Seizoen 2017

 

Op zoek naar consistentie.

  

We schrijven het jaar des Heeren 2017. Een jaar waarin ik de opgedane ervaringen uit mijn vissersleven wil benutten om te komen tot een seizoen waarin ik vaker ga vangen en minder ga blanken. Meer consistentie dus! Om dat voor elkaar te krijgen, heb ik Demaine verplaatst naar een nieuwe ligplaats op de Rosslag. Dat is een veel betere uitvalbasis voor enkele Maasstekken die te voet goed te bevoeren zijn, maar waar je zonder boot maar moeilijk bij kunt komen. Verder wil ik op mijn buitenlandse sessies meer inspelen op de mogelijkheden die zich voordoen. Een beetje zoals bij een voetbalwedstrijd, waarin je tegen een sterke tegenstander speelt, maar waarvan je ook weet dat zich altijd enkele kansen aandienen tijdens de wedstrijd. Daar moet je klaar voor zijn. Ik ben benieuwd of ik op tijdens mijn buitenland sessies, maar ook in januari op de Rhône, mijn kansen kan benutten en omzetten in vis op de mat.

Mijn eerste sessie van het jaar vis ik aan de rivier de Rhône in Avignon. Marianne en ik vieren zowel oud & nieuw, als haar 50e verjaardag in Frankrijk. Hoewel ik niet gerekend had om daar ook te kunnen vissen, was het Marianne die me aanraadde enkele hengels mee te nemen. “Dan kun je mooi een paar ochtendjes meepakken.” Dat is niet tegen dovemans oren gezegd. Ik heb acht kilo in melasse gesoakte Bio-8 boilies bij me. Daarmee vis ik op nieuwjaarsdag, na een enkele voerbeurt de dag ervoor, van 06.00 tot 09.00 op de stek die ik via Google Earth heb gevonden. Door enkele oorzaken, loopt deze eerste sessie op een blank uit. Het is een stuk ondieper en er staat, vooral op de afstand waarop tot waar ik met de voerschep kan voeren, veel wier. Ook de eenden die in toenemende aantallen duiken op mijn stek, dragen niet bij aan een rustige stek waar de karper aast. Na drie uur pak ik in en voer ik op andere plek tussen twee bruggen in. 

 

De tweede sessie op 3 januari, vis ik van 07.00 tot 10.00. Dit is een veel diepere plek en er staat ook veel meer wind. De mistral is opgestoken en waait met kracht 6 uit het noorden. De watertemperatuur is nog steeds 8 graden hier. Het pluspunt is dat ik op deze stek uit de auto kan vissen. Het minpunt wordt gevormd door langsrijdend verkeer. Het is niet echt een rustige stek en ook hier laat de vis verstek gaan. Op de terugweg bekijk ik een derde stek bij een boothelling. Die ruikt gewoon naar karper en dat maakt me hoopvol. 

 

De derde sessie vis ik op donderdag 5 januari, de dag voor Driekoningen. Heel eerlijk gezegd, ruil ik alle drie die koningen met plezier in voor één enkele koningin van de Rhône, maar daarvoor zullen de karpergoden een aardige duit in het zakje moeten doen. Nu zit ik me te bedenken, terwijl mijn hengels er een half uurtje in liggen en ik net mijn eerste kop koffie achter de kiezen heb, of er iets is geweest waarin ik hen reden heb gegeven om daaraan mee te werken. Of juist niet? Ik heb vier uur vistijd om daarachter te komen. Deze derde stek is in elk geval de meest belovende. Een botenhelling waar ik zowel links als rechts van kan vissen. Links staat vier meter water onder een stel overhangende takken. Rechts lig ik op drie meter diepte en de bodem op beide stekken is keihard. Ook de omstandigheden zijn prima. Windkracht 6 en straks een zonnetje als het licht wordt. Come on you Carpgods! Om kwart over acht gooi ik beide hengels opnieuw in en een kwartier later ligt de rechtse al te stuiteren in de steunen. Happy days, en de vis aan de andere kant van de lijn voelt ook als karper. Een minuut of vijf later ligt mijn eerste vis van het jaar, een schub, opgesloten in mijn net. De haak met een snowman, zit keurig in de onderlip. Een lange riviervis van 89 centimeter en met een gewicht van 11,1 kilo. De Rhône heeft me mijn eerste riviervis van het jaar geschonken. Na de fotoshoot mag de vis terug de rivier in. Hopelijk krijgt deze vangst nog een vervolg, maar voor nu ben ik dik tevreden. Om kwart over tien, na vier uur vissen, houd ik het voor gezien. Mijn eerste doelstelling is gehaald.

 

Onverwacht, vis ik de dag erna ook nog een keertje. Om kwart voor zeven liggen mijn hengels erin. Ik kan niks meer bijvoeren omdat mijn boilies op zijn, maar ik heb besloten om goed visuele singles te vissen. De linker met een stiff-D rig, 15 cm recht omhoog vanaf het lood en de rechtse met een hinged stiff rig, beiden beaasd met een Cream Cajouser pop-up. Ik ben heel benieuwd of een van de twee ook een visje oplevert. Natuurlijk heeft er met mijn sessie van gisteren toch drie dagen voer op de stek gelegen, dus ik heb ook niet het idee dat ik hier helemaal onvoorbereid zit. Ik geef het drie uurtjes de kans. Om kwart over acht krijg ik een run op mijn rechtse hengel. Ik maak contact, maar het voelt spichtig. Even later veert de hengel recht. Hoewel ik niet 100% zeker was van karper, is de haak open gebogen. Slecht gehaakt of toch karper of allebei? We zullen het nooit weten. In elk geval heb ik ook met een single een aanbeet weten te forceren. Ik heb nog anderhalf uur voor een herkansing, maar ook vandaag blijft het bij een enkele aanbeet, helaas. Kwart voor tien pak ik in. Voorlopig is dit, zeker tot aan de zomer, mijn laatste sessie in Frankrijk, want mijn volgende buitenlandse sessie vis ik samen met Bjorn in Bosnië.

 

Mijn geplande sessie in Nederland bij sluis 15, laat ik schieten. Chiel, die een huis heeft gekocht in Uden, heeft hulp nodig en dat krijgt prioriteit. Helaas ziet het er qua weersomstandigheden niet naar uit dat ik heel snel betere omstandigheden krijg om een visje te vangen, maar het seizoen is pas net begonnen dus er komen nog meer dan genoeg mogelijkheden. In elk geval ligt er in januari vis op de mat en misschien kan ik overdag nog enkele uurtjes meepakken als de vooruitzichten gunstig zijn. Een zonnetje overdag geeft immers betere kansen dan een nacht met vorst en sneeuw.

 

Zondag 15 januari rijd ik naar de Noorderlaan. Ik moet toch even naar het water dit weekeinde en omdat de kanalen op zondag het vaak laten afweten, probeer ik het maar eens op de plas. Ik vis single hookbaits met twee hengels method-style, maar het mag niet baten vandaag. Na iets meer dan twee uurtjes ga ik maar inpakken. Zelfs met een actieve attractieve manier van vissen, lukt het niet vandaag.

 

Op zaterdag 21 januari, vis ik een dagsessie op verschillende kanaalstekken. Het kwik  is afgelopen nacht weer gedaald tot -5, maar als ik om elf uur mijn hengels positioneer rondom de spoorbrug is het inmiddels boven nul. Elke hengel krijgt een funnelwebje met een mix van pellets, sweetcorn en gebroken boilies mee. Ook de zon doet haar uiterste best. Na ruim een uur houd ik het op deze stek voor gezien. Teveel last van aalscholvers die op mijn stekken duiken. Op stek twee, bij de scheepswerf, doe ik hetzelfde. Drie hengels worden ook hier tactisch verspreid van links naar rechts en over de volle breedte van het kanaal. Daarna eet ik twee pistoletjes en drink ik koffie uit mijn thermoskan. Op de achtergrond wordt de inauguratie van Trump besproken op de radio. Alle drie politicologen die aan het woord komen, spreken over een populistische en nationalistische inauguratierede. Naar mijn mening is de wereld er met deze president niet op vooruit gegaan. Op deze plek voel ik de kracht van de zon nog meer omdat ik hier volledig uit de wind zit. Ik besluit het ook hier ruim een uur de kans te geven en dan nog even voor de sluis van Hulsen mijn geluk te beproeven. Gezien de stand en de kracht van de zon, kan ik het daar ook nog even proberen. Om half vier draai ik ook op de laatste stek mijn hengels binnen. Ook de baai bij het sluisje heeft niets opgeleverd. De vis is erg passief en dat is gezien het weertype ook niet verwonderlijk. We hebben een vette depressie nodig met veel wind en hogere temperaturen. Eind volgende week komt de temperatuur in de nacht weer boven het vriespunt. Misschien dat we dan iets kunnen vangen.

 

Vrijdag de 27e januari, ga ik mijn eerste nacht van het jaar in. Afgelopen woensdag heb ik één keer gevoerd met een blik zoete maïs en een vijftigtal boilies. Vannacht vis ik slechts enkele boilies op een bedje sweetcorn. Het is de eerste nacht waarin het kwik verwacht wordt boven nul te blijven en het is dus lang koud geweest. Zo koud, dat alle putten volledig dichtgevroren zijn. Zelfs kanaal Wessem Nederweert heeft dichtgelegen, maar door de frequente scheepvaart is dat nooit lang afgesloten geweest. De Zuidwillemsvaart is eigenlijk continu open geweest en daar zijn mijn pijlen dan ook op gericht vannacht. Ik zit bij sluis 15, waar ik sinds november al met enige regelmaat voer in het water heb gegooid. Om zes uur word ik wakker na wat ze in Engeland "a pretty uneventful night" noemen. Het water is een fractie warmer dan twee graden, maar te koud om de drie te halen. Toch kun je aan veel dingen merken dat er een weeromslag heeft plaatsgevonden. Het heeft niet meer gevroren, het ochtendrood kondigt een zonnige dag aan en de wind waait lichtjes vanuit het zuiden. De koude periode lijkt achter de rug en dat wordt bevestigd door de weerman. Volgende week zelfs 11 graden overdag en nachten van 5-6. Stijgende temperaturen zijn altijd goed, maar ik kan pas over twee weken weer een lijntje nat maken. Volgende week staat Carp Zwolle op het programma. Terwijl ik een shaggie rook, vergezeld door een bak koffie, zie ik een andere peuk drie meter verderop zijn laatste adem uitblazen. Weer veel teveel gerookt vannacht. Verveling en onrust in mijn karpervirus geïnfecteerde kop zijn er debet aan, ook na al die jaren die ik al aan het water heb doorgebracht. Na het vissen rijd ik langs Kinrooi om voor €20,- het boek "De Tand des tijds" van Vic Debouvere over te nemen. Daarmee komt mijn karper bibliotheek op 84 stuks te staan. Bij de stadsbrug voer ik een blik maïs bij de pijler. Misschien morgenochtend nog een paar uur met de pen.

 

De ochtend erna, vis ik inderdaad een uur bij de stadsbrug. Niet met de pen want de stroming is te sterk. Na een uur vissen houd ik ermee op. Zondagen op het kanaal zijn meestal slecht. Over twee weken eens kijken wat ik ga doen.

 

Donderdagavond om zes uur rijd ik, na een tweedaagse conferentie in Driebergen met mijn capaciteitsmanagers, de parkeerplaats van de IJsselhallen op. Een tof weekend in het vooruitzicht met Mick en de rest van de club. Op vrijdag halen we, soepeler dan ooit, alle prijzen op voor de verloting en daarna heb ik alle tijd om aan mijn sociale contacten te werken. Bjorn en ik krijgen officieel de prijs uitgereikt voor onze visweek in Bosnië, waar we samen met Bart van den Hurk en Marc Westenberg naartoe gaan. Vermoedelijk wordt dat eind april. Verder krijg ik, samen met Marc Pansar, de kans om een jaar te mogen vissen op de put van Theo Pustjens, de Heylakker. Een geweldige buitenkans, maar ik ga ook geduchte concurrentie krjgen van onder andere Mark Hoedemakers, Alijn Danau en Robby Swennen. Tot slot spreken we ook nog af om eind oktober met Team Carp Zwolle een week te gaan vissen op een “Estate lake”, uit het assortiment van Bas van Klaveren, ergens in de buurt van Le Mans. Kortom, het wordt een mooi uitdagend jaar. Als ik op zondag naar huis rijd ligt er natuurlijk ook weer het nodige materiaal in de auto. Drie boeken, een paar spombs, een rigcase en een heleboel endtackle. Vier nieuwe molens zijn besteld bij Shimano en een JRC "porch" ligt klaar bij een winkelier. Helaas komt de vorst weer terug de komende weken, dus zal ik het nog wel even van wat dagsessies moeten hebben. Hopelijk vriezen de putten waar ik de meeste kans maak niet dicht. 

 

Donderdag 9 februari heb ik een reünie van onze beroeps Infanterieklas uit 1983. Allemaal ouwe mannen die zich, net als ik, nog steeds in de kracht van hun leven wanen, maar waarin de naderende aftakeling zich toch begint te tonen. Rene en Ed hebben de avond georganiseerd en het is een geweldig weerzien. De band tussen ons is zó hecht. Dat bereik je alleen door samen heel veel ellende, zweet, leed en zware taken gedeeld te hebben. Onze eigen versie van de “Band of Brothers”. De barbecue, wordt weggespoeld met bier en fris en gelardeerd met de, vooral smeuïge, verhalen van weleer. Wat opvalt is dat onze lichting het heel goed gedaan heeft. Allemaal als onderofficier het leger in gegaan, maar inmiddels is 50% van de mannen die nu nog militair zijn officier geworden. Een man zit bij de politie, twee zitten in de transportsector, een runt een callcenter en ik werk bij de NS. De sfeer is prima en veel te snel is het tijd om te gaan slapen. De volgende morgen doen we gezamenlijk nog een kop koffie en helpen Ed om zijn domein even op te ruimen. Daar hoeft niet om gevraagd te worden. Dat is de nog immer aanwezige militaire opvoeding. Om negen uur in de ochtend ben ik thuis en ga werken. Tussen de middag ga ik samen met Marianne lunchen bij de Bijenkorf en daarna ga ik mijn auto inpakken voor een visnacht. Ik heb er weinig fiducie in, maar thuis vang ik zeker niks. Ik vis van vijf uur tot negen uur de volgende ochtend. Ik ben wakker geworden in een wit landschap en als om negen uur het gas voor mijn kachel op is, vind ik het welletjes. Het gaat niet meer gebeuren vandaag. Om half tien ligt alles in de auto en rijd ik naar huis. Gelukkig lijkt de temperatuur komende week een stuk hoger te gaan worden. De weerman spreekt zelfs alweer over 12 a 13 graden. Eerst vanavond naar Ermelo, waar Mathijs met zijn band “Radiathor” gaat optreden. Ze zijn headliner op het “Veluwe Metal Fest”. Ik ben erg trots op hem en ook bijzonder benieuwd hoe het allemaal klinkt. Het optreden vind ik erg goed. De mannen spelen, zeker in vergelijking met de andere bands, strak en stralen plezier en gretigheid uit. De weersomstandigheden en daarmee samenhangende opkomst zijn een stuk minder. Het sneeuwt en de terugweg naar Maarheeze duurt dan ook bijna 3 uur. Toch ben ik blij dat we gegaan zijn, want om Mathijs op het podium te zien staan en zijn droom te volgen is goud waard.

Vrijdag de 17e ga ik mijn eerste sessie vissen op de Heylakker in België. Ik verwacht eigenlijk niet dat ik direct resultaat kan boeken want, volgens Theo, komt het water pas later in het voorjaar op gang. Ik kies dus voor een sobere aanpak met single hookbaits en wat pellets. Investeren en de surfplas verkennen is het primaire doel van deze sessie. Wat vangen en mogelijk iets leren uit observaties of van andere vissers, “brainpicking”, zou heel mooi meegenomen zijn. Half drie houd ik halt voor het clubhuis van de Heyvissers. Theo zit binnen al op me te wachten. Ik draag mijn lidgeld over en kijk uit over de plas. Een historisch water waar al grote namen in het verleden hun lijnen hebben natgemaakt. Jos Moors, John van Eck, Steve Briggs, Sjef van den Hoven, Frank Warwick, zijn zomaar een handjevol namen. Oude vissers of toch in elk geval vissers met een oude vissersziel. Even later lopen we langs de oevers en geeft Theo wat uitleg. De "kabouterstek", de "punt", de "bever burcht", de “twaalf” waar Robbie vorig jaar Lijntje wist te strikken op 26 kilo plus. De ondiepe kom trekt me nu eigenlijk het meest, maar omdat daar nogal wat bomen en stronken in het water staan is braid en locked-up vissen een must.

Ik besluit op de punt te gaan zitten omdat ik van daaruit een mooi overzicht heb en ik en passant ook twee interessante kantstekken kan bevissen. Om vier uur is de boot opgepompt en ga ik het water op. Anderhalf uur later liggen mijn hengels op de steunen en wil ik gaan zitten, maar daar komt weinig van terecht. Er komen nogal wat locals langs voor een kennismaking en een praatje. Na half acht wordt het minder en kan ik gaan eten. Mijn voorraadje bier (ik had al wat extra meegenomen) is dan al verdwenen in gulzige Belgische slokdarmen. Ik krijg in ruil daarvoor het stempel: "Oké bevonden!” Mijn linker hengel ligt op een ondiep plaatje vlak voor het riet op tweeënhalve meter. De middelste op vier meter onderaan het eerste talud en de rechtse vlak voor enkele struiken op twee meter water. Drie Ronny rigs, waarvan twee met een fluo pop-up (Almond en Crab) en eentje met een KSK Scopex pop-up. Bij de eerste twee gaan een handje pellets en sweetcorn. Bij de rechter wat gebroken boilies en enkele 15 millimetertjes. Ik verwacht geen actie, maar wat zou het mooi zijn als ik tijdens mijn eerste sessie al vis zou vangen. Een statement! Een visitekaartje om U tegen te zeggen, als teken dat ik er óók zo een ben. Een visser met een oude ziel. Een visser die staalhard gesmede plannen heeft, maatje 6, vlijmscherp geslepen! Om tien uur staat kleine Mark aan mijn tent met twee biertjes. Als ze op zijn, gaat hij weg om me te laten slapen. Een uur later word ik geroepen. Of ik nog een pintje lust. Lap, dat zijn me nogal zuipers hier, die Belgen. Ik bedank vriendelijk en draai me om in mijn slaapzak. Zes uur ben ik wakker en als het licht begint te worden, rol ik mijn muskietengaas op en ga over het water zitten kijken. Er hoeft maar iets te zien te zijn als aanknopingspunt. Het is heiig en de vis is nog zeker niet los. Na het inpakken, rijd ik nog even langs het clubhuis en kijk naar de fotoalbums met het bestand. Veel spiegels en ook een respectabel aantal schubs. Dan zeg ik de mannen goedendag en kijk ik nog even bij de slagboom, een andere ingang van het water, naar twee stekken in de hoek. De linkse van de twee, recht tegenover mijn stek van afgelopen nacht, bevalt me qua aanzien bijzonder goed en daar wil ik de volgende keer eens wat uitproberen. Omdat het riet aan de rechterkant van de stek ook wat verder uit elkaar staat, met hier en daar wat losse stengels, kan dat in het voorjaar nog wel eens een interessante optie zijn. Ook zijn aan deze kant van de plas een aantal zware vissen gevangen in het verleden. Ik zal toch nog een paar maanden geduld moeten hebben, want de plas is nog niet ontwaakt. Eind maart, begin april nog eens terug lijkt me vroeg genoeg. Tot die tijd ga ik wat dichter bij huis aan de slag.

 

Vrijdag de 24e vis ik een sessie aan het kanaal. Ik ben wat dichter op de sluis gaan zitten in de hoop wat scherper tegen de boot en de palen aan te kunnen vissen. Binnen een uur wordt mijn lijn aan de overkant opgepikt door een vrachtschip. Dat kost dus me een montage, maar levert me het inzicht op dat ik hier altijd binnen moet draaien als er een boot aan komt. De hele nacht gebeurt er niks en ik besluit tegen het aanbreken van de dag opnieuw in te gooien. Ik knoop wat verse funnelwebjes en mag die exercitie nog drie keer herhalen bij elk schip dat daarna passeert. Na het inpakken rijd ik naar de Kelperbrug, want er moet vanmiddag weer vis uitgezet gaan worden. Ben heel benieuwd hoe deze lichting eruit ziet, want er worden zwaar beschubde spiegels en hoge ronde schubs geleverd door Carpfarm. Het duurt een hele tijd voordat de vis in een grote vrachtwagen arriveert. Hij moet eerst bij de Maas langs en heeft zich daar vastgereden. Als de vissen rond kwart over twee gelost zijn en hun tijdelijk onderkomen gevonden hebben in de zwembadjes die klaarstaan, is het voor mij tijd om weg te gaan. Schitterende vissen komen erbij op onze kanalen. Een belofte voor de toekomst. Ik hoop dat ze niet door de sluizen gaan, want veel vissen zijn in het verleden op de Maas uitgekomen nadat we ze met veel zorg hadden uitgezet op het kanaal Wessem–Nederweert. Ik hoop komende week een update te krijgen van Ruud of Herman welke aantallen er op de Zuidwillemsvaart en de Noordervaart terecht zijn gekomen.

 

De volgende ochtend doe ik een laatste poging om een vis te vangen in februari. Ik vis drie uurtjes aan de IJzeren man en ik vang inderdaad een vis. Helaas eentje van het verkeerde merk. Een Tinca Tinca wordt na drie kwartier onthaakt, maar daarna gebeurt er niets meer. Volgende week is het maart. De lente mag beginnen van me.

 

Vrijdag drie maart ga ik een nachtje samen met Bjorn op pad. De bestemming is in de loop van de week enkele keren gewijzigd. Vanwege het opkomende Maaswater besluiten we toch op de ingang van het naaktstrand te gaan zitten. We kijken eerst op ons gemak wat rond en installeren ons daarna aan de oostzijde van de plas. Bjorn zit rechts, ik links. In de avond spreken we over onze gezamenlijke sessie in het voorjaar. Pelagicevo lijkt af te vallen. Het, voorlopige, eindoordeel lijkt Etang du Puits te zijn, maar ook het water van vorig jaar behoort nog tot de kanshebbers. Rond elf uur gaan we slapen. Heel vroeg in de ochtend hoor ik van heel ver weg mijn naam roepen. Ik geef slaapdronken antwoord maar hoor vervolgens niks meer. Ik denk dat ik gedroomd heb. Ik moet plassen en draai eerst een shaggie. Als ik buiten kom en in de richting van Bjorns onderkomen kijk, is er niets te zien. “Zie je wel, ik heb het me gewoon verbeeld”, hoor ik mezelf mompelen. Dan zie ik een koplampje. Bjorn heeft vis. Een schubje van 11,4 kilo. First blood! Eens kijken of ik morgen nog ga.

De volgende ochtend, op zondag 5 maart en ook de verjaardag van Mick, zit ik bij de brug van Schoor aan het kanaal. Na 2 uur en 20 minuten vang ik een van de spiegeltjes die we vorige week drie kilometer verderop hebben uitgezet. Het is visje 302 uit de reeks en hij ziet er geweldig goed uit. Gezonder dan een week geleden. Voor de statistieken en de terugvangst melding noteer ik 58 centimeter en 3,8 kilo. Aas is een 15 mm KSK Scopex boilie, met wat vers deeg eromheen gekneed. Leuk om zo snel al een van deze visjes terug te zien.

 

Donderdag 9 maart ga ik een nachtje vissen. Ik moet op de bonnefooi, wantij heb niks voorbereid. Omdat het veel geregend heeft is de Maas onbevisbaar, dus ga ik op de ingang van het Wessems zitten. Een hengel kort achter de keien, de ander ter hoogte van de boeien. De avond en nacht verlopen redelijk rustig. De bever is actief en doet me een aantal keren opschrikken. Ook is er tegen de ochtend een toenemende hoeveelheid drijfvuil die met de stroming wordt meegevoerd. In de ochtend verleg ik mijn linker hengel ook naar de kant. Die lijn pakt teveel stroming en er hangt te vaak een tak in. Ik hang er een 15 mm snowman aan van een Scopex boilie en een Almond Goo pop up er bovenop. De zon laat zich goed zien en dat is goed in deze tijd van het jaar. Zwemmen moeten ze! Na een paar koppen koffie bedenk ik mezelf dat mijn kansen op het kanaal een stuk groter zijn dan hier. Even na negen uur liggen er twee hengels in het kanaal. Eentje met de snowman die ik er aan heb laten zitten, de ander met een verse boilie. Veertig minuten later, als ik met Ruud aan de telefoon zit, verraadt mijn linker stok een aanbeet op de snowman. Enkele ogenblikken later ligt er wederom een uitzettertje op de mat. Ook van deze vis worden de maten nauwkeurig opgemeten en doorgegeven aan Daniël op de SKP Limburg site. Ik vis nog een kwartiertje door en maak ondertussen wat 20 mm boilies klein. Ik meng ze met een portie 15-ers en voeg er nog een blik mais aan toe. Langs de kant voer ik een strook van het verse mengsel, met de bedoeling om dat morgen nog eens te herhalen en dan zondag nog een ochtendje te gaan vissen. Ze zijn niet groot, maar het geeft toch veel voldoening om wat te vangen zo vroeg in maart. Met een tevreden gevoel rijd ik naar huis. Ik heb nu al zin in zondag.

 

Zondag 12 maart ben ik al vroeg weg. De volle maan staat nog aan de hemel als ik de oprit afrijd. Gelukkig is mijn stek, waar ik al twee dagen een blik sweetcorn en een half pond boilies gevoerd heb, vrij. Er is geen visser te zien in een straal van een kilometer en dat is gunstig. Klokslag half zeven liggen mijn hengels op de steunen en heb ik mijn stekken opnieuw voorzien van mijn sweetcorn-boilie mengsel. Het wachten op een aanbeet kan beginnen, maar eigenlijk verwacht ik een multi vangst. Na 2½ uur ben ik daar al niet meer zo zeker van. Ik ben zelfs blij als ik een enkele aanbeet krijg, want de wind uit de oosthoek voelt koud. Zelfs in het zonnetje. Na vier uur pak ik in, een illusie rijker. Zekerheden bestaan niet in de karpervisserij. Zoveel is me vandaag wel weer duidelijk geworden. Misschien deze week nog een avondje.

 

Op donderdag 16 maart vis ik een nacht samen met Bjorn op Oranjeparels. Bjorn heeft er de afgelopen week veel vis zien zwemmen vlak voor het eiland en we gaan daar eens een kansje wagen. Ik moet met mijn waadpak de rodpod tussen het riet in het water zetten, want het is er vrij diep. We drinken samen een biertje en gaan op tijd slapen. De hele nacht gebeurt er niks en ik ben ’s ochtends al vanaf zes uur op mijn emmertje het water aan het observeren. Bjorn moet vandaag op tijd inpakken vanwege een bezoek aan de tandarts. Ik had eerder nog besloten om dan nog enkele uren te blijven zitten, maar omdat de zon niet schijnt besluit ik nog even op het kanaal uit te pakken. Daar vang ik na vijf minuten al een spiegeltje van 3 kilo. Terwijl er een schip passeert buigt de top van mijn middelste hengel. Eerst denk ik nog dat het de zuiging van het schip is, maar even later besef ik mezelf dat ik beet heb op mijn Ronny rig met een Almond goo pop-up. Na enkele foto’s mag het visje weer zwemmen. Een kwartier later vang ik nog een iets grotere van 6,3 kilo en 67 centimeter. Nog steeds geen gigant maar ik ben blij dat ik in elk geval niet met een blank naar huis ga. Als ik thuis de visjes opzoek in de database van de SKP foto’s op Facebook, zie ik dat het om de visjes 160 en 179 gaat. Daarna blijf ik nog drie kwartier zitten om te proberen er nog een derde bij te vangen, maar omdat ik me verveel, pak ik daarna in. Lekker op tijd naar huis met twee visjes op zak die me eigenlijk niet zo heel veel doe merk ik. Goed voor de aantallen, maar niet echt schokkend als vangst in de hedendaagse karper wereld. Misschien dat ik zondag nog enkele uurtjes pak in de ochtend, maar dat ligt ook een beetje aan het weer.

Op zondag vis ik nog een keer op het kanaal. Deze keer doe ik twee stekken aan, waar ik op de eerste na anderhalf uur visje nummer 5 vang deze maand. Een rijen. Ik vind hem terug op nummer 134 van de tweede uitzetting en registreer 2,8 kilo en 54 cm. Stek 2 levert niks op. Na drie uur vissen ga ik naar huis. Het is mooi geweest en met 3 vissen ben ik tevreden.

Op 23 maart doe ik weer eens een sessie met de boot. Als ik op de Rosslag aankom, tref ik een uitermate volle boot aan. De punt van de boot zit vast bovenop de steiger en daardoor is het achterste deel volledig volgelopen met water. Het leegscheppen kost me een half uur en ook blijkt dat de houten vlonders volledig verweekt zijn. Daar moeten dus weer nieuwe voor gemaakt worden. Het omvaren gaat redelijk soepel en als ik de boot aan het uitpakken ben, valt me op dat ik mijn gasfles nergens kan vinden. Kut! Die staat nog in de haven, dus dat betekent een extra reisje om het kreng op te haken. Hij staat nog mooi op de botenhelling. Even later ben ik weer onderweg terug naar de stek. Twee hengels vis ik op de Maas en eentje positioneer ik in de schemering op het gat. Exact op de stek waar ik enkele jaren geleden een twintig kilo spiegel ving in het voorjaar. Ik zal maar weer eens geluk hebben. Kwart voor acht kan ik eindelijk mijn warme prak opwarmen. Er gebeurt niks deze nacht, totdat ik in de ochtend wat piepen krijg op mijn stiekeme stok op het gat. Het blijkt loos alarm want er drijft een tak in de lijn. Er hangen mosselen aan mijn voorslag en de haak is bot door het raken van stenen op de bodem. Op tijd pak ik in, want ik moet nog even naar Weert. Mijn nieuwe molens zijn binnen. Vier nieuwe CI4 big baitrunners die Bjorn voor me geregeld heeft. Twee verse klossen lijn mee en dan naar huis. Morgen met mijn nieuwe aanwinsten de verse Invisitec lijn erop eens natmaken op het kanaal.

Zaterdag laat ik om kwart voor zes in de ochtend de hond uit. Gisterenavond heb ik Marianne afgezet op het station van Weert, op weg naar de Verenigde Staten. Washington, Gettysburg en de Amish zijn haar reisdoelen. Mijn reisdoel ligt aan het kanaal van Wessem naar Nederweert. Kwart voor zeven liggen mijn vallen gereed. Het duurt zowat tot de klok van negen uur, voordat ik een spiegeltje schaakmat kan zetten. Visje honderddertig op 4,5 kilo en 61 centimeter. De molens draaien super soepel en geven op een mooie beheerste wijze lijn af. Morgenmiddag nog maar eens een paar uurtjes proberen. De ochtend is voor Max, want het Formule-1 circus start weer voor een nieuw seizoen. Ondertussen loopt de teller van gevangen vissen al weer aardig op. Zes stuks deze maand is niet verkeerd. Hopelijk loopt er ook eens een dikkere tussendoor, want over het formaat hoef ik niet op te scheppen.

 

De dag erna, kijk ik ’s ochtends in alle vroegte naar de eerste Formule-1 race van het seizoen en zie Max als vijfde eindigen. Ook bij hem zijn de resultaten nog niet van het kaliber waarover geschiedenis geschreven gaat worden, maar hij heeft de race, in tegenstelling to Ricciardo, in elk geval geheel uitgereden. Ik rijd daarna nog maar eens langs het water op zoek naar vis. Dat is met de venijnige oostenwind niet heel erg gemakkelijk, dus uiteindelijk strijk ik maar weer neer op een van de oude stekken. Om vijf voor elf krijg ik een aanbeet en die weet ik te verzilveren met een schub net onder de tien kilo. Een kniesoor die er wat van vindt. Het loopt prima!

 

Maandag 27 en dinsdag 28 maart, heb ik twee "outdoor office" dagen gepland. Ik werk dus vanaf mijn iPad en heb mijn smartphone binnen handbereik. Ondertussen liggen mijn hengels op de steunen en neem ik een korte pauze indien zich een vis aandient. Op maandag vis ik een ochtendsessie op Oranjeparels. Een van de moeilijkste wateren waar ik in Nederland ooit gevist heb. Juist daarom ben ik vandaag hier. Ik moet gewoon een vis vangen op deze knetterharde grindput. Ik vis van half negen tot half twaalf, maar zie geen teken van vis in mijn sector. Toch ga ik hier morgen terug want de wind draait vannacht 180 graden en dan ligt deze stek volledig in de luwte. Voor mijn vertrek voer ik het restant boilies over het talud voor het eiland. In de middag, nadat ik de hond heb uitgelaten en een broodje gegeten heb, werk ik vanaf de stek bij de Schoorbrug. Ook hier moet een uurtje of drie goed mogelijk zijn. Om half twee liggen de hengels er weer in en na twintig minuten vang ik mijn tweede rijenkarper van het jaar. Nog kleiner dan de vorige. Nauwelijks een halve meter lang en nog geen 2½ kilo. Toch op de foto voor de herkenning. Het is visje 154 van de laatste uitzetting. Bjorn komt ook nog even langs voor een praatje en dan vind ik het wel weer mooi geweest. Twee uur was lang genoeg voor me deze sessie. Morgen is er tenslotte weer een dag.

 

De wind is dinsdag minder gedraaid dan voorspeld en waait vanuit een andere hoek nog steeds over het talud voor het eiland. Het is geen gemakkelijk water en Oranjeparels geeft haar maagdelijkheid niet zomaar prijs. Op een meerkoet na, die ten minste 15 keer de bol van mijn linker hengel oplicht, gebeurt er de hele ochtend niks. Ook de middag gaat visloos voorbij. Twee kanaalstekken vis ik vruchteloos af. Jammer, maar vrijdag is er weer een nieuwe kans. Heylakker revisited.

 

Vrijdag om half acht liggen de hengels op hun steunen aan het kanaal. Ik wil vandaag nog minstens één vis vangen om de tien te halen voordat maart voorbij is. Na een kwartiertje krijg ik al een paar piepen op mijn linker hengel, maar dat lijkt loos alarm. Er gebeurt verder ook helemaal niks dus verkas ik nog voor een uurtje naar de andere kant van de Schoorbrug, maar ook daar is het kin kloppen en nagelbijten. Ik had er meer van verwacht. 

 

In de middag prop ik mijn auto vol, laad de hond uit en rijd via de slager voor mijn "speciale gerecht" naar Heylakker. Mijn boot laat ik eens thuis. Ik wil werpend vanaf de oever mijn ding doen. Na aankomst drink ik een pilsje met Theo en rijd daarna naar mijn stek. De wind waait stevig vanaf links en het kost me een aantal worpen voordat ik mijn linker stok goed op zijn plek heb. De middelste en de rechter kosten me minder moeite. Half tien doe ik het licht uit. Om een uur of vier krijg ik een piep op mijn linker hengel, dus ik check even mijn setup. De top staat lichtjes naar links en de waker staat bovenin, terwijl ik hem toch uiterst slap had weggehangen. Ik geef wat extra lijn en ga weer onder mijn oval zitten. Koffie zetten en wat over het water staren naar activiteit. Het voelt warm buiten en als ik het actuele weer check, blijkt het ruim twaalf graden met een barometer van 1012. De wind is volledig weggevallen en dat geeft me goed zicht op kringen en beweging. De kikkers beginnen actief te worden. Opgegeild door de temperatuur gaan ze op zoek naar partners voor hun jaarlijks voortplantingsritueel. Om kwart voor negen komt Theo langs, voordat hij naar een begrafenis gaat. Hij hoeft niks te chippen. Ik peuter nog wat info los over dieptes en bedenk mezelf dat ik volgende week mogelijk eens op de stek in de hoek bij het viaduct ga zitten. Daar liggen voor het riet wat bredere uitlopers en daar kan ik de vis vroeg in het voorjaar mogelijk opvangen. Eens kijken wat morgen nog brengt. Misschien dat ik met mijn voerboot nog eens naar de IJzeren man moet gaan. Nummer tien wil nog niet graag komen. Het zou fijn zijn om in de dubbele cijfers terecht te komen. Om tien uur pak ik in en rijd via de stek bij het viaduct naar huis. Morgen nog een kansje. Eigenlijk heb ik geen zin om naar de IJzeren man te gaan, maar ik heb ook geen echt alternatief.

 

Op zondag heb ik om kwart voor zeven mijn hengels op de steunen liggen. In plaats van de IJzeren man of het kanaal met zijn guppen, kies ik voor een meer masculiene aanpak op de Maas bij het werfje. Als ik aankom, ga ik eerst even kijken of de stek vrij is. Gelukkig is dat zo en even later sta ik met mijn spullen op de stek. Terwijl ik mijn hengels aan het beazen ben, staat Kiril ineens achter me. Hij had hetzelfde plan opgevat, maar komt een kwartier te laat. First come, first serve! Ik vermaak me met rondkijken en frummel wat met mijn iPad. De Maas stroomt lichtjes en ik zit hier opperbest. Om vijf over half acht krijg ik voor de tweede maal een stoot op de top van mijn rechter hengel. Deze keer hangt er gelukkig ook wat aan. Ik dril op mijn gemak een schubje van net over de tien kilo en laat hem na de fotoshoot terug het water in glijden. Lekker. Alles wat nu nog komt is bonus. Een kwartiertje later belt Bjorn, die onderweg is naar de opendeurdagen van Fauna in Raamsdonkveer. Hij verwacht dat ik aan het kanaal zit of aan de plas bij het botenhuis. Ik vertel hem waar ik zit en dat ik al een vis op de kant heb. Een Schubje van de Maas is beter dan een gupje van het kanaal. Terwijl we aan de telefoon zitten zie ik opnieuw mijn top krommen en met een schreeuw gooi ik mij telefoon aan de kant. Het blijkt een winde en daar blijft het ook bij deze sessie. Toch ben ik aardig consistent met vijf weekenden op een rij vis op de kant. Dat is wel eens stukken minder geweest. Volgende week Heylakker en zondag nog eens hier.

Vrijdagavond zit ik om kwart voor vijf op de kist van mijn voerboot. Mijn hengels liggen weer op hun plek in het water van Heylakker. Twee kantstokken op ongeveer twee meter water en een stok op de rand van het eerste talud op drie meter diepte. Ik maak kennis met Jannico die bij de beverburcht zit. Of ik ook wat wil hebben van de friettent. Mijn ontkennende antwoord, want ik heb mijn geheime recept van de slager bij me, leidt tot een gezamenlijke pint. Ik zie die avond vis draaien, tot tweemaal toe, op de rand van het talud maar zeker 50 meter naar rechts in de richting van de kerktoren. Ik voer een klein strookje 15 mm boilies tussen de "draaizone" en mijn rig om ze de weg te wijzen. Als kleinduimpje het kan... Om kwart voor tien ga ik slapen. Even voor middernacht word ik gewekt door geluid uit mijn middelste beetverklikker. Ik voel direct bij het oppakken dat het geen karper is. Tijdens de dril, eigenlijk tijdens het binnendraaien, slaat de klok twaalf keer. Waarschijnlijk een zeelt, denk ik nog. Ik krijg gelijk. Een minuutje later ligt er een bronzen exemplaar met rode oogjes op de onthaakmat. Dat komt ervan als je van het karpervoer snoept. Na een snelle foto met mijn telefoon mag hij terug. Om zes uur word ik wakker. Tijd voor koffie en een goede observatie van het water dat er nog steeds als een spiegel bij ligt. Gio, die samen met Alijn op de gemeenteput zit, heeft een schubje van 10 pond gevangen. Bjorn doet het Zijn voorjaarsstek met vier schubs tot 15,4 een stuk beter. Als ik heb ingepakt kijk ik nog even bij Jannico bij de beverburcht en daarna rijd ik naar huis. Morgen naar het werfje, als de stek vrij is.

 

Zondag negen april zit ik net als vorige week bij het werfje. Onderweg hoopte ik continu dat er maar niemand zou zitten. Elke minuut die de reis langer durt, kan iemand me voor zijn. Gelukkig is de stek vrij als ik aankom en om kwart voor zeven ligt alles gereed. Bjorn heeft gisteren nog een kilootje gevoerd en ik hoop maar dat het niet teveel is, want onderweg wijst het kwik afwisselende waarden aan tussen de 1 en 4 graden. Een koud nachtje dus, maar het belooft een dag vol zon te worden. Helaas kom ik erachter dat ik mijn tas vergeten ben, met daarin mijn weegklok en mijn camera. Misschien moet Bjorn dus nog assistentie verlenen, hoewel hij eigenlijk geen tijd heeft vanochtend. Eerst maar eens zien of ik beet kan krijgen en anders heb ik in elk geval mijn telefoon nog voor een foto op de mat als noodoplossing. Dat blijkt allemaal niet nodig, want het enige hoogtepunt van deze morgen is de derde plek van Max bij de Formule 1. Opgeklommen van een 19e plek, herhaalt hij het huzarenstukje van vorig jaar in Brazilië. Bij het binnen draaien van mijn hengels, zie ik dat er aan de rechter niks meer aan hangt. Dan krijg je ook geen beet natuurlijk. Op de terugweg rijd ik via het huis van Bjorn om een grote kookpan en een emmer tijgernoten af te geven. Volgende week gaan we naar Frankrijk. Hopelijk loopt het daar wat beter, want dit was een hele slechte generale repetitie. The only way is up, zullen we maar zeggen.

 

De dagen voorafgaand aan onze Frankrijksessie doe ik mijn voorbereidingen. Een van de extra “klusjes” die ik daarbij moet doen, is een ritje naar Slagharen omdat ik zo slim geweest ben om de zender van mijn voorboot te laten doorbranden. Gelukkig heeft Tonnie Schrijver nog een nieuwe voor me. Hij installeert alle functies en een uur later rijd ik, €140,00 lichter maar met een goed werkende voerboot, weer naar huis. Boodschappen worden gedaan en het aas wordt uitgezocht. Zondagochtend om tien uur ligt alles in de auto. Alleen mijn kledingtas en mijn etenswaar moet nog in de auto. Vanavond rijd ik naar ons rendez-vous punt op de parkeerplaats van “het Haasje”, de benzinepomp langs de A-2. Een rit van 800 kilometer voor de boeg, op zoek naar Franse karpers van groot water. De reis duurt lang, maar eigenlijk gaat het heel goed. Geen files, slechts op twee plaatsen "werken aan de weg", maar ook vooral nauwelijks verkeer. Zelfs Parijs is goed te doen, als je tenminste de continu wisselende snelheidsborden voor lief neemt. Bjorn is eenmaal te laat met gas terugnemen en wordt geflitst. Ik ontspring de dans. Om half zeven staan we aan het Lac. We bekijken drie stekken en ploffen uiteindelijk neer op de middelste nachtviszone die een goed uitzicht biedt over het grootste deel van het water. Ik ga uiterst links zitten op de "filmstek" en Bjorn uiterst rechts op een goede honderd meter afstand van mij vandaan. De stekken worden verkend en een groot oppervlak wordt matig en goed verspreid aangevoerd. Bij Bjorn alleen boilies. Bij mij boilies en tijgernoten. Overal ligt wel wat. De voerstrook is zeker 200 meter breed en 20 meter diep zonder een echt markant bodemverloop. Het is een langzaam aflopend biljartlaken. Een ruime open voerstek, moet de vissen laten zoeken en zwemmen. De techniek die ik gebruik is simpel. Eerst vaar ik enkele markers uit waarbij ik een gemiddeld bodemverloop zoek van 3 meter in het midden en voor de linker en rechter kant van de voerzone respectievelijk 2,7 en 3,5 meter. Daarna leg ik met de voerschep een spoor van marker naar marker. Ik voer kleine schepjes tijgers en handjes van 3-5 boilies tot tien meter links en rechts van de boot. Daarna vaar ik mijn hengels uit, haal de markers er tegelijkertijd uit en knoop vervolgens stuitjes in de lijn net achter de toppen, zodat ik met de voerboot mijn lijnen weer kan uitvaren na een aanbeet. In theorie zou dat goed moeten weren, nu de praktijk nog. Om twaalf uur liggen onze hengels erin en drinken we een welverdiend biertje. Die hakt er overigens goed in na 30 uur zonder slaap. Vijf dagen en nachten voor de boeg. Laten we hopen dat het lot ons gunstig gezind is. Ik eet wat en ga daarna een powernapje doen. Even een beetje slaap inhalen. Het is best druk aan het water met dagjesmensen, dus van een rustig dutje komt niet veel terecht. Ik kijk de hele dag uit over het water, op zoek naar springende of draaiende karper, maar er is niets te zien. Bjorn spreekt de Fransman die filmpjes op Facebook en YouTube heeft geplaatst en die weet hem te vertellen dat hij de afgelopen week zes dagen en nachten geblankt heeft op mijn stek. Dat is geen héle grote opsteker, kan ik je vertellen. Om negen uur duik ik mijn slaapzak in. Om tien over half vijf krijg ik een fluiter van jewelste op mijn linker hengel. Met knikkende knieën probeer ik de vis rustig dichterbij te krijgen. Deze mag ik niet verspelen. Een kleine tien minuten later ligt er een spiegel van gemiddeld formaat in mijn net. Wat wilde schubben over het lijf en 11,6 kilo. De kop is eraf. Hij mag even de sling in, want over enkele uren is het licht en dan mag hij op de foto. Daarna vaar ik met behulp van mijn voerbootje, de hele santekraam weer op de stek. Bjorn ziet me bezig en komt informeren naar de gebeurtenissen. Hij is blij dat ik, ondanks de slechte omstandigheden, een vis heb gevangen. Het kwik is inmiddels gestegen naar 1026 mbar en zal nog verder stijgen, vergezeld door een windkracht vier uit het noordoosten. In de ochtendschemering kijk ik uit over het water. Ik wil aanknopingspunten waarop ik kan voortborduren. Zeven uur, alarm op de tweede stok van links, mijn boeihengel. Ik loop het water in en maak contact, maar het is loos alarm. Een jagende fuut heeft mijn lijn opgepikt. Raar eigenlijk want ik kan me niet herinneren dat me dit ooit eerder gebeurd is met een fuut. Ze jagen op zicht en weten de lijnen altijd prima te ontwijken, maar deze is toe aan een brilletje. Een duikbril, denk ik. Halverwege de ochtend kijk ik nog even op de nachtviszone bij de ingang naar petit Vioreau en spreek Sam, een Engelsman die samen met zijn maat al acht dagen aan het vissen is. Ze hebben er pas twee. Ook bij hen loopt het dus moeizaam, maar volgens Sam zit er toch een goed bestand op en heeft hij hier tijdens eerdere sessies goed gevangen. Halverwege de ochtend spelen we een potje jeu de boules met een dennenappel als mikpunt en drie keien als ballen. Bjorn wint met 10-4. Tussen de middag drinken we een biertje bij mijn tent. Ik zit op mijn stoeltje en Bjorn op een emmertje met zijn "anaalknikker". Ik zal het uitleggen. Op mijn emmertje ligt een kurken balletje dat uit een van mijn pop-ups komt en Bjorn zit daar precies bovenop. Op een gegeven moment laat hij een harde scheet en roept vervolgens triomfantelijk: " Daar is'tie weer". Ja, altijd lachen met ons. Vistechnisch gebeurt er bitter weinig en we hebben hier ook geen echte mogelijkheden om wat te struinen of de vis actief te zoeken. Bjorn vindt het maar niks. Te weinig mogelijkheden en ook te weinig te zien en te doen eist zijn tol. Eigenlijk begint het bij ons beiden al wat te knagen, en we vragen ons af of we dit wel vijf dagen gaan volhouden. Dan arriveert er een Fransman van ongeveer mijn leeftijd met een grote Duitse herder, Dolf! Van veraf begint hij al te roepen: "Hey, Joe spiek Inglies?" Hij maakt een praatje en zegt dat hij paaiende karper bij de barrage heeft gezien. Bjorn bedenkt zich niet en stapt in de auto om te gaan kijken, mij achterlatend met dit vreemde Franse sujet. De Fransoos brengt het gesprek op de sociale aspecten van het Nederlandse volk. Wij zijn oké. De rest van Europa is he-le-maal niks. Ook de Fransen niet! Politiek, de rol van Noord-Korea in het hedendaagse wereldbeeld, lesbische getrouwde vrouwen, de prijs van benzine, alles komt voorbij en niets deugt. Behalve wij Hollanders. Wij zijn oké. Daarna vervolgt hij zijn weg na me uitvoerig bedankt te hebben voor ons gesprek. Hij zal een dezer dagen nog terugkomen, kondigt hij aan. Even later komt Bjorn terug. Niets te zien, behalve bruin water en veel wind. We koken samen in mijn tent en daarna neemt Bjorn de boot mee om zijn lijnen opnieuw uit te varen. Het electromotortje loopt niet lekker. Ik denk dat de accu slecht is en wil daarna de accu vervangen. Bij het losmaken van de accuklemmen blijkt de minpool erg warm te zijn. Het motortje maakt dus toch ergens sluiting of er is iets anders aan de hand. Ik zet er ook geen nieuwe accu op, want dat heeft weinig nut. We kletsen nog wat in mijn tent en daarna gaat om elf uur het lampje weer uit. Vanuit het niets word ik gewekt door een fluiter op mijn boeihengel. Geen idee hoe laat het is, maar ik sta als een slaapdronken peuter te drillen. Ik moet mijn net nog in het water leggen en mijn koplampje opzetten en dan valt na een paar minuten ineens de vis van de lijn. Zomaar! Ik kan nog een vijftig slagen binnendraaien en als ik de onderlijn controleer lijkt er niets mee aan de hand. Ik vervang hem toch voor een Ronny rig en vaar met mijn voerboot het geheel weer terug op de stek. Ik merk dat ik er redelijk 

rustig onder ben. De vis voelde niet heel groot maar toch is het wel jammer. Twee aanbeten in pakweg 38 uur is niet heel erg goed te noemen en dan wil je nog meer dan anders dat elke aanbeet leidt tot een gevangen vis. Ik rook een shaggie en maak nog even een puzzeltje. Om vijf over drie krijg ik een nieuwe aanbeet op mijn linker hengel. Het voelt niet als karper, terwijl hij toch door de baitrunnerslip ging na een weifelende aanbeet. Het blijkt inderdaad een brasem. Bij het uitvaren blijft mijn lijn om de top hangen, dus de onderlijn wordt uit het bakje gerukt. Daarbij buigt de haak uit en moet ik de onderlijn vervangen. Bij de tweede poging, geeft mijn zender het teken dat de batterijen van de zender te zwak worden. Hupsakee, naar de auto om een nieuw setje te pakken. Pas de derde keer gaat het goed. Driemaal is dus wederom scheepsrecht. Inmiddels is het tien over half vier, bijna anderhalf uur later dan mijn eerste aanbeet. Nog een shaggie en even de kachel aan en dan kruip ik de zak weer in. Langer dan tien minuten is het me niet gegund, want klokslag vier krijg ik een run op mijn rechter hengel. Deze voelt beter en ik hoop dat hij blijft hangen. Dat doet hij gelukkig ook en even later kan ik een spiegel van 37 pond bijschrijven in mijn logboek. Pfff, de vermoeidheid begint nu toch wel toe te slaan, maar ook deze hengel moet nog opnieuw worden uitgevaren. Eerst maar even een verse snowman aan de onderlijn hangen en de haak checken. Eentje verspelen vind ik wel genoeg. Weer een paar piepen op de boeihengel. Een oploper en dan een zakker, dus ik pak de hengel op en maak contact. Brasem op de crab goo pop-up. Waanzin dit. Het begint nu toch wel een gekkenhuis te worden. Twee hengels op de kant, en al half vijf. Dat wordt weer een schoonheidsslaapje morgen, want dit kost me zeker een half uur. Kwart over vijf lig ik er eindelijk in, maar twintig minuten later fluit de middelste hengel van mijn rodpod zijn liedje. Ik wankel doodop, gedreven door adrenaline, naar mijn hengels en maak contact. De vis zwemt helemaal naar links tot voorbij mijn meest linker hengel, zonder een enkele lijn op te pikken. Even later kan ik een spiegel scheppen die minder groot is dan ik op basis van de dril verwachtte. Met 11,8 kilo, 81 centimeter en weinig schubben is het zowat een kale kopie van mijn eerste vangst. Uitvaren maar weer, door tot aan het gaatje. Al ik de voerboot terug vaar, zie ik licht in Bjorns tent. Ik loop erheen en doe mijn relaas van de afgelopen slapeloze nacht. Bjorn heeft geen piep gehad en denkt dat hij op zijn stek ook geen beet gaat krijgen. Wat mij is opgevallen is dat de aanbeten van vannacht van links naar rechts liepen, dus als de vis doortrekt komen ze in de sector van Bjorn uit. Ook daar ligt voer genoeg. We zetten de vissen op foto en film en dan ga ik naar de supermarkt. Ik heb letterlijk mijn kont nog niet gekeerd of ik hoor drie, vier piepen achter me. Het zet niet door maar blijft wel aan het piepen. Brasem? Bjorn pakt de hengel op en direct valt de spanning eraf. De lijn is doorgesneden op een meter of tien uit de kant. We gaan de boot in om te zien of we de lijn nog kunnen vinden, maar tevergeefs. Dan ga ik alsnog naar de buurtsuper. Ik voer als ik terug ben nog een ruime twee kilo boilies over mijn voerstrook. Daarna neemt Bjorn de boot van me over om zijn lijnen uit te varen. Eerst vaart hij drie markers uit op mijn richting aanwijzingen, daarna brengt hij een voor een zijn lijnen weg. Ze liggen spot on! Bij de derde gaat het alsnog mis. Hij is nauwelijks vijf meter uit de kant, als de motor er mee kapt. Door de stevige wind, pikt hij allebei zijn zorgvuldig uitgelegde lijnen op. Ik kan niets doen en sta als verdoofd met zijn derde hengel in mijn handen. Ik controleer de accupolen die beide goed van temperatuur zijn. Ik begrijp er niks van, maar ik snap wel dat ik van deze motor niet op aan kan. Inmiddels is het half twee. Een hapje eten en dan even siësta. De eerste 50 uur zitten erop. Na het twee uur durend middagslaapje doen we een biertje. Ik in de schaduw en Bjorn in het zonnetje. Om half zeven wordt het tijd voor pizza, die echt goed gevuld is. Bjorn vaart zijn lijnen nog een keer opnieuw uit met zijn voerboot om er zeker van te zijn dat alles goed ligt. Ik help hem daarbij en dan gaan we de avond en nacht al weer in. Van mij mag het wel weer zo'n nachtje worden als afgelopen nacht, maar net zo makkelijk trek ik een blank vannacht. Het blijft vissen heten en niet vangen, maar ik heb er wel vertrouwen in. Toch jammer dat het alleen in de nachtelijke uren te doen is. Zodra het licht wordt, is het gedaan met de pret. We drinken samen nog een paar Kronenbourgjes bij mijn tent en om tien uur gaat het lichtje uit. Ik word 's nachts gewekt op een fijne manier. Een run op mijn middelste hengel. Vanaf het begin voelt het al zwaar. Hij gaat zelfs op afstand al door de slip als hij van me af zwemt en dat doet me vermoeden dat het een betere vis betreft. Na een kwartier drillen wordt mijn gevoel bevestigd, als ik het net onder een dikke spiegel kan schuiven. Twintig kilo "on the nose", zoals de Engelsen dat zeggen, en 93 centimeter. Ik hang hem weg in de sling en loop naar Bjorn. Als ik met mijn lampje naar zijn tent schijn en zijn naam roep, hoor ik ineens een stem vanachter me uit  

het water komen. Ook hij staat te drillen. Fijn, hij heeft vis en net als ik op de middelste hengel. Na nog wat gehannes met een weerbarstige vis en zijn andere twee lijnen vlak onder de toppen, kan ook hij het net onder een goeie spiegel steken. Zijn vis trekt 35 pond op de unster. Daarna varen we beiden onze lijnen opnieuw uit. Om vijf uur krijg ik een run op mijn linker hengel, die er na enkele seconden ook al vanaf valt. Kut! Hoe kan dat nou? Vlijmscherpe haak en niks wat niet deugt aan de rig. Misschien toch iets meer speling aanbrengen tussen de boilie en de haakbocht, maar verder kan ik niks bedenken. Opnieuw beazen, uitvaren en dan ga ik eens koffie zetten. Tien minuten later volgt alweer een herkansing op mijn rechtse hengel. Dat voelt allemaal erg spichtig en ook dat gevoel klopt want het resultaat is een spiegeltje van 17 pond. Ze kunnen niet allemaal groot zijn, maar dat hoeft ook niet. Twee vissen is beter dan één. Deze zetten we in het donker direct op de foto. Bjorn schiet de platen terwijl ik probeer een jonge, gladde en spichtige vis in positie te houden. Dan begin ik met het uitvaren van de hengels en beloof mezelf dat ik daarna recht heb op koffie. Wat er ook gebeurt. Terwijl ik mijn laatste hengel uitvaar hoor ik wel wat piepen bij mijn vismaat, maar het lijkt geen run. Eerst koffie zetten en dan ga ik eens poolshoogte nemen. Het is loos alarm. Ik besluit met de boot, inmiddels zonder motor want die heb ik niet meer aan de praat gekregen, nog een kilo of vier á vijf boilies en tijgers te verspreiden. Dat lukt me redelijk goed, ook zonder motor en ik vertrouw erop dat ik de komende nacht weer actie ga krijgen. We zetten mijn veertiger op de foto en daarna ruim ik wat spulletjes op. Als ik mijn weegzak van de onthaakmat op wil tillen om hem te laten drogen, blijkt hij vastgevroren. Zó koud had ik het niet verwacht. Daarna gaat Bjorn, omdat goed fotolicht uitblijft op zijn stek, eerst maar even onze boodschappen doen. Als hij terug komt heeft de zon ook bij hem de juiste stand bereikt en is het mijn beurt om voor fotograaf te spelen. Inmiddels is voor de derde dag op rij een bus met schoolkindjes gearriveerd die zo dadelijk met surfboards en vervolgens met catamarans het water op zullen gaan. De dag zal dus wel weer rustig blijven. In de loop van de ochtend krijgen we nog een comedy uurtje voorgeschoteld. Een zeiler, de enige op het water en overduidelijk een beginneling, is al een paar keer omvergelazerd met zijn boot. Vervolgens gaat hij aan het zwaard van de boot hangen om hem weer recht te krijgen. Zoiets verveelt nooit. Als tenslotte het zwaard van zijn boot afbreekt is het uit met de pret. De boot wordt op een kar gehesen en de kant op getrokken waar hij vervolgens bij een flinke windvlaag nog maar een keer omvalt. De middag gebruik ik vandaag om te lamballen. Met een boek lig ik de hele middag op mijn stretcher totdat we gaan koken. Tot half tien doen we ons traditionele avondbiertje bij mijn tent en dan scheiden onze wegen zich. Ik doe de laatste voorbereidingen voor de nacht, koplampje bij mijn hengels hangen, het net in positie brengen en mijn stoel inklappen en dan duik ik mijn stretcher weer op. Ik lig net een goed kwartier als ik Bjorn hoor roepen. In het laatste licht van de dag vangt hij een spiegel van ruim 16 kilo. De vis was er als een raket vandoor gegaan. We varen de lijn opnieuw uit en maken foto's. Dan ga ik terug naar mijn tent. Weer lig ik een kwartier als ik een auto aan hoor komen. Twee portierdeuren klappen dicht en voetstappen naderen over het grindstrand. "Bonsoir, Garde de Peche", klinkt het van achter mijn tent. Ik laat mijn papieren zien en alles is in orde. Daarna lopen ze naar Bjorn. Ik bel Bjorn op om te zeggen dat hij even iets over zijn voerboot moet gooien omdat er twee viswachters naar hem toe komen. Ik heb hen verteld, dat hij geen woord Frans spreekt en nauwelijks een minuut later zijn ze alweer terug. Ook bij hem is alles in orde. Dan hoor ik wat piepen bij Bjorn in drie klankkleuren en ik besluit nogmaals die kant op te lopen. Inmiddels is het kwart voor elf, dus een vroege nachtrust is er weer niet bij. Dan slapen we morgen maar weer wat overdag. Hij staat inderdaad in het water en loopt vervolgens de kant op met zijn hengel en net. Hij heeft een schubje gevangen van een kilootje of tien. Gauw op de foto en dan weer naar mijn tent. Nu lukt het wél om te gaan slapen. Als ik wakker word van een volle blaas, kijk ik op mijn klokje. Kwart voor vijf al en direct schiet er door mijn hoofd dat er nog niks gebeurd is. Normaal heb ik me voor deze tijd al  eens richting hengels moeten spoeden voor een aanbeet. Zou er nog iets komen, of is de vis doorgetrokken richting Bjorn? Ik besluit koffie te gaan zetten, want de primetime van afgelopen dagen nadert. Ik ben onzeker omdat ik geen actie gehad heb, maar ergens moet ik ook wel lachen om mezelf. “Je bent verwend ouwe, de afgelopen dagen!” Ik heb net mijn koffie ingeschonken als de linker hengel afloopt. Gelukkig, vis. Als ik sta te drillen schieten er allerlei angstige gedachten door mijn hoofd. Dit is de stok waar je gisteren die losser op had. Als hij maar niet door mijn andere lijnen heen zwemt. Als hij maar niet losschiet vlak voor het net. Kortom, van lekker ontspannen drillen is geen enkele sprake. Een zucht van verlichting ontsnapt vanuit mijn tenen, als het net zich om de vis sluit. Weer een goeie trouwens, maar zonder karakteristieke buik. Als het meetlint zomaar 94 centimeter aangeeft en de klok 17,1 ben ik weer content. Jij in de sling en ik aan de koffie, mompel ik. Terugvaren doe ik nog niet, want het is inmiddels half zes. Ik wil de vis tegen het einde van de aastijd niet verder verstoren en besluit te wachten tot na het ontbijt. Misschien heb ik me gisteren toch wat teveel laten gaan met voeren en zijn ze minder gretig. Ik besluit het voor vandaag bij een kilo of twee te houden en de boilies voor te weken. Geen tijgers erbij vandaag. Dan fluit plotsklaps, na enkele piepen, de rechter stok ervandoor. Al direct na het oppakken voelt het zwaar en de dril neemt een kwartier in beslag. Bjorn staat klaar met het net en doet zijn werk. Klasse, hij is binnen. Hij zegt direct dat het een twintig kilo vis betreft. De vis trekt 21,2 op de schaal van Heaton, terwijl het meetlint met 92 ook een mooie score laat aflezen. Grote platen op de staartwortel en langs de rug, maken het ook nog eens een prachtige vis om te zien. Tijd voor koffie. Voordat de wind opsteekt, vaart Bjorn met de rubberboot het water op. Ik bedien vanaf zijn stek de voerboot om zijn lijnen exact op de juiste plek te kunnen droppen. Vervolgens voert de “Limburgse Maasbaas” er bollen rond omheen en topt zo gelijk zijn aaszone weer op. Dan doen we hetzelfde bij mij, alleen ik besluit de rig mee in de boot te nemen en op aanwijzingen van Bjorn naar mijn stek te roeien. Naar links, naar links, roept hij steeds, terwijl hij voor mij, vanaf het water gezien, telkens naar rechts wijst. Als ik het lood en de beaasde haak heb laten vallen en er handen vol voer omheen heb verspreid in alle windrichtingen, zegt mijn kompaan: "O, kut, verkeerde boom". Hij draait de stok binnen en vaart hem met de voerboot naar de juiste stek. Ook daar voer ik bij en dan kan ik terug naar de kant. We zetten de vissen op de foto en het valt me steeds op dat hij zulke mooie foto's maakt, terwijl ik vaker vissen van hem op de foto moet zetten en dus meer ervaring zou moeten hebben als fotograaf. Ach, ieder zijn talent zullen we maar zeggen. Na het ontbijt ruim ik de rubberboot vast op. Die heb ik niet meer nodig en dat scheelt me morgen een uur werk. Tijd voor koffie en dan even niksen. Een half uurtje later staat plotseling Greg, een Engelsman achter mijn tent. Hij wil morgen mijn stek overnemen en vraagt of ik het erg vind als hij zijn brolly vast achter me op het gras zet, zo'n twintig meter verderop. Ik vind het prima. Het is best een goeie kerel, maar met één geweldig nadeel. Ofwel er is iets met zijn stembanden of allebei zijn oren zijn kapot, want hij praat continu op volume "Metal festival". Ook vandaag gebeurt er niks overdag. Het einde van de sessie nadert. Nog een avond en nacht scheiden me van een terugkeer in een jachtige en stressvolle wereld. Nog een kleine twaalf uur om nog meer vissenslijm te laten harden tot een eeltlaag die daar tegen bestand is, maar het zal van korte duur zijn. Een week later moet ik toch weer en dan wéér, als een junk die zijn shot nodig heeft. Bjorn is pizza halen en ik vaar twee lijnen opnieuw uit die er al meer dan 24 uur in liggen. Ook ik vergis me deze keer bij het uitvaren, niet in de locatie maar in de juiste hengel van de twee die op de kant staan. Uiteindelijk ligt het goed. We eten samen met Greg, die morgen mijn stek overneemt en drinken de laatste biertjes. Twee de man en dan zijn ze op. Om kwart voor tien in de schemering zoekt ieder zijn nachtverblijf op. Ergens hoop ik op een rustige nacht, anderzijds op nog een paar karpers. Nog even lezen en dan slapen. Om kwart over drie besluit er een brasem om zich te vergrijpen aan een snowman op mijn linker hengel. Eerst probeer ik de enkele piepen nog te negeren, maar uiteindelijk kom ik er na een minuut toch uit en draai de snotbel binnen. Nieuwe leader en rig monteren en weer uitvaren. Kwart voor vier ga ik weer liggen. Hier kom ik mijn bed minder graag voor uit. In tegenstelling dan, tot mijn volgende aanbeet. Ergens moet een van de Carpgods medelijden met me hebben gehad om me op een honds tijdstip voor een brasem te laten ontwaken. Hij laat me om tien over vijf 

nogmaals opdraven voor een trage aanbeet en deze keer hangt er echt iets moois aan. De zwaarste vis van de sessie op 23,4 kilo en met een fraai patroon van schubben over de zijlijn. Het is ook de langste van alle vissen die ik hier vang. Ik hang de vis weg in een retainer sling en ga koffie zetten. Half zes inmiddels, dus ik vaar niet uit. Wederom aan een stiff D-rig. Deze ga ik vaker inzetten. De vissen zitten muurvast en mooi in de onderlip in het harde gedeelte. De mat zal wel stinken straks op de terugweg. Bjorn heeft vannacht een 22 kilo vis gevangen en het tellertje staat nu bij hem op negen. Als hij eerder de aanpassing had gedaan om verder uit te vissen en te zoeken naar de kleibodem, had hij wellicht nog veel meer gevangen dan nu. Om half zeven als ik bij hem sta om te informeren naar zijn laatste nacht, krijg ik een fluiter op mijn sounder box. Mijn gele led, dus de brasemhengel die ik vannacht opnieuw heb uitgevaren. Ik ren naar mijn setup. Na een kwartiertje drillen, vang ik als laatste vis nog een 18,1 kg spiegel. Het kan voor mij kennelijk niet op deze sessie. Ook negen vissen waarvan 6 dikke. We zetten deze vis na het wegen direct op de foto en dan mag hij weer terug. De twintig kilo vissen van Bjorn en mij, doen we later als het licht wat beter is. Gauw nog een bak koffie en dan door met opruimen. We fotograferen onze vissen op mijn stek, vanwege de betere lichtinval. Die van Bjorn gedraagt zich voortreffelijk, maar de mijne weet me tot wanhoop te drijven. Hij laat zich een kwartier lang niet rustig vasthouden voor de camera. Ik ben nat, bezweet en mijn kleren zitten onder het slijm en de uitgescheten tijgernoten en boiliepap. Dan mag ze terug. Het is goed geweest. De natte mat wordt in het grondzeil gewikkeld, samen met de retainer sling. Het vuilnis gaat als laatste de auto in en dan om negen uur beginnen we aan onze terugreis. Ook de terugweg verloopt vlekkeloos, hoewel er veel slechte chauffeurs op de weg zitten. Ook Parijs is een stuk drukker dan op de heenweg met motors en scooters die overal tussendoor slalommen, maar het deert me niet. Ik zit op een roze wolk en vind het momenteel allemaal prima. Tijdens een tussenstop zegt Bjorn dat hij vindt dat we weer een fijne sessie gehad hebben samen, zonder ook maar een enkele spanning tussen ons beiden. Dat vind ik ook. Ik heb een vismaat uit duizenden! Hij oppert dat het misschien ook nog wel eens een idee kan zijn om op het kleinere “PV” uit te pakken samen. Wie weet wat de toekomst brengt? In elk geval is dit een sessie die in onze herinneringen een mooi plekje gaat krijgen. Daar zijn we allebei wel van overtuigd.

 

Een weekje later ga ik er op Koningsdag met de boot op uit. Overdag hebben we het feest luister bijgezet vanuit de Smeltkroes, waar we ’s ochtends om half elf al aan de drank zitten. Aan het einde van de middag laad ik de auto in en vertrek naar de Rosslag. Om zes uur liggen de hengels erin. Recht tegenover het werfje heb ik mijn kamp opgebouwd. Ik vis een hengel naar links langs de kant en de andere vaar ik uit tot aan het werfje aan de overzijde. De Maas stroomt niet zo hard, dus ik verwacht dat het wel kan. Helaas moet ik, na twee keer opnieuw uitvaren, aan mezelf toegeven dat ik dáár te licht over gedacht heb. Om kwart voor een en kwart voor twee ’s nachts, vang ik twee brasems. De slijmjurken zijn wel actief, in contrast tot de karpers die zich niet laten zien, laat staan vangen! In de ochtend bel ik met Arjan Verkoelen om het probleem met mijn elektromotor te bespreken. Hij gaat me matsen en levert me er eentje tegen een interessante prijs. Dat moeten we maar doen dan. Ingepakt en wel rijd ik naar huis en ben van plan om onderweg nog even te gaan voeren bij de Slaag. Na enkele kilometers begint het lampje van de koelvloeistof te branden. Ik check de gids en deze zegt dat ik de keuze heb uit 3 opties. Peil te laag, peil te hoog of een defecte ventilator. Opties 2 en 3 vallen af, dus het zal wel optie 1 zijn. Ik bel Gerard om te vragen of ik even langs kan komen en dat is geen probleem. Wanneer hij het niveau van de koelvloeistof op peil brengt, zien we dat er ook nog een optie 4 is. Het zeikt er namelijk aan de onderkant net zo hard uit, als we het er aan de bovenkant ingooien. Ik laad mijn visspullen over in zijn Combo en rijd daarmee naar huis. Gelukkig heb ik nog wel gevoerd op de Slaag, dus ik kan zondagochtend altijd een paar uur proberen om daar wat vis te vangen.

 

De laatste dag van april, ga ik nog eens naar de Slaag. Ik heb er twee ochtenden een kilootje boilies verspreid en op de derde ochtend beproef ik er mijn geluk nog maar eens een keertje. Bij het ingooien vind ik ook dit jaar geen wier en het ziet er ook net zo dood uit als vorig jaar, toen ik me hier in het voorjaar heb stukgevist. Ze zouden wel komen, dacht ik, maar na enkele maanden kon ik alsnog visloos de handdoek in de ring gooien. Er staat een zure oostenwind, maar de barometer zit goed en ook de zon doet haar best om vandaag de twintig graden te bereiken. Zo warm is het nu echter nog niet want om half acht zitten we qua temperatuur nog in de enkele cijfers. Een graad of zes hooguit. Ik speur over het water en kan ook geen teken van vis ontdekt krijgen. Ook op dat front is er dus geen verandering met vorig jaar. Een, hooguit twee proefsessies gooi ik er hier tegenaan en als er dan niks gebeurd is, vertrek ik naar andere oorden. Geen herhaling van mijn halsstarrigheid. Bjorn heeft het goed gedaan op de stek achter het hek en misschien moet ik het daar ook maar eens gaan proberen. Daar zwemmen in elk geval nog enkele potentiële records rond. Een daarvan zou zelfs mondiaal nog voor opschudding kunnen zorgen. Een vis in de categorie van "de Mohikaan", of de dikke schub van du Der. Je zult hem maar vangen, pfff. Aan het einde van de ochtend pak ik in. Hier is het in elk geval niet gebeurd en als ik met rondgooien nog even actief op zoek ga naar wier, kan ik niks ontdekken. Hier kom ik dus dit jaar niet meer terug, als ik geen teken van vis kan ontdekken tenminste.

 

Dodenherdenking 2017. Dat is de dag die ik heb uitgekozen om het verboden terrein nog eens wat aandacht te schenken. Bjorn heeft er vorige week in twee sessies goed huisgehouden en omdat hij nu in Finland zit, raadde hij me aan op dat succes verder door te gaan. Volgens hem zou zelfs ík nu van de nul af moeten kunnen komen hier. Om kwart voor zeven heb ik al mijn spullen ongezien door het hek kunnen proppen en mezelf een plaats verschaft. De auto staat 500 meter verderop op een parkeerplaats. Een potje Scopex pop-ups, die ik voorzien heb van wat flavour van Herman, en anderhalve kilo voerboilies moeten deze klus gaan klaren. Je zit hier binnen heerlijk uit het zicht en midden in het groen. Als ik ’s ochtends om vijf uur wakker word, is er nog niks gebeurd. Bjorn belt me tot tweemaal toe en hij kan het gewoon niet geloven. Ikzelf ook niet, maar het is een feit. Wat moet ik hier doen om aan vis te komen? Ergens moet ik er ook wel om lachen, maar het is om te janken natuurlijk. Ik denk dat ik hier door de jaren heen zeker 12 sessies gevist heb en ik moet er nog steeds mijn eerste aanbeet krijgen. Ik doe in elk geval iets heel erg fout, want zóveel pech kun je gewoon niet hebben. Volgende week maar weer eens iets anders proberen.

 

Mei is een klotemaand. Tenminste tot nu toe dan, want ik heb geen plan, geen tijd om te voeren en ik krijg mijn draai dan ook niet gevonden. Vrijdag de twaalfde rijd ik inspiratieloos naar Asselt om daar aangekomen direct weer om te kunnen draaien. Er staat één auto met een sticker van "Riverkings" erop. Kennelijk zit Jorn Driessen hier ergens in de buurt en daarbij staat het water zó enorm laag dat ik in deze hoek niet kan of wil uitpakken. Ik rijd daarna naar de groene rivier om er tijdens het rijden achter te komen dat het gele lampje op het dashboard alwéér brandt. Ik zeg alweer omdat mijn auto net een week all-in op "vakantie" is geweest in de garage. Je mag voor elfhonderd Euro toch verwachten dat hij daarna toch geen kuren meer vertoont. Dat betekent morgen maar weer even terug. Ook de groene rivier trekt me niet en ik zit redelijk besluiteloos in de auto. Het kanaal, Donkernack, de waterscouting, de werf, het gat van Johan, allerlei stekken passeren mijn gedachten, maar nergens heb ik gevoel bij. Dan maar naar Heylakker. Ik heb mijn zinnen eigenlijk gezet op stek 12, maar Theo weet me te overtuigen om naar stek 8 te gaan waar ik de vorige keer ook gezeten heb. Half acht liggen de hengels er eindelijk in. Ik eet in redelijk depressieve staat mijn menuutje van de slager op en drink een biertje. Ik moet ergens gaan voeren anders is het voorjaar weer voorbij zonder echte uitschieters, hoewel ik niet mag klagen over de eerste vier maanden. Om half tien begin ik er eigenlijk al genoeg van te krijgen. Ik drink nog een biertje en dan ga ik maar eens slapen. Op een paar piepen na, gebeurt er de hele nacht niks. Bjorn doet het op zijn stek een stuk beter. Hij vangt er vier. Eentje in de avond net na aankomst en de andere drie tussen zes en acht uur in de ochtend. Bij die ochtend vissen zit een two-tone van 19,2 en een vis van 22,6 kilo. Goed gevist maat! In de middag, nadat ik de auto heb laten resetten, rijd ik naar het paaigat. Daar los ik een spiegeltje, maar gelukkig kan ik in de laatste vijf minuten nog een schub schaakmat zetten. Pal onder de hengeltoppen, met de baitrunnerslip heel los giert hij ervandoor. Enkele minuten later ligt de redder van dit weekend in mijn net. Net over de tien kilo en zijn gewicht in goud waard. Misschien deze week ’s avonds nog maar eens een keer die kant op.

Op dinsdagavond, direct na het eten rijd ik nog een keer naar het Paaigat. Het is erg warm geweest vandaag en de eerste tropische dag van 2017 is opgetekend in de Bilt. Ik vis op twee stekken. Eerst op het gat zelf, waar wel veel activiteit is, maar geen azende vissen. Daarna probeer ik het nog even op de ingang. Op elke stek ‘n uurtje en op beide stekken geen actie. Ik besluit na een telefoontje met Bjorn eens te gaan zien of ik bij het viaduct op de Zuidplas kan peilen en voeren. Dat lukt en daarmee is de eerste voerbeurt van de komende drie dagen een feit.

 

Vrijdag varen we er samen heen met mijn boot. Bjorn gaat rechts zitten in een gat tussen de struiken. Ik zit links tussen het riet. Barometer is oké, wind is oké, maar het water is wel heel erg helder. We kunnen tot vier meter diep op de bodem kijken en dat bevalt ons allerminst. We gaan, tegen beter weten in, toch maar zitten. We hebben geen beter alternatief en omdat we nergens boilies kunnen ontdekken op de bodem, is het niet ondenkbeeldig dat er toch vis in de buurt zit. De volgende ochtend na een nacht van 13 visuren, kunnen we naar huis zoals we gekomen zijn. Geen vis!

 

Woensdag 24 mei ga ik weer een nacht. Het is vanavond de finale van de Europa League, waar Ajax het mag opnemen tegen Manchester United. De finale loopt met een teleurstellend resultaat af voor Ajax en ik doe het vistechnisch niet beter. Weer loop ik na een voersessie van enkele dagen tegen een blank aan. Dus ook op de Groene rivier hoef ik ze momenteel niet te zoeken. Als ik zondagochtend nog even kan gaan heb ik nog een kansje om mijn resultaat in mei nog wat te vergroten en anders zitten we alweer in juni voordat ik een lijntje nat kan maken. Het is, wat het is.

 

Op vrijdag 2 juni rijd ik naar Asselt waar ik een nacht ga doorbrengen op de stek bij het talud. Bjorn heeft dinsdag en woensdag gevoerd en donderdag zijn we er samen heen geweest. Er kan, zo voorspelt de Bilt, een druppel regen vallen en zelfs een onweersklap is niet uitgesloten. De luchtdruk is ongeveer 1014 en dat maakt de omstandigheden eigenlijk best optimaal. Half zeven liggen de hengels erin. Om half tien verdwijnt de zon achter de bomen aan de horizon. Op een enkele piep na, is er nog helemaal niks gebeurd. Dat is op zichzelf niet verwonderlijk want op deze stek gebeurt het meestal pas in het donker. Ik vermaak me wat met mijn iPad en wacht op een aanbeet. Om tien over een, krijg ik eerst een enkele piep gevolgd door een run. Als ik de hengel oppak, hoor ik direct een harde klap op het water. De bever zit in mijn lijn. Even later weet het beest zich te ontdoen van het nylon en kan ik mijn lijn binnen draaien. Om half vijf gooi ik alle hengels opnieuw in en ga ik koffie zetten. Om half acht maak ik wat foto's van mijn hengelopstelling. Meestal is het dan niet veel met de vangsten en vandaag is geen uitzondering. Bah, ik zit echt weer in een periode waarin het niet wil lukken, terwijl mijn Limburgse vismaat vrolijk verder vangt. Het is hem gegund, daar niet van, maar ik wil zelf ook wel weer eens in de prijzen vallen. Straks rijd ik terug via de haven van Weert. Eens een beetje rondgooien en kijken of ik morgen of tweede Pinksterdag nog een paar uurtjes in de ochtend wat kan afdwingen. Tijdens mijn reguliere visserij lukt het in elk geval niet echt. 

 

Eerste Pinksterdag vis ik vier uurtjes in de haven van Weert. Al vrij snel na aankomst heb ik in de gaten dat de vis weer in de paaimodus staat. Dat belooft weinig goeds en die belofte komt ook uit. Ik doe nog een poging het geluk naar mijn hand te zetten door halverwege de sessie te verkassen uit mijn hoekje naast de woonboot, naar de andere kant van de steiger, maar ook dat mag niet baten. De vis paait met enige regelmaat onverdroten voort en ik zit erbij en kijk ernaar. Volgende week naar onze oude stek!

Vrijdag half zes zijn we bij de Rosslag. De boot wordt beladen en een uurtje later liggen de hengels in de schoot van de plas. Heel erg “carpy” ziet het er niet uit allemaal, maar er zou toch iets moeten kunnen gebeuren na drie dagen voeren. Als de volle maan in al zijn omvang laat zien, vlak boven de kim, heeft Bjorn er eigenlijk al helemaal geen vertrouwen meer in. Hij heeft twee brasems gevangen. Als nog geen tien minuten later zijn kantstok aanfluit, en de vis Bjorn bijna omtrekt, blijkt dat er toch ook karper aanwezig is in de directe omgeving. Helaas lost de vis na een seconde of tien. We drinken nog een biertje tot elf uur en dan zoeken we de zak op. Om tien voor half twee vang ik een brasem, maar de rest van de nacht gebeurt er niks meer. ’s Ochtends blijkt dat ik me daar in vergist heb, want Bjorn heeft nog twee aanbeten verspeeld en ook nog twee visjes gevangen. Daar komen er in de loop van de ochtend nog drie bij, terwijl ik het met nog een extra brasem moet stellen. Bij het binnendraaien merk ik dat mijn kantstok in de war heeft gelegen, sinds de aanbeet van mijn nachtelijke brasem. Als het eenmaal fout gaat...! Op de terugweg rijd ik nog even langs Donkernack en gooi wat rond om de bodem te voelen. Het voelt bijna geplaveid, zo hard is de bodem. Het water licht troebel en dus moet er wat voer in. Bjorn zal dat de komende twee dagen herhalen. Dinsdag ga ik een avondje proberen om wat te vangen. Eigenlijk heb ik een managementbriefing maar vis vangen is belangrijker dan sociaal wenselijk gedrag in deze lastige fase. Ik ga dinsdag dus maar eens een uurtje eerder weg en verzin een smoes om onder de briefing uit te komen.

 

Om half zeven liggen de hengels bij het lelieveld van Donkernack. Zoals je kunt lezen, ben ik dus inderdaad met een smoesje eerder naar huis vertrokken en kan ik mijn plannetje ten uitvoer brengen. Rond zeven uur komt Danny Nelissen langs en een half uurtje later krijg ik een run op mijn rechter hengel die naast het lelieveld ligt. De vis heeft zich tussen de stengels weten te manoeuvreren en ik weet uit ervaring dat lichte druk erop houden voldoende is om hem uit de planten te krijgen. Danny maakt een actiefoto en vijf minuten later ligt er een schub van 27 pond in het net. Lekker hoor, na een uurtje vissen. Ik werp de hengel weer in en ga weer zitten. Drie kwartier later vraagt de andere hengel om aandacht. Ik denk eerst dat een langs zwemmende bever door mijn lijn zwemt, maar het is toch een karper. Ook deze meet 87 centimeter, maar hij is exact vier pond lichter. Toch goed voor samen 50 pond vis in twee uurtjes vistijd. Het kan een stuk minder. Om half tien ruim ik op en ga naar huis. Over twee dagen vertrekken Mathijs en ik naar Dessel, voor onze jaarlijkse portie Metal. Ik ben nu helemaal klaar voor Graspop en heb er rete-veel zin in.

Graspop was awesome! De 5 bands die er voor mij uitsprongen waren Amenra, Gojira, Rammstein, Mayan en Ministry. De vrijdag erna, de 23e, ga ik weer een nacht vissen. Op dezelfde plek als vorige keer. Dennie Nelissen heeft er dinsdag een sessie gevist zonder resultaat. Het was ook beroerd warm en dat heeft ongetwijfeld bijgedragen aan deze teleurstellende score. Ik denk dat ik het vannacht beter ga doen. Om kwart voor vijf liggen mijn hengels tegen het lelieveld. Ik zit klaar op de rand van mijn stretcher om bij de eerste piep het water in te vliegen. Na enkele uren slaat ook bij mij de twijfel toe of er wel iets gaat gebeuren, want het blijft angstvallig stil. Als ik om elf uur mijn ogen sluit is er nog niks gebeurd, maar het moment dat ik mijn ogen opendoe is er volop actie. Ik ben wakker geworden van een fluiter en voordat ik mijn laarzen aan heb, zit de vis al vet tussen de lelies. De vis weet zichzelf niet los te zwemmen en ik moet tot drie keer toe de lijn slap laten vallen om het beest(je) weer op gang te krijgen. Dan komt hij tussen de lelies uit en sluiten de mazen van het net zich om een leeggevochten schubje. Zeven komma acht kilo en 78 centimeter. Om vijf uur ligt de hengel weer op zijn plek met een verse onderlijn en een verse boilie aan het uiteinde. Als ik om half tien wil gaan inpakken, krijg ik zowaar nóg een run. Ook deze vis weet tussen de lelies te komen en scheert, als hij eruit is, helemaal naar rechts om daar vervolgens achter de dikke tak, die in de kant ligt, te blijven hangen. Lieslaarzen aan, maar zelfs die zijn niet hoog genoeg om erbij te kunnen. Gelukkig weet ik de lijn even later te bevrijden en kan ik een schubje uit een identieke klasse mijn net in loodsen. Twee knollen is niet veel, maar veel meer dan niks. Elf uur ben ik thuis. Vanmiddag ga ik de laatste hand leggen aan het schilderwerk op zolder en ik moet nog wat snoeien in de tuin. Gelukkig weer eens wat vis op de mat ook al kwamen ze niet echt van het voer af. Volgende week wil ik eigenlijk naar de Gerelingsplas, als het weer het toelaat, en anders moet ik nog een andere optie verzinnen. De vooruitzichten voor donderdag zijn met 10 mm regen niet best. Wellicht is het kanaal dan toch een betere optie.

 

Mijn laatste sessie van juni vis ik op de stek waar Bjorn in het verleden veel gevist heeft. Als ik de spullen uit de auto op de kar laad, wenst een passerende voorbijganger me succes en vertelt dat er nog meer mensen zitten te vissen. Op mijn vraag "Waar?", krijg ik een antwoord dat me maar half geruststelt. Na tien minuten driftig doorstappen zie ik dat ik dubbel geluk heb. Niet alleen zitten de twee vissers enkele honderden meters van me vandaan, maar het zijn ook gewoon recreanten met een dito uitrusting. Bovendien vissen ze niet op karper maar op alles wat voorbij komt, zo lijkt het. Om half acht liggen mijn twee hengels uiterst scherp op harde plaatjes en heb ik iets meer dan een kilo boilies gevoerd. Het merendeel goed open en verspreid en rondom het haakaas iets geconcentreerder. Laat ze maar komen. Eergisteren heb ik vijf kilo verspreid en hopelijk heeft dat wat vis in deze sector vastgehouden. De verwachtte regen is uitgebleven en ondanks de bewolking is de temperatuur nog steeds twintig graden. De barometer zit op triple negen en wordt vergezeld van een westenwindje van drie Beaufort. Geen slechte omstandigheden en hopelijk gaan mijn vangsten dat vannacht ook aantonen. Om tien uur belt Bjorn. Er is nog niks gebeurd maar hij verwacht dat ik nu binnen een half uur vis ga vangen. Ik drink rustig een biertje en tuur over het water. Het begint te schemeren. Tijd om te gaan slapen. Als ik om kwart over vijf mijn ogen open doe, is er nog niets gebeurd. Wat een tegenvaller. Ik ga koffie zetten en hoop dat de ochtend nog een visje oplevert. Op een oploper en een brasembeet na, gebeurt er helemaal niks. Via de Kettingbrug, waar ik ruim een kilo voer bij de stek van Smits, rijd ik naar huis. Als ik morgen naar de 40e verjaardag van Robby ben geweest, slaap ik daar in de oval.

 

Op zondagnacht kom ik tegen 02.00 uur aan het kanaal. Eerder heb ik zowel de verjaardag van Bob, als de verjaardag van Robby bezocht. Bij de laatste heb ik goed aan het bier gezeten samen met een club medevissers. John, Alijn, Theo, Tom, Roel, Marc, Jannico, Danny, Jeroen, Robby en nog enkele anderen. Supergezellig en meer dan voldoende te eten en drinken. Aangeschoten zet ik op de Smidsstek mijn onderkomen op en leg mijn hengels op de steunen. De stek heeft twee voerbeurten achter de rug. Vrijdagochtend na mijn sessie op het grindgat en gisterenavond voorafgaand aan het feest, slechts 300 meter verderop. Al na een uur krijg ik een run op mijn linker hengel en vang ik een lange, lelijke schub. Kapotte bek, ingevallen lijfje en een markante fel oranje vlek op zijn bovenste staartlob. Toch zeker een teken dat een van zijn ouders koi-bloed door de aderen had stromen. Ondanks zijn lengte van 87 centimeter, haalt de vis slechts 9,2 kilo. Het woord “stokbrood” omschrijft de vis redelijk nauwkeurig. Ik leg de stok terug, rook een peuk, doe een plas en ga weer slapen. Om vijf uur komt er nog eentje bij op dezelfde hengel. Een spiegeltje ditmaal, die er wat beter uitziet dan zijn scharrige voorganger. Ook deze is met zijn 7,8 kilo geen vis van wereldformaat, maar met twee vissen in een kort nachtje ben ik super tevreden. Klokslag tien, rijd ik thuis de oprit op. Ik ben moe maar ook voldaan en tevreden.

 

Op donderdag 6 juni ga ik onvoorbereid een nachtje vissen. Het is een hele drukke week geweest op het werk met lange dagen. Toch heb ik alle reden om met een goed gevoel terug te kijken op mijn werkweek, want we hebben mooie resultaten gehaald en op de koop toe heb ik ook een nieuwe baan. Vanaf 4 september, na mijn vakantie, begin ik als “Hoofd Calamiteitenorganisatie” in de club van Vincent Verbeet. Daarmee komt er een einde aan bijna tien jaar in het MT van Service & Operations. Een nieuw hoofdstuk in mijn toch al zo rijke loopbaan bij NS. Om acht uur liggen mijn hengels op de rodpod en even later staat ook mijn oval. Het is benauwd en warm, maar gelukkig staat er een briesje recht op de kop en dat verkoelt de zaak enigszins. Van binnen koel ik de zaak af met een ijskoud biertje en dat maakt dat ik me in een opperbeste stemming bevind. Om kwart over tien krijg ik enkele waarschuwingspiepen op mijn rechter hengel en even later krijg ik een volle run. Ik weet de vis uit de lelies te krijgen. Heel even denk ik dat de vis eraf is, maar dan blijkt dat hij naar me toe komt gezwommen. Even later ligt er een lange schub van 90 cm en 11,4 kilo op de mat. Daar zal het bij bljven deze nacht, maar dat deert me niet. Ik ben tevreden en omdat ik vind dat het al vrij vroeg warm wordt, pak ik op tijd in. Even voor tien uur kom ik thuis. Weekend!

 

Op zondagochtend besluit ik naar de kanaalkom in Weert te rijden. Ik heb gisteren wat honden- en kattenbrokjes in de hennepolie gezet en ben van plan met twee hengels op de bodem te vissen en als ik de vissen aan het azen krijg op de brokken er een derde bij te gooien. Als ik van huis ga, lijkt het redelijk windstil, maar aan het water blijkt het briesje toch te hard om de brokken op één plek te houden. Als ere ook nog een tweede visser bij komt, pak ik in om bij de werf te gaan kijken, waar ik de wind in de rug zal hebben. Dan komen mijn brokjes misschien nog wél van pas. Helaas is die stek bezet en na enkele stekken te hebben bekeken, strijk ik neer op de Noorderlaanvijver. Daar is het niet druk, maar doen de vele watervogels en meeuwen mijn kans op een oppervlaktevis teniet. Ook mijn beide hengels die ik in de kantzone op de bodem heb liggen, leveren me op een halve aanbeet na niks op. Drie effectieve visuren en geen vis worden bijgeschreven in mijn logboek.

 

In de nacht van 13 juli, vis ik op de Groene rivier. Ik zie regelmatig vis draaien in de bovenste laag van het water en één keer ben ik er zelfs zeker van dat het karper is. Toch gebeurt er de hele nacht niks. Veel wier en stroming, maken scherp vissen onmogelijk. Om negen uur ’s ochtends pak ik in en rijd naar huis. Vanavond naar een optreden van André Rieu. Dat is heel wat anders dan het geweld van Graspop, maar om samen met Marianne op het Vrijthof te zitten en in een hotel te overnachten na het optreden is ook een leuk hoogtepunt van dit weekend. Hopelijk blijft het droog vanavond. De weergoden zijn er nog niet 100% uit.

 

Ik moet toegeven dat het optreden van André Rieu me ongelooflijk is meegevallen. Het mooiste nummer van de avond was een nummer met doedelzakken en daarna kwam ook David Hasselhoff nog als guest act. Zondagochtend vis ik een sessie in de haven van Weert en vaar ik mijn hengels met behulp van mijn voerboot uit. Met de dieptemeter zoek ik naar schone spots, nét achter het wier. Als ik na vier uur mijn hengels binnendraai, komen ze er in elk geval alle drie wiervrij uit. Het plan met de voerboot heeft dus gewerkt, maar de vissen werkten niet mee aan mijn snode plan. Toch ga ik de voerboot komende tijd weer eens wat vaker inzetten. Schoon liggen en de rigs niet in de war, betekent in elk geval dat je scherper bezig bent dan wanneer je op de bonnefooi moet ingooien. Eens kijken wat we komende week voor plannen kunnen smeden.

Vrijdag vis ik een nacht op het talud van Asselt. Er liggen drie hengels op de rodpod, maar snel succes is er niet bij. Ik schiet enkele plaatjes van de zonsondergang en ga rond elf uur slapen. Tien over een krijg ik een volle run op mijn linker hengel. De vis is ondanks de zwaar afgestelde slip, niet te stoppen. Na enkele minuten van vooral lijn geven en maar heel weinig terug winnen voel ik de vis tussen de planten zitten. Een heel eind bij me vandaan. Dan, plotseling, is het over en kan ik een zweepje binnendraaien. Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar volgens mij was dit meerval. Een karper heeft bij mij nog nooit zoiets gedaan. Ik bel even met Bjorn die me vertelt dat hij net zijn derde vis terugzet. Twee uitzettertjes en een spiegel van een kilo of elf. Ik tuig daarna mijn hengel weer op en leg hem terug. Nog geen 10 minuten later vertrekt mijn rechter hengel. Ditmaal is het brasem. Tot nu toe is het de nacht van de alternatieve vissoorten. Om twee uur kruip ik mijn slaapzak weer in. Van echt goed slapen komt niet veel terecht. De bever zwemt tot tweemaal toe door mijn lijnen en ook krijg ik nog wat gepiep van witvis. Ik vang ook nog een roofblei. Half zeven ga ik met dikke ogen van de slaap maar een bak koffie zetten. Er springt regelmatig vis, dus ik blijf wat langer zitten dan gepland. Half tien begin ik met inpakken. 

 

Zondagochtend. Gisteren zijn we bij Chiel op bezoek geweest. Een werkbezoek, kun je wel zeggen. Terwijl Marianne de keuken en de bijkeuken een goede beurt geeft en, en passant, de toilet schoonmaakt, doe ik de tuin. De klimop en de vuurdoorn worden gesnoeid en niet zonder slag of stoot. Mijn handen zitten onder de krassen als ik ermee klaar ben. Daarna doe ik de oprit en neem ik de schutting onder handen. Tijdens de barbecue ontstaat het plan om vanochtend een paar uur in de haven van Weert te vissen. Als ik er aankom zit er niemand en dat is prettig. Er springt zelfs een goede vis aan de rechterkant. Kwart over zes heb ik mijn drie lijnen met de voerboot uitgevaren. Al na drie kwartier krijg ik een run op de rechter hengel. Helaas zwemt de vis zich muurvast in een groot wierbed en na tien minuten touwtrekken beweegt er niks meer. Ik leg de hengel terug op de rodpod en wacht af. Nog tien minuten trekken later komt de kale rig terug binnen. De vis is eraf. De hinged stiff rig wordt voorzien van een verse pop-up en opnieuw gedropt. Daarna is het stil. Af en toe een piep door de wind, maar verder geen actie. Het gaat lekker zo!

 

Op maandag ga ik voeren. Eerst kijk ik in de haven van Weert, maar besluit toch door te rijden naar het haventje bij de zinkfabriek en deze vanaf de overzijde te bevissen. Ik gooi wat rond met een peilhengel en vind harde schone bodem. Ik voer anderhalve kilo boilies goed verspreid met enkele handjes tussen de begroeiing aan de eigen kant. Ik heb er vertrouwen in. Als ik een dag later terugkom, staat er een tent. Een klein Indootje van een jaar of 17 is van plan om er drie nachten tegenaan te gooien. Ik druip af en wens hem succes. Hij kon het natuurlijk niet weten, dus ik ben alleen teleurgesteld en weet niet waarheen ik moet gaan. Als ik met Bjorn bel, stelt hij voor om samen op de steile oever van de plas te gaan vissen. Dat spreekt me aan en zo zitten we donderdagavond om zeven uur achter onze hengels. Vorige week ving Bjorn vijf vissen op deze stek, dus de verwachting op vis is hoog. Iets voor tien uur vangt Bjorn de eerste. Een schub van 12,5 kilo. Als even later zijn middelste hengel gaat, moet ik hem maar oppakken. Ik trek een uitzetschubje over het netkoord, maar het doet me niet veel. In elk geval allebei vis, dat is fijn. Als we gaan slapen is de stand inmiddels 3-1 voor Bjorn. Bij het ontwaken staat het al 5-1 en bij vertrek zelfs 6-1. De vis is met de wind meegetrokken en komt duidelijk van rechts, waar Bjorn me met zijn drie hengels volledig afstopt. Bij het opruimen zie ik dat mijn voerboilies er zelfs nog liggen. Er is geen vis aan mijn kant geweest. Toch gaan we volgende week terug naar een stek op deze plas. Dat voelt nog steeds als het fijnste water voor twee man. Mijn schrale troostprijs (het schubje) kan de zure smaak niet wegnemen, maar in elk geval is een uitzettertje op de hengel van een ander, beter dan helemaal niks. Stay positive!

 

Donderdagmiddag. Mijn vakantie is begonnen, Mathijs wordt vandaag 23 en dit was mijn laatste werkdag als hoofd capaciteit. De vakantie is reden om traditiegetrouw te starten met een visnacht. Bjorn, die al een week vakantie heeft, is al een tijd aan het voeren op de plas en daar gaan we dus ook naartoe. Ik op de schuine kant bij het talud, hij op onze oude stek op de dijk. Om half acht liggen de hengels erin en binnen het half uur heeft mijn vismaat al een vis gelost in het wier. Bij mij gebeurt vooralsnog helemaal niks en dat is raar, omdat Bjorn hier van zondag op maandag maar liefst 14 runs had. Pas tegen twaalf uur krijg ik een snoeiharde run op mijn middelste hengel. Ook als ik contact gemaakt heb, gaat de slip nog steeds in meltdown. Mijn vermoeden dat het om meerval gaat wordt enige tijd later bevestigd. Het beest is groot en past nauwelijks in mijn net. Hij zit er zowat dubbel in. Breed en lang en zwaar. Nadat ik het beest in mijn onthaakmat het talud op heb gesleept en het zweet van mijn kop gutst, kan ik hem meten en wegen. Een meter eenenzestig bij 29,5 kilo. Een nieuw PB meerval. Ik maak enkele foto's en zet de gladde jongen terug in zijn natte element. Tien minuten later vang ik een spiegel van 21 pond op mijn rechter hengel bij het puntje. De nacht blijft verder rustig op een paar series piepen na, omdat de bever het schijnbaar heel vermakelijk vindt om door mijn lijnen te zwemmen. Om zes uur ben ik wakker en zet koffie. Een half uurtje later krijg ik een run op mijn linker hengel. Een mid twintiger schub ditmaal. Hoewel het een stuk minder hard loopt als enkele dagen geleden bij Bjorn, ben ik toch niet ontevreden. De wind is gekeerd en staat vol op de overkant. Bij het uitlopen van mijn hengel valt me ook op dat er wat blauwalg in de kant drijft. Dat is een slecht teken. Hoewel ik nog meer actie verwacht, blijft deze uit. Ook dit jaar wederom twee karpers in mijn eerste visnacht van de vakantie. Het was niet wild, maar toch ook zeker niet slecht.

 

De laatste sessie voordat we naar Frankrijk op vakantie gaan, vis ik tegenover de stiekeme stek op de Lange Hei. Ik moet uitwijken omdat de stek waar ik wil vissen, in de haven van Weert, bezet is. Daarna neem ik nog een kijkje bij de IJzeren man, maar dat staat me niet aan. Ik besluit door te rijden naar de palen tegenover het loshaventje in Budel en die stek is vrij. Ik vis met slechts twee hengels die ik op de “schouders” van de ingang gooi. Omdat het water behoorlijk trekt, gebruik ik toplood. Ik voer er met de pijp een kleine honderd 15mm boilies omheen en ga met mijn thermoskan koffie, mijn shag en mijn iPad op de bijrijdersstoel in de auto zitten. De deur wagenwijd open voor het geval dat ik een aanbeet krijg. Op die manier vis ik eigenlijk al mijn korte sessies. Na drie uur vissen houd ik het voor gezien. Op de kolken van een aalscholver na, die ik in eerste instantie aanzie voor een draaiende vis, gebeurt er helemaal niks. Gelukkig heeft mijn net de gelegenheid gehad om te drogen. Via België, waar ik een slof shag koop, rij ik naar huis. Vanmiddag naar Chiel voor zijn verjaardag en dan op dinsdag met de caravan naar Frankrijk.

 

De heenreis naar Frankrijk verloopt niet vlekkeloos. Met nog 200 kilometer voor de boeg, hoor ik opeens “poef” en verlies al mijn motorvermogen. Met de sleepdienst worden we van de snelweg gehaald en neergezet op een tijdelijke camping. Balen en de zoveelste keer gedoe met mijn auto. Gelukkig is de auto de volgende dag al klaar en de oorzaak blijken twee niet aangedraaide slangklemmen aan mijn turbo. Een van de slangen is losgeschoten en daardoor verloor ik het vermogen. Thuis moet ik daar maar eens met mijn eigen garage over spreken, want dit is overduidelijk het resultaat van de vorige reparatie waarbij de EGR klep vervangen is. Een dag later dan gepland sta ik dan toch aan “Le Loir” en kan ik echt starten met mijn vakantie. Eerst de stek, die er schitterend uit ziet, maar eens opbouwen met de Red Amo boilies die ik via Bjorn geregeld heb voor deze vakantie. Na een aantal dagen gevoerd te hebben en incidenteel met twee hengels overdag wat heb geprobeerd, ga ik een nachtje doen. De hele buit in negen uur dagvissen is tot dan toe één kopvoorn. Vrijdagavond, elf augustus, om acht uur liggen mijn hengels op hun plek en een uurtje later staat ook mijn onderkomen paraat. De piepers staan op standje "stealth" om de overige campinggasten niet te storen. Nachtvissen is immers verboden en dan kun je de omgeving beter te vriend houden. In het eerste deel van de nacht vang ik nog vijf kopvoorns, los ik nog een vis in de takken en vang ik om 01.00 uur een schubje. Nauwelijks de moeite waard, maar toch stop ik hem in een bewaarzak. De eerste riviervis van de Loir is binnen. Daarna vang ik nog twee megabrasems en een barbeel, dus de nachtrust heeft behoorlijk onder druk gestaan. Om zeven uur word ik aardig brak wakker en ga koffie zetten. De vis wordt even later op de foto gezet en dan ga ik opruimen. De boilies zijn te gevoelig voor andere vissoorten, dus het wordt tijd om de tijgernoten te koken en die aan mijn onderlijnen te gaan inzetten. Daarmee hoop ik het kopvoorn en brasemprobleem voor het grootste deel uit te sluiten. In elk geval een karper in mijn eerste nacht. 

 

Zondag ga ik een tweede nachtje doen. In de middag heb ik een vis gelost in een obstakel midden in de rivier. Zelfs de rubberboot bracht geen uitkomst. In de avond besluit ik daarom weer twee plekken naar rechts op te schuiven. Niet alleen kan ik van daaruit vrij ingooien zonder overhangende bomen aan mijn kant, maar ook zit ik van daaruit gunstiger ten opzichte van het obstakel. Er kwam een halve boom naar boven en dat was vast niet het enige deel wat er nog onderwater ligt. Half tien liggen mijn hengels erin en drie kwartier later staat ook mijn oval. Eindelijk tijd voor een welverdiend biertje. Na een enkele kopvoorn en een barbeel, komt er tegen de klok van drie uur weer een schubje de kant op. Met 77 centimeter en 8 kilo iets groter en zwaarder dan zijn voorganger. Ook heb ik een vis gelost. Mijn eerste aanbeet van de nacht rond half elf en, hoewel ik niet 100% zeker ben, vermoed ik dat dát ook een karper geweest kan zijn. Terwijl ik in de eerste zonnestralen de vis op de foto zet, ben ik toch tevreden. Rivieren zijn niet altijd makkelijk en tot nu toe heb ik in elk geval elke nacht een karper op de kant weten te brengen. Doorvoeren en eens kijken of we de aantallen nog wat kunnen opkrikken. 

 

Woensdag wil ik nog een nacht gaan vissen, maar mijn stek is bezet door Fransen. De dag erna laat ik me niet foppen en leg als een echte Hollander mijn handdoek op de beste strandstoel aan het zwembad, oftewel mijn oval en rodpod op de stek. Daar gaat vandaag niemand zitten. Ik voer in de middag nog een half emmertje boilies en tijgernoten aan de overzijde en zit op tijd aan het water. Om acht uur 's avonds heb ik de eerste kopvoorn alweer op de kant liggen. Man wat een plaag hier! Hopelijk kan ik ook vannacht weer een karper bijschrijven in mijn logboek. 

De zondag en de woensdag erna vis ik ook nog een nachtsessie, maar ook die lopen uit op nachten zonder karper. Ik vang natuurlijk wel witvis in de drie varianten die ik al eerder ving. Kopvoorn, brasem en barbeel. Zo eindigt mijn Franse vakantieavontuur met een totaal van 2 karpers, vier barbelen, vijf brasems en een dertigtal kopvoorns. Volgende week ga ik maar weer eens naar de plas. Het wordt tijd om nog een paar gewichtige vissen te vangen voordat ik mijn vakantie beëindig. Tot nu toe staat de vakantieteller op vier karpers en dat is nog geen 20% van vorig jaar. 

 

Dinsdag de 29e vis ik een nachtsessie op de plas. Tegen de klok van zes uur leg ik mijn boot tegen de oever van de dijk. Ik moet de laatste 15 a 20 meter door een dikke drab varen van draadalg en wier en ik vraag me af of scherp vissen wel mogelijk is. Een telefonisch afstemmoment met Bjorn volgt. Hij raadt me aan mijn hengels zover mogelijk in het water te zetten. Na wat aanpassingen aan mijn rodpod ben ik redelijk tevreden, maar er staat toch nog een meter of zeven wier voorbij mijn hengels. Dieper kan ik ze niet wegzetten. Ik voer anderhalve kilo boilies en een halve kilo tijgers en dan wil ik zelf eten. Fijn, mijn eten staat nog in de koelkast thuis, dus dat wordt een zakje noten en een paar ijskoude biertjes. Die heb ik ook wel nodig want onderweg naar het water gaf de thermometer maar liefst 34 graden aan. Dit zijn allesbehalve ideale omstandigheden met dat wier en die hitte. Ik slaap dan ook onrustig en als ik midden in de nacht wakker wordt na een vermoeiende en spannende droom, is er nog niks gebeurd. Ook in de ochtend gebeurt het niet deze keer. Ik voer mijn laatste boilies en tijgernoten over de gehele breedte van de stek en neem me voor om donderdag nog een nacht te doen op deze stek. Hopelijk gaat het dan beter. Bjorn gaat ook mee, dus in elk geval wat meer aanspraak dan deze keer.

 

Niet alleen de aanspraak is meer dan de vorige keer, zo blijkt. Ook vandaag liggen de hengels er om 19.00 uur in en zit ik een klein half uurtje later met Bjorn aan een koude versnapering. Zoals gewoonlijk allebei op een emmertje midden tussen onze stekken in. Om half elf vang ik de eerste vis. Een schub van 21 pond. Niet geweldig groot, maar bijzonder welkom na een stroperige periode. Een uurtje later gaan we slapen. September is exact drie uur oud als ik een tweede vis vang. Een spiegel ditmaal en ook nog twee kilo zwaarder dan zijn voorganger. Voordat ik alles terug heb liggen en de adrenaline uit mijn lijf is, slaat de torenklok al vier uur. Ik doezel net weer wat weg als Bjorn een aanbeet krijgt. Ik schiet mijn waadbroek maar weer aan en help hem met het landen van een torpedoschub. Die ligt net op de mat als mijn middelste hengel voor de derde keer afloopt. Deze keer weer een schub die met 28½ pond weer ietsje zwaarder is dan zijn voorganger. Lekker hoor dat het zo loopt, maar ik ben wel brak. Ik slaap nog een uur en ververs daarna het aas aan mijn twee linker hengels. Een kwartier later is het de linker die een paar piepen afgeeft en een brasem oplevert. Vervolgens gebeurt er bar weinig, totdat we om half tien gaan opruimen. Vijf over half tien vang ik visje nummer vier, een uitzetspiegeltje van 5,7 kilo om twintig minten later nog een schub op mijn linker hengel te vangen. Voor de tweede keer vang ik een vis met een onderlijn van Bjorn in zijn bek. Ook het uitzetspiegeltje heeft een haak in de onderlip. Tevreden vaar ik naar huis. Volgende week maar weer hier naartoe denk ik.

 

Op donderdag de 7e vis ik weer een nacht. Morgenmiddag moet ik naar het afscheid van Nanouke, zaterdag uit eten bij Ben en zondag naar het familiefeest van ma. Om kwart voor vier rijd ik weg en sta anderhalf uur later op de stek. De wind staat schuin van rechts op de kop en ik vis drie hengels op steunen in het water. Zonder waadbroek onmogelijk. Om zes uur ligt alles op scherp en kan ik ontspannen. Een instant sessie, maar op deze plas waar al weken veel vis huist moet het mogelijk zijn om enkele vissen schaakmat te zetten. Het lijkt alsof de eerste tekenen van de herfst zich aankondigen. Westenwind kracht vier en er wordt voor vannacht ook regen voorspeld. De watertemperatuur zit op 20 graden en de barometer is 1014 en dalend. Eens kijken of we voor het slapen al een succesje kunnen afdwingen. Om half negen wordt het al aardig donker en de golven maken dat er ook weinig vis te spotten valt. Toch heb ik al enkele keren vis gehoord in de buurt van mijn linker hengels. In je eentje duren de avonden sowieso langer. Ik bel nog even met Ruud en Bjorn en daarna kruip ik de slaapzak in. Half zeven word ik wakker. Het begint al licht te worden en waait iets harder nu, maar het is nog steeds droog. Er is niks gebeurd vannacht en ik vraag me af of het nog wel gaat gebeuren. Ik heb goed geslapen, té goed! Koffie moet ik hebben. Om kwart voor negen besluit mijn linker hengel om me voor een blank te behoeden. Ik maak contact en weet even later een schubje het net in te loodsen. Een vis in de blessuretijd. Toch lekker. Ik leg de stok terug en besluit tot een uur of tien te blijven zitten.  Helaas levert dat niks meer op.

 

Op zaterdag 9 september vis ik een ochtendje op Donkernack. Dat levert me op een tip van Bjorn na helemaal niks op behalve een gratis douche want het is aardig vies weer. Bjorn weet me te vertellen dat ik beter naar de plas bij het botenhuis was gegaan, want de vissen zijn daar aardig doorgeschoten en er wordt ook bijna niet gevist. Een kennis vangt er zo’n 6 a 7 vissen per dag en ook nog van een heel prettig gewicht. Veel dertigers en al twee veertigers in de laatste drie sessies. Op de terugweg voer ik dus mijn restant boilies op de eerste stek vanaf het botenhuis en dat ga ik nog een paar keer herhalen. Misschien ga ik daar dinsdagavond een paar uurtjes doen als Marianne naar het koor gaat. Het is najaar en als ik nog iets van dit seizoen wil maken, moet ik er nog maar een schepje bovenop gooien.

 

Dinsdag de twaalfde, gaat het eens van een leien dakje. Om zeven uur liggen mijn hengels erin. Ik heb spaarzaam en goed verspreid bijgevoerd en dat betaalt zich na 25 minuten al uit met mijn eerste run van de avond op mijn rechter hengel. Helaas schiet de vis na een seconde of tien los. Heb ik te hard gedrild, of was de vis niet goed gehaakt? Om klokslag acht, gaat dezelfde hengel ervandoor terwijl ik met Bjorn aan de telefoon zit. Hij doet mee aan de WCC op Madine. Ik gooi mijn telefoon op de onthaakmat en dril een niet al te hard vechtende vis. Een Chinees. Ik dril hem helemaal uit en onthaak hem in het water. Als ik er een nieuwe bol aan wil hangen, hoor ik achter me mijn andere hengel aflopen. Na een minuut of vijf ligt er een mooie spiegel in het net. Een brede rug, maar voor dertig pond een beetje te kort. Toch doe ik het voor drie pond minder. Om negen uur krijg ik nog een aanbeet. Het is al helemaal donker en ik zit niet echt meer op mijn gemak. Ik besluit na deze vis in te gaan pakken, want nachtvissen is hier verboden. Ook deze komt op de kant en mag op de foto. Weer een spiegel en weer een twintiger. Misschien vrijdag maar eens een dagsessie draaien hier, want de vis ligt goed op het voer. Met vier runs in twee uur tijd, mag ik zeker niet klagen.

Op vrijdag 15 september vis ik een dagsessie aan de IJzeren man. Na het succes van afgelopen dinsdag, denk ik dat ik een hele goede kans maak op een super sessie. De afgelopen dagen was het erg winderig en kreeg ik met moeite mijn boilies stuk voor stuk op de stek. Meerdere tegelijk wilde niet lukken, want dan kwam ik in afstand zeker tien meter te kort. Vandaag is het wat kalmer met zuidwest twee. De barometer geeft 1011 Mbar aan en het is een graad of tien. Om tien voor zes heb ik beide hengels met de voerboot uitgevaren en ga ik aan de koffie. Net als vorige keer heb ik mijn eerste run al na 25 minuten. De vis voelt goed en neemt direct lijn, maar daarna komt hij meegezwommen. Zonder al te veel problemen kan ik de vis netten. Van bovenaf lijkt hij behoorlijk breed in het net en aan de unster blijkt dat ook. Met zijn 16,7 kilo gaat hij ruim over de dertig pond. Omdat het nog donker is, hang ik de vis even weg en vaar met mijn voerboot mijn hengel opnieuw uit. Een bakkie in de zak en ook tijd voor een bakkie in mijn mok. De dag is nu eigenlijk al geslaagd, maar er gaat vast nog meer gebeuren. De omstandigheden zijn prima. Om tien over zeven is het de andere hengel die een beet verraadt. Ik sta net te drillen als ik ook de lijn van mijn linker stok strak zie lopen. Een dubbelrun. Ik concentreer me op de eerste vis totdat ik zie dat de andere naar links gaat. Daar zijn wat obstakels dus ik verander van hengel en geef druk. Dan voel ik hem lossen. Ik pak de rechter weer op en kan na een stevig robbertje vechten vlak voor de kant ook deze het net in dirigeren. Weer een spiegel, die met twee kilo lichter dan zijn voorganger, alsnog een fraaie prijs is. Drie runs en nauwelijks anderhalf uur onderweg. Ik vaar de hengels opnieuw uit en verspreid wat voer over de hele sector met mijn voerpijp. Maar weer eens een kopje koffie en mijn vismaat bellen. Nadat we hebben bijgesproken, wil ik proberen een run te filmen. Na een minuut of twintig lukt dat ook. Als ik de stok oppak, los ik nagenoeg direct de vis. Misschien had ik hem toch eerder op peten pakken, maar in elk geval heb ik een run op de film staan. Twee gevangen, twee gelost. Niet best voor mijn gemiddelde zo. Daarna begint het weer te regenen en valt de actie volledig weg. Om half elf krijg ik weer een run op mijn rechtse hengel. Deze keer gaat alles weer goed en mag een spiegel van 14,6 even met mij op de foto. Een hoogtepuntje voor mij. Of de karper dat ook vindt, valt te betwijfelen. Hij schijt de halve mat onder en heeft zich zichtbaar tegoed gedaan aan de gratis maaltijd die hij al ruim een week voorgeschoteld heeft gekregen. Om kwart over twaalf volgt de zesde run van de dag. Het kleinste spiegeltje van de dag, maar toch nog goed voor bijna 22 pond, mag na enkele foto's retour. Het wordt tijd voor een boterhammetje en een kopje soep. Natuurlijk ben ik ook vandaag weer iets vergeten. Een lepeltje, dus een van de pootjes van mijn leesbril wordt benut om te roeren. Oneigenlijk gebruik van materiaal, maar als het werkt waarom niet? Nummer vijf komt om twintig over een terwijl ik met Bjorn aan de telefoon zit. Weer een zwakbeschubde spiegel en een gemiddelde vis voor vandaag. Exact dertien kilo. Terugvaren en terugbellen. Om twee uur vertrekt de linkse hengel eens voor de verandering. Helaas schiet de vis als hij bijna aan de kant is ineens los, terwijl ik toch niet heel hard aan het drillen was. Acht runs en drie lossers voelt niet fijn. Tien voor drie, alwéér een losser. De vis neemt direct lijn en valt er na enkele seconden vanaf. Wat is dat toch hier? Om kwart over drie vang ik onder het toeziend ook van een fietser met kind, mijn zesde vis van de dag. De kleinste, maar met een mooier beschubbingspatroon dan al zijn voorgangers. Driekwart meter en 21 pond. Tien runs en nog zo’n drie kwartier te gaan. Ook run elf volgt nog, maar dat blijkt een zeelt. Wel een grote. De karper lijkt weggetrokken. Moe maar zeer voldaan ruim ik op, voer het restant boilies en ga naar huis. Wat een lekkere sessie was dit zeg. Eens kijken of we dit een van de komende dagen of weken nog eens een vervolg kunnen geven.

 

Zondag vis ik nog een ochtend op de plas. Binnen vijf minuten na het uitvaren, loopt mijn rechter hengel al af. Ik heb de hair verlengd en of het daaraan ligt weet ik niet, maar de vis zit goed gehaakt en belandt in mijn net. Drieëntwintig pond en 82 centimeter spiegel om mee te starten. In het donker maak ik foto's en vaar opnieuw uit. Nu eerst koffie. Tien over half zeven krijg ik een typische witvis aanbeet. Nadat ik contact heb gemaakt, krijg ik gewichtsgewijs ook de bevestiging van een brasem of heel misschien een zeelt. Ik dril wat forser en de vis valt eraf. Geen nood want dan kan de hengel ook direct weer terug en omdat het nu al wat lichter is, kan ik ook exact naar de juiste spot uitvaren. In het donker kun je jezelf gemakkelijk een meter of vijf vergissen, hoewel het op dit water niet heel veel uitmaakt. Het bodemverloop is nogal monotoon. Om acht uur krijg ik een lijnzwemmer die zo heftig is dat ik hem aanzie voor een aanbeet. Ik ben al aan het draaien als ik halverwege een bellenplakkaat zie waar de vis mijn lijn heeft opgepikt en er hangt niks aan mijn onderlijn. Ik vaar opnieuw uit en krijg nauwelijks twee minuten later een volle fluiter. Hangen! De vis voelt goed en zwemt van uiterst rechts, helemaal voor mijn stek langs, naar links waar ik hem kan scheppen. Een lange vis van 88 centimeter en blind aan een oog. Dertien negen op de klok. Ik vervang de onderlijn met een "zesje" voor een haakmaat vier en vaar opnieuw uit naar de hotspot. Het is hier duidelijk op rechts te doen. De linker hengel heeft geen piep gegeven als ik naar huis ga. Ik voer mijn laatste boilies en kom aanstaande vrijdag weer terug!

Vrijdag de 22e kom ik na een week van trouw elke avond voeren weer aan de plas. Mijn stek is zoals verwacht vrij en om half zeven liggen mijn hengels op de steunen. De barometer is de afgelopen dagen gestegen tot rond de 1020 en ook de temperatuur is weer wat toegenomen. Overdag raakt ze de 20 graden, maar nu is het nog fris terwijl de wind het volledig laat afweten. Geen ideale omstandigheden dus zal de voerstek zich moeten bewijzen. Op de vangst van twee graskarpers na, die beiden mijn montages weten te vernaggelen, gebeurt er niks. Dan vanuit het niets loopt mijn rechter stok af. De dril is zwaar en duurt een kwartier. De schub is een echte krachtpatser 

en op de kant blijkt ook waarom. Een flinke staart en een torpedovorm maken de stuwkracht optimaal. Ook zijn lengte van 93 en zijn gewicht van 16,6 kilo, doen een duit in het zakje. In het ochtendzonnetje zet ik de vis op de foto en vaar daarna mijn hengel opnieuw uit. Tijd voor een peuk en een kop koffie om de adrenaline weer naar normale proporties terug te brengen. Het blijft erg slapjes vandaag. De ochtend glijdt langzaam voorbij in de middag en om half drie staat de teller nog steeds op één schub. Er mag onderhand wel weer wat gebeuren. Gelukkig steekt er wat wind op en komt er ook wat meer bewolking. Hopelijk brengt dat wat schot in de zaak. Helaas gebeurt er niks meer en om half vijf draai ik, na tien uur vissen, mijn lijnen binnen. Misschien morgenochtend nog eens terug. Ik voer in elk geval niks meer bij vandaag.

 

Een dag later, zit ik weer op dezelfde stek. Het tekort aan actie gisteren zit me niet lekker en ik wil revanche. Het is nevelig met hooguit 300 meter zicht. Ik ben net mijn tweede hengel aan het uitvaren als ik een aanbeet hoor. Helaas niet bij mij maar bij een (of twee?) vissers die aan de overzijde in het bos verstopt zitten. Ik denk direct aan de twee karpervissers die gisteren langs kwamen lopen, zonder een woord te zeggen, en die later met luid getoeter wegreden. Allebei een Korda trui, groene fleece broek en met wat last van territoriumdrift. Een soort van non-verbaal, "Wij zijn hier bezig en we hoeven er niemand anders bij." Ik heb er geen last van, maar de aanbeet aan de overzijde bewijst voor mij in elk geval dat de vis in de veilige tijd actiever is dan overdag, of alles moet kloppen. Na tien minuten is het al raak. De rechter hengel loopt met veel kabaal af, begeleid door de zachte tonen van mijn Delkim. "Zo zacht als kan, zo hard als nodig is", is mijn devies. Tien minuten later ligt er een spiegel van twaalf kilo en één ons op de kant. Snel terugvaren en op naar meer. Na die aanbeet verandert de nevel echter in mist en de wereld wordt kleiner en kleiner. De luchtdruk is aardig hoog en de omstandigheden kunnen stukken beter, maar we hebben vis en dat is goed. Er kan altijd nog wat bijkomen al verwacht ik geen grote aantallen. Om kwart over elf blijkt dat het qua actie toch weer een kopie van gisteren is geweest. Het maakt me niet veel uit. De vijftigste vis van het seizoen is binnen. Eens kijken wat ik komende donderdagnacht ga doen.

 

Donderdagavond zit ik op Heylakker. Zowel de stek recht vooruit, een talud op ruim 100 meter, als een talud schuin naar rechts op 40 meter en de linker kantzone worden bevist. Pas om kwart over zeven ligt alles er naar tevredenheid in. Even later staat ook het onderkomen en trek ik een biertje open. Een uurtje later arriveert Mark Pansar die de stek recht tegenover me bevist. Ik bevind me dus in goed gezelschap. Hopelijk hebben we allebei succes vannacht. Het gewicht boeit me niet, als ik maar van die vermaledijde nul af kom op dit water. Tot nu toe heb ik alleen zeelten kunnen verleiden en daar kom ik niet voor. Fraai beschubde spiegellijven, of spiegelwijven, moeten we hebben. Ik vermaak mezelf wat met mijn iPad en doe rustig een biertje. Achter me klinkt het geruis van de snelweg en tegenover me wordt gevoetbald. In de nacht krijg ik een aantal piepen op mijn twee linker hengels, maar er zet niets door. Om zes uur word ik wakker. Eerst maar eens plassen en dan een kop koffie zetten. Mark heeft vannacht een 18,5 kg spiegel gevangen en om kwart over negen hoor ik een van zijn hengels opnieuw aflopen. Even later zie ik hem met de boot op het water om de vis te gaan halen. Na vijf minuten zet hij een graskarper terug. Ik blijf tot kwart over tien doorvissen, maar moet toch weer een verse blank accepteren. Ik maak nog wel een serie foto's van paddenstoelen, maar dat is zelfs in het beste geval slechts een troostprijs om de blank te verzachten. Na vijftien uur vissen, gooi ik mijn handdoek in de ring. Op de terugweg rijd ik langs de IJzeren man om te voeren en dan naar België voor shag. Zondag 1 oktober een herkansing.

 

Ook de zaterdagochtend voer ik met de pijp nog een ruime kilo Scopex boilies op de stek bij het Botenhuis. De meeuwen duiken dat het een lieve lust is, maar ik zie er niet een succesvol zijn. Thuisgekomen wordt de auto vast ingepakt zodat ik morgen op tijd kan gaan vissen. De planning is om vóór zes uur aan het water te zijn.

 

Deze zondag is het laatste kwartaal van het jaar ingegaan. Om kwart over zes heb ik beide hengels in positie liggen en hoop ik op tenminste één aanbeet vandaag. Echt snel gebeurt het niet, want voordat ik het weet is er al een uur voorbij. Ik hoor in het donker wel enkele vissen springen. Eentje vlak voor de botensteiger en een paar verderop richting het strand. Na anderhalf uur draai ik mijn rechter stok binnen en vervang ik de soepele onderlijn voor een semi stiff-rig. Ik kan hem bij daglicht ook beter uitvaren naar de hotspot en hoop dat deze ingreep tot actie leidt. Daarna duik ik, gewapend met een rol papier, de struiken in want de natuur geeft aan dat er ook op dat vlak wat actie nodig is. Opgelucht ga ik even later weer op mijn stoeltje zitten. Op nog geen tien meter voor de kant, midden tussen mijn beide hengels in, draait een beste vis alsof hij zeggen wil: "We weten dat je er zit mannetje!" Ik sis hem toe dat zijn vriendjes verderop daar nog wel achter gaan komen. Even na achten krijg ik een weifelende aanbeet op mijn linker hengel. Ik vermoed direct graskarper en dat vermoeden wordt even later bevestigd. Snel onthaken en terug met die handel. Beide hengels liggen spot-on, maar het beste van de dag is eigenlijk al voorbij. Vanaf half tien draaien de waterskiërs hun rondjes over de baan. Eigenlijk recht over mijn voerstek heen. Of dat nou echt helpt, waag ik te betwijfelen. Ik ijsbeer wat af langs het water om de tijd te doden. Dat helpt overigens ook al niet. Het lijkt erop dat ik dit weekend karperloos ga afsluiten. Ik baal ervan als ik gelijk heb, zo blijkt als ik mijn hengels binnen draai. Volgende week beter, maar het kán ook niet slechter. 

 

Dinsdagavond om half zeven liggen mijn hengels erin. De barometer is nog steeds hoog, 1022, de wind komt nog steeds uit zuidwestelijke richting en de temperatuur bedraagt nog 14 graden. Op al die vlakken is er dus weinig tot niks veranderd aan de omstandigheden van de afgelopen dagen. Het enige verschil is dat ik nu een avond vis, naar het donker toe, en dat de tijd dus eigenlijk steeds beter wordt vergeleken met de ochtenden. Overdag gebeurde er immers bitter weinig de laatste tijd. Ook de voerboot heb ik thuisgelaten en mijn montages zijn dus werpend het water ingegaan. Eens kijken of een avondsessie meer actie oplevert. Om half acht vang ik een graskarper op mijn rechter hengel. Ook nu voelde ik het al bij het contact maken. Inmiddels begint het wat meer te schemeren, dus het opnieuw beazen gebeurt met een koplampje op het hoofd. Na vijf minuten krijg ik al enkele piepen op dezelfde hengel, maar het loopt niet door. De avond verloopt verder zonder actie en als ik om half tien ga opruimen zie ik ook waarom. Van beide hengels zit de hair om de haak heen gedraaid. Volgende keer toch maar weer de voerboot meenemen.

 

Vrijdag zes oktober rijd ik naar Heylakker. Mijn boot en elektromotor liggen achterin samen met mijn dieptemeter. Ik ga nog een keer vanaf de kabouterstek vissen, maar wil deze keer alles supergoed wegleggen. Helaas blijkt de accu zo goed als plat en kan ik alleen de dieptemeter gebruiken. Roeiend vaar ik mijn hengels uit naar het verre talud. De andere gooi ik in. Mark Pansar heeft afgelopen nacht Mary gevangen op 25 kilo. Hij onderhoudt zijn stek ook al erg lang en is bovengemiddeld succesvol. Verder zijn ook Mark Hoedemakers en Ronny aan het voeren. Ik hoop ook op een aanbeet, maar moet het dus instant voor elkaar zien te krijgen en dat wordt een hele klus. Ik slaap de hele nacht goed door en wordt om half zeven uitgerust wakker. Als ik om tien uur ga inpakken staat de teller nog steeds op nul. Pansar heeft nog een spiegel gevangen van 13,6 en Ronny een 19 kilo spiegel. Hij raadt me aan om de volgende keer de kleine kom eens een kans te geven. Wellicht een goed advies en baat het niet, dan schaadt het ook niet.

 

Zondagochtend en natuurlijk weer een sessie bij het botenhuis. Al na een uur moet ik constateren dat het ook vandaag niet van een leien dakje gaat. Hengeltjes keurig uitgevaren en slechts enkele boilies met de vijzel eromheen gevaren, maar resultaat blijft vooralsnog uit. Helemaal achterin de hoek, tussen strand en overzijde, hoor ik een aantal goede vissen springen. Als ik om tien uur mijn hengels na een periode van vier uur blanken weer binnendraai, bedenk ik mezelf dat de overkant nog niet zo’n heel slecht idee lijkt. Misschien dinsdag en anders volgende week zondag maar eens kijken.

 

Heylakker dertien oktober. Vanmiddag ben ik naar de verjaardag van schoonpa geweest, maar om half vier heb ik het daar wel gezien. Ik rijd naar huis, laat de hond uit en vertrek naar België. Om kwart over zes liggen er drie hengels op goed uitgekiende stekjes in de kleine kom. Een kwartiertje later als ik onder mijn oval aan het eerst biertje zit, komt Mark Hoedemakers langs. Even later zit hij naast me op een emmertje, eveneens met een ijskoude Juup. Nog een half uur later komen Theo en Eddy, gevolgd door Danny. Het is druk op camping Heylakker! Als ik tegen kwart voor acht ga koken, gaan ze er vandoor. Half negen is Eddy terug met twee verse biertjes voor me. Hij houdt me gezelschap totdat Jeffrey komt aanrijden. Daarna ben ik voor het eerst alleen. Best gezellig hoor, al die aandacht, maar na een drukke werkweek ben ik blij met de rust die over mij en het water neerdaalt als ik alleen ben. Nu wil ik het water nog een half uurtje observeren en daarna kruip ik de zak in. Ook deze nacht en ochtend gaan visloos voorbij. Ik ben dit najaar weer fantastisch aan het verprutsen. De tijd die ik hier visloos doorbreng had ik beter in de Maas kunnen investeren. De komende maand blijf ik hier maar eens weg. Op de terugweg voer ik een kilo boilies op de stek aan de plas die ik vorige week in mijn gedachten had. De boeien liggen er zelfs iets verder uit de kant dan ik verwachtte. Morgen maar eens kijken of ze vanaf deze kant beter te vangen zijn. No sweat, no glory.

 

Een half uur later dan normaal liggen mijn hengels erin. Op een veilige afstand ten opzichte van de boeien, want die zijn in het duister nog niet zichtbaar. Ik merk ook aan deze kant weinig actie op en hoor, en zie, alleen stijf tegen de overzijde bij het zwembad een aantal vissen eruit klappen. Om negen uur vaar ik mijn rechter hengel wat scherper uit tot vlak bij de boeien en een kwartier later doet de motorboot van de waterskiclub zijn inspectierondje. Er gaat zo actie komen van de waterskiërs en dan misschien ook van de karpers. Na een uur moet ik constateren dat ook het geplons van de ski club niet helpt. Uit verveling klok ik hoelang een rondje duurt. Een minuut zesendertig! De dag gaat voorbij zoals hij begon, met een droge mat en schepnet dus. Om 10.45 uur houd ik het voor gezien en kan ik weer een blank van vier uur bijschrijven in mijn logboek. Waar ik volgende week heen moet is me ook nog een raadsel Het weer maar eens in de gaten houden en mijn gedachten laten gaan over een stek aan de Maas. Het kanaal kan ook, of misschien is Oranjeparels een optie? Als ik weet waar de vis zich ophoudt, wordt die keuze al een stuk gemakkelijker, zeker als ik alweer instant moet gaan. Gelukkig duurt het nog even voordat het donderdag is en tegen die tijd weet ik het wel. Oktober is in elk geval behoorlijk taai tot nu toe en daar ga ik volgende week verandering in brengen als het aan mij ligt.

 

Op vrijdag de 20e, vis ik een nachtje met Bjorn vanaf zijn voorjaarsstek. Om half zeven hebben we de hengels in positie liggen. Ik zit links en Bjorn rechts. We zitten op onze emmertjes en drinken een biertje. Tegen de klok van acht uur krijg ik een rare haperende run op mijn kantstok. Als ik hem oppak, want de top staat krom en de lijn strak, draai ik direct een zweepje binnen. Het uiteinde van de lijn is gerafeld. Lijnbreuk op wat mosseltjes is de conclusie. Als ik even later de hengel teruggooi en mijn vismaat naast me staat om bij te voeren, loopt er bij hem een hengel af. Even later lost hij de vis die net als bij mij uit de eigen kant kwam. Een goed begin van de sessie. Als ik een poosje in mijn slaapzak lig krijg ik een herkansing, ditmaal op mijn andere hengel en ditmaal gaat het wel goed. Een schubje van 65 cm mag even later terug het water in. Tijd om nog wat te slapen. Om tien voor een krijg ik weer een aanbeet op mijn kantstok. Ook dat is een kleintje en deze los ik vlak voor het net. Kwart over twee is het de stok aan de overzijde die weer afloopt. Ik worstel met mijn waadpak en met een hartslag in overdrive, duik ik het water in. Pff, wat een gedoe met die hengels in het water. Ook dit is een klein visje, maar ditmaal een spiegel. Bjorn maakt enkele foto’s. Daarna zoek ik de zak weer op. Ik ben bekaf. Ergens diep in de nacht hoor ik wat piepen. Het lijkt op de aanbeet van een brasem en dat is het ook. Ik onthaak de slijmjurk en ga weer liggen. Nog later, nog vermoeider en nog dieper in slaap hoor ik weer een weifelende witvis aanbeet. Gelukkig is het deze keer bij mijn buurman die me even later toeroept dat ook bij hem alles eraf is, net als bij de eerste aanbeet van de avond. Daarna kan ik eindelijk 4 uur onafgebroken slapen. Ook in de ochtenduren is er hoop op vis, maar het zal vandaag niet meer gebeuren. Toch ben ik tevreden met twee visjes op de mat als generale repetitie voorafgaand aan de Carp Zwolle sessie in Frankrijk. Daar zal ook nog wel wat vis op de mat komen.

 

Dinsdag de 24e vis ik nog een generale, generale repetitie voordat ik zaterdag naar Frankrijk afreis. Ik kan er nog net een sessietje van enkele uurtjes uitpersen en de keus tussen “uit aan het water” of “thuis voor de buis”, is snel gemaakt. Op de stek bij het botenhuis heb ik om half zeven mijn hengels erin liggen en 25 minuten later loopt de rechtse hengel al af. In de late schemering dril ik de vis rustig af en kan hem zonder al te veel geploeter in het net dirigeren. De kale spiegel weegt exact 24 pond en meet 80 centimeter. Dat is aardig gemiddeld voor dit water, zowel qua kenmerken als qua afmetingen. Om half acht zit ik weer op mijn stoeltje en ligt de stok weer op zijn plek. Nog maximaal een uurtje en dan ga ik weer naar huis, want ik vind dat twee uur genoeg moet zijn. Om tien voor acht krijg ik een aanbeet op links. Ook deze spiegel belandt in het net en is wel kaal, maar ook 5 cm en anderhalve kilo forser dan zijn voorganger. De hengel gaat direct terug het foedraal in en ik begin met opruimen. Goed is goed genoeg!

Vrijdag 27 oktober. Om is 14.00 het spelletje karper-Tetris weer achter de rug en is de auto volledig beladen. De Routeplanner is ingesteld op Randonnai en ik heb nog wat ruimte overgehouden voor mijn boilies en mijn tas met kleding. Niet slecht, als ik mezelf bedenk dat ik, op het laden van de accu’s na, nog helemaal niks had voorbereid. Morgenochtend rond zes uur vertrek ik. De rest van deze dag is voor rust, reinheid (ik moet nog in bad) en relaxen. Op de dag van vertrek ben ik al vroeg wakker. Ik heb heerlijk geslapen, maar het eerste wat door mijn hoofd schiet is “vissen”. Daarna lukt slapen niet meer dus sta ik op, zet koffie en volg mijn normale ochtendroutine. Het kost me in totaal zeven uur om op de plaats van bestemming aan te komen. Rolf, Hans en Serge arriveren een half uurtje later. Mick is er om half drie en na een gezamenlijk biertje kunnen we de stekken verdelen en opbouwen. Ik zit uiterst rechts deze keer. Een plaats die me, ondanks de ondiepe zone waarin ik zit, goed bevalt. Om vijf uur heb ik mijn hele kampement staan en ligt ook de boot gereed. Nu alleen vast mijn hengels klaarmaken voor de nacht. We gaan vanavond eerst socializen met een barbecue en een biertje, want Serge is jarig. De hengels kwak ik bij terugkomst wel ergens lukraak het water in. De avond verloopt super gezellig. We eten kip, worst, een varkenslapje en spareribs en dan gaat bij iedereen het licht zo’n beetje uit. We staren nog wat in de vlammen van het vuur, maar om negen uur is iedereen zo moe dat we graag ons onderkomen opzoeken. Ik vaar snel met de voerboot vier hengels uit en steek dan nog even de kachel aan om de kou uit de tent te verdrijven. Heerlijk, want ik ben bekaf na een dag rijden en werken. Zondag de 29e word ik na acht uur slapen, om half zes wakker. Afgelopen nacht is er niks gebeurd, behalve dat de klok verzet is, dus is het pas half vijf. Het miezert een beetje buiten. In de verte, ergens voor Hans of Serge, dendert er een vis uit het water. Na het ingooien gisteren, was ik er al vrij snel achter dat lood zwaarder dan 80 gram eigenlijk al teveel is hier. De bodem is prut en vraagt om lichter lood, langere onderlijnen en misschien zelfs pop-ups vissen. Misschien toch maar eens wat experimenteren. Een Ronnie rig, een hinged stiff rig en twee bodemaasjes als startpunt, lijken me geen rare keuze. Om tien uur ligt alles erin met nog steeds alleen single hookbaits. De dieptes zijn om te janken. De diepste hengel ligt op één meter tien. Rolf heeft ook nog aardig rustig aan gedaan met zijn aas, maar Hans heeft er al weer een aantal kilo’s hennep op geklapt. Rond half twee zie ik alweer vis draaien, stijf tegen de overkant. Dat is te vaak om toeval te zijn en ik denk dat de trekroute van de vis dicht tegen de overzijde aan loopt. Ik draai mijn hengel binnen en voorzie hem van een klein 15 mm bolletje. Dan stap ik de boot in en vaar de rig uit tot hooguit een meter uit de kant. Er staat een halve meter water. Tien minuten later loopt hij al af en vang ik de eerste vis van de sessie. Een spiegeltje van negen kilo. Lekker als je van de nul af bent en het gewicht is daarbij totaal niet relevant. Ik dineer met gehaktballen in satésaus en brood. In de avond kijk ik samen met Rolf naar de formule 1 en zie Max winnen in Mexico. Ondertussen vang ik nog een visje erbij. Een schubje van hetzelfde slag als zijn voorganger maar een pondje lichter. Toch is twee beter dan een. Om tien uur is het bedtijd. Een uur later is het alweer reveille geblazen. Een spiegel van tachtig cm en exact twintig pond is voor even de mijne en mag poseren. Daarna wordt de hengel opnieuw beaasd en uitgevaren. Driemaal is scheepsrecht vandaag en alle vissen komen op slechts een meter uit de kant aan de overzijde. Maandagochtend word ik wakker gemaakt door enkele piepen om kwart voor zes. Loos alarm. Ik blijf nog een half uur liggen in mijn slaapzak en ga er dan uit om te plassen en koffie te zetten. Het fijnste moment van de dag. Alles is rustig en ik hoor alleen wat vogels in de verte. Een kraai, een schreeuwende roofvogel en wat gekwetter van klein gevederd grut. Af en toe springt er een karper. Rolf en Hans drinken een kop koffie bij me en de eerstgenoemde heeft vannacht ook een spiegeltje gevangen van negen kilo. Omdat mijn kantjes visserij met zinkend aas drie vissen heeft opgeleverd, ga ik daar de rest van mijn tactiek op aanpassen. Eens zien of dat ook op de andere hengels werkt. Eerst rijd ik naar de bakker en de supermarkt en heb ondertussen mijn hengels op de kant liggen. Als ik terug ben vaar ik alles opnieuw uit en markeer de lijnen met een stuitje. Daarna eet ik wat, knoop nieuwe leaders en onderlijnen en ben om half twee klaar met fröbelen. Tijd voor een biertje. Na twee biertjes bij Rolf is het inmiddels half vier. Ik ga maar eens even een klein dutje doen. Mijn stretcher staat er tenslotte niet voor niks. Na een blik soep en wat leeswerk, krijg ik om zeven uur een run op hengel 3. Er komt een heel klein schubje vanaf, maar tot nu toe ben ik de enige met actie vandaag. Het lijkt qua bouw een “wildie” van de rivier. Wie het kleine niet eert, zullen we maar zeggen. Om kwart over twaalf komt zijn iets grotere broertje op visite. Nagenoeg een kopie van zijn voorganger maar met negen pond krijg ik ook bij dit visje het idee dat er formaatgewijs net een uitzetting heeft plaatsgevonden. Overigens is drillen met je laarzen aan de verkeerde voeten ook niet echt comfortabel. Ik vaar de hengel niet opnieuw uit, maar gooi hem op de bonnefooi ergens halverwege in de plomp. Het vriest vannacht dus ik kruip snel mijn tent in en steek de kachel aan. Even opwarmen voordat ik de zak weer in kruip. Kwart over een glijd ik weer tussen de fleece flapjes van mijn slaapzak. Drie uur later mag ik er nog eens uit voor de hengel die ik gisteren in het donker met de voerboot heb uitgevaren. Dat geeft in elk geval vertrouwen voor deze manier van werken en kennelijk zit het stuitje op de juiste plek. Ditmaal is een spiegeltje van vijf kilo de klos. Ik klaag niet over het aantal vissen wat ik vang, maar het mag toch allemaal wel ietsje groter. Ook deze hengel keil ik terug op goed geluk ergens in het duister. Als ik nog even op mijn bedchair zit om op te warmen, hoor ik ergens een pieper aflopen. Ik vermoed dat het bij Hans is omdat ik ook geen licht zie. Na een kleine tien minuten zie ik toch bij Rolf een lampje aangaan, dus ik ga even kijken of ik kan assisteren met foto’s maken of zo. Hij blijkt een vis verspeeld te hebben door onderlijnbreuk. Inmiddels is het vijf uur dus ik zeg tegen Rolf dat ik koffie ga zetten en dat hij welkom is om even op te warmen. We drinken samen enkele koppen koffie en dan gaat hij terug naar zijn eigen tent. Ik maak eieren met spek als ontbijt. Echt karpervissersvoer. Daarna vaar ik rond negen uur mijn twee rechter hengels opnieuw uit. Een uurtje later de linker. Eerder gaat niet in verband met de zon en de nevel boven het water. Het zonnetje schijnt volop en de gedachte aan de kou van afgelopen nacht is allang verdreven naar de achtergrond. Hoewel het slechts tien graden is, voelt het zo zonder wind een heel stuk warmer. De fleece kan makkelijk uit nu. Omdat mijn stek in het ondiepste deel van het water ligt, verwacht ik ook wel wat actie. Helaas is de barometer wel erg hoog. Ik drink een biertje met Rolf in de zon en lunch daarna met een paar tosti’s. Een klein dutje daarna doet wonderen. Even voor vijf uur draai ik mijn stokken binnen, want we krijgen een door Linda geprepareerd Halloween diner. Ik benut die vispauze om ook meteen even te douchen en schone kleren aan te trekken. Ook de iPad mag even mee om opgeladen te worden met stroom uit het huisje. Na een geweldig diner vaar ik om tien uur mijn hengels weer uit. Er is veel meer activiteit dan de afgelopen uren. Er springt vis, herten burlen in de verte en de uilen laten zich horen. Goede kans op vis de komende twee dagen, want de barometer heeft een daling ingezet. Half elf gaat het lampje uit. Twee uur en tien minuten later gaat er een lampje aan, die van mijn linker hengel om precies te zijn. Ik dril een klein visje en krijg als de vis nog zo’n tien meter uit de kant is een trage run op mijn derde hengel. Een dubbelrun. De lijn staat strak en is slechts enkele tikken door de baitrunner gegaan, maar verder gebeurt er niets. Ik vang een uiterst fraai spiegeltje op de eerste hengel en hang die even weg in de retainersling. Dan richt ik me op de andere stok. Ik weet een zwaarder gewicht uit zijn rustpositie aan de overkant te bevrijden en dril de vis kalmpjes af. Als ik de brede rug aan de oppervlakte zie en boven het net wil dirigeren, zit mijn net met de rechter arm vast in wat takjes aan de kant onder water. De eerste keer scheppen gaat dus mis, maar de keer erna als ik het net bevrijd heb gaat het wel goed. Het is niet alleen een brede vis, een schub, maar zo te zien ook hoog en lang. Ik fotografeer het spiegeltje, terwijl de schub in het landingsnet tegen de oever aan hangt. Na het terugzetten van de spiegel, is het de beurt aan schubbemans. Hij vult de onthaakmat. Exact een meter lang en 22 kilo zwaar. Nu gaat deze stiekem in de bewaarzak. Foto’s van deze vis maak ik morgenochtend in het licht.

Gaaf, een bak van de “knollenstek!” Na de ochtendkoffie en de foto’s draai ik om half elf mijn stokken binnen om even met Serge naar de supermarkt te gaan. Ook in Frankrijk is het vandaag “Allerheiligen” en dat is te merken ook aan de rijen bij de kassa’s. Om half één vaar ik mijn hengels weer uit naar de inmiddels bekende markante punten. De luchtdruk is gelukkig gedaald naar 1021 en gaat de komende dagen nog verder zakken. Ik denk dan ook dat de komende nachten, en hopelijk ook de dagen, wat meer actie gaan opleveren bij ons allemaal. Overigens ben ik al heel tevreden met de gang van zaken tot nu toe. Ik dineer met twee hamburgers met gebakken uien op verse stukken knapperig stokbrood en beloof mezelf wat cashewnoten als ik vanavond nog trek krijg. Even voor half acht belt Bjorn. We zitten lekker te ouwehoeren aan de telefoon als ik een run krijg op mijn linker hengel. Ik pak de stok op, maak contact en loop enkele meter naar achteren om de rek uit de lijn te halen. Ik voel de vis kopschuddend meekomen en het voelt niet slecht. Als de vis uit de gevarenzone is, doe ik wat rustiger aan. Ik heb immers tijd zat. Dan voel ik de vis nog een keer kopschudden en lost de haak, ondanks het lichte lood wat ik gebruik. De eerste losser op negen aanbeten. Jammer! Om tien voor een vang ik een spiegel, vijftig minuten later gevolgd door een tweede. Beide vissen zitten weer in de categorie “klein” en wegen respectievelijk 9,6 en 8,8 kilo. Om twee uur ligt alles weer op de exacte spots aan de overkant. Tijd voor een peuk en een beetje rust. Ondertussen is de barometer terecht gekomen in de waarden die ik graag zie. Kwart over zeven krijg ik een aanbeet op mijn linker hengel. De vis haalt me uit mijn slaap en weet van uiterst links, helemaal naar de eigen rechter kant van mijn stek te komen. Ik moet hem dus met de boot gaan halen. Een knolletje weer, maar respect voor zijn gevecht met mij. Daarna zet ik mijn “aasemmer” op de foto. Ik wil aan deze sessie de herinnering bewaren dat ik niet meer boilies heb gebruikt dan in één oud pop-up potje passen. Gesoakt in een bodempje tijgernotenwater. Volgens mij heb ik tot nu toe nog niet meer dan vijftig gram boilies gebruikt voor elf vissen en een losser. Slecht voor Hermans business. Als ik met mijn voerboot ga uitvaren, verlies ik vlak voordat ik kan droppen het vermogen. Ik sleep de boot terug en merk dat het verbindingsbusje tussen de motor en de schroefas slipt. Ik heb een heel klein imbus sleuteltje nodig om hem vast te zetten. Omdat die ontbreekt bij mijn gereedschap moet er maar eentje worden gekocht bij de supermarkt of de tegenoverliggende bouwmarkt. Om half twee draai ik mijn hengels binnen om naar de bouwmarkt te gaan die pas om twee uur open gaat. Daar koop ik voor €2,60 een setje inbussleutels waarvan de kleinste nodig is om mijn voerboot weer aan de praat te krijgen. Om drie uur vaar ik mijn eerste hengel weer uit op een plek waar zojuist een karpertje heeft gesprongen. Terwijl ik bezig ben met het vervangen van een onderlijn op hengel twee, loopt hij al af. Een schub van 81 cm en acht kilo is de klos. Dat is lekker, direct resultaat. Als ik bezig ben met mijn laatste hengel komt Rolf aangelopen met vier blikken bier, die we vervolgens soldaat maken. Hij moet morgen al naar huis omdat ze een andere keuken komen plaatsen. Dat geeft me nog meer ruimte en nog meer kans op vis. Vrijdag word ik om twee uur wakker na vijf uurtjes slaap. Niet omdat ik beet heb, maar juist omdat er nog niks gebeurd is. Tot nu toe gebeurde er namelijk elke nacht wel iets tussen elf en twee. De helft van mijn vissen heb ik in dit tijdvak gevangen. Ik lig een poosje na te denken over deze verandering en kom er niet uit. Ik hoor ook geen vis springen. Ik besluit even een tijdje wakker te blijven om te luisteren naar de geluiden in de natuur. Als ik naar buiten ga om even te plassen zie ik één verandering. Het is mistig. Zó mistig dat ik de bomenrij aan de overzijde van het water nauwelijks kan zien ondanks de volle maan die zwak zichtbaar is door de mistdeken heen. Als ik beet krijg is opnieuw uitvaren met de voerboot niet mogelijk. Ik hoor nu wel vis aan de overzijde rollen in de buurt van mijn rechter hengel, maar tot nu toe laat vis dertien op zich wachten. Tot half acht om precies te zijn. Dan loopt mijn middelste hengel af. Bij het scheppen bemerk ik een andere lijn op die achteraf van mijn rechter hengel blijkt te zijn. Ik moet dus twee stokken opnieuw uitvaren. De mist is gelukkig verdwenen dus dat is geen probleem. Om kwart over tien is Rolf klaar met inpakken. Ik wens hem een veilige reis. Gelukkig had hij vannacht nog een visje. Een oranje koi van een kilo of zes. Hans had er de afgelopen nacht twee, óók kleintjes, en Mick en Serge hadden niks. Ik mag dus zeker niet mopperen want ik vang voor het tweede jaar op rij, meer vis dan de rest bij elkaar. De laatste 24 uur zijn ingegaan en ik hoop de vijftien te kunnen halen. Nog twee vissen erbij moet haalbaar zijn. In de ochtend en middag wandel ik wat op en neer en keuvel wat met Hans terwijl ik de omgeving nog goed in me opneem. Dan ineens is laatste avond ingegaan. Ik heb vandaag mijn boot alvast opgeruimd en ook mijn auto al op de stek gezet. Een aantal dingen die ik buiten niet meer nodig heb, liggen er al in. Vanavond als het donker is, heb ik voldoende tijd om in mijn tent nog wat materiaal in te pakken. Ik wil morgen rond negen uur klaar zijn met inpakken. Dat moet lukken als ik nu al wat zaken doe. Hans en Serge hebben inmiddels ook al ingepakt. De laatste slaapt vannacht in de serre met de sounder box naast zijn stretcher en drinkt nog een biertje met Mick. Ik drink mijn laatste biertje bij de ondergaande zon die langzaam achter de bomen wegzakt. Sfeer, daar draait het om in mijn visserij én succes. Beide zijn voor mij belangrijk en beide heb ik deze sessie gekregen. Mijn batterijen zijn weer volledig opgeladen en ik ben blij om morgen weer naar huis te gaan. Naar Marianne. Na het warme eten kan ik mijn draai nog maar moeilijk vinden. Het is zes uur en al zo goed als donker. De nachten duren dertien uur momenteel. Slaap heb ik nog niet, maar ik heb ook niet echt iets om handen. Ik loop nog maar eens naar buiten. Om half acht komt ook Serge gedag zeggen. Hij heeft met Hans afgesproken toch samen naar huis te rijden. Ook hij gooit de handdoek in de ring, na een week met slechts één vis. Eveneens begrijpelijk, maar het geeft me toch een lullig gevoel. Voor Marianne (want ik had dus ook vannacht al thuis kunnen komen), voor Mick (want alweer gaan er mensen voortijds naar huis) maar ook een beetje voor mezelf. Alleen is maar alleen en dit is geen prettige afsluiting van de sessie. Samen vertrekken na een bak koffie morgen had ik leuker gevonden. Dan maak ik er in mijn eentje maar het beste van. Om half tien is er nog niks gebeurd. Gauw nog een keer plassen en dan ga ik mijn ogen maar eens dichtdoen. Drie kwartier later word ik bruut uit mijn slaap gehaald door een scharrelschubje. Vijf kilo weegt de dreumes. Snel terug, nieuwe onderlijn monteren en weer plat. Klokslag vier krijg ik een “brasem aanbeet” op mijn middelste hengel. Bij het oppakken voelt het ook niet als karper en wat er ook aanhangt valt er na enkele seconden al af. Na het uitvaren is het bijna half vijf dus ik besluit niet meer te gaan slapen en een bak koffie te zetten. Nog één vis erbij zou een evenaring van mijn beste seizoen betekenen, maar ik denk dat de kans daarop klein is op dit water. Ik heb slechts twee aanbeten ná dit tijdstip kunnen noteren afgelopen week. Het maakt me niet uit. Het is goed zo. Om half zeven begint het te regenen. Dat had ik liever een paar uur later pas gehad, maar het is wat het is. Nu gaat in elk geval de buitentent nat mee naar huis, maar ik denk dat ik het meeste wel droog kan houden. Nog een laatste bak koffie en dan ga ik de rest ook inpakken. Ik vertrek om half tien, na Mick en Linda gedag te hebben gezegd en ze beide bedankt te hebben voor de gastvrijheid. Het restant KSK Scopex boilies, ongeveer 24,8 kilo van de 25 kilo die ik had meegenomen, wordt uit de vriezer gehaald en vindt een plekje achterin de auto. Die komen deze winter thuis nog wel van pas. Dan gaat de muziek aan en het gas erop. Na 6,5 uur rijden kom ik in de middag om vier uur thuis. Het is een hele leuke sessie geweest.

 

Donderdag negen november vis ik een instant nachtje aan de waterscouting. Ik twijfelde nog even aan het kanaal, maar de kans op kleine vis én het gegeven dat er momenteel niemand die we kennen op de Maas bezig is, hebben me doen besluiten om deze stek een kans te geven. De kans op vis is hier weliswaar iets kleiner dan op het kanaal, maar het gemiddeld formaat is hier toch al gauw een heel stuk groter. Om acht uur ligt alles op zijn plek en staat mijn onderkomen mét brandende kachel fier overeind. Nog een week of zeven en dan zit dit seizoen er weer op. Op de relatief visarme periode tussen mei en juli na heb ik een goed seizoen gehad. Het zou mooi zijn als ik de laatste periode ook bovengemiddeld zou kunnen afsluiten. Omdat ik de vrijdagen tot het einde van het jaar vrij ben, is er altijd de mogelijkheid om op die dagen een dagsessie te vissen bij het botenhuis. Eenvoudig te bevoeren en te bevissen en met een redelijke kans op meerdere vissen per sessie. Eerst maar eens kijken wat er op deze stek gebeurt. Om vijf voor een ‘s nachts vang ik een dikke brasem. De 15 mm boilie wordt vervangen door een twintiger met een langere stopper, om de haak iets verder weg te houden van het aas, en dan gaat de santenkraam weer de plomp in. Kwart voor zeven word ik wakker. Koffie, inpakken en wegwezen. Daarna rijd ik nog even naar Patrick Spruyt voor lood, een dip en wat (babycorn) pellets. Gewoon voor de winter én omdat ik een ideetje heb wat ik wil doen met de laatste kilo’s Bio-8 die nog in mijn vriezer liggen. Met een heerlijke maple dip rijd ik naar huis. Morgen alle 24 en 20 millimeters maar eens verbrokkelen en samen met het restant aan kleine boilies in de soak zetten. Die ga ik deze winter dan nog wel eens ergens inzetten.

 

Zaterdagochtend voer ik de voorbereidende plannen al uit. Met een keukenmachine vermaal ik alle grotere boilies tot brokken en voeg ik bij elk zakje wat kleine 14 mm boilies toe. Na een klein uur liggen er 10 zakjes van ruim een kilo in mijn vriezer. Op de een of andere manier heb ik daarbij steeds een associatie met de keitjeskant op het kanaal van Wessem-Nederweert, maar wellicht komen er ook andere locaties in me op waar ik deze zakjes kan inzetten. Omdat de watertemperatuur nog net boven de 10 graden zit, begin ik eens met porties van een kilo om te zien wat dat oplevert. Er zit vis genoeg en ik hoop er ook enkele vissen uit de bovenlaag mee te bereiken. Vanaf maandag maar eens even wat gaan voeren en dan donderdag een nachtje doen langs de keitjes. Wat heb ik toch een heerlijke hobby!

 

Ook het nachtje langs de keitjes levert vis op. Op de valreep dat wel! De hele nacht geen piep gehad en dan in drie kwartier twee aanbeten. Om 08.05 vang ik een stokbroodschubje. Het betekent de evenaring van mijn beste seizoen in aantallen, sinds ik weer in het zuiden woon. De lengte is met 82 centimeter best oké, maar echt vlees zit er niet aan. Daarna krijg ik om 08.50 nóg een aanbeet. Helaas schiet die los omdat mijn net vastzit in een braamstruik en ik beide handen nodig heb om het net te bevrijden. Daarbij laat ik de spanning op de lijn volledig wegvallen en weet de “Houdini” aan de andere kant zich te bevrijden. Eigen schuld dat ik mijn record dus niet verbeter vandaag. Daarna pak ik mijn spullen bij elkaar en kom erachter als ik wil wegrijden dat mijn accu plat is. Ook dat wordt opgelost met behulp van een vriendelijke voorbijganger die thuis kabels gaat halen en me vervolgens helpt mijn auto weer aan de praat te krijgen. Om half twaalf ben ik thuis. In de middag mag ik naar de huisarts. Ik heb een plekje op mijn voorhoofd wat me niet aanstaat en daar wil ik even naar laten kijken. De huisarts deelt mijn beeld en vermoedt hetzelfde. Ze raadt me aan een afspraak te maken bij de Dermatoloog in het ziekenhuis, zéker gezien mijn verleden. Het zou dus kunnen dat na zesenhalf jaar mijn huidkanker weer terug is. Woensdag de 29e kan ik terecht en tot dan moet ik afwachten. Shit.

 

Zondag om kwart voor zeven liggen mijn hengels erin bij het botenhuis. Er staat een vies koude westenwind die vooral mijn vingers laat voelen dat er niet met hem te spotten valt. Gauw zet ik mijn paraplu op om me te beschermen en kruip er daarna onder met een warme bak koffie. Ik zet mijn gevulde schoen bij mijn rodpod, want Sinterklaas is gisteren aangekomen in Nederland (hulde aan de Friezen) en je weet maar nooit of hij vindt dat ik braaf ben geweest. Het zal in elk geval geen kwaad kunnen met dit weer, om elke positieve vorm van Karma naar mijn hand te zetten. Als het licht is geworden, zie ik dat mijn schoen leeg is. Er zit niks meer in. Ik haal mijn schoen weg en geniet van de omgeving. De late herfst is nu op zijn mooist en maakt langzaam plaats voor de winter. De watertemperatuur is inmiddels gedaald tot onder de tien graden, dus voor de karpers is de winter eigenlijk al begonnen. Na vier uur ruim ik visloos op. De eindconclusie is, dat ik niet braaf genoeg geweest ben of dat de Sint nog in de buurt van Dokkum vertoeft, waar hij gisteren is aangekomen. Aanstaande donderdag of vrijdag maar weer eens ergens een nachtje doen en in de tussentijd héél braaf zijn. Karma is a bitch!

 

Donderdag 23 november. Ik heb met Bjorn afgesproken om samen een nacht te gaan vissen. Geen van beiden weten we waar we naar toe moeten. Dat wordt al iets eenvoudiger als hij me belt vanuit de auto dat hij het niet gaat halen omdat hij pas laat is weggereden uit Nunspeet. Ik denk dus maar naar het kanaal te gaan, maar mijn vismaat brengt me op andere gedachten. De Maas stroomt en de werf lijkt een goed idee. Na gecheckt te hebben of mijn plek bij de picknicktafels vrij is, en dat is zo, liggen mijn hengels om zeven uur op de rodpod. Of ik beet ga krijgen weet ik natuurlijk niet, maar als ik beet krijg is de kans op een goede vis hier zeker aanwezig. Het kanaal staat na de uitzettingen meer garant voor een spiegeltje uit een van beide lichtingen. Midden in de nacht om een uur of drie heb ik een rare ervaring. Tijdens een regenbui krijg ik een signaal op mijn rechter hengel. De lijnen zitten wat door elkaar heen en het kost me enkele minuten om de zaak te ontwarren. Dan blijkt mijn lijn ergens in vast te zitten. Geen steen maar iets wat enigszins meegeeft onder water, als een grote tak of een kabel. Dan breekt de lijn. Was dit vis? Geen idee. Ik neem een andere hengel uit het foedraal en zorg dat alles even later weer goed ligt. Daarna slaap ik erg onrustig met veel dromen. Ik droom dat ik met iemand zit te vissen op een heel helder kanaal waar we steeds vissen van links naar rechts voor onze voeten langs zien trekken, hoog in het water en allemaal bakken. Heel af en toe zwemt er eentje de andere kant op, maar dan een stuk dieper. We varen met de boot een eindje weg en horen een andere visser roepen dat ik beet heb. Tegen de tijd dat we zijn omgedraaid is de beet gestopt en heb ik lijnbreuk. In mijn droom draai ik een frommelig shaggie en dan word ik wakker. Het eerste wat ik daarna doe naast mijn bedchair te zoeken naar mijn aansteker om vervolgens te beseffen dat er niks is om aan te steken in de wakkere wereld. Het schemergebied waar dromen en werkelijkheid door elkaar lopen. Buiten regent het en het is nog steeds een graad of acht. Helaas is de beloofde wind tot nu toe uitgebleven. Wellicht zou dat de zaak wat kunnen aanwakkeren. Toch zie ik de visdroom als een gunstig voorteken. Als ik opruim blijkt dat het “gunstig voorteken” alleen in mijn gedachten bestond. Ik haal shag in België, pillen voor de hond, geld bij de bank en mijn trailer bij Toon. Ik ga zondag even kijken naar een andere boot en daar heb ik de trailer bij nodig. Kan ik mooi van tevoren nog even een paar uur naar het water. Kijken of ik dit weekend toch nog met vis kan afsluiten.

 

Zondag ga ik mijn nieuwe boot halen. Om elf uur kan ik terecht bij de verkoper, die de boot bij zijn ouders in Beesel heeft liggen. Als de boot goed is, neem ik hem voor zeshonderd Euro mee naar huis. Een trailer zit er ook bij, maar deze heeft een lekke band. Ik heb dus mijn eigen trailer enkele dagen geleden al opgehaald. Ook zit er bij de boot een goede hardhouten vlonder én nog een op maat gemaakt afdekzeil. Dat gaat in elk geval schelen met hozen. Om zes uur rijd ik de oprit af. Te vroeg om de boot te halen, maar de juiste tijd om nog even te gaan vissen. Ik wil eigenlijk naar het kanaal, maar de stek die ik in gedachten heb is bezet. Ik rijd door en besluit maar aan de Noorderlaan te gaan zitten. Twee single hookbaits met wat deeg eromheen gekneed moeten het gaan doen. Het is zuur buiten. Terwijl de thermometer een volle plus twee aangeeft, daalt de windchill factor het gevoel tot min drie. Een westenwind kracht drie en een barometer van 1019 maken het weerbeeld compleet. Een hengel leg ik naar links enkele meters uit de kant en aan het einde van de wind. De andere gaat een meter of tien uit de oever aan de overzijde in de luwte. Voor “elck wat wilsch” zouden ze vroeger zeggen. Tegen negen uur kom ik erachter dat ik mijn net nog in mijn foedraal heb zitten. Toch maar even in elkaar zetten voor het laatste uur, je weet maar nooit. Om tien uur pak ik in en ik ben keurig op tijd bij de verkoper. We komen tot een deal en als ik wegrijd, gniffel ik bij de gedachte dat ik nu een hele vloot bezit. De nieuwe boot mag na wat kleine cosmetische aanpassingen naar de Rosslag en Demaine II gaat naar het stuk van de Asseltse plassen, zodat we daar volgend seizoen ook wat meer werk van kunnen maken. Aangekomen bij Toon duw ik de trailer de schuur in en bel Gradje voor twee nieuwe bandjes. Dat is hard nodig.

 

Vrijdag de eerste december ben ik pas laat thuis. Ik heb de afgelopen twee dagen een winteroefening gehad. Toch ben ik in een opperbeste stemming want de woensdag ervoor heb ik in het ziekenhuis te horen gekregen dat het plekje op mijn voorhoofd géén kanker is. Ze hebben het bevroren met stikstof, omdat het wel een potentiële kanshebber zou zijn. Als het goed is, hoef ik niet meer terug. Ook heb ik nieuwe bandjes op de velgen van mijn trailer. Alles bij elkaar genomen dus geweldig nieuws. De afgelopen drie dagen ben ik elke dag in de gelegenheid geweest om een stek aan te voeren met 500 gram verbrokkelde boilies per dag. Om acht uur ligt alles erin en staat mijn tent. Eerst de kachel aansteken, maar dat valt nog niet mee. Het kacheltje heeft de geest gegeven en dat betekent een koud nachtje aan het water. Ook mijn brander kan de tent niet voldoende verwarmen, dus na nog een poging met de kachel houd ik het voor gezien en kruip om kwart voor tien mijn slaapzak maar in. Heel veel vis verwacht ik ook niet vannacht met temperaturen rond het vriespunt. In de ochtend kom ik niet eerder dan acht uur uit mijn slaapzak. Dat was vannacht zonder enige twijfel de beste plek om warm te blijven. Ik maak koffie en check mijn hengels. IJs op de lijnen en vastgevroren wakers. Geen actie. Ik weet nu in elk geval een goed cadeau voor kerst. Zonder kachel is wintervissen toch een stuk meer Spartaans en omdat ik in mijn militaire leven al voldoende heb afgezien moet er een nieuwe komen. Ik heb ruimschoots bewezen winterhard te zijn zonder luxe en vind dat ik dat op mijn leeftijd verder niet hoef te bevestigen. Om tien uur ga ik opruimen. Ik rijd eerst naar de bouwmaterialenhandel waar ik hout, verf, kit, metaal voor een reling en een goed hangslot haal voor mijn boot. Daarna naar een staalbedrijf waar twee strips voor onder de boot worden aangeschaft, samen met een stuk staal voor een nieuwe vin aan de onderzijde. Morgen gaan we aan de slag met het klussen aan Demaine III.

 

Op vrijdag acht december vis ik een sessie op een watertje in Eindhoven, “de Hanevoet”. Kevin zou me vergezellen, maar wegens achterstallig werk moet hij helaas afzeggen. Misschien dat hij tussen de middag nog even langs komt, zo meldt hij me. Onderweg is het al baggerweer. De eerste echt zicht- en voelbare intrede van de winter. Hagel, natte sneeuw en regen spoeden mijn ruitenwissers in verschillende snelheden over de voorruit. Aangekomen bij het water blijf ik nog een kwartiertje in mijn auto zitten voordat het droog genoeg is om mijn kar op te bouwen en naar het water te sjokken. Gelukkig weet ik waar ik wezen moet. Om half negen heb ik met mijn voerboot twee hengels uitgevaren tegen het eiland. Aan de ene hengel een wonderberry pop-up, aan de andere een kwart Bio-8 boilie met wat kruim. Mijn nieuwe kachel wordt aangesloten en snort vrolijk onder de oval mét overwrap. Koffie erbij en dan is het allemaal prima uit te houden. Droge perioden wisselen zich af met nog meer neerslag. Ondertussen hangen mijn wakers er roerloos bij en ook mijn piepers, die soms behoorlijk luidruchtig kunnen zijn, zwijgen in alle toonaarden. De regen tikt rustig door op het doek van mijn onderkomen. Bijna hypnotiserend in haar monotoonheid. Dan krijg ik nog een vette sneeuwbui over me heen. Buienradar meldt droog weer vanaf half een. Wordt dat het omslagpunt? Na enen komt zelfs het zonnetje af en toe door, maar de vis wordt er niet direct actiever door. Twijfel! Met een stok zoeken en de zaak verleggen, of is dat de zaak verstoren? Maar even wachten totdat Kevin er is. Wellicht heeft hij nog een ideetje. Nog stijver tegen het eiland aan, is zijn advies. Ik vaar beide stokken opnieuw uit totdat de boot de takken raakt. Een kwartier later vang ik een giebel op mijn rechter hengel. Dan is het tijd om in te pakken. Nog even langs Arno om wat hengeltopjes op te halen zodat ik nog wat pennen kan maken en dan door naar huis. Morgen naar de VBK meeting, hun 25-jarig jubileum en de uitgave van een jubileumboek.

 

Zaterdag ga ik naar de VBK meeting. Het is een gezellige bijeenkomst en ik praat met veel bekende gezichten uit het wereldje. Ook geef ik de sleutels van Heylakker terug aan Theo. Ik heb slechts vier zeelten weten te vangen op het water en denk ook niet dat ik er dit jaar nog heen ga. Ik heb er wel een hele leuke groep vissers ontdekt en dat maakt dat ik toch met een goed gevoel terugkijk op deze ervaring. Om twee uur ’s middags rijd ik met Zilver naar huis.

 

Zondagochtend werk ik aan mijn boot, net als dinsdag- en woensdagavond. Ik ben vooral erg tevreden met het buigwerk voor de reling. Zonder zelfs maar een buigijzer, maar met logisch verstand en een ronde buis, weet ik er heel wat van te maken. Het begint er al met al heel goed uit te zien en mede dankzij het laswerk van Koen, nadert Demaine III langzaam haar voltooiing. Het komende weekend ga ik er nog maar eens een paar uur werk in steken. Het enige wat ik misschien nog moet halen is een bus antifouling, tenzij ik nog een beetje heb staan op zolder. Dat moet ik nog even nakijken.

 

Donderdag de dertiende vis ik een nacht aan de Biesterbrug. Een nieuwe stek die ik eens een keer wil uitproberen. Grasveldje, enkele straatlantaarns en wat huizen op een stukje woonerf. In de winter zijn dit soort stekken een stuk rustiger dan in de periode april tot oktober. Ik heb drie dagen op een rij een pondje boilies voorgevoerd over een strook van zo’n 150 meter. Ik start met twee hengels aan de eigen kant. Eentje links bij het riet en eentje rechts op enkele meters afstand van de dukdalven bij de brug. De derde ligt klaar op de rodpod om zo rond de klok van tien uur naar de overzijde te worden gegooid. Dan is de scheepvaart gestopt en verstoor ik zo weinig mogelijk. Half acht liggen de hengels op hun plek en een half uurtje later brandt de kachel onder mijn overwrap. Tijd voor een biertje en een filmpje op Netflix. Om half twaalf, vier uur nadat ik heb ingegooid, ga ik slapen. Nog geen actie, maar ik verwacht dat ook eigenlijk pas morgenochtend. De hele nacht gebeurt er niks en ook de ochtend verloopt zonder actie. Om half elf pak ik mijn boeltje maar in en rijd via de IJzeren man, waar ik het restant boilies voer voor komende zondagochtend, naar huis. Vanmiddag nog een paar uur aan de boot werken. Al het grove werk, slijpen, buigen, lassen en monteren is gedaan. Het wordt tijd om te gaan schuren, cleanen, vetvrij maken en schilderen. Alles bij elkaar genomen nog een uur of vijf werk, schat ik zo in.

 

Zaterdagochtend rijd ik toch nog een keer naar de boot. Marianne slaapt uit en ik kan het proces nog wat versnellen, door vandaag de onderkant in de antifouling te zetten. Toon helpt me de boot om te draaien. Ik heb er twee pallets onder gelegd, om te voorkomen dat mijn roeidollen beschadigen. De onderkant is snel klaar en ik besluit ook nog wat donkergroene vlakken aan te brengen. Ik ben er nu tóch. Het ziet er allemaal prima uit als ik ermee ophoud. Komende dinsdagavond ga ik weer verder.

Zondagochtend vis ik drie uurtjes bij het botenhuis. Tevergeefs. Het is mistig, koud en naargeestig weer. Hoewel ik mijn gasfles heb meegenomen, zal de kachel niet branden vandaag. Die staat namelijk nog thuis in de garage. Met slechts een graad boven nul is het op de kant nauwelijks uit te houden. Ik snap best dat de vissen het vandaag eveneens laten afweten. Half twaalf ben ik weer thuis. Het einde van dit jaar nadert met rasse schreden. Ik heb nog maar enkele kansen om nog één vis te vangen en dit seizoen te bombarderen tot mijn beste van dit millennium. Het zou kunnen lukken, maar dan moet het weer ietsje meer mee willen werken.

 

Dinsdagavond werk ik aan Demaine III. Ik heb vandaag van Bjorn een foto gekregen van de jachthaven waar haar voorgangster, Demaine II, ligt. Een verontrustende foto op zijn zachtst gezegd! Alleen de boeg, die aan de steiger vastgeknoopt zit, steekt nog boven water. Het overige deel is gezonken en onzichtbaar. Terwijl ik bruine en groene vlekken schilder op het lijf van haar opvolgster, werk ik in mijn hoofd aan een plan hoe ik haar uit het water kan krijgen. Donderdag ga ik een bergingspoging doen. Ik deduceer de oorzaak terug naar twee scenario’s. In het meest gunstige scenario, heb ik haar achterzijde aan een in het water staande paal geknoopt en heeft de stijgende waterstand ervoor gezorgd dat de spiegel onder water is getrokken. In dát geval, zal de berging goed en snel verlopen. De luchtkamers zullen hun werk doen en de waterstand is inmiddels ook weer ruim een meter gedaald. In het tweede scenario is er iets lek en wordt de bergingsoperatie een stuk lastiger. Bjorn heeft beloofd te komen helpen. Daarvóór moeten we nog voeren met de boot van Victor op de plas, maar die moet ook nog eerst leeg want ook daar staat water in. Aanstaande zaterdag vissen we onze laatste gezamenlijke sessie van het seizoen, onze inmiddels traditionele Glühwein sessie. In de middag blijkt ook dat Demaine II niet meer gered kan worden. Beide luchtkamers zijn lek en er is geen enkele manier waarop ik haar nog op het droge ga krijgen. Ze hangt zwaar aan het koord waarmee ze aan de boei en de steiger vastzit. Het laatste wat ik voor haar kan doen is haar bevrijden van de ketting en alle touwen waarmee ze is vastgeknoopt. Met spijt in mijn hart zie ik haar langzaam wegglijden onder water. Tien jaar lang mijn speelkameraadje aan de Maas. Op de eerste tocht met haar ontmoette ik mijn huidige vismaat. Ze heeft stormen en overstromingen doorstaan, is gebukt gegaan onder sneeuw en ijs in strenge winters. Ze is zelfs tot zinken gebracht door een afgunstige visser, maar niets kreeg haar eronder, tot vandaag. Dat ze haar zeemansgraf krijgt in diezelfde Maas, is dus eigenlijk niet meer dan een logisch verlengstuk van onze gezamenlijke avonturen. Dat zou ze zelf ook zo gewild hebben. Niet dat ik er emotioneel van word, maar ik merk dat ik het echt heel spijtig vind dat er op deze manier een einde komt aan een tijdperk samen. Ik hoop dat Demaine III me net zo veel voldoening gaat brengen. Nog een uurtje of drie, vier aan schilderwerk en dan is ze klaar. Hopelijk lukt dat nog voordat ik samen met Marianne een weekje naar Kent ga, maar in elk geval zal ze klaar zijn voordat ik weer aan het werk ga. Nog een of twee vissessies en dan zit seizoen 2017 er op.

Zaterdag 23 december vis ik met Bjorn op de plas. De stek is drie dagen op rij voorzien van wat boilies en de hoop is groot als we vertrekken uit de haven. De temperatuur is da laatste dagen steevast zo’n negen graden, zowel overdag als in de nachtelijke uren. Om half vier liggen de hengels erin en starten we onze glühwein sessie met een flesje. Natuurlijk wordt dat ook vastgelegd op de foto en we laten het thuisfront meegenieten via de WhatsApp. Na het eten doen we nog een biertje in mijn tent, maar om half negen worden de slaapzakken opgezocht. De hele nacht gebeurt er, op een incidentele piep na, helemaal niks. Om zes uur word ik wakker en zet koffie. Als het gebeurt, zal het in het licht zijn. Na negenen is er nog steeds niks gebeurd en ik verwacht er dus ook niets meer van. Om half tien krijgt Bjorn een paar piepen en dan een volle zakker. Hij landt drie tellen later een winde van formaat. We drinken nog één kop koffie in mijn tent als ik ook enkele waarschuwingspiepen krijg. Ik kijk naar buiten en zie de top van mijn rechter hengel helemaal kromtrekken. Yes, toch nog een aanbeet op de valreep. De blessuretijd zit er eigenlijk al helemaal op. Even later kan Bjorn het net onder een schub schuiven. Ik denk aan een uitzettertje, maar het visje is toch iets groter dan gedacht. Met 11,7 kilo zeker niet verkeerd in de winterse omstandigheden. Daarna pakken we in en varen terug naar de haven. Tegen de stroom in duurt dat toch echt wel langer dan op de heenweg. Tweede kerstdag doe ik nog een ochtendje op de IJzeren man, maar de doelstelling van dit jaar om mijn oude record sinds ik weer in het zuiden woon te verbeteren is met 70 vissen in elk geval gehaald. De honderd plus grens uit Dronten, moet ik hier nog maar zien te halen, maar dit was in het zuiden topseizoen voor mij.

 

De laatste sessie van dit jaar, vis ik bij het botenhuis. Het is tweede kerstdag en als ik om half zes de oprit afrijd, is het droog en staat er een zuidwestenwindje kracht vier. De barometer zit net onder de 1000 Millibar. Op zich zeker geen verkeerde omstandigheden voor een laatste poging dit jaar. Ik kom met een volle kar droog aan het water en besluit eerst de paraplu op te zetten. Geen onverstandig besluit want als ik even later mijn hengels beaasd heb, begint het te regenen en ook de wind trekt aan. Ik vaar met behulp van mijn voerboot twee hengels uit met de vismeel-aardbei boilies die nog in mijn aasemmer zitten. Het restantje van afgelopen sessie met Bjorn. Het is onder de plu goed te doen met kachel, hoewel ik bij sommige windvlagen de neiging heb om de baleinen vast te pakken. Volgens buienradar wordt het na negenen droog, maar veel zal er niet vallen. Het is vooral de wind die het onaangenaam maakt. Ik krijg de hele sessie geen piep, maar bij het inpakken vang ik toch nog een vis, de allerlaatste van het jaar. Een brasem. Op naar 2018.

Vis nummer zeventig tijdens de laatste sessie met Bjorn.