug.

Als ik de vis daarna uit het water wil tillen, voelt het toch weer een stuk zwaarder aan. Het meten en wegen geven een resultaat van 95 centimeter en 18,4 kilo. Vis nummer dertien is dus de grootste tot nu toe en wordt geland na een fantastisch gevecht vanuit de boot. Het biertje, dat ik bij de aanbeet op de grond had gezet, smaakt me daarna overheerlijk en krijgt even later gezelschap van een tweede. In de aanwezigheid van Fabrice vang ik even later mijn tweede zeelt van de week. Om half drie, als Fabrice nét is weggereden omdat hij vanmiddag om drie uur moet werken, vang ik nog een schubje en dat is het laatste wapenfeit van deze dag. Weer zes aanbeten vandaag, maar wel raar dat er in de avond niks gebeurt. Zou ik te veel gevoerd hebben? Vandaag was ook de weeromslag. Van maandagmiddag tot vanochtend heeft het bijna continu geregend. De ochtend was droog maar bewolkt en in de middag en avond was er volop zon. De vrijdag is net een uur oud als ik een aanbeet krijg die zich weer vast zwemt. Ik kijk het even aan vanaf de kant, met mijn gevlochten lijn op spanning, en voel dan de vis lossen. Teveel druk gezet, prutser. Half drie als ik net weer een uurtje in slaap ben gevallen, vang ik een kleine schub die ook direct weer terug mag. Ik slaap daarna uit tot zes uur en ga koffie zetten. Heerlijk, ook vandaag is het droog en het water is zo vlak als een spiegel. Het mooiste moment van de dag, is als ik met een dampende kop koffie over het water kan staren. Om zeven uur zit ik net aan mijn laatste kop koffie als mijn chodhengel weer actie verraadt. De dril verloopt voorspoedig en even later vang ik weer een spiegel van meer dan dertig pond. Ik hang hem even weg in de retainer sling. Over een kleine drie kwartier is het licht genoeg voor foto’s bij daglicht en die zijn over het algemeen toch echt mooier. Om half tien vang ik nog een schub van 21 pond en daarna krijg ik bezoek van de twee Fransen die twee nachten aan de overkant hebben zitten vissen. De een is een oom van Fabrice en de ander een vriend van hem. Ik verwachtte ze al want Pascal belde me vanochtend op om te vragen of ik nog boilies over heb. De twee Fransen hadden contact opgenomen met Triobaits en willen ook graag met dit aas vissen. Ik verkoop ze, zoals afgesproken met Pascal, wat van het aas en geef ze en passant nog enkele tips mee, zoals het vermijden van strakke lijnen. Ze schuiven mijn resultaten volledig af op het aas. Zelf hebben ze twee nachten geblankt, terwijl ze mij steeds naar mijn hengels hebben zien rennen.

“Wonderboilies bestaan niet,” vertel ik ze nog, “maar slim vissen maakt een groot verschil.” Tussen elf uur ’s ochtends en ’s avonds half tien vang ik nog vijf zeelten. Daar had ik eerder geen last van, maar nu is het even een plaag. Voor het slapen vang ik nog twee kleine karpertjes, de laatste om half twaalf. Daarmee komt het totaal op elf aanbeten vandaag. Ik hoop dat het nu even rustig blijft want morgen moet ik het hele stuk weer naar huis rijden. Jammer dan! Om tien voor drie vang ik een schubje van 9 kilo. Onthaken, terugzetten, lijn terugvaren met de voerboot en dan weer terug de zak in. Ik doezel net weer wat weg als ik om vier uur weer een aanbeet krijg. Dat blijkt de grootste schub van de sessie. Anders van bouw, een warrelschub patroon en afgesleten vinnen. Duidelijk geen uitzetter van de afgelopen lichtingen. Ik hang de vis in de retainer sling voor foto’s en kruip mijn tent weer in. Dan begint het weer te regenen. “Lekker, alles nat de auto in straks,” denk ik nog. Nu kan ik de slaap niet meer vatten. Als het moet dan lukt het niet, dus ik lees nog even wat in mijn boek en sta even na vijven maar op. Desnoods zet ik de auto maar wat vaker aan de kant straks. Tijdens het koffie zetten krijg ik zelfs nog een derde run vandaag. Deze laatste is een klein spiegeltje met een mooi schubben patroon. Dan begint het grote opruimen. Om vijf voor negen zit alles zeiknat in de auto. Ik kleed me naast de auto uit en trek schone droge kleren aan voordat ik aan de terugreis begin. Dan rijd ik naar de Intermarché van Bresles, waar Fabrice aan het werk is. Ik geef hem de sleutel van de poort terug en bedank hem uitgebreid voor de uitnodiging en de mooie week die ik gehad heb. Daarna stap ik in de auto bel met Bjorn die net een schub heeft gevangen van 22 kilo. Ik rijd zonder te stoppen in één ruk naar huis. Het weer is te slecht om buiten te pauzeren. Pas als ik in Nederland de grens over ben wordt het droog. Het was een mooie sessie.

 

De week erna vissen Bjorn en ik samen ‘n nacht in Duitsland. Bjorn heeft afgelopen dinsdag een emmer Bio-8 gevoerd. Helaas lukt het hem niet om donderdag nog enkele kilo’s te verspreiden, dus komen we die vrijdag op een oude voerstek aan. We varen de hengels uit op de gewenste afstanden. Ik vis met twee stokken op het diepe op 12 en 10 meter. Bjorn doet het iets rustiger aan met 7,5 en 3,5 meter tegen het eiland. We blanken die nacht allebei. Als we willen gaan opruimen komt er een bootje onze kant op gevaren met twee vissers erin. We stellen ons een half uur verdekt op en kunnen daarna ongezien inpakken. Hmm, misschien zijn er dus toch vergunningen te krijgen voor dit water. Internet geeft me een naam en adres, aber “Manfred ist nicht zu hause”. Dat wordt dus later nog eens terugbellen. De zondag ga ik voor een paar uur naar de IJzeren man, maar ook daar krijg ik geen vis op de kant. Volgende week hoop ik meer succes te hebben. Dan gaan we naar het kanaal, waar al zeven weken, drie keer per week voer in is gegaan, of we pakken een nacht op het warme water. Op beide stekken maken we kans op vijftig pond of zwaarder.

 

Nondeju, ook dit weekend is het een blank festijn van jewelste. We vissen de vrijdag een nacht op het kanaal. Daar is al acht weken op rij voer het water in gegaan. Drie maal per week heb ik de stek trouw aangevoerd en in de week dat ik in Frankrijk zat heeft Bjorn dat gedaan. Op de laatste dag voorafgaand aan de sessie liggen er ineens allemaal zandhopen op de oever. Een nadere inspectie leert ons dat het afgegraven grond uit het kanaal is. De vaargeul is uitgebaggerd. We hebben er een hard hoofd in. Dat blijkt ook de volgende ochtend als we beiden met een droog net kunnen inpakken. Ik rijd daarna nog even langs de plas bij het Botenhuis om een kilootje te voeren aan de boszijde. De volgende ochtend vis ik daar vier uurtjes, maar op enkele halve oplopers na, gebeurt er ook daar helemaal niks. Dat zijn twee visloze weekends op een rij. Volgende week naar het warme water. Hopelijk gebeurt daar wat positiefs.

 

Met hooggespannen verwachtingen rijd ik vrijdagmiddag om drie uur de oprit af. Eerst naar de werf, waar ik ga kijken voor staalplaten voor mijn boot maar ook omdat we afgesproken hebben om daar alle visspullen in één auto te laden. Tegen vieren zijn we met mijn auto op de stek bij het pad. Als een haas alle spullen eruit en terwijl ik onze uitrusting verder het pad op sleep, zet Bjorn de auto weg. Even later hebben we alles aan de waterkant staan en vertelt Bjorn waar het te doen is. Ik vis naar links en hij naar zijn vertrouwde plek aan de rechterkant. Het bevalt me hier wel. We zitten achter een dijkje, net uit het zicht en we verwachten er een hele hoop van vannacht. Na twee uur wordt het al minder met het vertrouwen. Er had allang iets gebeurd moeten zijn en om negen uur duiken we vanwege het uitblijven van enige actie maar de slaapzakken in. De volgende ochtend ben ik om zes uur wakker en ververs het aas aan beide hengels. Bjorn doet dat pas tegen kwart voor acht en als hij zijn eerste hengel net wil teruggooien, krijgt hij een aanbeet. De vis zit redelijk snel aan de oppervlakte en vecht traag. Ik kan hem al snel scheppen en het lijkt een hele behoorlijke schub met een buikje en brede schouders. De vis weegt achttien kilo en mag terug. Daar blijft het bij deze sessie. Damn, weer een hoop vervlogen! Toch komen we hier nog terug, maar het is een hele operatie. Via de werf waar ik mijn staalplaten ophaal rijden we vervolgens naar huis. Volgende week beter.

 

Ook de zondagochtend krijg ik geen vis op de kant. De avond ervoor rijd ik met mijn spodhengel, een emmer pellets en wat boilies naar de Noorderlaan, waar ik gericht op de vijf straatlantaarns een aantal spods te water laat. Daarna loop ik mijn spod uit over het voetpad om te zien waar ik morgen mijn hengels moet clippen. Ik heb er zowaar vertrouwen in hoewel ik hoop dat de hoek schuin tegenover me morgen niet bevist wordt. Natuurlijk komen er een half uur nadat ik heb ingegooid toch twee jongens zitten, beiden met een fietskar vol karperspullen. De eerste gooit een hengeltje kort in de kant en net als ik denk dat het allemaal wel mee gaat vallen gaan de andere drie hengels over mijn rechter lijn en vlak bij mijn linker montage. Ik verleg de rechter hengel naar een stekje onder de kant en zit net weer heerlijk aan een bak koffie als er nog een visser aan komt. Een Duitser ditmaal die, hoe kan het ook anders, vlakbij de plaats gaat zitten waar ik een half uurtje geleden mijn hengel onder het kantje heb gelegd. Na zoveel tegenslag besluit ik maar in te pakken, het is immers pas net half acht en ik kan misschien op het kanaal nog wat klaarmaken. Ik wil eigenlijk op de zuid onderaan sluis 16 gaan zitten of mogelijk aan de spoorbrug, maar beide stekken zijn bezet. Daarna rijd ik naar Wessem, waar ook diverse tentjes langs de oever van het kanaal staan opgesteld. De stek bij 15,5 waar ik wel vaker zit is vrij en ik zie aan de overkant een pad naar beneden lopen. Ik rijd om en zoek het pad waar ik naar beneden kan. Kwart over acht liggen er twee hengels met een paar kleine handjes voer er bovenop, net achter de keien. Helaas kan ik ook daar na twee uur met een droog net inpakken. Het is me niet gegeven de afgelopen drie weken. Volgende week maar weer eens een van de oude Maasstekken op.

 

Het wordt uiteindelijk toch Duitsland. Bjorn wilde drie dagen voeren op de Maas, maar bij de tweede stek aangekomen zag hij dat er mensen op de tentenman stek zaten. Onverrichter zake maar weer naar huis dus en na een telefoontje besproken om nog een keer naar Duitsland te gaan dit jaar. We vissen beiden een hengel beaasd met een Scopex boilie en de andere met een vismeel-aardbei van KSK. Helaas gebeurt er helemaal niks en de volgende ochtend lopen we een keer langs het water. We kijken eerst even waar we ’s ochtends een hoop gezaag en lawaai uit het bos horen komen en daar blijken twee visstekken te worden gemaakt. Sinds vorig jaar kunnen er kennelijk weer vergunningen verkregen worden voor dit water. Daarna lopen we nog even door naar de camping, waar we de avond ervoor twee vissers aan het water zagen aankomen. Ook zij hebben niks gevangen, maar bevestigen de prijs van de vergunning en het mooie bestand wat hier rondzwemt. Via het kanaal bij sluis 16, waar ik wat voer, en Van Cranenbroek, waar ik laarzen en gasvullingen koop rijd ik naar huis.

 

De volgende ochtend vis ik vier uur bij het Botenhuis. Ik wil scherp vissen en voer twee spods op elke hengel die ik geclipt heb op dezelfde afstand. Ik krijg op beide hengels enkele piepen, maar bij het binnendraaien zie ik dat ik beide onderlijnen in de war heb zitten. Clippen werkt dus niet altijd even goed. Volgende week beter.

Sinds de afgelopen week heb ik vijf voerbeurten gedaan bij sluis 16. Elke voerbeurt is er een goeie kilo aan MC Red boilies en pellets ingegaan in een 50/50 verhouding. Vrijdag de 14e zal het moeten gaan gebeuren. Een nacht op het kanaal trekt me niet echt heel erg, maar omdat Bjorn deze en volgende week niet kan vissen ben ik maar gezwicht voor een gemakkelijk alternatief voor de betere viswateren. Om vijf uur liggen de hengels erin en zit ik in mijn tent in de regen. Ik verwacht er bitter weinig van onder deze omstandigheden en dat blijkt ook als ik de volgende ochtend inpak. Ik kijk even in Wessem en in Stevensweert of ik wat interessants kan vinden, maar ook daar zie ik niks wat me in deze tijd van het jaar echt kan motiveren. Met een balende kop rijd ik naar huis. De blanks stapelen zich op en mijn humeur wordt er niet beter van.

 

Zondagochtend belt Mathijs om half vijf op. Ik pak de telefoon van het nachtkastje en loop naar beneden. Ik heb afgesproken om hem in Weert op te pikken nadat hij een nacht naar Dynamo is geweest en vervolgens naar zijn stamkroeg in Weert. Het bericht maakt dat ik mijn planning kan bijstellen. Hij kan met Ties meerijden en ik hoef hem niet te komen halen. Omdat ik nu toch wakker ben rijd ik toch maar naar Weert, met twee hengeltjes en enkele boilies achterin de auto. Omdat het regent besluit ik aan de Noorderlaanvijver te gaan zitten, waar om zes uur de hengels op hun plek liggen. Er zitten al diverse mensen die vannacht, tegen alle regels in, hier hebben gevist. Om zeven uur krijg ik een brasem aanbeet, maar als ik de hengel oppak en contact maak blijkt het toch een karpertje. Na wat gekloot met het net dat vastzit in de kant, kan ik een schub van 85 centimeter aan de unster hangen. Weer een twintiger en eindelijk weer een resultaat na bijna vijf weken van aaneengeregen blanks. De ban is gebroken. Volgende week ga ik de donderdagnacht vissen. Dan ben ik gestopt met roken en ik ben benieuwd hoe me dat deze keer gaat bevallen. Ik wil nu gestopt blijven deze keer.

 

Ik vis op donderdag de 20e een sessie aan de ingang van de Mijnheerkens. We hebben daar vorig jaar in de winter ook al eens in de buurt gezeten en er ook vis gevangen dus hoop ik op een vervolg. Twee dagen is er voer ingegaan en die donderdag heb ik om half zes mijn hengels erin liggen. Helaas belet een boot, die aan de kade ligt aangemeerd, me om een derde hengel te vissen en ook mijn rechtse hengel kan ik niet exact vissen waar ik hem gepland had. De linker stok ligt op de stroomnaad en die geef ik sowieso de beste kansen voor deze nacht. Hoewel ik erg heb opgezien tegen deze eerste rookloze nacht, valt het me erg mee. Er komen enkele boten langs en ik besluit vlak voor het slapen gaan om mijn hengel op de stroomnaad nog een keer opnieuw in te gooien. Ik wil zeker weten dat die in elk geval schoon ligt. In de nacht en ochtend gebeurt er helemaal niks en ik kan dus ook nu weer een blank noteren in mijn logboek. De eerste nachtvorst, aan de grond, is een feit en het échte wintervissen is nu begonnen. Eens kijken of ik zondagochtend nog ergens heen ga.

 

Die zondag sla ik over. Het is me te koud, te guur en ik heb ook te weinig motivatie. Ik hoop volgende week op de Maas eens een visje te vangen en anders misschien toch op zondagochtend een putjesvis?

Vrijdag 28 november heb ik de sessie van het “schetendilemma”. Ik vis een nachtje voorbij de botensteiger van Asselt. We hadden gepland om samen te gaan, maar die vrijdag moet Bjorn op het laatste moment afzeggen. Hij voelt zich gammel en heeft een griepje onder de leden. Ik zit om half zes met vier hengels op de Maas te vissen. Die avond als ik mijn warme prak van de ambachtelijke slager naar binnen heb gewerkt, laat ik een scheetje. Godallemachtig, wat stinkt dat kreng. Even later, bij de volgende scheet die minstens nét zo hard stinkt, bekruipt me de volgende gedachte. Stinken die scheten nou echt zoveel erger dan anders, of is mijn reukvermogen zo verbeterd sinds ik niet meer rook? Omdat een onafhankelijke jury ontbreekt, houd ik het uiteindelijk maar op het tweede. De volgende dag pak ik al op tijd in na weer een blank.

 

Zondagochtend vis ik op twee stekken. Eerst op de Noorderlaan waar ik de enige echte “godfather” van het karpervissen ontmoet. Hij komt uit Venlo en heeft zoveel karper ervaring dat het niet te geloven is. Hij viste al met boilies en draaide ze ook zelf, voordat ze in Engeland waren uitgevonden. Hij had ook de eerste zelfgemaakte “brug” (dat is kennelijk Venloos voor rodpot) waarbij de piepers gemaakt waren van deurbellen. Een Engelsman die dat bij hem had staan afkijken heeft daar later een slaatje uit geslagen en is ze commercieel gaan verkopen. Hij had dat zelf niet nodig. Als even later de maat van deze “goeroe” eerst minstens 3 kilo voer verspreidt met zijn werppijp (zo’n beetje bovenop mijn linker hengel) en daarna allebei zijn hengels over mijn lijn heen gooit, besluit ik zonder er ook maar iets van te zeggen, in te gaan pakken en naar het kanaal te rijden. Ook daar blank ik, maar in elk geval zonder idioten om me heen.

De week erna vis ik op zaterdag. Chiel is vanochtend vertrokken naar Saoedi Arabië en daarom vis ik een nacht later dan gebruikelijk. Om kwart over vier liggen mijn hengels in de parkvijver van de Weerterbergen. Afgelopen week heb ik hier drie keer gevoerd, en ik verwacht snelle actie. Die komt er ook want na een half uur loopt er een hengel af en even later kan ik het net onder een schub in winterkleuren schuiven. Daarna gebeurt er niks meer totdat ik even na achten bezoek krijg van een nachtwaker. Op zijn vraag of ik gast ben op dit park en mijn ontkennende antwoord, kan ik vervolgens gaan inpakken. De man is heel aardig, geen bekeuring, geen preek, maar ook niet doorvissen. Kwart over negen ben ik thuis. De volgende ochtend doe ik wat urban fishing bij de stadsbrug in Weert en anderhalf uur later nog eenzelfde tijd onder de A-2 brug. Op beide stekken kan ik geen aanbeet forceren, wat me niet verbaast. De temperatuur komt nauwelijks boven het vriespunt en er waait een koude wind. De watertemperatuur zit op krap7 graden. Volgende week ga ik eens kijken op de Rosslag, tenminste als het weer het toelaat, want het belooft een natte week te worden. Bjorn heeft dan een kerstviering op het werk en zal pas de week erna weer mee gaan.

In plaats van de Rosslag vis ik een nachtje bij de Centrale. Als ik er aankom, blijkt het hele bos dat normaal gesproken bescherming biedt tegen spiedende ogen bij het uitladen, te zijn verdwenen. Alleen sporen van dikke banden verraden het zware materieel wat gebruikt is om het bos te rooien. Bjorn is verbaasd, want gisteren bij het voeren was er gewoon nog een bos, zo vertelt hij me aan de telefoon. Eenmaal op de stek zie ik dat het talud, waar ik achter zit, ook te laag is om me achter te verschuilen. Ik besluit dan ook om morgenochtend nog in het donker in te pakken en te vertrekken. De hele nacht blijf ik visloos en om zeven uur heb ik de auto opgehaald en liggen mijn spulletjes weer achterin. Ook het hek is dan weer volledig dicht. Het enige waar ik niet goed naar heb kunnen kijken, is of ik sporen heb achtergelaten. Ik rijd nog even naar de IJzeren man waar ik nog twee uur vis en wat voer achterlaat voor een eventuele korte zondagochtendsessie. Verder besluit ik om voor volgend jaar toch weer een Belgische vergunning aan te schaffen. De wintermaanden kan ik misschien naar het Galgenweel en ook door het jaar heen wil ik de mogelijkheid hebben om af en toe een instantsessie in België te kunnen vissen. Het visjaar zit er bijna op en dat is maar goed ook. Ik ben toe aan iets nieuws en een omslag in mijn visserij. De boot moet gerepareerd en de plannen voor volgend jaar moeten gesmeed worden. Welke waters, welk aas, welke aanpak. Het is tijd voor verandering en tijd voor een nieuwe koers. Nu is het vooral ook tijd om naar huis te gaan. Kerstversieringen ophangen en vanmiddag naar mijn schoonmoeder toe.

Vrijdagnacht vis ik samen met Bjorn nog een nachtje op de Maas. Ik heb een aantrekkelijke wintermix gemaakt die goed ruikt en die extra aantrekkingskracht  op de mat moet brengen. Helaas is er ook deze nacht op wat piepen van de bever en de confrontatie met een uil na geen achte actie te bespeuren. We rijden op de terugweg nog even langs St Anna, waar we toch echt een keertje onze tanden in willen gaan zetten, maar op de een of andere manier komt dat er nooit van. Zondagochtend blank ik nog maar eens drie uurtjes aan de IJzeren man.

 

Woensdag de 24e rijd ik nog maar eens naar de IJzeren man. Ik heb mijn voerboot bij me en korte onderlijntjes aan beide hengels gemonteerd. Oppakken is hangen, zo luidt het devies. De eerste kans komt al rond half acht. Ik ren vanuit de auto naar mijn rodpod terwijl de molen van mijn rechter hengel volop lijn afgeeft. Ik maak contact en voel na ongeveer vijf seconden dat de vis van de haak valt. Balen! Ook Bjorn heeft overigens reden om te balen, want hij heeft afgelopen nacht een vis gelost bij Marina Oolderhuuske. Het zit ons beiden niet mee momenteel. Toch krijg ik even na achten nog een herkansing. De vis voelt goed en even later kan ik het net onder een mooie hoge spiegel schuiven. De unster verzaakt niet en ik lees met blijdschap een gewicht af van 15,6 kilo. Dat is een lekkere afsluiter zo aan het einde van het jaar. Komende zaterdag nog een sessie samen met Bjorn en dan zal dit seizoen er voor ons samen wel grotendeels opzitten.

 

Ja, de laatste sessie samen met Bjorn voor dit jaar vis ik op zaterdag 27 december. Zoals de traditie ons dicteert, sluiten we het jaar af met een flesje glühwein. We vissen stiekem een nachtje op de IJzeren man. Ik krijg op mijn rechter hengel, waar ik een soepele onderlijn op heb zitten, tot tweemaal toe een halve aanbeet waarbij de waker tot aan de blank oploopt. Helaas, krijgen allebei deze adrenaline momenten geen vervolg. Als ik binnendraai zie ik ook de tweede keer dat mijn onderlijn gedraaid zit, net als bij de eerste keer. Ik vervang de onderlijn en vaar opnieuw uit. Vanwege de vorst moet ik dat een paar keer doen omdat mijn bakje het voer niet wil lossen. Na het vervangen van mijn montage gebeurt er echter niks meer, dat zul je altijd zien natuurlijk. In de ochtend als Bjorn nog op zijn stretcher ligt, sms ik met Nicole. Ze heeft een voerboot op het oog voor Bjorn en wil die kopen voor zijn verjaardag. Omdat ze er zelf niet veel verstand van heeft, vraagt ze mij om hem na te kijken voordat de koop definitief gesloten wordt. Prima, dat doe ik graag, zeg ik haar toe. Verder blanken we allebei deze laatste nacht. Onderweg naar huis bel ik met de Belg waar Nicole de voerboot heeft gekocht en spreek ik af wanneer ik hem kom halen in Beerse.

 

Op maandag de 29e rijd ik op en neer naar Beerse en op de terugweg heb ik het verjaardagscadeau achterin de auto staan. Een BT IV van Schrijver mét dieptemeter en extra accu’s. In de middag spreek ik met Nicole af dat ik hem op 14 januari, de dag van zijn verjaardag, in de avond kom brengen. Ik wil zijn gezicht wel eens zien.

 

 

Omdat ik wil kijken of ik dit jaar toch nog een 70e vis op de mat kan krijgen, maak ik nog een emmertje wintermix. Misschien dat het me lukt om op oudejaarsdag nog een visje te pakken in de ochtend en zo niet, staat het spul in elk geval klaar voor de sessie op Nieuwjaars ochtend. Zo kennen de jaarafsluiting en de opening van een nieuw visjaar elk hun eigen traditie. Glühwein bij de laatste sessie met Bjorn en op Nieuwjaars ochtend altijd mijn eerste sessie van een nieuw seizoen. Helaas vang ik op de laatste dag van het jaar tijdens een drie uur durende sessie geen vis meer bij, maar onderweg naar huis voer ik op twee plekjes een beetje voor morgenochtend. Dan hoop ik op nieuwjaarsdag eens een keertje succesvol te zijn. Voor dit jaar zit het er helemaal op nu.

 

Als ik terugblik op dit seizoen heb ik verschillende hoogte- en dieptepunten mogen meemaken. Hoogtepunten waren voor mij in elk geval de foto van een ijsvogel op mijn hengel, de sessies aan de IJzeren man die me in relatief korte sessies behoorlijk wat mooie spiegels opleverden én, sowieso, het aantal vissen dat ik dit seizoen op de kant kreeg. Hét dieptepunt van het jaar was het trieste vandalisme dat Demaine te verwerken kreeg. Dat mensen het door afgunst niet kunnen hebben, dat Bjorn en ik graag de publiciteit zoeken en dus het hoofd wat boven het maaiveld uitsteken is één ding. Maar dat wil toch nog niet zeggen dat je jezelf dan maar moet verlagen tot het laten zinken van mijn boot? Grote keien uit de oeverzone waren gebruikt om Demaine te laten zinken en de vloerplaten waren verdwenen. Afgedreven of weggegooid? Wie zal het zeggen, maar alles bij elkaar opgeteld kost dit ‘geintje’ me een kleine €100,- extra op het normale onderhoud. Ik ken de dader, maar ik ga me niet verlagen tot zijn praktijken. Verder is dit het eerste seizoen in negen jaar dat ik geen enkele veertigponder op de mat krijg en dat is extra verwonderlijk als je dat afzet tegen het aantal gevangen vissen. Qua aantallen het beste seizoen in 12 jaar, qua veertigers het slechtste. Een opmerkelijk contrast.

 

Toch is het ook dit jaar weer zeker de moeite waard geweest aan het water en er staat een nieuw jaar te beginnen. Een jaar waarin Bjorn en ik het in elk geval voor de gezamenlijke sessies eens over een geheel andere boeg willen gooien en waar ik voor mijn persoonlijke sessies ook wat nieuwe elementen ga toevoegen. Ik heb er in elk geval nu al veel zin in om weer met een schone lei te starten in 2015.

Maak jouw eigen website met JouwWeb