Seizoen 2008

'

 Nieuwe én oude visgronden.

 

Ik wil dit seizoen toch eens proberen wat minder naar de Paalse plas te rijden en daarvoor in de plaats wat vis te zoeken die minder geconditioneerd is. Een andere omgeving maakt het avontuur ook direct weer een stuk groter. Ik begin teveel op de automatische piloot te vissen in Beringen en dat gaat ten koste van mijn beleving. Ik ben in de kerstvakantie eens gaan kijken in de buurt van Kessenich waar 3 grindgaten liggen die direct met de Maas verbonden zijn. Hét leefmilieu van grote, en vooral nog redelijk naïeve, vissen. Het is mijn bedoeling om daar in april en mei eens enkele sessies mijn geluk te beproeven. Het zou mooi zijn als ik tegen die tijd de beschikking zou kunnen hebben over een klein kajuitjachtje, maar daar is Marian nog niet écht (of echt niét) enthousiast over. Het is in elk geval een spannende en natuurlijke omgeving. Minder gecultiveerd dan de plas en veel kanalen in mijn directe omgeving. Ook een Nederlandse veertiger staat nog steeds hoog op mijn verlanglijstje.

 

Op nieuwjaarsdag vis ik een sessie van 2 uur aan de spoorbrug in Weert. Hoewel mijn kansen op vis daar altijd het grootst zijn, blijf ik ook dit jaar op de eerste sessie visloos. Met een watertemperatuur van 4 graden, mist en een barometer van 1026 ook niet echt de meest ideale omstandigheden. Komend weekend toch maar naar de Paalse plas. Daar zijn ook in de winter mijn kansen op een dertiger het grootst. En wie de grote niet eert, is de kanjers niet weerd.

 

Vier dagen later zijn de omstandigheden behoorlijk veranderd. De wind is gedraaid naar het zuiden en is met kracht 5 heel behoorlijk. Het regent behoorlijk als ik om half vijf weg rijd in de richting van de Paalse plas. De barometer geeft nog 1001 aan en de temperatuur is maar liefst 7 graden. Jammer genoeg is dit pas de eerste dag van de depressie, dus de temperatuur van het water zal er nog nauwelijks door beïnvloed zijn. Ik vis een sessie van negen uur op de kopstek, maar resultaten blijven ook vandaag achterwege. Zelfs de brasem van de week laat zich deze zaterdag niet zien. Jammer genoeg heeft mijn nieuwe boilierecept ook nog niet aangetoond een echte killer te zijn. Gelukkig heeft helemaal niemand iets gevangen en hoef ik het aas nog niets te verwijten. Volgende week eens een nachtje naar Lozen. Dan kan ik deze week eerst nog een aantal keren voeren.

 

Het wordt geen nacht in Lozen maar een vruchteloze ochtendsessie op zondag de 13e. Na drie uur pak ik onverrichter zake weer in en rijd nog even naar de spoorbrug waar ik eveneens 2 dagen gevoerd heb. Ook daar blank ik omdat er iemand op mijn stek zit. Een sessie dus om erg kort over te zijn. Volgende week maar eens een nachtje bij de Poeierbrug proberen en nog wat uurtjes bij de spoorbrug erachteraan. Misschien dat dat wat oplevert.

 

Zaterdag de 18e ben ik even na middernacht, aansluitend op de lezing van Arjen, gereed om te vissen bij de Poeierbrug. Ik heb drie keer gevoerd afgelopen week wat in de praktijk neerkomt op een pond op maandag, een pond op woensdag en een pond vandaag vóórdat de lezing begon. Ik vis er zeven uur achter elkaar in een werkelijk prachtige depressie met een nachttemperatuur van 12 graden (in januari!!!), veel wind en regen. Helaas is de vis nog absoluut niet los en moet ik om half acht onverrichter zake inpakken. Het uur aan de spoorbrug levert evenmin wat op dus eindigt januari in een blank. Volgende week is de beurs en de eerstvolgende mogelijkheid om te vissen ligt dan pas in februari.

 

De beurs is geweldig. Veel kennissen, veel bier, vier boeken, wat klein materiaal, veel verwachtingen en vooral veel gezelligheid. Daarmee sluiten we het laatste weekend van januari af. Bedankt Mick, maar gelukkig volgende week weer vissen.

 

Op 1 februari moet ik ’s ochtends even naar de dokter voor mijn halfjaarlijkse bloedafname. Ik laat me regelmatig controleren (2 x per jaar) hoe het ervoor staat met mijn cholesterol en mijn bloedsuikerspiegel. Ik denk liever aan andere spiegels en ik kan dan ook niet wachten tot het tijd is om met een beladen auto de oprit af te rijden voor mijn volgende sessie. Er moet vis op de kant en als het even kan een beetje snel ook. Als ik terugkom van de dokter vraagt Marian hoe laat ik wegga want ze wil boodschappen gaan doen. Ze vind het dan ook niet erg als ik vertel dat ik nu al weg wil. Een half uur later vertrek ik met volgeladen auto richting Paalse plas en doe daar direct opvolgend een nacht KK achteraan. De Paalse plas levert me vier brasems op van 2 verschillende stekken op de bollen van Herman. Na 5½ uur houd ik het voor gezien en rijd ik naar het Kempisch kanaal. Op 7-8 zit al aardig wat volk en een telefoongesprek met Ferry leert me dat de leder er dit jaar nog niet is uitgekomen. Dat kan elk moment gebeuren. Helaas is de topstek bij het stalletje bezet en moet ik noodgedwongen uitwijken naar de andere kant van de haven. Daar vang ik na een uur een brasem op KSK  knikkers  en ’s nachts om half drie, in een geweldige regenbui, nog een brasem op mijn eigen red birdfood boilie. Daar blijft het bij dus ook de eerste 20 uur van februari blijven karperloos. Volgende week misschien nog eens terug naar 8-9. Dat is me best bevallen.

 

Het wordt een nacht van 13 uur bij de Poeierbrug. Helaas laten de vissen zich daar ook deze week niet verschalken dus rijd ik tegen acht uur nog even naar de spoorbrug. Daar heb ik in het verleden al menig visloos nachtje alsnog weten te besluiten met een of twee vissen. De nacht was koud met vorst aan de grond en een hele hoge barometerstand. Ik denk ook dat hierin de reden schuilt dat er nergens op het kanaal iets gevangen is. Ik vaar twee hengels uit met mijn bootje. Als aas een 14 mm Fish Strawberry boilie van Herman met een beetje deeg eromheen gekneed. Een stuk funnel web van ongeveer 8 centimeter met een klein beetje boiliekruim moet de zaak aantrekkelijk maken. Even voor half negen ligt de zooi erin. Ik krijg al vrij snel wat gepluk op beide toppen. Ik verdenk witvis van deze attentie, maar zit even zo goed in de startblokken om direct full power te kunnen geven als ik een aanbeet krijg. Twee verse koppen koffie vinden hun weg naar beneden. Rond tien over negen nadert er een boot. Ik twijfel even of ik dit prettig vind. Enerzijds betekent scheepvaart altijd actie op deze stek en tegelijkertijd wil ik mijn hengel aan de overkant eigenlijk nog niet binnen draaien. De tijd daarna is te kort om nóg een kans te krijgen. Ik besluit de top onder water te steken en de boot, die gelukkig niet geladen is en dus hoog door het water gaat, te laten passeren. Dat lukt zonder veel problemen en ik kan de hengel weer terug leggen op de steun. Enkele minuten later krijg ik een aanbeet op deze hengel. Ik ben er snel bij en weet de vis direct uit zijn baan te trekken, weg van de palen. Hij vecht eerst vrij snel en slaat wat bochten, maar even later wordt het allemaal wat trager. Ik zie vrij snel dat het om een schub gaat in de twintig pond categorie. Enkele minuten later is zowel mijn nieuwe landingsnet als mijn jaar ontmaagd. De eerste is binnen. Ik maak wat foto’s van de vis op de onthaakmat die nog steeds vol ligt met ijs. Daar hoort een vis ook thuis. Kijk maar in de viswinkel! Daarna mag hij weer zwemmen en pak ik in. Tevreden, met een 23 ponds vis van 85 centimeter op mijn palmares, rijd ik naar huis. Mijn telefoonrondje “langs de velden” leert me dat verder iedereen geblankt heeft. Vandaag was ik dus de lucky basterd en die rol bevalt me prima.

 

Een week later vis ik een koude nacht op de viersprong van Nederweert. Het vriest drie graden en ondanks de inzet van 4 hengels weet ik geen enkele vis over te halen mijn aas te pakken. Tijdens de ochtendkoffie pak ik in. Even na negen uur rijd ik naar Someren, waar ik mijn oval kan ophalen die door Bart is klaargezet. Honderd euro lichter maar met een nieuw onderkomen tegen wind en regen kom ik dus toch niet met lege handen thuis.

 

De sessie van vrijdag de 24e is een mengelmoes van jewelste. We, Brian en ik, starten samen op de Paalse plas. Na 9 uur vissen houden we het daar voor gezien. Er gebeurt bar weinig. Brian rijdt naar huis en ik ga naar 8-9 waar ik wil proberen de leder te verleiden voor een kort samenzijn op mijn onthaakmat. Helaas gaat het gerucht dat de vis inmiddels op 7-8 zwemt, omdat zijn vaste gezel “Patatje” daar ook gevangen is. De sluis blijkt enkele dagen open te zijn geweest. Omdat ik ook nog eens de haven in vis, wat eigenlijk niet mag, en ik van Carlo hoor dat Bos & Groen in aantocht is, besluit ik ook hier te gaan inpakken. De nacht breng ik door in de kom van Lozen en daarna doe ik nog een uurtje spoorbrug. Ik heb alles uit de kast gehaald. Uitvaren met dieptemeter, boilies vierkant snijden of deeg eromheen kneden maar toch kan ik niks bijschrijven in mijn vangstenboek. Volgende week komt Geert Ooms naar het botenhuis en dan zit ook februari er weer op. De mooie tijd komt eraan, gelukkig.

 

Geert Ooms houdt op schrikkeldag zijn lezing in het botenhuis. Het duurt maar een uur en toch is iedereen ervan onder de indruk. Geert showt foto’s van Italië, Frankrijk en wat wateren in België, waaronder het Verbindingskanaal. Ik blijf gezellig nakeuvelen tot een uur of twaalf en ga dan vissen. Ik heb de afgelopen week 2 keer gevoerd op de splitsing bij Lozen en hoop op actie. Nou die krijg ik genoeg. Er is een zuidwester storm opgestoken met windvlagen tot 110 km/u. De wind draait van zuid naar zuidwest totdat hij zijdelings op mijn rodpod staat. Die is tegen dat geweld niet bestand en hij valt even na vijf uur spontaan om. Het is écht bar weer. Na zeven uur blanken ruim ik op. Het is inmiddels half acht en ik besluit nog even naar de spoorbrug te gaan. Daar vang ik na een uur een klein spiegelkarpertje van driekwart meter en 8,6 kilo. Het is een two-tone die ik nog niet eerder gevangen heb. Voldaan met dit kleine resultaat ga ik op de eerste dag van maart zonder stormschade maar mét vis naar huis.

 

Op donderdag de 6e, vis ik een nachtje halverwege het brede stuk op Lozen. Tom Langens is nog even langs geweest voor een praatje maar voor de rest is er echt niets te beleven. Om kwart over 4 loopt de wekker af en ruim ik op. Ik ben van plan om een dagsessie op de Paal te vissen. Op de vangst van 3 brasems en een onverwachte sms van Geert na, is ook hier weinig actie. Weer 18 uur blanken deze week. Op zaterdag rijd ik mat Mathijs naar Genk, voor het jaarlijkse beursdebacle bij de Zutter. Ik zie vele bekenden waaronder Arjen die me samen met Koen nog wat tips geeft over mijn vakantiewater in Montrevel en Bresse. Dáár kan ik wat mee. Verder koop ik nog een 28 mm plank, wat pop-up boilies en een goede weegzak. Volgende week zaterdag komt Theo Pustjens naar het botenhuis. Eens kijken wanneer en op welke plek ik dan ga vissen. Vrijdagnacht óf zaterdag na de lezing. Misschien naar Wessem of de ingang van de bak met een ochtendje spoorbrug erachteraan? Dat laatste trekt me wel.

 

Vanaf maandag 10 maart voer ik, gedurende 6 opeenvolgende dagen, dagelijks 24 birdfood boilies voor de ingang van de Stiekeme stek. Ik ben van plan om zaterdag, voorafgaand aan de lezing in het botenhuis, voor de laatste keer te voeren en ná de lezing van Theo tegenover de ingang te gaan zitten. Ik wil met de voerboot twee stokken naar de ‘schouders’ van de brug varen op de voerstek. Ook wil ik nog een stok naar links en rechts gooien aan de eigen zijde van de vaargeul. Zes dagen voeren en met vier hengels vissen zou toch wat moeten opleveren. Helaas levert de nacht alleen 2 windes op om 02.30 en 07.15 uur. Als ik daarna nog even naar de spoorbrug rijd heb ik daar nóg een teleurstelling als de enige aanbeet van de ochtend na enkele seconden losschiet. Het zit even niet mee deze periode. Het wordt tijd voor beter weer.

 

Op vrijdag de 21e is er van beter weer nog niets te bekennen. Ik vis enkele uren aan de sluis van Panheel, maar de zijdelingse wind en de hagel maken het vissen haast onmogelijk. Mijn rodpot is al eens omgewaaid en pas als ik mijn auto tussen de wind en mijn hengels plaats kan ik weer enigszins normaal vissen. Toch houd ik het na 2½ uur voor gezien. Twee dagen later zit ik in een stralende zon op de kopstek van de Paalse plas. Toch is het ook hier een blank vandaag. Het is koud, het heeft vannacht drie graden gevroren, en de vis is duidelijk niet los. Dat mijn nieuwe Trouvitboilie niks oplevert mag niet verwonderlijk zijn. Alleen Geert Ooms had vannacht op de brugstek 2 vissen van zo’n 13 kg. Hij is de enige die wat vangt vandaag.

 

Vrijdag de 28e liggen even na half zeven de hengels weer op de vertrouwde plekken van de kopstek. Als ik zo’n uur gevist heb zie ik een karper half het water uitkomen op ¾ van het water midden tussen mijn beide lijnen in. Ik wacht nog een goed half uur maar draai dan toch mijn linker hengel binnen en vaar hem uit naar het denkbeeldig middelpunt van de natuurlijk reeds lang verdwenen kring. Ook dat levert geen enkele aanbeet op overigens. Ik vis op alle mogelijke stekken en dieptes maar weet geen enkele vis te verleiden. Zo eindigt ook maart met een blank in het logboek. Het weer zal sterk moeten verbeteren als we snel actie willen krijgen, want de watertemperatuur bedraagt nog altijd maar 6½ graad en dat is echt te weinig.

 

Als ik op 4 april naar het water rijd, is het al laat. Ik ben eerst bij het karate examen van Mathijs geweest. Met zijn laatste slip op weg naar de oranje band is hij in elk geval meer succesvol als de sessie die ik voor de boeg heb. Ik wil eigenlijk op het smalle deel van Lozen gaan zitten maar ik merk dat ik daar nauwelijks goed aan het water kan komen met die steile en licht begroeide kanaaloevers. Omdat er niemand op het brede deel zit strijk ik halverwege neer. Later hoor ik dat het de afgelopen week juist erg druk is geweest omdat het vakantie was in België. Met mijn voerbootje vaar ik de lijnen uit en drop ze aan de onderzijde van het talud. Geweldig toch, zo’n dieptemeter die je daarbij helpt. Helaas gebeurt er niks deze nacht, als je tenminste alle regen niet meerekent. Noch mijn Trouvitboilie, noch de Fish- strawberry bol van Herman levert vis op ondanks een watertemperatuur van 9 graden. Volgende week hopelijk.

Een week later vis ik de nacht van 11 op 12 april. Ik ben op het kanaal Wessem-Nederweert gaan zitten aan de andere zijde van de Schoorbrug, bij de mini camping. Hier heb ik ook gevoerd op woensdag en donderdag en hoop dat dit verschil zal maken. Ik vis met 4 hengels en kan desondanks niks gevangen krijgen hoewel de watertemperatuur aardig is opgelopen tot even boven de 10 graden. Volgende week toch weer terug op dezelfde stek. Serge had er wél twee. Een om half vier en een om negen uur. Beide vissen schubs van rond de tien kilo.

 

Weer een week later doe ik nog een nacht aan de mini camping. Om de 2 dagen is er zo’n 700 gram voer ingegaan. Zaterdag, maandag en woensdag dus. Helaas is de wind volledig gedraaid, hij komt nu uit het koude oosten, en staat er ook nog een volle maan. Dat zijn dus niet de omstandigheden waarin ik vaak succesvol ben. Mijn paraplu staat met de rug naar het water en ook deze nacht kunnen 4 hengels niet voorkomen dat ik weer blank. Nog ruim 2 weken en dan is mijn voorjaarssessie. Hopelijk is de temperatuur van het water dan een stuk hoger dan de huidige 10½,  want de vis is duidelijk nog niet los. Volgende week zal het wel bij een dagsessie op vrijdag blijven, tenzij Marian het goed vind dat ik zondagochtend ook ga.

 

De vrijdag werd niks vanwege drukte op het werk. Ik kom er alleen aan toe om mijn boot af te maken. Zaterdag haal ik bij Rolf een paar camouflagebroeken en de twee Gemini hengels die hij aan mij verkocht heeft. Op zondagochtend ga ik wél een paar uur vissen bij de mini camping. Twee stokken gaan met een Trouvitboilie naar rechts. De derde met een fish strawberry naar links. Om zeven uur liggen de hengels in het 14 graden warme water. Als de klok half acht slaat kromt de top van de linker hengel zich en sla ik aan op een log vechtende vis. Na enkele minuten zie ik een schubkarper vlak onder de oppervlakte voor me langs zwemmen. Het lijkt een hoge twintiger. Even later ligt de vis in het net en kan ik de vis onder de driepoot wegen. Hij is zelfs nog iets zwaarder dan ik verwachtte. Met z’n 90  

centimeter, klokt hij exact 15,5 kilo. De eerste dertiger van 2008 ligt op de kant. Hopelijk is het de voorbode van een goede voorjaarssessie. Ruud komt om half twaalf, nadat hij met zijn hond naar de cursus is geweest, en maakt de foto’s die er geweldig uit zien. Tevreden rijd ik naar huis. Volgende week begint mijn voorjaarstrip. Ik ga starten op de Maas en zie wel wat er gebeurt. Als het niks is kan ik altijd nog uitwijken naar België. Er liggen voldoende boilies in de vriezer en het enige wat ik ter voorbereiding nog moet doen zijn mijn boodschappen en het te water laten van mijn roeiboot. Dat heb ik gepland voor volgende week samen met Mathijs. Die kan niet wachten om samen met mij het water op te gaan. Ik wil dan van die gelegenheid gebruik maken om te peilen en een keer voor te voeren. Voor het peilen zal ik de dieptemeter en mijn steekstokken gebruiken om te voelen op wat voor bodem ik vis. Op beide stekken een kilo of twee boilies moeten de vis vast lokken. Ik heb er enorm veel zin in om weer op de Maas aan de gang te gaan. Ze zitten er, dat weet ik nog uit eerdere jaren.

 

De tijd voordat mijn voorjaarssessie gaat beginnen kruipt voorbij. Ik ben al sinds de dag vóór Koninginnedag elke ochtend om 5 uur wakker. Een bekend gevoel want dat heb ik altijd voordat ik een langere sessie ga vissen. Zaterdagochtend is niet anders. Ik breng wat tijd door achter mijn computer en loop regelmatig eens de garage in als me weer iets invalt wat ik nog moet doen. Boilies uit de vriezer halen en in droognetten stoppen. Zoeken naar mijn watercan. De reservebatterij van mijn telefoon opladen. Mijn pannetje afwassen, die sinds de vorige sessie geen water meer gezien heeft, en meer van dat soort dingen. Om tien uur rijd ik naar de milieustraat om wat rotzooi weg te brengen en daarna rijd ik mét mijn boot naar de stek aan de Maas. Na een beetje moeite ligt de boot in het water. Peilhengel, dieptemeter en steekstokken erin en varen maar. De Maas stroomt niet erg hard en ik besluit eerst de kilometer tegen de stroom in te varen naar mijn voorjaarsstek van weleer. Dat valt erg tegen. Ik verwachtte ongeveer een kwartier nodig te hebben om daar te komen, maar het werd ruim een half uur. Ik kan voor de ingang van het paaigat voeren en drijf daarna met de stroom terug naar de andere stek. Mijn dieptemeter geeft aan dat het eigenlijk nergens écht diep is. Pas als ik de ingang van de spoorplas voorbij vaar, vind ik een talud wat afloopt naar ruim 5 meter. Daar kan ik ook prima zitten dus ook daar voer ik anderhalve kilo boilies. Terugvaren vanaf hier is een fluitje van een cent. Als ik wegrijd zie ik dat ik toch ruim 4 uur bezig ben geweest. Morgen gaan we zien of het de geïnvesteerde tijd en moeite waard is geweest.

 

Zondag na de warme avondhap, stap ik in de auto en rijd weg. De boot wordt ingeladen, en ik val met mijn onderarmen vol in de brandnetels als ik onderuitga. Dat begint lekker. Om 20.00 uur zit ik aan mijn eerste biertje op een stek die lekker rustig is. De watertemperatuur bedraagt 16 graden en met het warme weer op komst (de voorspelling is een week lang 23 tot 25 graden) lijkt het erop alsof ik exact op de juiste tijd ben. De volgende ochtend word ik om half zes wakker zonder vis. Het roeien gaat vandaag een stuk eenvoudiger omdat de stroming minder hard is. Ik signaleer regelmatig springende en draaiende vis maar ben niet zeker van karper. Hengels erin en koffie zetten. De gouden dagstek van toen, is vandaag niet productief. Om kwart voor vier draait er een karper bovenop mijn linker hengel maar een aanbeet blijft uit. Anderhalf uur later vind ik dat de vis genoeg kansen heeft gehad en ga ik inpakken. Ik rijd naar het Verbindingskanaal waar ik bij de 3e visser succes heb als ik vraag om informatie. Bart Douma vertelt me dat rechts van hem regelmatig vis draait. Omdat links van hem nog plek is ga ik daar zitten. De volgende dag is er volop paai, onder en bovenop mijn lijnen en zowel links als rechts van mijn stek. Ik zit middenin het paaigebied en de vis heeft absoluut geen interesse in mijn aas. Er staat vandaag alleen seks op het menu. Ik wil ook seks, óf vis. Of seks én vis, nog beter! Het is behoorlijk frustrerend. Vissen van 18 tot in de 20 kilo die centimeters van je aas af zwemmen. Ik heb inmiddels een manier ontdekt om bovenop de keien te kunnen vissen waar de vis steeds overheen trekt. Ik heb een grote kiezel omwikkeld met lijn en daar een elastiekje aan gehangen. Dat elastiekje komt in mijn loodclip en zo vis ik met een pop up bovenop de keien. Lood zakt namelijk steeds tussen de basaltkeien terwijl een grote steen blijft liggen. De volgende ochtend neemt Davy mijn stek over en rijd ik om 04.00 uur terug naar de Maas. Gelukkig zie ik daar bij aankomst direct vis op mijn stek en ben ik ook zeker dat het karper is. Helaas zit er nog een visser in de wei die hetzelfde idee had om hier te gaan zitten en de vorige week zelfs 13 vissen had op deze plek. Hij heet Bjorn Emans en ik ken hem nog als lid van de karpercommissie. ’s Middags om half twee draait er weer een vis boven mijn linker hengel en deze keer loopt hij wel af. Wat een sport. De vis neemt zéker dertig meter lijn en knokt voor wat hij waard is met de stroom mee. Ik ben ervan overtuigd dat het een grote vis moet zijn maar dat valt toch tegen. Ik vang een torpedo van 85 centimeter en 12,2 kilo aan een snowman. Gelukkig de eerste is binnen deze sessie. Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat er nu meer vis moet komen maar er gebeurt helemaal niets meer. Ik kan het eigenlijk niet geloven. Op deze stek zwom altijd vis en nu is er geen staart te vangen. Ik vis de nacht bij de mini camping op Wessem en de dag erna in de kom van Lozen waar ik bij aankomst getuige ben dat Mark Hoedemakers de grote spiegel kan vastleggen op 17,1 kilo. Op beide stekken zal ik blanken, terwijl de jongens in België die mijn stek hebben overgenomen beiden grote vis vangen. Spiegels van 21,3 kg voor Davy en 12 en 19,2 kilo voor Dimitri wrijven nog extra zout in mijn open paaiwonden. Het moest er natuurlijk een keer van komen dat ik mijn voorjaarssessie exact in de paaitijd zou vissen, maar zo vroeg in mei had ik niet verwacht. Ik rijd om een uur naar huis met een bos bloemen voor Marian. Die heeft me weer eens de gelegenheid gegeven om enkele dagen op mezelf te kunnen zijn en daar mag ik best wat dankbaarheid voor laten zien. Toch wil ik terug de Maas op, zeker nu ik gehoord heb dat er vorig jaar een spiegel gevangen is van 54 pond en er ook nog enkele veertigers rondzwemmen. Volgende keer meer geluk.

 

Op een strandje langs de Maas, hebben Johan en Frans in het verleden al flink huisgehouden. Enkele vissen in de veertig pond hebben hier hun landingsnet al van binnen gezien. Omdat ik woensdag en donderdag in een hotel in Roosteren zit kan ik mooi twee dagen op deze stek voorvoeren. Vrijdag ben ik vrij laat thuis van het werk en ik kan pas om zeven uur weg thuis. Toch heb ik om kwart over acht de hengels al ingeworpen en kan ik een half uurtje later genieten van mijn eerste biertje. Op een gigantisch onweer na, dat me van half drie tot vier uur wakker houdt, gebeurt er de hele nacht niets. Ik zie alleen aan het begin van de avond één vis draaien maar voor de rest niets. Ruud en Serge blanken ook op Wessem en de Noordervaart, en Björn die bij de stuw zit krijgt ook geen enkele aanbeet. Raar want we hadden alle drie verwacht dat de weersomslag juist zou zorgen voor actievere vissen en daarmee ook actievere beetverklikkers. Helaas. De stek is mooi genoeg om het niet bij één poging te laten dus ga ik hier nog terugkomen.

De week erna kan ik ’s middags al om half een weg. Ik besluit eerst naar het kanaal te rijden en plan een korte sessie bij de Schoorbrug. Daar kan ik tussen de scheepvaart door na anderhalf uur een schubje vangen van een kilo of zeven. Na 2 uur pak ik in en rijd verder naar de Maas. Na de benodigde afstand al roeiend te hebben afgelegd kom ik rond half vijf aan op mijn stek. Een hengel naar links achter het leliebed en een schuin naar voren in de vaargeul. Aan de overkant nestelen twee Polen zich tussen de struiken. Gezien de afstand zal ik daar geen last van hebben. Ik warm mijn maaltijd op, spoel die weg met een biertje en zak achterover. Ondanks de rust op het water, ziek ik nergens vis draaien. Rond de klok van half elf besluit ik te gaan slapen. Een kwartiertje later komt er een boot aanvaren die met een schijnwerper mijn kant op schijnt. “Controle” flitst het door mijn hoofd, maar het blijken andere vissers die hun boot honderd meter van mij vandaan tegen de kant leggen. Ik denk dat dit de kansen op een aanbeet op mijn linkerhengel behoorlijk reduceren en val lichtelijk balend in slaap. Ik word wakker van een piep gevolgd door een volle fluiter. Slaapdronken strompel ik naar mijn hengel, het is tóch de linker, en sla vast. Tijdens het drillen verruil ik mijn slippers voor mijn laarzen omdat het aan de kant vrij ondiep is. Enkele minuten later glijd een klein visje het net in. Als ik in het donkere net kijk twijfel ik tussen een hele grote winde of een klein karpertje. In het licht van mijn hoofdlamp zie ik dat het gelukkig een schubkarpertje betreft. De dreumes weegt slechts 5½ kilo, maar is memorabel omdat het de eerste van deze stek is. Stofgoud, maar ook dat is goud en derhalve kostbaar. De rest van de nacht en ochtend gebeurt er niets meer. Ik peil nog wat en strooi een deel van mijn boilies rechts tussen de lelies op dezelfde diepte als mijn vangst van afgelopen nacht. Drie meter. Dinsdag en woensdag nog eens voeren en dan vrijdag weer een nacht er tegenaan. Op jacht naar een dikke Maasbig.

 

Vrijdag ben ik er weer. Het is de dertigste en dus de laatste kans om in mei nog een dikke vis te vangen. Er hangt dreiging van onweer in de lucht en dat geeft een voelbare spanning op actie. De hengels liggen om kwart voor zeven op hun plekken. Een naar links waar ik vorige week het kleine schubje ving en de ander naar rechts waar ik net achter de lelies gevoerd heb. Aan de overzijde zitten een aantal feedervissers waar ik geen last van heb. Hun aanwezigheid geeft me zelfs de mogelijkheid om te zien of de witvis actief is en hopelijk vertaalt zich dat ook in een positief aasgedrag van de karpers. Ook vandaag zie ik weer geen enkel teken van karperleven in het water. Om kwart voor elf krijg ik twee piepen op mijn linkerhengel gevolgd door een korte run. De vis neemt misschien een meter lijn en dan valt alles stil. Ik draai binnen en zie dat er geen enkele reden is waarom de aanbeet niet heeft doorgezet. Er zit niks in de war, de haak is vlijmscherp en de twee boilies aan de hair hangen er prima bij. Ik gooi opnieuw in op dezelfde plek en voer nog een tiental boilies bij. Ik kruip terug in de slaapzak en word pas de volgende ochtend weer wakker. Het is inmiddels half vijf. Ik check mijn linker hengel opnieuw, positioneer hem nóg beter op de rand van het talud en kijk nog even over het water naar activiteit. Als die het eerste half uur volledig uitblijft, op wat witvis na, kruip ik nog maar even in de zak. Ook deze week zal er geen vis vanaf komen en ik begin er zo langzamerhand in te geloven dat dit inderdaad een najaarsstek is. Ik ga maar eens een plan maken waar ik volgende week heen roei. Voorlopig heb ik nog geen zin om de rivier de rug toe te keren, maar dan moet er wél snel wat gaan gebeuren. Misschien toch nog eens terug naar de ingang van het gat. Een nachtje op de bonnefooi kan zeker geen kwaad.

 

Ik vis op zaterdag de 7e een nacht samen met Björn. Hoewel we aan het begin van de avond een karper tot tweemaal toe volledig uit de lelies zien springen, gebeurt er de hele nacht niets. Volgens Ruud, die een nacht geblankt heeft op Wessem, ligt het eraan dat de grote vissen nog steeds moeten afpaaien en dat daardoor alle vis op een kluit bij elkaar hangt. Hij heeft dat op Wessem in elk geval waargenomen. Nou ja, over 2 weken hopelijk meer geluk.

Op zaterdag de 14e vis ik toch nog een korte sessie op de viersprong van Wessem. Helaas loopt ook die poging op een blank uit. Het gaat echt superslecht dit jaar tot nu toe. Er moet nog heel wat vis op de kant komen wil dit jaar nog slagen. Ook de nacht op Paalse plas op de 20e kent weinig actie. Ik vang op een single hookbait twee zeelten bij de brug en de volgende ochtend krijg ik nog twee keer actie van brasem. Ook niet geweldig dus. Weer een week later doe ik nog een kleine herhaling van een blank sessie op de Maas, samen met Michiel. We zitten bij de ingang van de paaiplas en ook deze keer laat geen enkele vis zich zien. Terug op de parkeerplaats geef ik Michiel de reservesleutels van mijn boot en besluit de komende maanden mijn energie te richten op de Paalse plas. Vanaf september ga ik dan weer de Maas op in de buurt van de Solvay. Daar moet gewoon wat te vangen zijn in die periode.

 

Op zondag de 6e juli rijd ik eerder dan verwacht richting de Paalse plas. Ik ga een sessie van 2 nachten vissen met Brian. Hij vertelde me dat hij om 2 uur daar wilde zijn terwijl ik ’s avonds pas zou gaan. Omdat ik geen zin had om op een half afgeroomde stek aan te komen, vertelde ik Marian dat ik ook al rond één uur zou gaan, maar dat ik dan ook dinsdag al in de middag zou thuiskomen in plaats van ‘s avonds. Dat was geen probleem. In de auto gniffelde ik al bij de gedachte dat ik er net zo snel zou zijn als Brian en besloot hem een telefoontje te geven. Hij had me toch weer te pakken, want terwijl ik nét Maarheeze uit reed, was hij al bijna bij de plas. Even later belt hij terug met de mededeling dat de kop vrij is en dat hij het wel goed vindt dat ik deze keer rechts ga zitten zodat ik de zandkop kan bevissen. Dat is dubbel goed nieuws. Om 15.00 liggen ook mijn hengels erin en staat mijn oval naast mijn bivvy. We drinken een biertje en zijn behoorlijk hoopvol omdat de wind (zuidwest 5) bijna garant staat voor veel aanbeten en actieve vis. Om 18.30 vang ik de eerste van de sessie. Een schubje van negen kilo. Brian vangt een tijdje later een spiegel die ongeveer even groot is. Om 24.00 uur draaien we binnen en doen een kort dutje. Kwart over drie loopt de wekker af en mogen we weer uitvaren. Om tien over vijf krijg ik weer een run vanaf de zandkop en vang ik mijn sterke schub van vorig jaar terug. Ook deze keer duurt de dril lang maar met ‘slechts’ veertig minuten nog altijd een uur korter dan vorig jaar. Met 90 centimeter en 12,2 kilo is hij minder zwaar dan toen. Half zeven vang ik een spiegeltje van 11,7 kilo op dezelfde hengel en daarna wordt het stil. Die stilte duurt tot kwart voor één. Dezelfde hengel vertrekt weer en ik merk direct dat deze vis een stuk zwaarder is. Even later schuift Brian het net  onder een dikke spiegel. Op een ons ná 18 kilo zwaar en 

94 centimeter lang. Ik ben in mijn nopjes met 4 vissen op zak en nog ruim 24 uur te gaan. De boilies van Herman doen het hier prima. Alle vissen komen aan dit aas terwijl mijn eigen boilies slechts goed zijn voor de vangst van graskarper en brasem. Met een stand van 4-1 voor mij gaan we de nacht in. De volgende ochtend is de start nagenoeg gelijk. Kwart over drie reveille. Hengels erin en weer slapen. Kwart voor vier een run bij mij op wederom dezelfde hengel op de zandkop. Ook nu weer een schubje, deze keer net over de 10 kilo. Dat zal voor ons beiden de laatste karper zijn deze sessie. Ik krijg nog wel 2 aanbeten maar die leveren allebei alleen een graskarper op. De hengels gaan terug in het foedraal en zullen pas in Frankrijk weer gebruikt gaan worden. Het was een leuke sessie met Brian met weliswaar minder vis dan verwacht, maar veel gezelligheid. Als ik thuis kom rijd ik ’s avonds nog even naar de Praxis waar ze een goede rubberboot in de aanbieding hebben voor nét onder de honderd euro. Die mag mee op vakantie. Nu de komende week alleen nog hennep, tijgernoten en pinda’s halen en dan kunnen de vissen in Montrevel ook gaan oppassen.

 

Helaas leveren 4 sessies in Montrevel niets op. Ik heb alles geprobeerd, van vissen op rustige plekken tot vissen in het zwemgedeelte toe, maar helaas geen enkele vis kunnen verleiden. De enige actie komt in mijn tweede sessie. Ik vis dan een nacht, terwijl dat verboden is, en krijg om kwart voor vier een snelle zakker. Als ik de hengel oppak blijkt de lijn gebroken. Ik vermoed dat daar toch karper voor verantwoordelijk is, maar er zal geen herkansing komen. Dinsdag de 29e samen met Brian naar de Paalse plas.

 

We vissen samen een sessie vanaf de Eddy stek. Tegenover ons is sinds dit jaar een zwemgedeelte aangelegd, afgezet met een drijvende lijn. Deze lijn zal nog een hoofdrol gaan spelen gedurende deze sessie. We hebben om 18.00 uur de hengels erin en zitten met een biertje op het bankje. Voordat de hengels erin liggen zie ik op een halve meter uit de kant een grote koi zwemmen. Oranje van kleur en een kilo of 12 zwaar. Ik besluit de kant vast aan te voeren voor de volgende ochtend. Ik voer tussen en net achter het wier. Eerder dan gepland is het half twaalf, tijd om de stokken weer binnen te draaien. Als Brian zijn eerste hengel binnen heeft loopt zijn andere toch nog af. Resultaat een spiegel van 15,2 kilo, die nog bijna weet te ontsnappen als Brian hem uit het net laat glippen. Ik heb de hengel (met de vis eraan) nog in mijn hand en stuur hem de tweede keer het net in. Gelukkig is hij binnen. De volgende ochtend heb ik een hengel naar links voor de wierbedden langs liggen en een naar het talud op half water. Er gebeurt helemaal niks. Als ik om half acht besluit mijn kantstok te verleggen naar de overkant, krijg ik mijn portie ellende. Ik drop mijn aas een meter voor de boeienlijn en wil de voerboot keren. Helaas is de bocht iets te ruim en loopt de boot vast op de lijn. Dat betekent omrijden en de boot zwemmend ophalen. Aangekomen aan de overzijde moet ik via het golfterrein naar het water toe. Ik ontkleed me bij een van de holes en ga via de brede sloot het zwemterrein op. Na het oversteken van de parkeerplaats kan ik het zwemgedeelte in. Weer 25 meter zwemmen en dan heb ik mijn bootje weer terug. Dezelfde weg wordt in omgekeerde volgorde afgelegd en dan is het tijd voor een bak koffie. Helaas laat de vis zich niet meer zien en ga ik met een droog net naar huis. Zaterdag nog een keer vissen en dan zit mijn vakantie er weer op. Het is een moeilijk jaar en iedereen klaagt over de slechte vangsten. Over enkele weken ga ik weer terug naar de Maas. Mijn bootje ligt er niet voor niets.

 

Ook de zaterdagnacht levert helemaal niks op. We vissen een sessie aan de golfkant. Ik vang ’s avonds een klein graskarpertje en voor het slapen blijft het daar bij. De volgende ochtend vang ik al na een half uurtje een brasem op mijn verre hengel die rechts tegen de zandkop ligt. Als ik hem daarna weer in heb liggen krijg ik er binnen het kwartier een karper op, maar die schiet helaas na enkele seconden los. Ik baal ervan, maar verwacht nog wel een herkansing. Die zal deze keer niet komen. Volgende week eens op het kanaal proberen bij de ingang van het haventje of anders een nachtje bij de Poeierbrug of de Kettingbrug. Het loopt weer eens niet zoals gewenst en daar baal ik eigenlijk heel erg van. Wat kan ik nu nog doen om vis aan de schubben te komen? Ik weet het allemaal niet meer. Gelukkig hoor ik bijna iedereen klagen. Er zijn zelfs mensen die het hele jaar nog niks gevangen hebben op Wessem. Oei.

 

In mijn eerste werkweek ga ik van dinsdag tot en met donderdag voeren in de buurt van de stiekeme stek. Ik voer zowel in het haventje zelf als op het te bevissen kanaaldeel elke dag twee kilo red birdfood boilies. In het haventje zelf valt dit jaar niet te vissen, daarvoor staat er teveel wier. Ik vis dus op vrijdag een nachtje vanaf de palen naar de ingang van het haventje. Serge komt ’s avonds langs voor een praatje en vertelt me over Patrick. Die viste hier enkele weken geleden zeven sessies op rij en kon daarin maar twee kleinere vissen vangen. Hij had ze ook met moeite op het voer gekregen. Dat motiveert! Half twaalf kruip ik in mijn auto voor een nacht op de platgedraaide bijrijder stoel. Mijn klamboe zit over het raam een van de achterdeuren zodat de muggen niet naar binnen kunnen. Helaas ben ik vergeten om het raam open te zetten zodat ik om half vier wakker word in een beslagen en benauwde wagen. Het vocht druipt van de ruiten. Na verder een redelijk goede nachtrust krijg ik om kwart over zes een aanbeet. Het voelt allemaal redelijk spichtig en te snel voor een dikke vis. Even later kan ik mijn net onder de twaalfde vis van het jaar schuiven. Een schubje van een kilo of zes. De hengel gaat terug en ik ga in de auto zitten lezen in de Spiegel. Om tien voor zeven, de hengel ligt er nauwelijks een kwartier in, vertrekt dezelfde hengel opnieuw. Deze keer voelt de vis beter en na een relatief kort gevecht heb ik de vis onder de eigen oever. Als hij onder mijn voeten langs zwemt zie ik dat het een dikke spiegelkarper is. Die moet mijn netje in. Na nog wat geprotesteer onder mijn top schuift ook deze het landingsnet in. Ik stel snel mijn driepoot op en hang mijn natgemaakte weegzak aan het unster. De zaak op nul en daarna kan de vis erin. Ik heb al een lengte van 93 centimeter vastgesteld en het gaat in elk geval om een mooie dertiger. Ik heb de vis twee jaar geleden in april ook al eens gevangen, nét over de 16 kilo, en hij is nu duidelijk zwaarder. Ik schat hem op 17 kilo en word zelfs nog met een pond méér beloond voor al mijn inspanningen. De vis gaat in een ruime bewaarzak en ik sms Roeltje of hij tijd heeft om wat foto’s te maken. Die komt tegen half negen en bewondert de vis. De fotoshoot duurt niet lang, want de vis is lekker rustig. Even later zwemt hij, het is een mannetje, weer met een lome staartslag van de mat af. Ik voer de resterende kilo boilies op de stek ga met een goed gevoel naar huis. Volgende week nog maar eens doorvoeren op deze stek en dan weer een nachtje vissen op vrijdag.

 

Maandag, woensdag en donderdag voorzie ik de stek dagelijks van anderhalf tot twee kilo red birdfood boilies. Vrijdag ben ik vrij en ik kan nauwelijks wachten om naar het water te gaan. Al om half vijf heb ik de auto ingeladen, terwijl ik weet dat ik pas na het eten weg kan. Half zeven ben ik aan het water. Gelukkig is de stek vrij en kan ik opbouwen. Omdat ik de kist met mijn voerboot heb thuisgelaten ben ik ook twee Delkims vergeten. Dat betekent dat ik maar met twee hengels kan vissen. Balen! Uiteindelijk besluit ik toch met drie stokken te gaan zitten waarvan ik er eentje binnendraai tijdens mijn nachtrust. Kwart voor zeven liggen de hengels erin en voer ik met de werppijp een kilo boilies op de stek. Nauwelijks twintig minuten later kromt de top van mijn rechterhengel zich richting toplood en kreunt de Delkim. Ik weet de vis uit een wierbed aan de overkant te trekken en hem even later het net in te loodsen. Hetzelfde weegritueel vindt plaats en ik zie tot mijn blijdschap dat ook deze vis (met drie ons) over de dertig pond gaat. De schub is met 84 centimeter niet echt lang, maar hij is wel hoog en vooral erg breed. Met de zelfontspanner maak ik enkele foto’s en zet de vis terug in het kanaal. Na dit snelle succes neem ik een biertje en verwacht nog veel meer actie. Vooral morgenochtend moet er nog een vis af kunnen komen omdat de vis hier tussen zes en acht altijd een aasperiode heeft. De nacht is bijna altijd voor de windes, die hier in grote hoeveelheden aanwezig zijn. Even na achten krijg ik controle van de politie en een BOA. Mijn papieren zijn prima in orde en ik hoor dat paraplu’s met zijflappen weer toegestaan zijn. De nacht blijft redelijk rustig, hoewel ik enkele keren wat wier uit de lijn moet halen. Om vijf uur ’s ochtends is mijn goede humeur op slag verdwenen als er een visser recht tegenover me gaat zitten. Ik roep hem toe dat ik daar met mijn rechter hengel lig maar de man zegt doodleuk dat hij er toch gaat zitten. Ik kan zulke hufters niet uitstaan. Negen kilometer kanaal waar niemand zit en meneer moet uitgerekend recht tegenover mij zijn matchhengel uitwerpen. Mijn kansen op vis kelderen direct naar een dieptepunt. De vis is hier erg gevoelig voor verstoring en Jan Lul zit hooguit 10 meter van mijn voerplek. Ik blijf zitten met een kwaaie kop en wens hem de dingen toe die je zo iemand toewenst. Gelukkig voor hem komen mijn wensen niet uit. Volgende week maar weer eens de rust van de Maas opzoeken. Daar kan ik met mijn boot op stekken komen waar ik geen last heb van andere vissers. Verder moet ik zaterdag ook maar weer eens wat red birdfoodmix draaien want mijn vriezer is op 10 kilo KSK boilies en een kilo of 8 Trouvitboilie na, helemaal leeg.

 

Op zaterdag 23 augustus ben ik om zeven uur al boilies aan het draaien. Het is vier uur in de middag voordat ik klaar ben met opruimen. Acht volle emmers boilies staan in de garage uit te harden en ik pak mijn spullen bij elkaar voor een Maassessie. Ik vis een nachtje op het strandje, samen met Michiel, maar ook deze keer geen spoor van karper. Allerlei ideeën spoken door mijn hoofd en ik ben er eigenlijk van overtuigd dat er wel vis op de kant zou komen als ik in staat was om enkele keren per week te voeren. Op deze stek is dat geen doen omdat autorit en boottocht heen en terug samen al goed zijn voor 2,5 uur werk. Met het voeren mee wordt het al snel een uur of drie. Dat is voor mij met een drukke baan en een gezin niet op te brengen. Speuren naar andere mogelijkheden dus of doorvissen op het kanaal.

Vrijdag de 29e vis ik een instant sessie tegenover de bak. Ik heb niet kunnen voorvoeren en ben daardoor een stuk minder zeker van resultaat. Toch krijg ik rond acht uur een volle fluiter als er een duwboot mijn rechter lijn oppikt. Resultaat, alles eraf vanaf de voorslagknoop. Ik tuig opnieuw op en praat verder met Roel die gewapend met een stoeltje en een pak sap is komen socializen. Rond elf uur krijg ik een rare beetindicatie maar bij de aanslag zit er niks aan. Zeven uur ’s ochtends zit ik aan de Kettingbrug. Daar heb ik gisteren voordat ik ging vissen nog snel een half kilootje Coenen boilies gevoerd. Ook daar kan ik er geen beet op krijgen. Komende week nog maar eens gaan voeren met mijn Trouvitboilie. Daar ligt nog tien kilo van in de vriezer en die kunnen het daar ook nog wel eens doen. We gaan het zien.

 

Ik voer op dinsdag en donderdag elke keer anderhalve kilo boilies en ga vrijdag de 5e weer aan de palenrij zitten tegenover de bak. Ik ben vol vertrouwen en heb om kwart over zeven mijn 4 hengels op hun plek liggen. Ik wil net met mijn boek van Ritchie Mac Donald in de auto kruipen als er een grijs Belgisch bestelwagentje stopt. Wim Feyen komt langs voor een praatje en vertelt hoe slecht het overal loopt. Zijn theorie is het vele natuurlijke voedsel wat overal tussen het wier zit. Hij vertelt dat enkele jongens een bal wier binnen draaiden op Lozen en dat daartussen 4 kreeften en handenvol kleine garnaaltjes te vinden waren. De karper hoeft zijn bek maar open te doen en hij zit vol. Geen wonder dat het overal zo slecht loopt want het wier tiert welig op bijna alle wateren die ik ken. Ik sluit de nacht af met een blank ondanks mijn voorvoeren. Die Trouvitboilies hebben me het hele jaar nog geen enkele run opgeleverd. Ik weet zeker dat ik die nooit meer ga maken. Helaas ligt er nog steeds een kilo of zes in de vriezer en die maak ik toch nog op. Volgende week een korte ochtendsessie op zondag en daarna maar weer eens kijken. Vanmiddag ga ik samen met Bjorn eens een blik werpen op het Venekotenmeer en de Baggersee in Duitsland. Als dat wat is wil ik daar volgend jaar eens aan de slag. De eerste geluiden zijn fantastisch, maar de prijzen voor een vergunning ook.

 

Het water in Duitsland zag er schitterend uit, maar de vis die er huist kan niet groot zijn. Er lijkt namelijk nauwelijks natuurlijk voedsel aanwezig te zijn wanneer ik zie hoeveel (of hoe weinig) mosselschelpen die ik langs de kant vond. De foto’s van een karpervissende Duitser ondersteunden zijn verhaal. Vis tot 15 kilo. Wel 4 runs gemiddeld per nacht maar voornamelijk van visjes in de 10 tot 12 kilo categorie. Dat is niks voor mij.

 

Op zondagochtend 14 september vis ik een korte sessie bij het sluisje in Lozen. Ik heb er 4 dagen lang gevoerd met mijn laatste Trouvitboilies. Ik heb om kwart over zes mijn hengels op de voerstek liggen en zie rond negen uur een visje tussen beide hengels draaien. Aan zijn staart kan ik zien dat het om karper gaat, maar het is zeker geen grote. Om tien uur krijg ik een telefoontje van Marianne. Ad, een kennis van me, heeft gebeld om te vragen of ik vanmiddag mee ga naar Ajax. Omdat de vis het al 4 uur lang heeft laten afweten, besluit ik daar dankbaar gebruik van te maken. We winnen met 1-0 van Roda JC die middag. Dat spoelt een beetje de nare smaak weg van de dertig kilo Trouvitboilies die ik op diverse stekken gevoerd en gevist heb zonder een enkele aanbeet. Dat recept mag weg (of geef ik eens in vertrouwen aan iemand die ik toch niet mag). Volgende week een nacht met Brian.

 

Op zaterdag de 20e rijd ik naar sluisstuk 2-3. Brian zal iets later komen, maar ik wil vast een beetje rondkijken. Er zitten 3 vissers in de buurt van sluis 2 en ook 2 vissers vlak bij 3. Dat is genoeg reden voor ons om tóch een andere stek te gaan opzoeken en Brian stelt voor om op de Kongo put te gaan zitten. Het blijkt een schitterende omgeving met zicht op den Atoom. Helaas krijg ik niet meer actie dan enkele halve oplopers, waarvan ik niet zeker ben of het karper betreft. Na 15 uur dus met een droog net naar huis. Toch spreekt dit water en de directe omgeving me erg aan. Wellicht wat voor volgend jaar. Nieuw water en nieuwe vissen.

Op vrijdag de 26e vis ik een sessie bij de Poeierbrug. Ik heb 3 dagen lang gevoerd en ben eigenlijk redelijk zeker van actie. Toch laat de vis me ook vannacht weer in de steek en ziet het er naar uit dat ik september visloos ga afsluiten. Gelukkig zie ik kans om zondagmiddag nog enkele uurtjes op Wessem te gaan vissen. Ik vis op mijn oude stek tegen de keien. Als ik vijf minuten ná het ingooien op mijn stoel zit zie ik verder naar links een karper draaien. Daarna nog een en in een luttele 10 minuten heeft er al zeker een keer of 5 een karper gesprongen. Het is aan het formaat te zien ook meer dan een enkele vis. Ik besluit een derde stok te gaan inzetten en die zover mogelijk naar links te smijten met een klein stringertje. De hengel haalt het nét niet. Ik besluit de worp niet over te doen want verder gooien lijkt me echt onmogelijk. Om half vier ga ik inpakken en heb net de eerste hengel in het foedraal als mijn ‘verre’ hengel aanloopt. Ik sla aan op een trage, dus waarschijnlijk dikke, vis. Omdat ik denk dat de vis te dicht tegen de basaltblokken zwemt wil ik wat meer kracht zetten en lost de haak. Kut, de enige aanbeet van september alsnog verspeeld. Dit was de eerste aanbeet op dit haak type en mijn vertrouwen erin is al direct een stuk gedaald. Longshanks en ik hebben een soort haat liefde verhouding. Ze prikken snel maar schieten bij mij toch vaak los. Eens kijken of ik de rigs nog wat kan verbeteren door de lengte en de hoek van mijn krimpkous wat te veranderen. Ook dat kan het verschil maken. Uiteindelijk blijf ik dus visloos in september.

 

Op vrijdag de derde heb ik onverwachts toch een vrije dag. Marianne die zich niet helemaal lekker voelt en ’s middags naar bed gaat staat me toe om na de lunch al te gaan vissen. Blij met deze onverwachte kans rijd ik naar Wessem. Ik wil proberen om de stek te bevissen waar ik afgelopen zondag die vis loste maar ik weet niet of ik daar aan het water kan komen. Dat blijkt verrassend gemakkelijk en om half een liggen er drie hengels tegen de overzijde. Om klokslag een uur vertrekt mijn rechter hengel. Ik kan de vis rustig uitdrillen en weeg hem op 9,6 kilo. De schub is 77 centimeter lang en heeft al schitterende winterkleuren en een rond buikje. Even later verschijnt Ruud die wist dat ik zat te vissen. Om vijf voor half twee gaat mijn middelste hengel er vandoor en de vis zwemt recht naar de basaltkeien aan de overkant. Ik blok de vis die even later losschiet. Verdomme, dat is het nadeel van gevlochten lijn. Elke ruk kan de haak doen lossen. Ik draai binnen en zie dat de haak is uitgebogen. Ik zet de hengel tegen mijn stoel om een nieuwe rig aan te knopen maar dan vertrekt ook mijn linker stok. Die vis weet ik wel te landen en zo heb ik in een half uur drie aanbeten. Ook deze schub haalt de 10 kilo niet. Ik schat dat hij er zo’n 2 kilo onder blijft terwijl de lengte nagenoeg hetzelfde is als bij de vorige. Ik vermoed dat er een schooltje vis is langsgetrokken en blijf nog tot half vier doorvissen. Dan gaat het zo hard regenen dat ik stop. Ik rijd via Mc Donalds naar België en vis een blank op de driesprong. Nog enkele weken en dan volgt mijn najaar sessie op de Maas. Hopelijk levert dat nog een of twee mooie bakken op. Stand tot nu toe, 580 uur gevist voor 16 stuks. Dat kan beter. Stukken beter.

 

Zaterdag de 11e vis ik samen met Michiel aan de Maas. Ik vis van mijn kop in de richting van de kop aan de overzijde en mijn rechter hengel op de stroomnaad van de Maas. Michiel vist zijn linker hengel langs de oever op het gat en hij heeft ook zijn voerboot meegenomen. Daarmee vaart hij zijn rechter hengel uit, midden op het gat. Het is deze laatste hengel die 3 x actie oplevert. De eerste keer rond kwart voor negen. Een geweldige graskarper van 1 meter 21 en 18,8 kilo maakt spektakel op de kant. Verder om half een en half vijf, twee spiegeltjes van respectievelijk 10,4 en 6 kilo. Ik blijf visloos maar weet in elk geval waar ik over enkele weken mijn aas heen moet varen. Ondanks dat ik nu dus geen vis vang heb ik toch een hoop geleerd. Ruud zal mij nog bellen met informatie omdat hij nog enkele mensen kent die hier ook gevist hebben. Nog anderhalve week en dan vis ik hier drie dagen en nachten.

De uitvoering van mijn planning loopt weer eens anders dan gepland. Dinsdagavond belt Bjorn om te zeggen dat hij vrijdag een begrafenis heeft. Hij komt donderdagmiddag naar de stek, vist dan een nacht en moet de hele vrijdag weg. Hij zal dan ’s avonds terugkeren om de rest van de sessie gezamenlijk uit te vissen. Meestal vallen mijn voor- en najaar sessies qua vangsten behoorlijk tegen. Statistisch gezien moet het toch eens een keertje meezitten. Op de geplande donderdag ben ik om zeven uur aan het water. Het is nog donker en ik moet vier keer lopen tussen auto en stek om mijn spullen te verplaatsen. Om acht uur liggen mijn hengels erin. ’s Middags komt Bjorn en hij gaat rechts van me zitten. De watertemperatuur is een mooie 15 graden en ik verwacht elk moment een aanbeet. Die komt niet voordat het 2 uur ’s nachts is. Een schubje van bijna 11 kilo van mijn linker hengel mag even op de mat en daarna direct weer terug. Ik voorzie mijn hengel van nieuw aas (weer een eigen red birdfood bal) en loop hem opnieuw uit. Ik lig nauwelijks in bed als de hengel er opnieuw vandoor gaat. Deze keer voelt het allemaal veel logger en zwaarder en het  

resultaat mag er zijn. Mijn eerste Nederlandse veertiger ligt op de mat. Gouden schubben van 21,2 kilo voor hem en zwaar gouden ballen voor mij. Daarna vang ik op mijn rechter hengel met de bollen van Herman nog twee kleinere vissen van 9,2 en 11,8 kilo, ook allebei schubs. De dag daarna maakt Bjorn de foto’s en gaat vervolgens naar de begrafenis. Ik zit de hele dag in de motregen die af en toe stopt of soms juist harder wordt. Vervelend weer dus. Ook vandaag gebeurt er overdag niets. Ik voer om half zes als het droog is beide stekken nog eens aan en gooi beide hengels opnieuw in. Klaar voor de nacht. Bjorn is om half acht terug met friet, frikadellen en bier. Dat gaat er wel in na zo’n saaie dag. Om half tien begint het weer te regenen en besluiten we onze paraplu’s maar op te zoeken en te gaan pitten. Halverwege de nacht word ik wakker en besef dat er nog niets gebeurd is. Raar, vorige nacht vier vissen en nu nog niks. Ik val weer in slaap en wordt plotseling wakker van een krijsende sounder box. Deze keer is het de rechter hengel en de vis vecht van meet af aan hard en zwaar. Het kost me ruim een kwartier om de vis in het net te krijgen. Bjorn, die inmiddels ruime ervaring heeft opgedaan als “de schepper” van deze sessie, doet opnieuw goed zijn werk. Ik dacht dat hij ernaast schepte maar de vis zit prima in de zak. Ik heb hem nog niet goed gezien maar Bjorn steunt en kreunt tijdens het tillen dat het zéker weer een veertiger is. Op de mat kan ik niet anders dan dat beamen. Ik heb nog nooit zo’n lange schubkarper gezien. Het meetlint toont 104 centimeter two-tone schubbenvlees in winterkleuren 

De unster gaat met drie ons voorbij aan de 23 kilo streep. Wat een sessie. Ik wilde dit jaar een Nederlandse veertiger vangen en nu heb ik er twee in één sessie. Ongelooflijk. Ik hang ook deze vis weg in de ruimste bewaarzak (waar hij vanwege zijn lengte nog steeds schuin in moet) voor het nemen van de foto’s morgen. Ik heb een mooie veilige plek ontdekt buiten de stroming en met voldoende diepte. Ik kan daarna de slaap niet meer vatten en controleer nog enkele keren de vis in de zak, lees wat, rook wat, drink nog een biertje en ga uiteindelijk om vijf uur weer slapen. Om zes uur reveille omdat de rechter hengel weer vis oplevert. Dit keer een schubje van een kilo of 5. het maakt me niet uit. Het is mooi geweest. De laatste nacht wissel ik met Bjorn van plek en komt ook Michiel nog rechts van me zitten. Even na negen uur krijgen we controle van een voor mij bekende controleur. We mogen hier eigenlijk niet vissen omdat de warmwater uitlaat eigenlijk gezien wordt als een grindgat. Daar mag in de nacht niet gevist worden. De controleur vertelt vervolgens dat hij me kent en dat hij weet dat ik netjes met de vissen en de natuur omga. We mogen dan ook wel blijven zitten tot morgenochtend maar hij drukt me op het hart de vangsten stil te houden zodat er niet nog meer volk op deze stek af komt. Het is overigens behoorlijk druk geweest de laatste dagen met andere vissers die eigenlijk op deze stek hadden willen vissen en die allemaal gevoerd hebben. Als ik dat allemaal bij elkaar tel en mijn eigen aasverbruik er nog bij optel zit ik aan bijna 60 kilo boilies die deze week gevoerd zijn op deze stek. Dat geeft ook aan hoeveel vis hier moet liggen op dit gat. Gelukkig vangt Bjorn, die tot nu toe visloos was, de laatste nacht nog vier vissen ook al zit er niets groots bij. Daarmee sluit ik deze najaar sessie af als een van de meest succesvolle die ik ooit had. Hier ga ik in elk geval later in het jaar nog terugkomen.

 

Pas twee weken later vis ik weer een nacht, ditmaal aan de Stiekeme stek. Ik heb drie dagen lang voorgevoerd maar kan geen vis verleiden. Hoewel? Ik krijg ’s avonds rond een uur of acht, 2 piepen op mijn rechter voerstek hengel. Ik denk aan drijfvuil en reageer niet. Als ik anderhalf uur later binnendraai om alles voor de nacht nog een keer goed te leggen voel ik bewegende weerstand. Vlak voor de kant zie ik dat er een vis aanhangt en het lijkt zelfs een karpertje. De dreumes weegt hooguit anderhalve kilo en is vrij glad. Daardoor denk ik aan de uitzetting van twee weken geleden. Toen hebben we 200 spiegelkarpertjes van dit formaat uitgezet op dit kanaaldeel. Omdat ik de vis gewoon op de kant wil tillen gebruik ik mijn net niet en de vis lost voordat ik hem kan optillen. Daar blijft het bij deze nacht. Ruud die moest verkassen omdat er iemand recht tegenover hem kwam voeren deed het beter. Hij had weer 2 schubs van 16 en 13 kilo. Volgende week een dagsessie op de Paalse plas met Ruud als hij vrij kan krijgen. Daar liep het vorig jaar ook goed rond deze tijd.

 

De sessie met Ruud valt tegen. De wind is goed, zuidwest 4, maar het is bewolkt en af en toe miezert het. Eigenlijk moet je in deze tijd van het jaar een felle zon hebben en dan doet de vis het wel. Nu vang ik drie brasems en krijgt Ruud een snelle zakker van waarschijnlijk karper. Helaas weet ook hij zijn aanbeet niet om te zetten in een vis op de kant. Toch was het een gezellige dag en ik voelde me happy aan de oevers van mijn vertrouwde water. Ik zal hier dit jaar nog wel enkele keren terugkomen. Dat weet ik zeker.

 

Hoewel ik gepland had om zaterdag de 22e een nacht te vissen aan de palen bij de Stiekeme stek, vis ik alleen de zondagochtend. De eerste 3 uur op mijn voerplek die ik al 3 weken aan het onderhouden ben. Helaas komt daar geen enkele actie vandaan, maar het weer zit ook erg tegen. De laatste 2 dagen is de vorst ingetreden en valt er ook regelmatig winterse neerslag. De vis laat zich hier dan ook niet verleiden. Dan nog twee uurtjes naar de spoorbrug. Die stek heeft in het verleden mijn visdag regelmatig op de valreep nog gered. Dat lijkt nu ook te gaan gebeuren als ik om kwart over tien een run krijg op mijn kantstok. Ik weet met een hele kromme hengel de vis bij de palen vandaan te houden maar verzuim vervolgens mijn slip wat verder open te draaien. Ik heb de vis, een schub van een kilo of tien, al enkele malen kunnen aanschouwen, maar dan verliest de uitgebogen haak zijn houvast en de vis schiet vlak voor het net los. Dat zal de enige actie zijn die ik vandaag krijg. Komende vrijdag naar de Paalse plas. Gelukkig gaan vanaf woensdag de temperaturen weer wat omhoog en dat is hard nodig als ik nog vis op de mat wil krijgen in november.

 

Vrijdag de 28e vis ik een sessie van 10 uur op de Paalse plas. Ik zit op de brugstek en het is bitter koud. Om kwart voor twaalf krijg ik een mooie trage run die resulteert in een lage dertiger. Met 15,3 kg en 92 cm een mooie wintervis. De andere vissers op de Paal blankten. Gelukkig toch nog vis op de kant in november. Met dank aan Herman voor de boilies, het deeg eromheen was van mezelf. Dat werkte vorig jaar goed en ook nu pakt het goed uit. Nu op naar december.

 

In december blank ik de eerste twee sessies. Op zaterdag de 6e vis ik op twee plaatsen van het Wessems kanaal. Eerst bij de mini camping met twee hengels tegen de keien aan de overzijde en een stok met het pennetje onder de eigen kant. Daar heb ik gisteren ook een paar honderd gram zachte maïs gevoerd. Ik hoop op een paar uitzettertjes maar na 2½ uur geef ik het op. Geen actie op mijn met deeg omkneedde boilies tegen de keien en ook geen stootje op de pen. Ik rijd nog voor 1½ uur naar de sluis van Panheel waar ik hetzelfde probeer, maar ook daar blijven de aanbeten uit.

 

Een week later, op vrijdag de 12e, vis ik een sessie op de Paalse plas. Het is -2 als ik de parking op rijd maar het belooft een dag te worden met zon en weinig wind. Dat was vorig jaar erg goed voor de wintervisserij. Helaas verdwijnt de zon na de vangst van mijn eerste brasem om pas weer terug te keren vlak voor de vangst van mijn tweede slijmerd. Als de zon er is wordt de vis actief, maar helaas is de brasem actiever dan de karper. Na 9 uur vissen houd ik het voor gezien en rijd naar huis. Nog een week werken en dan heb ik 2 weken vakantie.

 

Het wil in mijn vakantie maar niet lukken om te gaan vissen. Vrijdag een begrafenis, zaterdag komt me eigenlijk niet echt uit en als ik op zondagmiddag enkele uurtjes wil gaan pennen, belt mijn zus om te vragen of ik haar wil helpen een stapelbed te demonteren en op een andere kamer weer op te bouwen. Het wordt dus maandag de 22e dat ik voor dag en dauw neerstrijk op de parking van de Paalse plas. Brian en Michiel vergezellen me en dat maakt het wel weer gezellig. Helaas zal vandaag alleen de brasem acte de présence geven. Bij mij vier keer en bij Michiel één keer. Brian blijft helemaal visloos maar ik geloof niet dat hij met me had willen ruilen. Na elf uur vissen pak ik in. Nog enkele keren vissen deze vakantie met vorst in het vooruitzicht hopelijk met meer succes.

 

Op zaterdag de 27e rijd ik weer naar de plas. Het vriest inderdaad 4 graden als ik wegrijd en het zal vandaag ook niet warmer worden dan een enkele graad boven nul. Maakt me niks uit. Ik heb mijn nieuwe petroleumkacheltje achterin staan en een jerrycan met 10 liter brandstof. Verder heb ik, behalve mijn Coenen boilies, een emmertje hennep en tijgernoten bij me om te zien of de vis zich aan klein aas makkelijker laat verleiden. Ik heb een plaats langs “den autostrade” in gedachten. Het liefst de eerste of tweede steiger. De eerste steiger is vrij en ik heb om kwart voor zeven mijn hengels erin liggen. Even later arriveert Brian die naast me komt zitten. Om half negen vang ik een platte en dat zal de enige actie van vandaag zijn. Geert Ooms komt nog langs voor een praatje en bevestigt het bestand op Longeville. Daar heeft hij in enkele goede weken veel veertigers en dertigers gevangen. Vooral de eerste week in mei (nadat alle feestdagen voorbij zijn) is een goede week om vrij te nemen volgens hem. Ook vertelt hij van de overlast van surfers op het meer van Rotselaar, waar hij een spiegel en een schub ving van boven de 25 kilo. Toch twee wateren om eens in gedachten te houden. De vorst houdt nog aan tot aan het nieuwe jaar, dus ik doe hooguit nog enkele ochtendjes spoorbrug om een laatste vis te forceren.

 

De laatste visdag van het jaar vis ik op de 30e op 3 verschillende stekken. Eerst met een pennetje bij de rotonde op de Noordervaart, dan op dezelfde manier bij de Niesakkerbrug en ten slotte met boilies bij de spoorbrug. Overal blank ik en dat is niet verwonderlijk met een nachttemperatuur van -8 en water van 2 graden. Overal ligt ijs en er zal snel geschaatst gaan worden. Zo sluit ik een matig seizoen af met enkele fraaie hoogtepunten. Toch ben ik mijn planning redelijk nagekomen. Ik wilde nieuwe visgronden bevissen, minder vaak naar België rijden én een Nederlandse veertiger proberen te vangen. Al die dingen heb ik dit jaar gedaan en daarmee sluit ik dit seizoen toch met een goed gevoel af.

 

'

Maak jouw eigen website met JouwWeb