Seizoen 2018

 

Een jaar waarin het me voor de wind gaat.

 

Op donderdag 4 januari zit ik voor de eerste keer achter mijn computer dit jaar. Ik ben gisteren teruggekomen uit Kent, waar ik samen met Marianne een weekje heb doorgebracht. Een steenworp afstand van Conningbrook, waar het oude Engelse record destijds rondzwom in de vorm van Two-tone. Ik ben er geweest om te kijken, maar kon helaas niet aan het water komen. Het is echt jaren geleden dat ik mijn eerste sessie niet op nieuwjaarsdag heb gevist. Morgennacht zal ik dus pas voor de eerste keer mijn lijnen natmaken dit nieuwe seizoen. Ik weet eigenlijk nog niet zo goed waar ik heen moet gaan, maar de keitjeskant bij de Schoorbrug lijkt ‘n redelijk goede optie. Vandaag ga ik “Demaine III” op de trailer leggen nadat ik de houten vlonders erin heb gelegd. Daarna laat ik hem nog zo lang mogelijk binnen staan, zodat de verf lekker kan uitharden. Dat gaat binnen in de stal vast beter dan buiten in de kou. Ook heb ik een nieuwe set Delkims besteld die eerdaags bezorgd gaan worden. Van mijn oude set ga ik drie goedwerkende beetmelders en de sounder box verkopen. Dat geeft me vast wat financiële ruimte voor de aankopen die ik tijdens de beurs ga doen. Zo ben ik, zonder dat ik gevist heb, toch lekker bezig met mijn hobby. Ik heb zin in een nieuw seizoen en ga mijn best doen om dit jaar nóg meer vis op de kant te krijgen. Ik heb in elk geval mijn voorjaarssessie vastgezet in de week van 16 april en de eerste week van september vis ik met de jongens van Carp Team Zwolle een week in Frankrijk. Als ik de zomer nu ook nog enkele weken aan een mooi Frans water kan spenderen, zal er best wel weer wat moois op de kant komen.

 

Vrijdagmiddag ben ik al op tijd weg. Omdat het nog een tijdje licht is wil ik eerst eens langs het water rijden om te zien of ik wat kan ontdekken en daarna pas een keuze maken waar ik ga zitten. In elk geval krijgen de keitjes bij de Schoorbrug mijn eerste aandacht. Daar ontmoet ik een Belgische visser die er een blank van 24 uur op heeft zitten. Nadat ik een tijdje met hem gesproken heb en daarna nog wat heb rondgereden, besluit ik exact aan de andere kant van het kanaaldeel te gaan zitten. Aan de keienkant, maar zo dicht mogelijk bij de brug. Bij Max haal ik mijn nachtvispas en mijn vergunning voor meer dan twee hengels. Omdat ik verzuimd heb een menuutje mee te nemen, rijd ik ook eerst nog even langs de supermarkt. Een bakje rundvleessalade wordt mijn avondmaal. Rond half vijf liggen de hengels op scherp. Twee met een Scopex boilie van Herman en de rechter met mijn mix van gebroken en gesoakte Bio-8 bolletjes. Mijn nieuwe Delkims, die vanochtend geleverd zijn, zitten op de rodpod en de sounder box werkt. Rood, wit en blauw zijn de kleuren van links naar rechts. Verse batterijen erin en het seizoen kan wat mij betreft nu echt beginnen. Ik ben er klaar voor. Om tien over half zes krijg ik wat piepen op mijn middelste hengel. Niet heel snel, maar als ik de stok oppak voel ik wat flapperen. Brasem of toch een klein karpertje? Ik zal het nooit weten, want het visje lost. Het was in elk geval niet groot. Even voor half tien weer actie op dezelfde hengel. Deze keer krijg ik een fluiter en de vis, een rijen, ligt even later in het net. De kop is eraf. Na een paar fotootjes mag hij weer zwemmen. Slechts zes kilo, maar supermooi beschubd. Eigenlijk verwacht ik nu nog wel wat meer actie en die komt er ook. Midden in de nacht is het mijn linker hengel die een aanbeet verraadt. Slaapdronken, en daardoor ernstig ongecontroleerd, stort ik mezelf het talud af naar mijn rodpod en land even later een schubje. Ook een uitzettertje van vergelijkbare lengte en gewicht. Dat brengt het seizoenstotaal op twee. Ik maak snel enkele foto’s op de mat en laat schubbemans weer zwemmen. Nu eerst een nieuwe onderlijn monteren en dan kan de hengel weer terug. Daarna de kachel even tien minuten aan om de iglo op temperatuur te krijgen en vervolgens rap mijn slaapzak in. Half acht word ik wakker. Tijd voor koffie. De ochtendschemering kondigt zich aan en hopelijk komt er in het daglicht nog wat vis bij. Thuis gaat het niet goed met de hond, dus vanochtend moet hij nog een keer naar de dierenarts. Ik denk dat hij aan zijn laatste periode is begonnen. Omdat er op visgebied niet veel meer gebeurt, ga ik om half tien inpakken. Mijn eerste sessie van 2018 is in elk geval prima verlopen.

 

Donderdag 11 januari doe ik een nachtje op dezelfde stek als vorige week. Ik hoop op een herhaling, maar de barometer zit met 1025 een heel stuk hoger en het is ook nagenoeg windstil. Om half zeven liggen mijn hengels erin en een half uurtje later zit ik bij de kachel. De hele avond en nacht gebeurt er niets, op het passeren van twee boten na. Ik kijk wat Netflix en zit mijn tijd uit. Ik hoop nog op een incidenteel succesje bij daglicht, maar een vette sessie zal het in elk geval niet worden. Half elf ruim ik op met een blank als resultaat. Zondag ga ik maar een paar uur herkansen.

 

Donderdag 18 januari is een memorabele dag in Nederland. Een zeer zware storm, de zwaarste sinds 1991, met windstoten tot 143 km per uur trekt over het land. Vrachtauto’s en mensen waaien gewoon om en op veel wegen is er chaos. Ook het trein- en vliegverkeer ligt urenlang volledig stil. Er zijn op het OCCR maar liefst 78 meldkaarten aangemaakt in enkele uren. Er liggen in totaal 42 bomen op het spoor en op 16 plaatsen is de bovenleiding defect. Ook zijn er zo’n 600 treinen defect geraakt vandaag. Een dag met een zwart randje, maar qua omstandigheden ook echt een nacht om te gaan vissen. Dat wordt een stuk later dan normaal, want ik ga ‘s avonds eerst nog met Mathijs naar de Hypotheker en als ik rond negenen aan het water kom is de plek waar ik wilde gaan zitten bezet. Rondrijden en hier en daar een stop, brengen niet snel soelaas. Ook onderweg zijn de stille getuigen van de storm duidelijk zichtbaar. Overal liggen takken en twijgen en veel begroeiing staat duidelijk schever dan normaal. Een uur later vind ik eindelijk een stek naar mijn zin, zonder bomen in de buurt, en pas tegen half elf liggen de stokken erin. Hopelijk heb ik niet teveel lawaai gemaakt en kan ik vannacht of morgenochtend mijn succes uit de eerste visnacht een vervolg geven. Actie krijg ik genoeg. Waar ik even geen rekening mee had gehouden is dat de storm ook voor veel rotzooi in het kanaal heeft gezorgd. Riet, twijgen en braamtakken spelen een ensemble met de naar links en rechts trekkende watermassa, met mijn Delkims als koor. Van scherp vissen is geen sprake en om negen uur ben ik het meer dan beu. Ik pak in en ga naar huis. Ik denk dat ik volgende week eens naar een grindgat trek. Misschien komende zondag eens even verkennen daar.

 

Zondag de 21e sta ik even na negen uur met mijn gezicht in de snijdende wind. Op mijn borst hangt de afstandsbediening van mijn voerboot en voor me op de grond zie ik op mijn dieptemeter hoe de geheimen van de plas zich onthullen. Ik vind mooie glooiende taluds links en rechts van me, terwijl ik recht vooruit een relatief ondiepe plaat vind. Aan beide zijden ervan gaat de diepte tot over de acht meter, maar erbovenop staat nauwelijks vijf meter water. Dat is een mooi diepteverschil. Daarna voel ik met mijn markerhengel en een lood hoe de bodem en de begroeiing eruit ziet. Ook dat doorstaat de test en even later zwiep ik er met mijn werppijp een half kilootje boilies in. Goed verspreid en licht gesoakt in een zoete dip. Op de terugweg laat ik bij Bjorn nog een kilootje 15 mm boilies achter. Hij voert dinsdag nog een keer een vijftigtal boilies voor me. Dat is nauwelijks 200 gram maar dat is genoeg. Donderdag ga ik op jacht naar een van de grootste waterbewoners in de regio.

 

Donderdag, twee dagen na mijn verjaardag ga ik vissen. Om half zeven liggen mijn hengels in de plas. Ik weet dat hier in dit gebied tenminste één van de topvissen van Nederland rondzwemt. Een spiegel boven de dertig kilo. Mogelijk zelfs twee. Na drie kwartier krijg ik al enkele piepen op mijn linker hengel, maar er gebeurt verder niks. Ik pak een peuk en trek mijn laarzen aan. Toch maar even kijken. Als ik binnen draai maak ik plotseling contact met een gewicht wat zich traag verplaatst. Het zal toch niet? In het donker kan ik een vis redelijk makkelijk naar me toe halen en boven het net trekken. Het is geen karper, maar een brasem die het balletje heeft opgepakt. Onthaken, vers aasje eraan en terug. Vijf boilies worden eromheen gegooid. Geen karper, maar ik heb in elk geval al wat actie gehad en daar ben ik best blij mee. Om vijf uur word ik wakker. Er is niks gebeurd vannacht, maar misschien gebeurt er bij dag aanbreken nog wat. Ik twijfel of ik beide hengels nog eens opnieuw moet ingooien en besluit om dat te gaan doen. Even later liggen beide hengels weer op scherp en zit ik aan de koffie. Het is winter en zeker niet eenvoudig om op dit water een aanbeet te krijgen, maar het zou toch geweldig zijn als ik zo vlak vóór de beurs mijn eerste Maasvis zou vangen. Even voor negen uur hoor ik iets aan de oppervlakte in de richting van mijn linker hengel. Een meter of tien vanaf de plek waar mijn aas op de bodem ligt, is een grote kring te zien. Geen vogel die boven komt. Geen vervolg. Ik besluit om tot half elf te blijven zitten en daarna te gaan inpakken. De laatste daad van de dag is het voeren van een pondje boilies. Zondag kom ik nog eens terug hier voor een ochtendsessie.

 

Ondanks de goede omstandigheden, weet ik zondag de 28e geen aanbeet te krijgen. Volgende week ga ik naar Carp Zwolle, dus de komende weken komt er van vissen niks terecht. Hopelijk is februari me net zo goed gezind als afgelopen maand.

Op donderdag rijd ik naar Zwolle. Een dag eerder heb ik ook mijn laatste twee oude Delkims verkocht. Die werden de afgelopen twee jaar nauwelijks gebruikt en lagen dus eigenlijk alleen stof te vergaren in de garage. Zo is mijn visbudget weer lekker aangevuld en ga ik dat op de beurs maar weer omzetten in wat nieuwe spulletjes.

 

Zaterdag 10 februari, een week na de 24e editie van Carp Zwolle, staat de vismachine op standje “hoog”. De beurs was meer dan geslaagd, supergezellig en ik hoop dat het “zilveren jubileum” volgend jaar tenminste net zo goed gaat zijn. Ik heb de nodige spulletjes meegenomen van de beurs, waaronder wat boeken, emmertjes, klein materiaal, een tent waarin ik rechtop kan staan (en die ik over enkele weken kan ophalen bij ProLine in Asten) én een nieuwe onthaakmat. Die laatste moet vandaag tijdens de eerste sessie ontmaagd gaan worden. Afgelopen week ben ik elke dag bezig geweest met mijn hobby en het verlangen om een sessie te gaan vissen brandt als nooit tevoren. Voor mij geen carnaval, maar op jacht naar een vis in februari. Maandag, dinsdag en woensdag heb ik elke dag 2 van mijn Big Baitrunners LC een onderhoudsbeurt gegeven, de hele week filmpjes gekeken en gisteren heb ik wat Scopex boilies vermalen mijn nieuwe Korda Krusha. Vervolgens heb ik daar een Mainline stickmix liquid overheen gegoten en een nacht laten trekken. Vanmorgen heb ik daar een aantal funnelwebjes mee geknoopt, die voor extra attractie moeten zorgen in het ijskoude kanaalwater bij de Schoorbrug. Hopelijk zijn het geen “brasemmagneten” geworden. De barometer die nu nog rond de 1015 zit, keldert de komende nacht met 20 Mbar, terwijl de zuidwestenwind gaat aantrekken van kracht 2 naar 6. Dat is ook de reden dat ik kies voor de zaterdagnacht, in plaats van mijn favoriete donderdag. Om drie uur liggen de hengels op de steunen. Links, rechts en in de vaargeul. Alle drie voorzien van een funnelwebje met boiliekruim. Tussen en voorbij mijn hengels voer ik een spoortje met een klein handje 15 mm boilies. Er schijnt een zonnetje op mijn oeverzijde en ik hoop dat dit de vis wat activeert. Na een paar uur valt de schemering in. Tijd voor een hapje. Daarna lig ik wat op mijn bedchair en kijk een film op Netflix. Tien uur gaat het licht uit. Als ik acht uur later wakker word, heb ik nog steeds geen actie gehad. Wel is het een stuk harder gaan waaien. Ik check het weer op mijn iPad en zie de bevestiging van wat werd aangekondigd. Zuidwest vijf en een barometer die gekelderd is naar 998 Mbar. De ketel gaat op het vuur en de eerste bak koffie vind even later zijn weg naar binnen. De wind komt met horten en stoten. Op de toppen van de windvlagen vraag ik me telkens af of de oval wel zal blijven staan, maar kennelijk heb ik het hele zaakje goed vastgepind en blijft het alleen bij het geflapper van het doek. Ook een tweede kop koffie komt aan zijn einde. Nog steeds geen actie. Zal ik opnieuw gaan ingooien, of vertrouw ik erop dat het allemaal nog goed ligt onder water? Ik kies voor het laatste. Iets na achten sta ik bij mijn hengels om de gevoeligheid van mijn piepers wat te verhogen. Eigenlijk ben ik verbaasd over het gebrek aan actie, want de omstandigheden zijn gewoon geweldig voor de maatstaven van februari. Koffie nummer drie en vier passeren mijn slokdarm en eindigen in de zelfde plek als nummer een en twee. Ik lees wat in het laatste nieuwe boek van Dave Lane en constateer dat hij het een stuk beter doet in de winter. Ik was ook zó gedreven afgelopen week dat het geen verwondering is dat de teleurstelling groter voelt dan normaal. Slechts één visje op de mat, kan mijn sessie volledig goed maken. Ook omdat ik dan de rest van februari kan investeren in de dikke spiegel van de grindplas. Februari blijkt wederom de lastigste maand te zijn. Wat te doen volgende week? Terug naar de vis van de plas, of toch kiezen voor een iets makkelijker water?

 

Vrijdag zestien februari heb ik een afspraak met Koos Megens van ProLine. Op de beurs hebben we al eens met elkaar gesproken, heb ik een tent bij hem gekocht voor een méér dan schappelijke prijs en nodigde hij me uit om eens een kop koffie te komen drinken. Tussen neus en lippen door laat hij vallen dat hij mij wel ziet zitten voor een sponsorschap en al even nonchalant laat ik me ontvallen dat ik daar bij twee eerdere avonturen vooral extra druk door heb gevoeld en dat het zelfs ten koste ging van mijn visplezier. Toch beloof ik hem zéker eens op de koffie te komen. Van praten word je immers nooit dommer. Ruim anderhalf uur ben ik in de hal. Ik krijg eerst koffie, dan een rondleiding en ten slotte komt nogmaals de vraag op tafel. Uiteindelijk komen we erop uit dat ik open sta voor een rol als testvisser en product reviews wil schrijven. In ruil daarvoor krijg ik op het gehele assortiment van hen, dezelfde (méér dan schappelijke) korting als op mijn tent en kan ik ook elke boilie die ze in hun assortiment hebben tegen een mooie prijs kopen. Wellicht is dat handig als ik op vakantie ga, want ik heb hem ook verteld in elk geval met het aas van Herman te blijven vissen. Om kwart over vijf liggen mijn hengels in de grindplas. Het water is dusdanig gezakt dat ik deze keer vanuit de andere hoek tussen de struiken kan vissen. Daar zit ik in elk geval een heel stuk minder in de kijker, dan op mijn vorige plek. Midden in de nacht, het is half drie, krijg ik een aantal piepen op mijn linker hengel. Als ik ga kijken, lijkt er niets veranderd, behalve een wit bevroren landschap en er is kennelijk niets wat mijn directe aandacht vraagt. Vorige keer was het een bever die voor nachtelijke opschudding zorgde, maar ook daarvan zie ik niks. Ik besluit alles gewoon te laten liggen en ga dat zelf ook weer doen. Als ik even later op de rand van mijn bedchair zit, hoor ik dan toch de onmiskenbare staartslag van een verontwaardigde bever op het water. Het geluid van een trottoirtegel die in het water wordt geflikkerd. Gadsamme, het is winter man, ga hybernaten! Ik rol me weer op in mijn slaapzak en sukkel weer in slaap. Tegen zeven uur wordt de lucht al wat licht als ik buiten mijn blaas leeg en vervolgens ga ik maar eens koffie zetten. Het is een ijskoude nacht geweest. Dan belt Marianne. Geen goed teken denk ik nog als ik de telefoon opneem. Het gaat nu echt niet goed met de hond. Hij wil niet meer eten, ademt zwaar en kruipt weg. Vandaag of morgen is het gebeurd met hem. Dat betekent dat ik toch maar wat eerder ga inpakken dan gepland. Het zat er aan te komen, dat deze dag zou aanbreken. Om negen uur weer telefoon. Het is tijd om in te gaan pakken. Marianne is helemaal óp en de hond ook. Time to go home.

 

Een maand na mijn verjaardag, op vrijdag 23 februari, vis ik een dagsessie aan het kanaal. Omdat het de komende week elke nacht matig tot streng gaat vriezen, kies ik maar voor het overdag afvissen van enkele kanaalstekken. Mobiel zijn en de vis opzoeken tijdens de zonovergoten uren, lijkt een betere optie dan in de nacht vissen opwachten. Het is mijn laatste kans op een februarivis. Ik heb mijn aas nog wat extra attractie gegeven door er een tijgernootdip overheen te gieten en elke rig een klein funnelwebje met gesoakt boiliekruim mee te geven. Om tien uur liggen mijn hengels erin op de eerste stek bij de Schoorbrug, net achter de keitjes. Na drie uur houd ik het op de eerste stek voor gezien. De tweede stek ligt ongeveer driehonderd meter verderop. Klokslag een liggen mijn hengels opnieuw beaasd in het zonnebadende sop. Inmiddels is het op de kant vier graden, maar de koude oostenwind die met kracht vier de omgeving teistert laat het veel kouder aanvoelen. Ook deze stek ligt in de luwte onderaan het talud en vol in de zon. Als ik ergens kans maak is het hier. Weer drie uur gaan voorbij en op een korte visite van Bjorn na, blijf ik ook nu weer zonder actie. Ik stel mijn vertrek nog een beetje uit, maar diep vanbinnen weet ik al dat er ook dit jaar geen februarivis op de mat gaat komen. Zelfs de beste uren van de dag blijken niet goed genoeg om een aanbeet te forceren. Ik gooi de handdoek in de ring en ga inpakken. Met de koude periode in het vooruitzicht, verwacht ik dat het ook komend weekend wel eens een “mission impossible” kan worden.

 

Zondag 4 maart vis ik een dagsessie op dezelfde stekken als vorige week, maar in omgekeerde volgorde. Klokslag tien liggen de drie hengels op de steunen en typ ik in de auto de eerste letters van dit verslag. De zon gaat schuil achter een dun wolkendek en laat zich nu en dan even zien om vervolgens weer aan het oog onttrokken te worden. Het water is helderder dan vorige week en dat is na alle vorst geen wonder. Vandaag belooft de weerman dat de temperatuur gaat oplopen tot maar liefst elf graden en dat zou echt super zijn. Eens kijken of ze willen zwemmen vandaag. Om twaalf uur is het al acht graden en de zon schijnt volop. Omdat er op de eerste stek niks gebeurt, ga ik mijn hengels binnendraaien en vertrek naar stek twee. Daar geef ik mezelf ook de beste kansen vandaag. De barometer is nog iets gezakt naar 994 terwijl de temperatuur nog verder is gestegen en zelfs de dubbele cijfers heeft bereikt. Helaas komt er steeds wat meer sluierbewolking waardoor het op de tweede stek minder zonnig is. Ook op deze stek gebeurt het dus niet en na 6 uur effectieve vistijd houd ik het voor gezien. Het pluspunt is dat de winter het lijkt te hebben opgegeven en dat de lente nu echt in aantocht is. Tijd om eens goed na te denken over mijn voorjaarsoffensief.

 

Vrijdag negen maart zit ik weer eens voor een nachtje aan de grindplas. Bekaf, na vijf dagen klussen aan het huis van Mathijs. Iedere vrije minuut is besteed aan het schilderen en andere opknap werkzaamheden, maar nu is het vistijd. Drie hengels leg ik op de rodpod. Na het eten kijk ik een filmpje, maar ik kan mijn ogen niet open houden en om negen uur gaat het lampje uit. Iets na drie uur krijg ik weer een enorme lijnzwemmer. Mijn eerste gedachte gaat naar de bever, maar daar kan ik vandaag geen bewijs voor vinden. Er is natuurlijk vier dagen gevoerd door Bjorn, dus het kan ook vis zijn geweest. Ik kruip mijn warme bed maar weer in want er moet nog wat slaap worden ingehaald. Om zeven uur word ik wakker in het licht. Er is niks meer gebeurd dus drink ik koffie en ga om tien uur inpakken. Volgende week weer een nieuwe kans.

 

Vrijdag de zestiende doe ik een nachtje aan de werf in Weert. De dag is besteed aan een ochtend werken en een middag klussen, en dat mag ik morgen weer doen, maar nu is het tijd om te vissen. Om zes uur staat het onderkomen en liggen er drie hengels in het sop. Eentje links bij de palen, eentje naar rechts bij het trapje en een in de vaargeul met een hinged stiff rig en een pop-up. Het is vies weer, een soort van ijzelachtige neerslag, en het gaat vannacht weer onder nul. Ik kijk een filmpje en lees nog wat in mijn boek. Daarna is het bedtijd. Om vijf uur word ik wakker, doe buiten een plas in een koude wind met hier en daar een wit vlokje. Ik duik nog even tussen de lappen en sta om zeven uur echt op. Tijd voor koffie. Ook de ochtenduren gaan gepaard met winterse neerslag. Ik besluit om het tot tien uur een kans te geven en ondertussen vast te gaan inpakken. Volgende week met Bjorn naar WSC Lake in Zevenaar. Eens kijken of dat een maartse vis wil opleveren want tot nu toe is het aardig kalm. Tijdens het opruimen passeert er een boot, juist als ik mijn middelste hengel uit de vaargeul heb getrokken. Als ik hem wil gaan opbergen in mijn foedraal, krijg ik een aanbeet op mijn rechter hengel die aan de eigen kant ligt. Bij het oppakken komt er ook direct een lange streng van een braamstruik mee naar boven mét wat zijtakjes en een bijkomend wortelstelsel. Zo is het nog een hele opgave om de vis, die er goed uitziet, af te drillen. Gelukkig schuift de tak, zij het wat stroefjes, over de lijn en loopt hij niet vast in het topoog. Met ijskoude klauwen, weet ik de vis in het net te loodsen. Mijn eerste

30-er van het jaar is binnen. Met 96 centimeter is de lengte prima in orde, maar het gewicht valt toch nog wat tegen. Met 33 pond aan de unster is het zeker niks om je neus voor op te halen, maar je verwacht toch iets meer met dit formaat. Het opruimen kost me minder moeite na het fotograferen en terugzetten van de vis. De eerste goeie van het jaar is binnen. Happy days.

 

Donderdag de 21e heb ik een korte werkdag. Ik ben iets na een uur thuis en gooi mijn visspullen in de auto. Eerst rijd ik naar Asten waar ik mijn nieuwe tent kan ophalen en vervolgens rijd ik door naar Zevenbergen. Daar vis ik een sessie op WSC Lake samen met Bjorn. Een cadeautje wat ik van hem heb gekregen voor mijn verjaardag. Het is even zoeken naar de juiste locatie, maar tegen vier uur sta ik midden tussen de omgeploegde akkers aan de oevers van het water. Heel erg groot is het niet, maar er moet toch een behoorlijk bestand op rondzwemmen. Veel Franse spiegels en wat schubs. Rond half zes liggen onze hengels in positie en zitten we aan een biertje. We hebben allebei een stok met een madenrig ingezet en verder vis ik met een hinged stiff rig als zoekhengel en een gewone boiliehengel aan de overzijde van de plas. Ik haal friet en we ouwehoeren wat over onze aanstaande Frankrijksessie. Tegen half tien krijg ik een volle fluiter op mijn middelste hengel en ren ik honderd meter naar mijn eigen stek. Even later schuift Bjorn het net onder een ijskoude spiegel. Ik schat hem een kilootje of elf en dat klopt exact, ondanks een lengte van slechts 74 centimeter. Ik verwacht nog wel wat bij te vangen. We drinken daarna ons biertje op en gaan vervolgens pitten. In elk geval fijn dat er weer een visje op de mat heeft gelegen. Om zes uur word ik wakker van een blaffende hond bij de boerderij aan de overkant. Het wordt al aardig licht dus sta ik op en ga koffie zetten. Om zeven uur leg ik mijn madenstok opnieuw weg met de voerboot en gooi ik mijn middelste hengel opnieuw in. Kijken of we nog wat actie kunnen forceren. Er moeten er toch nog één of twee uit kunnen komen. Om kwart voor acht krijg ik een soort van brasem aanbeet op mijn middelste hengel. Ik sta bij mijn hengel en zie dat er verder niks gebeurt, dus neem ik de lijn tussen duim en wijsvinger om even te voelen. De lijn hangt wel erg slap en ik krijg ook niet heel snel contact met het lood. Ik besluit de hengel op te pakken en binnen te draaien en na een meter of tien krijg ik contact. Even later mag een schubje van 70 centimeter en een kilo of acht op de foto. Ik smijt de hengel terug en loop even naar Bjorn. Die is net wakker en zit aan de koffie. Bij hem is helaas alles erg rustig gebleven afgelopen nacht. Om tien over half negen komt zelfs vis drie op de kant. Weer aan de hinged stiff rig met als aas een zachtrose, in wonderberry gesoakte, Mainline pop-up. Een spiegel van 12,6 kilo, en 77 centimeter is de grootste tot nu toe. Bjorn maakt foto’s en ik zet nog een bak koffie. Nu slaat de hebberigheid toe en wil ik nog meer vangen. Ik vervang mijn liggende boilie voor een identieke montage als op mijn succeshengel en leg hem een meter of tien uit de overkant. Helaas gebeurt er verder niks meer en pakken we om elf uur ons boeltje bij elkaar. De terugweg naar de auto is zwaar met alle spullen op mijn kar en ik moet onderweg maar liefst vier adempauzes inlassen. Net als Bjorn die voor mij loopt. Ik bedank hem voor een mooi verjaardagscadeau en rijd naar huis. Tsjakka, drie vissen in de pocket.

 

Donderdag 29 maart doe ik nog een sessie op de stek waar ik twee weken geleden mijn dertiger ving. Geen idee of dat deze instant sessie iets gaat opleveren, maar ik denk dat ik een goede kans maak. Bjorn zit vannacht achter het hek. Even na achten meld hij dat hij er eentje heeft. Een schubje weer. Nou ja, beter dan niks, dus ik moet maar hopen dat er bij mij ook nog wat gebeurt. De avond kruipt voorbij zonder enige vorm van actie. De nacht ook, maar om zeven minuten over zes word ik gewekt door een serie piepen gevolgd door nog meer kabaal. Er schuift een boot langs. Pff wat een manier om wakker te worden zeg. Ik kijk even buiten, besluit de hele handel te laten liggen zoals het ligt, en kruip weer onder mijn oval. Kachel aan en koffie zetten. Om kwart over negen krijg ik een run bij de palen. Ik voel direct dat het om een kleinere vis gaat, maar vis is vis. Een spiegeltje mag even later met me op de foto. Ik besluit het tot half elf vol te houden en ga daarna inpakken en naar huis. Toch lekker dat ik weer met vis naar huis ga. Eens kijken of ik eerste of tweede Paasdag nog kan gaan.

 

Op tweede Paasdag ga ik mijn eerste sessie aan de Maas vissen. Ik heb kennelijk wat met werfjes de laatste tijd, want ook aan de rivier weet ik er eentje die in het vroege voorjaar vaak vis oplevert. Om zeven uur liggen mijn hengels erin en vijf minuten later kan ik mijn eerste aanbeet van de dag al optekenen. Een rare aanbeet die zich verzilvert in puur goud als er een oranje koi, het is zelfs een spiegel, aan blijkt te hangen. In het heldere Maaswater zie ik “de winterwortel” voorbij zwemmen, voordat hij tussen de armen van mijn net verdwijnt. Na enkele foto’s mag het visje terug en kruip ik met een smile op mijn gezicht, terug onder mijn paraplu. Binnen hetzelfde half uur vang ik ook nog een winde aan dezelfde hengel. Ook die soort is actief in het voorjaar. De windetrek is op veel rivieren een bekend verschijnsel. Hopelijk komt er ook nog een karper(tje) langs. Een tweede winde verhangt zich rond half negen en weet ook mijn andere lijn op te pikken. Dat kost me uiteindelijk een volledige montage omdat alles vast zit achter een rivierkei. Nou ja, ik heb in elk geval wat actie. Om tien uur ga ik inpakken. Als ik naar het water loop, zie ik mijn vangst van de ochtend op het talud naast mijn hengels zwemmen. Kennelijk komt hij nog even goeiedag zeggen, of zijn oranje middelvin(ger) opsteken of zo. Het is goed geweest voor vandaag.

 

Op vrijdag 6 april zit ik ’s ochtends achter mijn computer. Afgelopen week heeft Bjorn een aantal dagen voor me gevoerd op het grindgat en daar ga ik vanavond heen. De vooruitzichten voor dit weekend worden steeds beter en morgen gaan we zelfs over de twintig graden is de verwachting. Met een beetje geluk trekt dat de vis naar het hoekje waar Bjorn voor me gevoerd heeft. Aan alle drie mijn hengels zitten kersverse onderlijnen en mijn fish-strawberry boilies heb ik gisterenavond ook al uit de vriezer getrokken. Nu nog even wat werk verrichten en dan vanmiddag op tijd die kant op. Om half vijf liggen mijn hengels erin. Het is warm in de zon, maar er staat een kille zuidoosten wind over het water. Onder mijn paraplu is het gewoon zomers warm, zelfs zonder mijn kachel. Bjorn komt langs en brengt een pet. In ruil neemt hij het geld mee voor onze boilies die we in Frankrijk gaan gebruiken. Tegen kwart voor negen begint het goed te schemeren en ga ik een filmpje kijken. Tot nu toe is alles rustig. Op een enkele blauwe piep na, is er ook ‘s nachts geen actie en om tien over zes word ik wakker. Tijd voor koffie en om in de ochtendschemering over het water te zoeken naar tekenen van vis. De koffie smaakt prima en de opkomende zon doet het er hoopvol uitzien voor de ochtend. Ik kijk naar een filmpje van Pilaar en nog een van Mark Pitchers die de zoveelste challenge moet doen. Als het tegen tienen loopt, besluit ik te gaan opruimen. Er is niets gebeurd en dat maakt dat ik weer achttien uren blanken kan bijschrijven in het logboek. Op zich is dat niet erg. De volgende sessie heb ik tijd genoeg om de aantallen wat op te krikken, want komende zondag rijden Bjorn en ik in alle vroegte naar het etang. Hopelijk treffen we daar een vrije stek op de nachtzone en dan gaan we voor zes nachten los. Duimen voor een plekje.

 

Zaterdag, de dag voor het vertrek, vinden de laatste voorbereidingen plaats. Eerst rijd ik ‘s ochtends met de aanhanger langs de scouting om spullen weg te brengen voor de rommelmarkt en vervolgens rijd ik met de volgende aanhanger naar de stort. Dan begint op de oprit het spelletje karper-Tetris. Tegen lunchtijd zit alles erin op mijn aas en mijn reservekleren na. De garage heeft er nog nooit zo opgeruimd uitgezien. In de middag zit ik me wat te vervelen en ondanks het mooie weer krijg ik mijn draai niet echt gevonden. Dat is niks nieuws de dag voorafgaand aan een lange sessie. Morgen om vijf uur treffen Bjorn en ik elkaar bij het tankstation langs de A-2. Ik ben om half vier klaarwakker dus het is geen wonder dat ik keurig op tijd bij het tankstation sta. Bjorn komt nauwelijks een minuut later. We drinken koffie en vertrekken om kwart over vijf. Na exact twee uur bereiken we de Franse grens en nog zeven uur later komen we op de plaats van bestemming. Het water staat een stuk hoger dan de vorige keer. We kunnen tegen de bomenrand aan zitten en dan is er nog nauwelijks genoeg plek voor onze tenten. Het eerste wat mij opvalt is een witte bus en een aantal foedralen die tegen het hekje staan. Dan zie ik iemand van de stek naar de bus lopen met zijn handen vol materiaal. Zouden we echt zoveel geluk hebben? Ik maak een praatje met de man die inderdaad aan het inpakken is, net als zijn twee vrienden. We hebben dezelfde zone als vorig jaar. Top! We doen rustig aan want we hebben tijd genoeg en er staat eigenlijk ook teveel wind om makkelijk uit te kunnen varen. Om zes uur staat ons kampement, hebben we elk een paar biertjes op en gaan we eten. De hengels komen daarna wel. Om half acht ga ik uitvaren en een half uurtje later liggen de hengels erin. Zo goed en zo kwaad als het gaat tenminste, want de wind maakt het uitvaren er niet gemakkelijker op. Nou ja, de eerste nacht verwacht ik sowieso niet veel. Ik ruim mijn zooi rond de tent op en ga een biertje drinken met Bjorn. De sessie is begonnen. Om half tien vind ik het mooi geweest. De fut is eruit en ik zoek mijn tent op. Scherp vissen zal lastig worden, want door de wind verzamelt zich veel draadalg in de lijnen. Ik heb mijn piepers minder gevoelig gezet, zodat ik niet teveel valse piepen krijg vannacht. De kikkers zijn aardig actief met hun gekwaak, maar ik vraag me af of ik daar vannacht veel van mee ga krijgen. Om drie uur word ik even wakker, kennelijk, van een piep want de groene led op mijn sounderbox brandt. Ik doe een plas en kruip mijn nest weer in. Om zeven uur sta ik op en ga ik koffie zetten. Een uurtje later is Bjorn er ook en draaien we de hengels binnen. We passen het een en ander aan, aan onze hengels en montages en varen vervolgens onze markers uit. Dan trekken we een strook met boilies en tijgers van ruim driehonderd meter tussen de 120 en 220 meter afstand. Dan gaan de hengels erop, de markers eruit en worden de lijnen gemarkeerd met elastiek. We kunnen vanaf nu alles met de voerboot uitvaren en dat is wel zo makkelijk. We gaan er alleen nog maar met de boot op als we de voerstrook gaan onderhouden. Tijd voor een hapje en een kleine siësta. Heerlijk dit. Het voelt goed om hier te zijn. De middag en de avond vliegen voorbij en het is ineens dinsdagochtend. We hebben allebei wat piepen gehad, maar geen runs kunnen optekenen. Om kwart over vijf ga ik koffie zetten. Twee nachten voorbij, en nul vissen. Na het ochtendritueel van koffie en rondkijken, gaat Bjorn boodschappen doen. Hij zal ook op verschillende plekken naar de ondiepe zones gaan kijken. Na een klein uurtje gaat de telefoon. Bjorn Emans, staat er in het schermpje. Hij heeft ze gevonden in de uiterste oosthoek van het water. Daar gaan we beurtelings overdag eens een uurtje proberen. Vroeg in de middag gaat Bjorn als eerste die kant op. Na een kwartiertje hangt hij al aan de telefoon. De vissen zitten er nog steeds. Ik wens hem succes en maak mijn spullen in orde, voor mijn beurt als hij terug is. Hopelijk kunnen we hier overdag wat actie afdwingen, want op een enkele piep van de wind na, gebeurt hier bitter weinig. Hij vangt niks en ook ik kan mijn beurt niet verzilveren deze keer. Vlak voordat ik daar ga opruimen, belt Bjorn om te vragen hoe het gaat en geeft me en passant mee om vast eens na te denken over “opties”. Teruggekomen in het basiskamp komen diverse stekken uit het verleden, en ongeveer op weg naar huis, langs als mogelijkheden als er vannacht weer niks gebeurt. Ook gaat het de komende dagen warm worden met temperaturen van 26-28 graden. En, niet onbelangrijk, op de Maas weten we preciés waar de vissen met warm weer uithangen. Daar zijn we vast véél succesvoller. Nadat we al bijna zijn begonnen met de voorbereidingen voor een eventuele thuisreis, is het Nicole die Bjorn de vraag stelt of we er dan wel zeker van zijn dat we op de Maas wél gaan vangen of dat de vissen daar met de eerste hittegolf van het voorjaar daar ook gewoon alleen in de zon liggen. Goed punt. Dan geeft ze de genadeklap en stelt vraag twee. Of we niet gewoon kunnen genieten van de omgeving, en van de rust en ontspanning die we hier hebben. Weegt dat op tegen een stressvolle thuisreis en haastig gedoe om dezelfde avond met geminimaliseerde uitrusting weer op pad te gaan? Soms zijn partners de beste raadgevers. We varen onze lijnen opnieuw uit en besluiten het uit te zitten met af en toe een kansje in een van de uithoeken van het water. Vervolgens zitten we tot half twaalf buiten en gaan daarna de slaapzakken opzoeken. Nog even de kachel aan want het is inmiddels weer aardig afgekoeld. Twaalf uur gaan de luikjes dicht. Als ze om half zeven weer open gaan, is er nog steeds niks gebeurd. Ik ben teleurgesteld merk ik, maar vooral omdat ik geen enkel aanknopingspunt heb. Waar hangt de vis uit? Waarom vreten ze niet? Ik zet koffie en werk mijn verslag bij. Als Bjorn wakker is rond half negen evalueren we de nacht. Daar zijn we zo mee klaar. Vanavond vaar ik minstens een stok honderd meter verder uit. Hopelijk brengt dat iets teweeg. Dan pak ik mijn spullen bij elkaar om nog even de ondiepte op te gaan. Er zit een visser op de stek, een Franse Nash visser, die ook nog niks heeft. Dat hoef ik niet eens te vragen want zijn net en onthaakmat zijn nog droog. Via de bakker en de baai aan de westzijde, waar ik drie vissen kan spotten, rijd ik terug naar ons kamp. Na een kort overleg met Bjorn vertrekt hij even later voor zijn poging. Het gaat niet van een leien dakje deze sessie. In de westelijke paaizone ligt nu werkelijk veel vis volgens Bjorn. Een aantal veertigers en mogelijk zelfs een vijftiger. Rolf zit in Duitsland en heeft ook alleen een brasem voor de moeite. We hebben waarschijnlijk de slechtste week uitgekozen om te gaan vissen, want in heel Nederland, België en Frankrijk wordt geblankt alsof het niks is. Ik hoop op een enkele aanbeet en ga die vannacht proberen te bewerkstelligen op driehonderd meter. Ook daar hebben we echter allebei niet veel vertrouwen in. De vraag of het nog nut heeft om na een vierde nacht blanken nóg langer te blijven steekt weer de kop op. Ik merk dat het dan voor mij wel klaar is. Om het uit te zitten onder deze omstandigheden is voor mij een te grote opgave. We zijn het redelijk snel eens en pakken de spullen bij elkaar. We laden alles in, gaan pizza eten en rijden dan naar de nachtstek op de punt, waar we een nacht naast de hengels slapen in de open lucht. We drinken daar nog wat en hebben een goed gesprek, voor de tweede avond op rij, en gaan dan slapen. Om vijf uur ben ik wakker. Het is helder en ik zie enorm veel sterren. De grote en de kleine beer, Cassiopeus en drie satellieten. Het is niet koud en ook met de vocht lijkt het mee te vallen. Ik zet koffie en zie in het oosten het licht langzaam in kracht toenemen. De sessie zit erop. Geen vis gevangen, maar samen met Bjorn onze vriendschap nog hechter voelen worden. We gaan weer meer samen vissen en ook vissen delen. Dat is iets wat we allebei moeten leren, maar waar de tijd ook rijp voor lijkt te zijn. Eens zien als we run om run vissen, hoe dat voelt. Omdat de sessie zo toch wel heel abrupt is gestopt, besluiten Bjorn en ik dat de afgelopen dagen als het a-deel van onze voorjaarssessie wordt gezien en dat we komend weekend nog een b-deel gaan vissen. Vrijdag gaan we voor een nachtje naar Asselt of misschien toch naar het talud op ons grindgat en leggen we meteen de boot erin.

 

We proberen het voor het b-deel nog maar eens op de Maas. Ik heb Demaine van stal gehaald en sta om zes uur kant en klaar in de haven om haar met hulp van de twee vismaten in het water te krijgen. Dat gaat vrij eenvoudig en na een minuut of vijf rolt ze van de trailer af. We pakken op ons gemak de boten in en varen naar de plas. Bjorn zit met Victor op de dijk en ik op de taludstek aan de overzijde. Ik heb een mooi stekje gevonden, helemaal onderaan het talud en voel me hier één met de natuur. Er klapt tot tweemaal toe een grote vis uit het water, niet heel ver achter mijn linker hengel, maar aanbeten blijven uit deze nacht. In de ochtend ben ik om half zeven wakker en zie twee bevers langs zwemmen. Die maakten gisterenavond hun ongenoegen over mijn aanwezigheid al kenbaar door met hun staart op het water te slaan. Chagrijnige beesten, bevers! Om tien over half negen krijg ik een aanbeet op mijn linker hengel. De vis gaat erg hard en ik denk in allereerste instantie aan meerval, totdat ik de lijn achter een vinstraal voel wegschieten. Het is een schub van 13,1 kilo en 85 cm. Lekker toch nog vis. Ik leg de hengel niet meer terug. Tegen negen uur zit de vierde bak koffie erin en ga ik opruimen. Het water komt ook steeds hoger, dus dat wordt tijd. Bjorn en Victor hebben nog een stunt bij vertrek. Als Victor binnen draait, haakt hij een meerval in de staart en worden ze een uur met de boot over de plas getrokken. Een meter zesenzeventig en veertig kilo. Oef, ik ben blij dat die beker aan mij voorbij gegaan is. Ik ben geen fan van die snorren. Gelukkig had ik toch nog vis deze week en kan ik alsnog met een tevreden gevoel terugkijken.

Zondag de 22e, heeft Marianne een workshop in Overloon. Vivian haalt haar om kwart voor negen op en omdat het geen enkele zin heeft om de hele dag thuis rond te hangen, ga ik een dagje stalken. Ik rijd naar Asselt en loop eerst bij de eindplas langs de gebruikelijke oever. Daar is op een enkele brasem na, niks te zien. Dan loop ik langs de oever die naar de Maasingang leidt en zie ik in de hoek bij de boom vis zwemmen. Ik haal mijn kar en gooi twee hengels uit op de globale trekroute van de vis. Als ik een half uurtje later een zware vis hoor draaien wat meer naar het midden, gooi ik daar nog een chod bovenop. Eens kijken of er wat af wil lopen. Ik geef het tot twaalf uur hier en dan ga ik verkassen als er niks gebeurt. De zon laat het om half twaalf al afweten, terwijl er toch nog mooi weer voorspeld is. De wind doet het oppervlak rimpelen en bemoeilijkt eveneens een makkelijke observatie. De condities zijn dus een pak minder dan voorspeld werd. Alleen de temperatuur en de barometer komen de voorspelling na met waarden van net boven de twintig en 1013 Mbar. Na anderhalf uur effectieve vistijd zonder actie, verhuis ik naar stek twee. Ik meen in ons bekende hoekje een boeggolf te ontwaren, dus plof ik voor een uurtje tussen de struikjes. Het wolkendek trekt weer wat open en het is inmiddels 24 graden. Ook daar is het niks en als ik ga opruimen, kondigt zich in de verte een onweer aan. Ik rijd net ter hoogte van Leeuwen als de eerste druppels vallen. Ik ben onderweg naar het paaipuntje en als ik daar stop, stopt het ook met regenen. Timing! Alles is vrij dus neem ik plaats aan de ingang van het paaigat. De visapp zegt dat hier met twee hengels gevist mag worden, maar ik kies voor eentje meer. Ook hier geef ik mezelf anderhalf uur. Dat met genoeg zijn. Enkele jaren geleden ving ik hier twee dertigers en een kleinere vis in nauwelijks twee uur tijd. Deze keer gebeurt het daar ook niet en om kwart voor vier is het tijdstip aangebroken om te vertrekken. Ondanks de tegenvallende resultaten, was dit een leuke actieve sessie.

 

Ook de sessie daarna is een stalksessie. Ik kan geen enkele nacht ingepland krijgen dit weekend, dus ga ik de zaterdag na Koningsdag naar het binnenterrein. Om zes uur liggen de hengels erin. De linker op een meter of veertig schuin naar links, de rechter stijf in het kantje. Ik schenk een kop koffie in en kijk om me heen. Duizend kleuren groen met hier een daar een geel of wit accent. Twee bevers, oevervegetatie die net boven het oppervlak uit komt en zich laat strelen door een zuidwesten windje. Om me heen het gekwetter van vogels die trachten een partner te verleiden een gezinnetje te stichten. Kortom, het is volop lente. Om half zeven ineens vette actie op de kantstok. Een schubje van een kilo of drie wordt even later over het netkoord getrokken. In elk geval actie. Ik maak de chod los en laat het visje terug in zijn habitat. Ik fluister hem in zijn overgrootmoeder maar eens te gaan halen. Er zit zware vis hier, maar om die tussen al het gespuis uit te plukken is niet eenvoudig. Even na zevenen wat geflapper op mijn linker hengel, maar als ik die oppak is er niks daar. Ik gooi hem terug en voer wat bij met de pijp. Negen uur visje twee. Weer een schubje. Deze is twee keer zo groot als zijn voorganger. Als deze lijn zich voortzet is mijn vierde vis een goeie. Om tien voor tien komt de eerste vis op mijn linker hengel. Een schubje van hetzelfde formaat als zijn voorganger. Lekker voor de aantallen en dat mag ook wel na de mislukte sessie in Frankrijk. Om kwart voor twaalf komt visje nummer vier. De grootste tot nu toe, maar ook met deze zal ik geen krantenkoppen halen. Vijfenzeventig centimeter en exact zeven kilo. Nog ééntje als het kan en dan ga ik inpakken. Tien voor half een trekt mijn rechter top krom, maar voordat ik de hengel kan oppakken is het al voorbij. Kans verkeken. Ik probeer het nog tien minuten, maar er gebeurt niks meer. Volgende week maar weer gewoon een nachtje doen.

Maandag de dertigste april, rijd ik na het eten naar de plas om met de pijp wat boilies te voeren op de stek naast het botenhuis. Investeren voor een avondje vissen na het werk op woensdag. Ik heb de zuidwestenwind vol tegen en met kracht vijf doet deze er alles aan om de afstanden te minimaliseren. Vijftig, hoogstens zestig meter verderop vallen ze met kleine plonsjes in het water. Het grootste voordeel is dat de meeuwen nu in elk geval niet actief zijn. Een ander pluspunt is de ogenschijnlijke afwezigheid van vissers. Ik kan er tenminste geen ontdekken. Met een ongemakkelijk aanvoelende rechterarm stap ik tien minuten later de auto weer in. No pain, no gain! Ook de dinsdag wordt dezelfde weg afgelegd en verdwijnt er weer 750 gram boilies wijd verspreid in het natte sop. Woensdag om kwart over zes liggen er twee hengels op de steunen te wachten op wat komen gaat en zit ik ernaast met dezelfde gedachte. Vanavond zijn in elk geval nog geen surfers te ontdekken. Klokslag half acht loopt mijn linker hengel af. De vis verweert zich goed en stelt mij en mijn materiaal stevig op de proef. Na tien minuten capituleert ze en kan ik haar het net in loodsen. De vis is breed en ook niet al te kort. Als ik de zaak opmeet kan ik eenendertig pond noteren bij 86 centimeter. Lekker hoor, zo’n avondje. Als ik de vis heb teruggezet, zie ik dat ze goed op het voer heeft gelegen want de mat zit onder de boiliepap. Een kleine drie kwartier later vang ik een Chinees van precies een meter. Wegen doe ik hem niet want het beest is nogal van slag, dus snel terug ermee. Tegen negen uur valt de wind weg. Ik geef mezelf nog een kwartier voor een laatste aanbeet en anders pak ik in. Als ik met Bjorn aan de telefoon zit, die een nachtje met Dennie Nelissen aan het water zit, krijg ik weer een run op mijn linker hengel. Deze vis zoekt links van me de kantzone op, maar ook deze komt binnen. Weer een spiegel van net over de dertig pond, en een centimeter langer dan zijn spiegelige voorganger. Tevreden pak ik in. Vrijdag ga ik lekker weer een nachtje doen aan de rivier of een grindgat. Daar heb ik nu al zin in.

Vrijdag 4 mei, de dag van de Dodenherdenking, vis ik samen met Bjorn een nacht op de plas. Ik ben mijn oval vergeten, maar mijn vismaat weet er eentje te regelen voor me bij Dennie Nelissen. Om acht uur liggen de hengels erin en zitten we op het dijkje. We vissen tien jaar samen en dit is onze jubileumsessie. Een mooie vis voor ieder van ons zou een mooi aandenken zijn. Er gebeurt echter bitter weinig en ook ‘s nachts is er meer dan genoeg tijd voor slaap. Op een bepaald moment heb ik op beide hengels tegelijk actie. Een meerval jaagt op de ondiepte, een meter of vijf van mijn rodpod af, en raakt beide lijnen. Het water in de plas is aardig troebel en de natuur loopt achter op vorig jaar. Geen wier en er lijkt een sliblaag op de normaal knetterharde bodem te liggen. Wellicht komt dat van het baggeren. De vis lijkt in de huidige periode ook meer op de rivier te hangen dan op de gaten, want Bjorn blankte twee dagen geleden ook al op het naaktstrand. Nou ja, het zal allemaal wel weer goed komen. In de ochtend lopen we een heel stuk langs de waterrand, de polaroid op de neus, maar er is geen vis te spotten. We varen na het inpakken nog over het diepe deel van onze grindplas en zien dieptes tot over de twintig meter op het scherm van mijn Dragonfly. Ook hier is op geen enkele plek vis te zien. Het zal dus van de korte sessies afhangen de komende periode, totdat de vis de gaten weer gaat opzwemmen. Eens zien wanneer we weer een korte sessie kunnen doen.

 

Zondagochtend zes mei ben ik terug bij het botenhuis. Mijn stek is vrij en ik vis vandaag op de bonnefooi. Niet gevoerd, niets voorbereid, maar gewoon lekker instant zonder verwachtingen. Het belooft vandaag weer een warme dag te worden en als ik om zes uur achter mijn hengels zit, is de zon al laag boven de kim zichtbaar. Heel veel tekenen van karper zijn er niet, hoewel er een beste vis draait tussen de bootjes van de visclub. Het water is aardig vlak, dus verwacht ik wel wat activiteit te kunnen waarnemen. Er zijn drie stekken bezet aan de oostzijde van het water, maar voor de rest is het rustig. Ik geniet van een verse kop koffie en van de ontwakende natuur. Futen en waterhoentjes zijn actief en gelukkig is er van de vermaledijde meeuwen nog geen spoor te bekennen. Na een half uurtje draait er een visje tussen beide hengels in. Daar ligt ook her en der een bolletje, dus hopelijk volgt hij het spoor naar een van beide vallen. Ik speur de hele ochtend het water af, maar er is verder geen teken van leven te zien. De luchtdruk is met 1023 ook aan de hoge kant en de wind komt eigenlijk ook uit de verkeerde hoek. Ik denk eigenlijk dat het niet gaat gebeuren vandaag. Maar om kwart voor tien is er toch ineens actie! Het blijkt een zeelt voor de moeite. Ik besluit het pondje boilies wat ik nog bij me heb te voeren bij vertrek en morgenavond nog eens terug te komen voor een voerbeurt. Misschien dat ik dinsdag nog een koorsessie kan doen.

 

Om kwart voor zeven trek ik een ijskoud blik Radler open. Het is dinsdagavond en ik zit op mijn emmertje aan het water. De vallen zijn uitgezet. Vlijmscherpe haken met een Peach bodemaasje als verleidster, liggen zo’n zeventig meter verderop in het lauwe sop. Ik ben benieuwd of mijn succes van vorige week woensdagavond een vervolg gaat krijgen. Twee dagen voorvoeren moet helpen om dat af te dwingen. Regelmatig zie ik beweging aan de oppervlakte en ook niet al te ver van mijn beide hengels vandaan. Ik heb er redelijk wat vertrouwen in. Om half acht krijg ik net als vorige week mijn eerste aanbeet. Als ik contact maak zie ik even een stukje staart boven water. Te grijs van kleur en ik denk aan een graskarper. De dril geeft me hetzelfde beeld en dat wordt even later bij het eerste oogcontact bevestigd. Haak eruit, vis terug, nieuwe boilie eraan en weer terug met die stok. Hopelijk komt er een vervolg met de juiste vissoort. Vijf voor acht, aanbeet twee. Ditmaal een zeelt. Actie genoeg, dat dan weer wel, maar nog geen karper. Toch gaat die ook nog komen. Het vertrouwen is hoog. Om vijf over half negen loopt de linker hengel weer af. Deze keer is het zeker karper en net als vorige week voelt de vis log en sterk. Als ik enkele minuten aan het drillen ben loopt mijn rechter hengel af. Een dubbelrun. Gelukkig is er een Brabantse karpervisser die een praatje met me staat te maken, dus hij is zo vriendelijk om de hengel op te pakken. Als ik mijn vis, een goeie spiegel, in het net heb zitten, geeft hij mijn andere hengel terug en krijg ik de dril van mijn leven op deze plas. Ik heb hier nog nooit zo’n strijd moeten leveren met een vis. Ik weet hem maar nét uit een obstakel te houden, maar zelfs op maximale afstand weet de vis door de slip te trekken die toch niet flauw staat afgesteld. Af en toe moet ik de spoel van mijn molen wat extra afremmen met mijn wijsvinger. Ik vermoed met een van de grotere bewoners van het water te maken te hebben, maar als ik even later de vis kan zien, blijken lengte en breedte toch mee (of juist tegen) te vallen. De dertig pond gaat hij vast niet halen. Inmiddels heeft alle actie gezorgd voor een tiental kijkers op de stek. Drie volwassen buitenlanders met 5 kinderen, vier fietsers bovenop het talud en natuurlijk de Brabander. Ik meet en weeg het tweetal en klok voor de spiegel 15,2 en voor de schub 14,4 kilo. Daarna volgt een serietje foto’s waarvan een deel met de kijkende kinderen die het allemaal machtig interessant vinden en gelukkig ook een serietje zónder. Daarna mogen beide vissen weer zwemmen. Het is mooi geweest voor vandaag, dus tevreden pak ik in. Lekker zo, die koorsessies. Volgende week maar weer eentje doen als het kan.

Vrijdagavond ga ik een nachtje naar het naaktstrand. In de ochtend werk ik netjes mijn mail weg, in de middag rijd ik naar de dierenarts, haal ik nog twee lounge stoelen voor op het terras en daarna laad ik de auto in. Om vijf uur rijd ik de oprit af. Er knaagt iets in mijn hoofd dat ik wat vergeten ben, maar ik kom er niet achter wat. Halverwege besef ik me dat mijn pannetje nog thuis ligt. Bjorn neemt niet op dus haal ik bij de Vrijbuiter een pan en een krasvrije lepel. Om zes uur zet ik mijn auto op de parkeerplaats bij Herten. Ik laad mijn kar op en begin aan de mars naar mijn stek. Een half uur later liggen mijn hengels op de steunen en sta ik met een rood bezwete kop op de kant. Om af te koelen kleed ik me uit, ik ben immers op het naaktstrand, en neem een ijskoude Radler uit de koeltas. Het voelt heerlijk bevrijdend maar ook wel wat onwennig. Er zijn meerdere naaktlopers, dus ik val volgens mij niet op, hoewel ik de enige nudist met lieslaarzen ben. Daarna zet ik op mijn gemak de paraplu neer en richt ik mijn onderkomen voor de nacht in. Na een uurtje ben ik voldoende afgekoeld en kleed ik me weer aan. Het moet ook weer niet te gek worden. Naakt met lieslaarzen ziet er ook behoorlijk kinky uit, bedenk ik mezelf. Het hele water ligt bezaaid met pluizen uit de wilgen en er is niet veel beweging van vis te zien. Nou ja, het is een stek waar de meeste aanbeten pas laat in de avond en in de nacht komen. Helaas zitten er ook drie lawaaimakers aan de ingang en dat helpt vast niet voor een rustige trekroute van de vis. We zien wel. Tegen half elf drink ik nog één flesje bier en ga daarna de zak in. Even na zessen word ik wakker van een serietje piepen. Niks wat doorzet, maar ik zie dat de lijn slap op het water ligt. Toch maar even de lieslaarzen aan en het water in, maar het is loos alarm. Iets verderop tussen het riet scharrelt een meerkoet rond. Ik leg de hengel terug en ga koffie zetten. Om zeven uur trekt mijn rechter top krom en kan ik in actie komen. Het is de week van de diversiteit, want na een graskarper, een zeelt en twee karpers, kan ik nu een roofblei onthaken. Het is echt niet duidelijk waar alle karper uithangt op dit moment. Ik hoop op een aanbeet in de blessuretijd, maar dat is tevergeefs. Morgen is het Moederdag en ga ik enkele uurtjes naar de IJzeren man. Misschien...

 

Zondagochtend verloopt in aanvang best even hectisch. Er hangt regen in de lucht, maar vooralsnog is het droog terwijl ik mijn kar opbouw. Om kwart voor zes gaat mij eerste hengel erin terwijl de eerste spetters, ook niet meer dan dat, zich aandienen. Als ik de tweede hengel op de steunen leg, gaat de eerste er al vandoor. Een zeelt heeft zich verhangen aan mijn montage. Ik knoop een nieuwe boilie aan de hair en leg de linker hengel weer terug. Snel een bolletje of vijftien bijvoeren over de hele strook tussen beide hengels en dan de plu opzetten want het blijft druppelen. Nog steeds niks ernstigs, maar je wordt er wel nat van. Snelle acties, ik houd ervan. Om kwart voor zeven een graskarper op rechts. Vijf over acht een run op links die bij het oppakken van de hengel direct lost. Ik was bij de aanbeet ook niet zeker van karper, maar het is toch jammer. Ik blijf tot kwart voor tien zitten en pak dan in. Ook nu vindt het resterende deel boilies de weg naar het water. Morgenavond kom ik weer terug. Marianne moet dan naar een vergadering en dan zit ik liever hier als thuis voor de buis. En, niet onbelangrijk, tot nu toe kreeg ik tijdens mijn avondsessies steeds twee karpers op de kant. Dat mag morgen best weer gebeuren.

 

Maandag veertien mei zit ik voor de tweede dag op rij aan de plas. Gisteren in de ochtend kon ik alleen bijvangsten noteren, maar mijn avondsessies hebben hier telkens karper opgeleverd. Mijn hengels liggen er vandaag pas om zeven uur in, maar de eerste aanbeet verwacht ik toch niet voor half acht. Mijn voorspelling komt uit en zelfs om kwart voor negen heb ik nog geen teken van leven gehad. Het is de hele avond al rumoerig met waterskiërs en zwemmende honden, dus dat helpt ook niet echt. Ik besluit er nog maar een tijdje aan vast te plakken. Als die vermaledijde schreeuwers op die planken er mee ophouden, loopt er misschien nog een hengel af. Ik geef het tot half tien, zeg ik tegen mezelf. Helaas gebeurt er vandaag helemaal niks. Als ik binnen draai zit alles goed, de haken zijn scherp en er is materiaalgewijs dus niks wat niet klopt. Volgende week maar een herkansing doen op dit water en hopen dat komende donderdag met Bjorn wat oplevert.

 

Donderdag 17 mei zit ik om kwart voor tien eindelijk met Bjorn op een stek. Omdat er veel stekken bezet waren, zijn we naar het gat van Johan gereden.

Daar hebben we eerst allebei met een hengel wat rondgegooid en gevoeld of we wel kunnen vissen, want er staat best veel wier. Het water krijgt het predicaat, “bevisbaar”, dus pakken we uit en gaan op het emmertje zitten. Onze traditionele manier van samen vissen. We drinken een biertje tot kwart voor twaalf en dan gaan we pitten. Midden in de nacht krijg ik een volle fluiter op mijn rechter hengel. De vis neemt direct zoveel lijn, dat ik denk dat het om een meerval gaat. Bjorn komt aangelopen. Die heeft net ook een visje gevangen en op de mat gefotografeerd. Hij is mooi op tijd want als we ons afvragen hoe laat het is, toont de klok nét tien over twee. Allebei karper, want ook de mijne blijkt een lange schub zonder buik. Er blijft uiteindelijk elf kilo over bij een hele respectabele lengte van 88 centimeter. Na drie foto’s mag de vis weer terug en de hengel ook. Dan weer gauw de zak in. Het is best koud en ik lig te rillen in mijn slaapzak. Om kwart voor zeven word ik prettig gewekt door de tweede run. Deze keer een uitzetschubje van 7,5 kilo. Wel top om twee vissen te vangen op een onaangevoerde stek. Dan roept Bjorn. Ook hij staat te drillen, zijn derde vis zoals later blijkt. Ik maak foto’s van zijn eerste spiegel van het jaar en van het eerder gevangen schubje dat nog in zijn sling zit. Dan is het tijd voor de ochtendkoffie. Tijdens de koffie bespreken we hoe raar deze sessie eigenlijk verloopt. Instant, slechte barometer, noordoosten wind en tóch vijf runs. Tegen elke logica in, zou je zeggen. We besluiten dat Bjorn dit gat eens gaat aanvoeren en dat we gaan kijken of dat wellicht nog meer actie gaat opleveren. Tijdens de koffie zien we regelmatig bellen en andere vormen van activiteit en we denken dat er nog wel eentje af gaat komen. We besluiten tot kwart voor tien te blijven zitten en daarna te gaan inpakken. Op het tijdstip van opruimen ben ik net mijn leeg goed van gisterenavond aan het verzamelen, als mijn rechterstok voor de derde keer afloopt. Weer een uitzettertje en weer een schubje. De kleinste tot nu toe maar met 3-3 als eindstand had de sessie voor beiden ook niet beter kunnen verlopen. Ik pak in en rijd via de IJzeren man, waar ik nog wat voer, naar huis. Dit was een goede sessie. Hopelijk komt er dit weekend nog wat vis bij.

 

Eerste Pinksterdag 2018 ben ik om half zes aan de plas. Ik ben niet de eerste, want bij Dennenoord zijn er al twee vissers aan de gang. Tijdens het optuigen hoor ik aan de overkant continu een housebeat uit het bos komen. Niet echt de sfeer waarin ik zelf vertoef. Ik wil rust, koffie en, als het kan, een aanbeet aan het begin van deze sessie. Aan de rechter hengel knoop ik een Peach boilie. Aan de linker komt een testboilie van Pro Line die ik van Koos heb meegekregen. Terwijl ik op mijn stoeltje aan de koffie zit, gaat de ADHD muziek aan de overzijde gewoon door. Boem, boem, boem, alsof er een of andere inheemse stam een vruchtbaarheidsritueel uitvoert, of een regendans of zo. Het is de hengel met de test bol die om kwart voor zeven een beet aankondigt. Ik denk niet dat het een karper is, maar het voelt ook weer niet heel slecht. Tien meter voor de kant, valt hij eraf. We zullen het nooit weten, maar ik vermoed graskarper. De bol levert nog twee aanbeten op, nu van zeelten. Ze zijn behoorlijk actief. Ook komt er nog een graskarper op de kant, aan dezelfde bol nog steeds. Er lekt iets uit wat de buitenkant van de boilie slijmerig en glad maakt. De roze fluorescerende kleur zorgt voor een goede visuele prikkel. Na vier uur begin ik langzaam aan opruimen te denken. De beten zijn al ruim een uur volledig weggevallen en er is ook weinig activiteit van karper te bespeuren. Ik geef het nog een half uurtje en pak vervolgens in. Terwijl ik mijn linker hengel binnen draai, loopt de rechter ineens volle bak af. Aan de beet te horen is het weer een graskarper en dat klopt. Ik dril wat forser en dan schiet gelukkig de haak los. Ik hou er niet zo van om deze vissen te onthaken. Te onstuimig en te onvoorspelbaar. Ik ga dinsdagavond nog maar eens terug.

 

Dinsdag 22 mei doe ik mijn tweede testsessie met de Pro Line prototype boilie en vis ik hem wederom tegen de KSK Peach van Herman. Om zes uur liggen de hengels erin en dat is ruim op tijd voordat de aasperiode aanbreekt. Er hangt onweer in de lucht en de barometer is gekelderd van 1023 naar 1013. Ik hou van dergelijke dips en meestal geeft dat ook een behoorlijke respons bij de vissen die hen aanzet tot azen. Tot zover de theorie. Eens kijken of de praktijk daar op aansluit. Om tien over zeven knalt de rechter hengel er vandoor. Ik voel direct dat het om karper gaat en zie na enkele minuten een aantal vuistgrote schubben in één rij voorbijkomen. Na nog wat gespartel onder de top, sluiten de mazen van het net zich rond de vis en is hij binnen. Een rijen met tientallen minuscule schubjes over het lijf. Het gewicht is 12,4 kilo, maar bij een dergelijke pracht van nul en generlei waarde. De lengte is met 87 centimeter gewoon prima. Na enkele fotootjes mag hij terug en gooi ik de hengel opnieuw in. Met een tevreden gevoel kruip ik op mijn stoeltje. Om kwart voor negen krijg ik op dezelfde hengel een oploper tot aan de blank en zie ik een bellenplakaat waar mijn montage op de bodem ligt. De run zet niet door en ik besluit vanwege het naderend onweer te gaan inpakken. Bjorn heeft er inmiddels vier op het gat waar we afgelopen donderdag gevist hebben, waaronder de two-tone spiegel die hij vorig jaar ook al ving. Ik ben tevreden met mijn ene vis en hoop dat ik komende zondag nog wat bij kan vangen als Marianne dit weekend naar Groningen is.

 

Niet te geloven maar donderdagavond zit ik alweer op dezelfde stek. Marianne heeft vanavond met het bestuur een bijeenkomst waarin ze het jaarverslag presenteert tijdens de Algemene Ledenvergadering. Dat maakt dat ik mijn kans schoon zie en mijn visspullen meeneem voor een extra uitlaatbeurt. Een uur of twee moet er toch in kunnen zitten. Om kwart over zeven liggen de stokken op de steunen en heb ik 2/3 van de normale hoeveelheid boilies verspreid over de stek. Eens kijken of ze er weer eens intrappen. In de eerste drie kwartier zijn er in elk geval twee Chinezen de klos. Allebei aan de testbal. Daar heb ik in drie sessies de meeste vissen op gevangen, zes stuks, maar nog geen enkele echte karper. Om acht uur verwissel ik de testbal voor een nieuwe onderlijn met een Peach boilie. Ik hoop dat ik daar karper op kan vangen. Net als ik wil ingooien krijg ik een aanbeet op mijn andere hengel en even later los ik mijn eerste karper van het seizoen. Ik dril ook wat steviger dan normaal want de vis wil de kant in en ik probeer hem daarvan te weerhouden. Dan verliest de haak zijn houvast en is het over. Ik gooi beide hengels opnieuw in en vang binnen vijf minuten de derde graskarper op mijn linker hengel. Peach maakt geen verschil, kennelijk. De krengen zijn aardig actief in mijn sector. Actie genoeg in elk geval. Het begint weer eens te rommelen in de verte. Als ik op buienradar kijk zie ik dat ik rond het tijdstip van inpakken een behoorlijke bui ga krijgen. Donkerblauw met een rode kern op het beeldscherm. Ik blijf tot kwart over negen zitten, maar dan pak ik in. Het is mooi geweest. Misschien zaterdagochtend nog even hier en zondag naar het gat aan de Maas.

 

Zaterdag de 26e spendeer ik een dagje aan het verven van mijn garage. Ik denk er een halve dag voor nodig te hebben, maar dat valt vies tegen. Al bij het schuren kom ik erachter dat een deel van mijn deurkozijn aardig rot is en dat ik een stuk hout zal moeten vervangen. Ook wat opsluit latten in het deurpaneel zijn aan vervanging toe, dus ben ik ’s middags om half vier pas klaar. Bij een temperatuur van dertig graden is dat geen pretje. Als ik daarna even wat drink, zie ik dat Bjorn gebeld heeft. Ik bel hem terug en hij stelt voor om vannacht te gaan vissen. Ik stem dat af met Marianne en rijd ’s avonds om kwart over acht de oprit af. Bjorn is net gearriveerd en staat in te gooien als ik aan kom. Om negen uur liggen ook mijn hengels op de rodpod en doen we samen een biertje. De paraplu is thuisgebleven want het blijft achttien graden. Er gebeurt de hele nacht niets maar in de ochtend verspeelt eerst Bjorn een aanbeet doordat zijn onderlijn breekt. Een kwartiertje later heb ik een losser op mijn linker stok. Dan krijgt Bjorn een aanbeet die hij weet te verzilveren. Een spiegel van iets over de 20 kilo. De aanbeet die hij daarna krijgt, resulteert in een lijnbreuk door een obstakel onder water. Dat doen we knap. Vier aanbeten en slechts 25% weten te landen. Ik blijf nog tot elf uur zitten, maar er komt geen actie meer. Donderdag ga ik terug voor een nachtje, als het wier het tenminste toe blijft laten.

 

Het zweet druipt echt uit alle poriën als ik donderdagavond rond zeven uur op mijn stek kom. Bjorn heeft de hele week gevoerd bij temperaturen van net boven en onder de dertig graden. De eerste officiële hittegolf is hier in het zuiden in elk geval een feit want het is al sinds zaterdag onafgebroken warm. Zelfs de nachten zijn niet onder de achttien graden geweest. Vandaag is het met 25 graden wat koeler, maar het is nog steeds broeierig. Half acht liggen er drie hengels op schone plaatsen tussen de wierbedden en een kwartiertje later trek ik een koude Radler open als ik op de rand van mijn stretcher zit. Genieten 2.0 noemen ze dat. Rond half negen staat Bjorn ineens op de stek. Ik deel een biertje uit en we zitten naast elkaar al turend over het water. Een paar belletjes, een beetje beweging, maar niks spectaculairs. Om half tien vertrekt hij richting het thuisfront en bedenk ik mezelf of ik nog een filmpje ga kijken als het dadelijk donker wordt. Ik kijk een film over drugsmaffia in Brazilië. In de laatste vijf minuten van mei, krijg ik een aanbeet op links. De vis vecht goed en pas in het net kom ik erachter dat het een meerval is. Ik moest ook twee keer schudden voordat de vis in het net zat, maar door het wier dacht ik geen moment aan iets anders dan karper. Ik maak wat foto’s met mijn telefoon, die achteraf allemaal wazig blijken, en laat het beest vrij. Een kilo of achttien en zeker één meter dertig. De hengel gaat terug met een verse boilie. Half een ga ik slapen. Het zal morgenochtend moeten gebeuren. Om kwart voor vijf klinkt het startschot voor een hectisch half uurtje. Ik dril een schub op mijn rechter hengel terwijl ik nog wat onvast op mijn benen de slaap uit mijn ogen probeer te krijgen. Even later ligt er een karper in het net. Die mag even bijkomen in de sling, terwijl ik een nieuwe bol aanknoop en de hengel terugzwiep. Op het moment dat ik de hengel terug wil leggen op de steun vertrekt ook mijn linker hengel. Dit voelt veel lichter en een klein schubje mag even later terug. Ook die hengel wordt opnieuw beaasd en teruggegooid in het lauwe Maaswater.

Beide stokken krijgen nog wat boilies in hun directe omgeving en dan is het tijd voor een peuk en een bak koffie. Dat bakje koffie zal er niet van komen, want weliswaar heb ik thuis mijn voorraad koffie en melkpoeder aangevuld, maar een nieuwe gascartridge niet. Dat wordt dus water. In de verte dondert het een beetje. Om tien over half zes vang ik een spiegel van 90 centimeter en exact 17 kilo op mijn linker hengel. Dat is lekker, een dertiger erbij naast de schubben van 7,5 en 11 kilo. Kwart over zes begint het, naast wat gerommel, ook nog wat te flitsen. Er komt een behoorlijk onweer aan en de eerste druppels beginnen al te vallen. Het blijft maar doorregenen dus kijk ik vanaf mijn stretcher over het water. Heel af en toe draait er een visje, maar er gebeurt verder niet heel veel. Toch wel vreemd als je het zo beschouwt. In een uur tijd drie runs en dan weer uren helemaal niks. Rond tien uur begin ik al vast wat op te ruimen. Een half uur later gaan ook de hengels eruit en rijd ik naar huis. Zondag misschien een paar ochtenduurtjes meepakken.

 

Woensdag zes juni om 19.44, de cijfers van D-day, krijg ik een aanbeet op mijn rechter hengel. De zaak ligt er pas een kwartier in. Bij het oppakken van de hengel voel ik direct dat het geen karper is. Het voelt als een vis in groen gevechtstenue, een zeelt. Hoe toepasselijk. De vis schiet los, maar dat maakt me in dit geval niet veel uit. Snelle actie en hopelijk komt er ook nog karper op de kant. Om kwart over negen krijg ik een volle fluiter op links. Ik maak contact en zie zowel een groot bellenplakkaat op de plek van de aanbeet, als een vis die de oppervlakte doorklieft. De vis neemt van meet af aan lijn en lost ook. Raar dat de eerste eenentwintig aanbeten aan deze onderlijn allemaal zijn blijven hangen en dat ik van de laatste zes aanbeten de helft los. Warm water en zachte bekken zijn evident in deze tijd van het jaar, maar zo heel stevig dril ik nu ook weer niet. Bah, slecht voor het gemiddelde. Gelukkig hebben we afgelopen week een camping geboekt aan het Etang de Fouché dus heb ik uitzicht op drie weken plezier in Frankrijk over een week of vijf.

Vrijdag de achtste vis ik een nachtje met Bjorn samen. We gaan weer naar het gat van Johan, omdat daar nog steeds voldoende actie op zit. Tegen vijf uur rijd ik weg thuis. De visspullen liggen achterin en ik ben onderweg naar Demaine. Niet om te vissen, maar om er een zestal kikkers op te bevestigen zodat mijn afdekzeil beter blijft zitten. Dat gaat gelukkig goed en snel want een uurtje later heb ik mijn bestelling geplaatst in de lokale cafetaria. Een friet mét, een frikadel en een mexicano. Een kwartier later rijd ik met de bestelling op de bijrijdersstoel naar het gat waar Bjorn en ik vannacht gaan vissen. Hij arriveert tegen de tijd dat ik mijn tweede hengel erin leg. Als we beiden onze spullen erin hebben liggen komt Dennie langs voor een praatje. Hij heeft een powerpack meegenomen voor me. Een welkome en onverwachte verrassing. Hij vertelt ons dat een stuk verderop gecontroleerd wordt door politie en stadswachten. We zien even later het busje van de stadswachten voorbij komen, maar hij stopt niet. Gelukkig maar, want we mogen hier formeel niet vissen en al zéker niet ‘s nachts. Een kwartiertje later zijn ze er tóch. Ze hadden Bjorn zien lopen. We laten onze papieren zien en hoewel we net aan de verkeerde zijde van de scheidslijn zitten en overduidelijk een nachtje gaan doen, zijn beide mannen erg schappelijk. Papieren zijn in orde en we mogen blijven zitten. Rond half tien krijgt Bjorn een aanbeet maar die resulteert in een onderlijnbreuk na enkele minuten. De rest van de avond gebeurt er weinig. In de vroege ochtend een volle fluiter. Ik worstel met mijn waadpak en zie Bjorn vanuit mijn ooghoek het water in rennen. Dán realiseer ik me pas dat niet ik, maar hij een aanbeet heeft. De vis weet zowat alle wierbedden te vinden. Ik sta klaar met het net en kan er bij de eerste poging net niet bij. Dan draait de vis en slaat een kolk waarop de haak lost. Kut, dit was een beste vis en ik baal dat ik er met het net niet bij kon komen. Bjorn baalt natuurlijk nog wat meer dan ik. Warm weer, zachte bekken en wier zijn geen goede combi. Het is inmiddels kwart voor vijf. Ik ga nog even liggen, maar merk dat ik al te wakker ben om de slaap nog te kunnen vatten. Om half zes is het genoeg geweest. Ik slinger mijn onderstel de slaapzak uit en ga koffie zetten. Aan de rand van het wierbed in de kant is met enige regelmaat een dikke staart en af en toe een stuk rug van een karper zichtbaar. Het lijkt een spiegel. Er gebeurt dus van alles deze sessie maar we hebben nog geen vis op het droge weten te krijgen. Om zeven uur komt daar verandering in als Bjorn een lange schub van net over de vijftien kilo over het koordje weet te trekken. Een blanksaver. De staart blijft maar op dezelfde plek boven water komen en het gevoel bekruipt me dat de vis wel eens vast kan zitten. Al ruim drie uur op dezelfde halve meter. We kijken het nog een half uur aan en dan gaat Bjorn erheen, liggend op zijn onthaakmat. Hij ziet een dikke spiegel die zich kalm laat zakken tussen de dikke strengen wier. Geen paniekreactie en dat vind ik toch raar. Daarna zit ik continu naar dezelfde plek te kijken want ik ben nog steeds niet zeker dat de vis weg is. Omdat overtuigend bewijs achterwege blijft, word er geen poging meer ondernomen. Bij het opruimen probeer ik nog even om een eventuele lijn op te pikken door een aantal keren op de stek te gooien. Op grote bossen wier na komt er echter niets boven water. Gelukkig maar want een dergelijke vis mag niet dood gaan door een verspeelde montage waar hij aan vast zit. Daarna ga ik opruimen. Volgende week donderdag kom ik hier terug voor een nieuwe poging.

De koorsessie van dinsdag de 12e is weer eens succesvol. Marianne is een dagje weg geweest om examen te doen, dus mocht Noobie logeren bij opa en oma. Ik haal hem na het werk op, geef hem zijn pilletjes, zijn voer en een uitlaatbeurt en ga daarna een avondje naar de IJzeren man. Om zeven uur liggen mijn hengels erin en zit ik uit te buiken van een döner kebab op mijn stoeltje. Na een kleine twintig minuten, loopt de rechter stok af. Karper, dat is duidelijk, maar het voelt niet al te groot. Na enkele minuten trek ik een spiegel het net in. Tachtig centimeter en elf komma drie kilo. Fotootjes en terug met het beestje. Lekker hoor als de eerste binnen is. Ik kruip weer op mijn stoel, die ik wat gedraaid heb zodat ik die lelijke kabelbaan niet hoef te zien, en geniet van het buiten zijn. Daarna volgen er om negen uur en half tien nog twee zeelten. Om vijf voor tien krijg ik tijdens het opruimen zowaar nog een dubbelrun. De eerste, een schub met een zelfde gewicht en iets langer, kan ik landen, maar bij de tweede  heeft de haak zijn houvast verloren. Donderdag naar het gat van Johan, waar Bjorn al sinds zondag voor me aan het voeren is. Hopelijk loopt het daar ook eens door. Ik ben echt toe aan een succesvolle periode, want ik vang wel regelmatig vis, maar de echte aantallen blijven vooralsnog uit.

 

Donderdag 14 juni. Het is bewolkt en er staat een licht westenwindje op de stek. Het water is zeker twintig centimeter gestegen sinds mijn laatste aanwezigheid hier, op het gat van Johan. Het paaltje dat normaal zo’n decimeter met zijn kop boven water staat, is onzichtbaar. Ik kan mijn rodpod slechts met de langste steunen op de juiste plek positioneren. Om half acht wijzen de drie stokken in de richting van mijn middelste stek. Er liggen een vijftiental boilies rond elk haakaasje en een kwartiertje later kan ik zittend op mijn bedchair de werkweek van me af laten glijden. Een drukke week, waarin ik mijn vierde en vijfde teamlid heb mogen verwelkomen en de vormgeving van mijn afdeling verder heb zien groeien. Terwijl ik daar druk mee was heeft Bjorn de stek dagelijks voorzien van een portie voer en nu is het tijd voor ontspanning. Hopelijk valt er wat af te romen in de komende veertien uur. Het weerbeeld is afwisselend. Af en toe valt de wind geheel weg en heel soms miezert het wat. Om elf uur is er nog niets gebeurd en ga ik slapen. Om vijf uur is het nog steeds rustig. Ik heb enkele losse piepen gehad, maar niks wat zich ontwikkelde tot een volle run. Het water is weer gezakt naar zijn normale stand. Zal ik opnieuw ingooien, of alles gewoon laten liggen? Ik zit nu midden in de aasperiode van afgelopen weken dus laat ik alles liggen en bewaar rust op de stekken. Half zes, nog steeds niks. Twijfel en onrust. Waar blijven ze? Waar is die ene verlossende aanbeet? Waarom gebeurt er niks? Om zes uur houd ik het niet meer en gooi alle drie de hengels opnieuw in. Alles lag schoon en op de juiste plekken. Ook om half acht is er nog steeds niks gebeurd en ik voel steeds meer dat ik tegen een blank aan ga lopen. Ik had zeker vijf runs verwacht, maar ik word genadeloos afgestraft. Deze doet zeer. Nog zeerder dan anders want het was niet de vraag óf ik ging vangen, maar hoevéél. Dinsdag nog maar een koorsessie draaien en dan donderdagochtend naar de Graspop Metal Meeting van 2018.

 

Dinsdag de 26e vis ik een korte avondsessie. Afgelopen weekend ben ik vier dagen naar Graspop geweest en dat was echt weer een feestje. Leuke bands gezien, een goed biertje gedronken en lol gemaakt. Ik had eigenlijk maar één mindere ervaring. Toen ik na een middagje Belgian Beer Bar besloot om mijn hoodie te gaan halen, dacht ik heel even op mijn stretcher te gaan liggen. Het plan was simpel. Een kwartiertje powernappen en dan naar Iron Maiden. Toen ik om kwart voor twaalf wakker werd baalde ik als een stekker. Bruce en zijn vriendjes zaten alweer aan het bier of misschien zelfs al in het vliegtuig naar huis. Voor de rest was het weer een groot genoegen om daar te zijn. Terug naar het heden. Om kwart over zes liggen de hengels erin. Fish strawberry mag zich nog één keer op deze plas bewijzen in juni en dan ga ik donderdag nog een nachtje Maas doen samen met Bjorn. Het water is weer troebel en dat leverde vorige keer niet veel actie op. Een graskarper voor de moeite. Er staat vandaag iets meer wind uit het Noordoosten. De temperatuur is met 23 graden heerlijk dus het is goed toeven aan het water. Ook als er niks gebeurt zit ik hier beter dan voor de buis. Voordat ik er erg in heb is er al anderhalf uur voorbij en is er nog niks gebeurd. Ik gooi mijn rechter hengel een keer opnieuw in en ga weer zitten. Om half tien vang ik in het troebele water wederom een graskarper. Ik dril hem volledig af zodat ik hem in het water kan onthaken en dat lukt prima. Kwart voor tien vind ik het mooi geweest en ga ik inpakken.

 

Donderdag eet ik op mijn gemak thuis voordat ik naar het water ga. Bjorn en ik gaan een nachtje naar de Sneppen. Het is een heel gesjouw met de kar, maar het pad is in elk geval goed begaanbaar. Toch is het met negenentwintig graden niet het meest vermakelijke deel van de sessie. Om half negen liggen de hengels erin. We kijken een beetje WK en zien hoe België groepswinnaar wordt, door Engeland met 1-0 te verslaan. Dat is de enige gebeurtenis van de hele nacht en we ruimen de volgende ochtend om half negen weer alles op. Ik koop daarna een e-sigaret bij Bjorn in de buurt omdat ik met mijn laatste pakjes shag bezig ben. Over minder dan een week ga ik weer een poging doen om te stoppen. Hopelijk helpt zo’n elektronisch ding me daarbij. Ik rochel tegenwoordig behoorlijk, vooral in de ochtend, en ik ben het ook eigenlijk wel beu. We gaan kijken of het me lukt deze keer.

 

Op donderdag vijf juli, ga ik een nachtje doen op de taludstek van Asselt. Bjorn heeft gisteren een keer voor me gevoerd dus ik hoef niet helemaal op de bonnefooi. Sinds eergisteren rook ik ook geen shag meer, ik zit aan de puffer, en ben ik benieuwd hoe ik me daar tijdens de eerste nachtsessie bij ga voelen. Tot nu toe levert het me in elk geval nog geen stress op. Ik slaap, ruik en proef wél weer beter dan ik me sinds tijden kan heugen en dat is sowieso al positief. De vorige keer stoppen duurde een half jaar in de periode tussen november 2014 en april 2015. Eens kijken of we het nu beter kunnen doen. Op de vangst van anderhalve meter meerval na, is er weinig te doen op deze stek. Het zit de laatste weken niet echt mee. Na twaalf uur vissen pak ik in en rijd vervolgens naar Asten, waar ik een bezoekje breng aan Pro Line. Ik heb dertig kilo Nutrician boilies besteld voor mijn aanstaande vakantie naar Frankrijk, wat bijpassende liquid en een potje pop-ups. Omdat ik nog steeds geen goed gevoel heb bij mijn JRC extreme unhookingmat, neem ik ook een meer traditioneel model van Pro Line mee naar huis. Eentje die je gewoon dubbel kunt vouwen en die ook wat makkelijker te vervoeren is.

 

Zondagochtend doe ik een paar uur aan de plas. Om kwart over vijf liggen mijn hengels er al in en een uurtje later vang ik mijn eerste vis. Natuurlijk een graskarper, maar het vertrouwen in een echte Cyprinus Carpio blijft aanwezig. De twee plekken links van mij zijn ook bezet met “vissers”! Eerst rijden ze met hun auto over het fietspad om uit te laden. Klappende portieren, slaande achterkleppen en wat gegooi met spullen op de stek. Als even later de hengels op de steunen worden gelegd, hoor ik het volle volume van hun piepers. Ook aan de andere kant van de plas zijn ze hoorbaar, dat weet ik zeker. Op dit soort momenten word ik er altijd aan herinnerd, waarom ik zo graag op de rivier vis. Ik houd van rust, een zo stealthy mogelijke benadering en aanwezigheid op mijn stek en de Delkims zo zacht als het maar kan. In het donker hoort daar ook nog zo min mogelijk licht bij. Kortom, mijn buren zijn “not really my kind of peeps”. Om kwart voor acht aanbeet twee. Hoewel ik een karper vermoed, de vis zwemt namelijk naar rechts, blijkt het toch weer een grasmaaier. Pfff, waarom zoveel bijvangsten en waarom zo weinig karper? Half negen, Tinca Tinca. Waar zitten die vermaledijde karpers ergens? Om half tien los ik een vis en een kwartier later vang ik weer een zeelt. Nog een kwartier en dan pak ik in. Nog één nachtsessie voordat we op vakantie gaan. Ik weet alleen niet waar, ik weet ook niet waarmee en of ik instant of op een voerstek moet gaan. Elk jaar vind ik dit de lastigste periode en 2018 vormt geen uitzondering.

 

Donderdag de twaalfde juli begint mijn vakantie. Ik heb vanochtend thuis gewerkt maar tussen de middag sluit ik mijn computer af, nadat ik mijn afwezigheid assistent heb geactiveerd. Maandag dertien augustus, over een maand, ga ik weer aan het werk. Zoals de traditie betaamt, luid ik de vakantie in met een visnacht. Bjorn en ik spreken om half zeven af op de meest zuidelijke stek van Asselt. We doen een gezellig biertje samen en hebben weer eens een goed gesprek waarin humor en serieuze onderwerpen elkaar afwisselen. Een vismaat uit duizenden! Dat laatste kan ik op dit moment van de stekkeuze niet zeggen. Het water is dood en elk teken van karper ontbreekt. Als ik in de vroege ochtend ontwaak door een felle zon, recht op mijn gezicht omdat ik mijn paraplu verkeerd heb staan, is er niks gebeurd. Ik zet een bak koffie en besluit rond half acht te gaan inpakken en nog een instant moment aan het kanaal mee te pakken. Hier op deze plek gaat zeker niks gebeuren. Om negen uur liggen er twee hengels achter de keitjes op Wessem. Een platgeviste omgeving, maar ook een plek waar altijd wel wat vis huist. De vis laat het ook op deze stek afweten, dus zal mijn eerstvolgende vangst waarschijnlijk uit Frans water komen.

 

Zondag 15 juli vertrekken Marianne en ik naar Frankrijk. De caravan hangt achter de auto en we hebben drie weken ontspanning in het vooruitzicht. Ons reisdoel is een camping in Arnay-le-Duc aan Etang de Fouché. Een relatief ondiep meer van vijftien á zestien hectare, midden in de Bourgogne. Er zit karper, maar hoeveel of hoe groot is nauwelijks te vinden op internet. Ik ga er in elk geval mijn lijnen natmaken en proberen wat vis te vangen. De aaskeuze is gevallen op een readymade notenboilie, Nutrician, uit het gamma van Pro Line. Ik heb genoeg bij me om elke dag zo’n twee kilo te kunnen gebruiken. Omdat ik er via internet achter ben gekomen dat de bodem op veel plaatsen vrij zacht is, logisch met de grote lelievelden die je op Google Earth ziet, heb ik ook een natte component bij me. Juist bij een prutbodem vind ik het belangrijk dat ik het aas voorweek, zodat de boilies al verzadigd zijn met een goede geur en smaak en niet de geur van de bodem in zich opnemen.

Als we zijn aangekomen loop ik met enige spanning naar de receptie. Een plek zo dicht mogelijk bij het water gaat me helpen om mijn plannen ten uitvoer te brengen. Die plek krijg ik ook maar toch is het niet helemaal wat ik ervan verwachtte. Er staat een grote heg tussen mij en het water en de dichtstbijzijnde doorgang zit een heel stuk verder. Als ik mijn hengels recht achter de doorgang zet is de afstand een meter of zeventig. Nou ja, het kon slechter. Ik voer zondag, maandag twee keer en ga dinsdagochtend om zes uur zitten. Peilwerk heeft me de informatie opgeleverd dat de eerste tien tot twaalf meter uit de kant een harde bodem met gravel heeft en dat daarna tot eenzelfde afstand aan de overzijde veel prut is. Minder diep dan ik dacht overigens, uitgezonderd de oude rivierbedding die dwars door het meer loopt. Daar is de prut kniediep. Na anderhalf uur draai ik mijn hengels maar weer binnen. Er zit iemand twintig meter van me af en hij vist met twee hengels bovenop mijn stek. Als ik terugkom van de winkel ga ik nog eens een praatje maken met de man. Hij heeft drie runs gehad en een mid-twintiger schub geland. Beide andere vissen heeft hij gelost. Er zit dus vis op mijn aangevoerde stek, maar dat die juist op het heetst van de dag bijten had ik niet verwacht. Ik besluit mijn hengels er ook maar weer in te leggen. De man is er maar een dag, dus ik kan morgen weer op mijn eigen stek vissen. Om een uur of twee vangt hij nóg een schub van mijn kantstek. Ergens baal ik, maar aan de andere kant weet ik nu in elk geval dat mijn aangevoerde stek de nodige runs oplevert. Aan het einde van de middag levert mijn nieuwe stek ook een visje op. Een spiegeltje van een kilo of tien. Lekker als de eerste binnen is. Doorgaan met voeren dus. Om half negen loopt de middelste hengel af. Ik dril een spiegeltje van een pond of vijftien en daarna ruim ik de spullen op. Ik voer nog een goede kilo boilies op mijn nieuwe stek achter de caravan en laat de voerstek vannacht zijn werk doen.

Woensdag de 18e liggen de hengels om zeven uur op hun plek. Twee zinkers en een Ronny-rig op de brede voerstrook. De sounderbox gaat aan en ik zit in de voortent van mijn caravan aan de koffie. Benieuwd of er nu ook pas aan het einde van de ochtend actie komt, of mogelijk toch al eerder. Ik weet eigenlijk niet heel veel over het water. Er zit karper, dát is duidelijk, maar hoe veel en hoe groot is niet helder. De enige berichten op internet spreken over vissen tot een kilo of twaalf en een enkele uitschieter naar laag in de dertig pond, maar die berichten komen uit 2012. Die vissen zullen in zes jaar toch best wat hebben kunnen groeien, zou je denken. Ik heb nog tweeënhalve week om dat uit te vinden. Ook wordt er gerept over jaarlijkse uitzettingen, maar daar staan de Fransen niet echt om bekend. Eens kijken of er een viswinkel in de buurt is die daar wat meer over kan vertellen. Wel lekker als je nog niet veel weet van een water. Dan valt er tenminste nog wat uit te zoeken en te mijmeren over wat er allemaal rond zóu kunnen zwemmen. Ik ben dol op verrassingen en mystiek in mijn visserij. Na twee uur hou ik ermee op. Na de boodschappen liggen de hengels weer de hele middag achter de caravan, maar er gebeurt niks. Tijdens het eten draai ik de hengels binnen en daarna ga ik twee uurtjes op mijn oude stek zitten. Daar lukt het wél weer. Een spiegel en een schub van respectievelijk 86 en 85 centimeter en 12,7 en 12,9 kg zwaar. De beste twee tot nu toe. Mooie geblokte vissen allebei en ik ben er super tevreden mee. Ik ben benieuwd naar morgen.

 

De volgende dag vind ik een manier om toch op de hotspot te vissen terwijl ik zelf bij de caravan kan blijven. Met mijn sounderbox vind ik de ideale opstelling. Tijdens de lunch knalt mijn rechter hengel er vandoor en na een sprint van 70 meter, gevolgd door een dril van een kleine tien minuten, ligt er weer een spiegel uit de twintig pond klasse in het net. Na de foto’s mag de vis weer zwemmen en kan ik mijn lunch gaan afronden. In de avond besluit ik een nacht te gaan doen. Ik kan me verstoppen achter een heg vanwaar ik door een gat bij het water kan komen. De hengels staan verscholen achter het riet en zijn vanaf de oever nagenoeg onzichtbaar. Om vijf voor tien vang ik een klein spiegeltje van een kilo of zes. We mooie schubjes op de staart. Ik fotografeer hem op de mat en dan mag hij terug. Nog een hele nacht te gaan en de teller staat vandaag alweer op twee. Een klein half uurtje later een spiegeltje uit dezelfde categorie. Fotootje op de mat en terug. Er mag best een iets grotere langskomen, maar ik ben tevreden met elke karper. Ook nummer vier van vandaag mag even poseren. Weer een spiegeltje, nu van een kilo of negen. Alle visjes komen tot nu toe van mijn linker hengel. Om 23.20 los ik een vis op mijn middelste hengel en tot overmaat van ramp een half uurtje later nog maar eentje. Terwijl ik die tweede vis sta te drillen, zie ik een auto met zoeklicht op de dam die de omgeving afschijnt. Garde de Peche controlerend op nachtvissen, wat hier verboden is. Gelukkig sta ik zowat helemaal tussen het riet en val ik, bukkend en met mijn hengel laag, niet op. Het licht zwenkt af, de auto rijdt weg en ik los mijn vis. Na twaalven gaat het gelukkig wel goed en land ik twee schubs achter elkaar, allebei op mijn rechter hengel. Opvallend dat mijn eerste vissen bijna allemaal boven de tien kilo zijn, terwijl ik nu maximaal met een kilo of negen genoegen moet nemen. Ook opvallend dat de schubs bijna allemaal van rechts komen. De rest van de nacht blijft het rustig. Om half zeven ververs ik mijn aas en ga daarna koffie zetten. Ook nu blijft actie uit dus pak ik om acht uur in. Het loopt niet verkeerd, maar de gewichten mogen wel wat omhoog.

 

Zondagavond, net na de barbecue zit ik nog even bij de caravan als ik een fluiter krijg. Ik doe de honderd meter sprint, maar kan niet voorkomen dat de vis nét de lelies kan bereiken. Ik heb de druk er volledig op staan en zie een kolk aan mijn kant van het lelieveld, nauwelijks een halve meter van de rand. Dan valt de lijn slap en kan ik mijn lood binnendraaien. De onderlijn is gebroken. Ik vis nog twee uur door, maar kan geen aanbeet meer forceren. Jammer, maar er komen nog meer kansen.

 

Dinsdagochtend rijd ik naar Canal de Bourgogne. Daar krijg ik om tien uur een run die ik helaas los omdat de vis achter een paal zwemt aan de overzijde. Ik baal als een stekker, want er komt geen herkansing. Die middag gaan mijn hengels weer in het meer op de camping. Na drie kwartier krijg ik een run. Als ik bij mijn hengels kom, zie ik dat het de linker is en ik hoop dat de vis nog niet in de lelies zit. Jammer dan, dat zit hij dus wél en niet zo’n beetje ook. Ik stap uit mijn broek en mijn shirt en ga in mijn onderbroek het water in achter de vis aan. Marianne maakt een filmpje vanaf de kant en ziet hoe ik even later een schub van een kilo of acht tegen mijn borst aan druk en onthaak in het water. Dan draait zij de lijn strak, terwijl ik met het lood in mijn hand het labyrint weer uit zwem. Ik heb er een van achtentachtig kilo roept ze opgetogen. Leuk hé, vrouwen met humor! Ondertussen is er aardig wat bekijks en als ik de kant op klauter, staat er direct een Garde de Peche naast me. Hij controleert mijn vergunning en ik maak van de gelegenheid gebruik om wat meer over het water en het bestand te weten te komen. Er zit behoorlijk wat vis, maar echte grote vissen zijn zeldzaam. Nauwelijks een handjevol haalt de veertig pond. De topvis is een volschub die gevangen is op 21,6 kg. Wél een target om voor te gaan lijkt me, maar een naald in een hooiberg. Tijdens het eten van een speklapje van de barbecue, vang ik een klein spiegeltje en om kwart voor negen een vis van mijn rechter hengel. Een schub van net over de tien kilo. Het gaat lekker op deze campingput en alle hengels hebben vis opgeleverd. Mijn vismaat oppert om er morgen eens een kilo of zeven in te gooien om wat meer en wat dikkere vissen op mijn stek te krijgen. Dat lijkt een goed advies en ik heb dan nog een ruime kilo per dag om mee te vissen.

 

Woensdag 25 juli haal ik een nieuwe weekvergunning bij de VVV. Voordat ik het dorp inrijd, ga ik eerst voeren aan de overzijde van het meer, recht tegenover mijn caravan. De andere vissers op de camping halen die afstand niet met gooien en ik ook alleen als ik er een 4 Oz kogelvormig lood aan hang. Bjorn heeft gelijk. Zeven kilo is een hoop aas als je dat erin moet gooien, zelfs met de voerschep. Tweeënhalf uur later leg ik drie hengels, elk met een dertig meter tussenruimte, op de voerstrook. De punten zijn nauwkeurig gekozen. Elke hengel ligt voor een uitloper aan de overkant. De vis moet daar als het ware wel omheen zwemmen en komt dus altijd langs mijn aas. Om half vijf sta ik even bij mijn hengels als ik de middelste lijn zie bewegen. Een enkele tik op de top en dan loopt de lijn langzaam strak. Ik dril een spiegeltje van een kilo of zeven en maak twee foto’s in het gras. De eerste van de grote voerstek is een feit. Het is de enige vis van vandaag, maar er is meer in het vooruitzicht.

 

Donderdag 26 juli. Gisterenavond zijn we naar een dokter geweest. Marianne is in haar voet gestoken en dat is gaan ontsteken. Drie uur later zijn we terug op de camping met een zak vol medicijnen. Allemaal paardenmiddelen. Een vette antibiotica kuur, prednison, zalf, alcohol en pijnstillers. Als het niet beter gaat, gaan we zaterdag al terug naar huis en komt er een vroegtijdig einde aan onze vakantie in Frankrijk. Balen, maar het is niet anders en Marianne komt natuurlijk op de eerste plaats. Om tien uur liggen de hengels er weer in. Ik hoop dat tijdens de gedwongen onderbreking, de vis de voerstek niet volledig heeft leeggevreten en dat mijn inspanningen voor niets zijn geweest. Murphy 2.0 zullen we het maar noemen. De hele dag gebeurt er niks maar het is ook bloedheet. In de avond na het eten en de afwas, gooi ik mijn hengels opnieuw in en ga er nog een uurtje bij zitten. Na een goed half uur loopt mijn linker hengel af en na een stevige dril als de vis in de kantzone komt, loopt ook mijn rechter hengel af. De eerste is een mid-twintiger schub. En als ik de tweede in hetzelfde net dirigeer, zie ik dat deze nog ietsje groter is. Het blijkt een spiegel en de zwaarste vis tot nu toe. Een hoge twintiger. Tijdens de foto’s loopt ook mijn derde hengel nog af maar die los ik als ik de spiegel heb teruggezet. Het kan ook niet allemaal van een leien dakje gaan natuurlijk. Ik wilde dat ik door kon vissen, want ik verwacht dat er nog meer en misschien ook nog groter vanaf zou kunnen komen vannacht. Ik ben verstandig en ruim op. Morgen is er weer een dag.

 

Vrijdag pak ik er ‘s avonds weer twee. De eerste is een schubje en de tweede een spiegeltje. Weer in een kwartier tijd. Weer rond de klok van half tien. Helaas gebeurt er voor de rest niks meer, maar het gaat elk geval gewoon door. Morgen nog maar eens wat zwaarder voeren. Een kilo of anderhalf kan vast geen kwaad.

 

Ook op zaterdag vang ik weer twee vissen, maar beiden gaan met persoonlijk leed gepaard. Bij de eerste aanbeet trek ik een sprintje van de barbecue naar mijn hengels en schiet het in mijn linker lies. Ik vang een schubje van een kilo of zes en strompel terug naar de caravan. Ik droog daarna de afwas af en ruim de borden en het bestek op voordat ik het laatste uur weer bij mijn hengels ga zitten. Er zal wel weer wat gebeuren. Mijn lies zeurt nog wat op de achtergrond, maar het lijkt vooralsnog mee te vallen. Met mijn telefoon maak ik korte filmpjes omdat ik een run op de foto wil zetten. Dat lukt ook bij mijn linker hengel, maar die vis los ik vrijwel direct. Het blijkt een onderlijnbreuk. Gelukkig fluit direct ook de middelste hengel aan en die vang ik wél. Weer een schub met een goede lengte van 83 cm en een torpedovorm. Daardoor brengt hij niet meer dan 8,3 kilo op de unster. Ik hoopte even dat hij de tien kilo zou halen. Als ik het restant van mijn linker onderlijn afbijt, breekt er een stuk voortand af op de wartel. Kut! Dat kan er ook nog wel bij vandaag. Na twee weken staat de teller op twintig vissen en zes lossers. Nog een volle week te gaan en hopelijk brengt dat nog een speciale vis op de kant. De toplaag is hier heel dun vertegenwoordigd, dus dat wordt geen gemakkelijke opgave.

 

Zondag vis ik vier uur en vang ik er weer twee. Er zijn vandaag weer nieuwe campinggasten aangekomen, waaronder een paar pedante snoeshanen. Terwijl ik samen met Mark, directeur van een basisschool en oké bevonden, aan het water zit komt er zo’n snoeshaan langs. Geel Zeeman T-shirt aan en een blik Grolsch in de rechter knuist. “Ik moet maar oppassen want ik ga competitie krijgen volgende week.” Nou ja, daar ben ik niet bang voor, maar vervolgens komen de wilde ideeën van de man uit de kast. Hij gaat zijn aas uitzwemmen. Boilies mee in zijn broekzak en stiekem voeren. Hij heeft gelezen dat voeren verboden is. Ik corrigeer zijn verhaal en vertel dat je alleen niet met een boot of voerboot je lijnen mag uitvaren. Als ik aangeef dat ik gewoon elke dag met de werppijp een kwartiertje sta te kloppen en dat de afstand naar de overzijde ook gegooid kan worden, zegt de man dat hij tóch gaat zwemmen. Ik heb de indruk dat hij de afstand werpend niet kan halen, maar het kan ook zijn dat snoeshanen graag zwemmen. “Of ik er al veel gevangen heb”, is zijn volgende vraag en “wat er zoal rondzwemt.” Ik noem het aantal van gemiddeld twee stuks rond de tien kilo per dag en dat ik over tien minuten beet ga krijgen. Het is bijna vijf voor half tien als de middelste hengel er vandoor gaat. Enigszins gniffelend van plezier en mijn profetische gave, sta ik in het water de vis te drillen.

Dat resulteert in een spiegel van net geen negen kilo en een kwartier later vang ik ook nog een échte lederkarper van 11,7 kg. Vooral die laatste is een feest voor het oog. Pas mijn derde echte leder ooit, en dat maakt het voor mij een speciale dag. Daarna voer ik een kilo boilies om mijn stek te onderhouden en ga ik naar de caravan. Het loopt best lekker deze vakantie, hoewel ik denk dat ik met nachtvissen veel meer zou kunnen vangen.

 

Maandag gaan de hengels er vroeg in de middag in. Ik ben nét terug bij de caravan als ik op mijn rechter hengel een aanbeet krijg. Ik loop op een rustig drafje richting hengels en land even later een eend. De krengen duiken direct op mijn stek, zodra ik mijn hengels erin heb liggen. Ik hoop dat de zeventig meter onder water zwemmen de vriendjes van “Christine le Duc” voldoende schrik in hebben geboezemd, dat ze mijn stek met rust laten. De rest van de middag gebeurt er zoals verwacht helemaal niks. Als ik om acht uur aan het water zit duurt het ruim anderhalf uur voordat de rechter hengel afloopt. Een mooie spiegel van elf kilo is het haasje en mag op de foto. Twintig minuten later komt er ook nog een torpedoschubje op de kant, waarmee het duo van de avond weer een feit is. Nog een avond vissen en dan mogelijk voordat de echte hittegolf hier is toch maar naar huis toe op woensdag.

Dinsdag, de laatste dag van juli en mijn laatste visuren aan Etang de Fouché. Om een uur liggen mijn hengels er al weer in. Niet omdat ik actie verwacht, maar omdat ik in elk geval meer kans maak met de hengels ín het water, dan naast de tent. Ook nu gebeurt er overdag niks en is alle actie weer op te tekenen in het laatste visuur. Ik ben zelfs zo pedant dat ik een foto op Facebook post met de beschrijving: “Nog één uur”. De Garde de Peche is er ook weer en vind het kennelijk gezellig bij me, want hij blijft anderhalf uur staan kletsen. Ik vang vandaag maar liefst 4 karpers. Een spiegeltje en drie schubs waarvan de grootste zo’n twaalf kilo weegt. Als de Garde om tien uur vertrekt, wenst hij me nog succes. Eigenlijk wel raar want ik moet eigenlijk opruimen, maar ik merk dat hij me extra vistijd gunt. Ik maak er echter geen gebruik van. Het is een goede vismaand geweest. Ik heb in deze maand meer vis gevangen, als in de rest van het jaar bij elkaar. Hopelijk kan ik daar volgende maand een vervolg aan geven. De volgende sessie zal weer ergens in mijn eigen vertrouwde omgeving zijn.

Donderdag 2 augustus vis ik mijn eerste sessie weer op mijn thuiswater bij het botenhuis. Om half acht liggen mijn hengels erin en vijf minuten later land ik mijn eerste graskarper op de linker hengel. Snel succes, maar niet van het soort waarnaar ik op zoek ben. Ik wil hier tot een uur of tien blijven zitten om vervolgens een nachtstek op het kanaal een kans te geven. Op beide stekken heb ik vanmiddag gevoerd, dus er zou wat moeten kunnen gebeuren. Morgen is Mathijs jarig en ben ik een maand geleden begonnen met dampen in plaats van roken. Het nicotinegehalte heb ik inmiddels afgebouwd naar drie milligram en dat lijkt allemaal best goed te gaan. Zou het deze keer dan echt gaan lukken? Om tien uur zijn de muggen zó actief dat ik in recordtempo opruim en mijn stek verlaat. Om elf uur liggen er drie hengels, spot on, in het kanaal. Er gebeurt de hele nacht niks, maar om twintig over zes loopt mijn rechter hengel af. Het voelt goed en ik verwacht een echte kanaalbak. De teleurstelling is groot als ik na een minuut of tien een meerval over het netkoord trek. Ik had continu het gevoel een kanaalreus aan het drillen te zijn en verwachtte zéker geen pussy hier. Tijd voor koffie en wat surrogaat nicotine om mijn adrenaline peil wat te laten afnemen. Als ik op mijn stretcher zit en over het water uitkijk, bevalt de stek me wel. Ik ga hier zondag nog maar eens een nachtje doen. In de tussentijd onderhoud ik de voerstek met een kilootje voer per dag. Om twintig over acht, twee uur na mijn meerval, zie ik de top van mijn middelste hengel naar beneden tikken. Die vis ik met toplood aan de overkant, dus ik besluit hem aan een nader onderzoek te onderwerpen. Het lijkt of ik vast zit in het wier, dus trek ik aan een strakke lijn het lood naar me toe. Ik voel de zaak loskomen en zie vervolgens dat de lijn naar links wijst, tegen de stroom in. Dat kan niet vanzelf, dus moet er vis aan hangen. Déze keer is het gelukkig gewoon een karper en een beste ook nog. Het beest verweert zich goed, maar moet uiteindelijk toch capituleren. Met zesennegentig centimeter en meer dan dertig pond is het een vis die zeker de moeite waard is. Het blijkt dezelfde vis als die bij het werfje dit voorjaar als ik thuis de foto’s zie. Ook thuis in Nederland lukt het dus gewoon weer.

Dinsdag zeven augustus vis ik een sessie met Rolf. Dat is een eeuwigheid geleden en juist daarom weer eens een speciale aangelegenheid. We zitten allebei in onze laatste vakantieweek. Ik heb sinds donderdag elke dag gevoerd op de stek bij de sluis en ik hoop dat de combinatie van voer, bewegend water en zuurstof in deze sector, de vis wat aanzwengelt tot actie. We keuvelen over allerlei “carpy subjects” en veel te snel is het bier op en tijd voor nog een klein beetje nachtrust. Op wat drijfvuil piepen na, blijft het rustig. In de nanacht krijgen we nog een bui met een flits en een knal(letje) op z’n tijd, maar vis levert het vooralsnog niet op. Ik had eigenlijk verwacht dat de weersomstandigheden met een dalende temperatuur en barometer, een stijging in de visvangsten zou laten zien. Tegen een uur of acht ververs ik mijn kanthengel nog een keer. Het mag niet baten. Om tien uur pakken we in, zeggen elkaar goedendag en rijden we allebei naar huis. Over een week of vier zitten we samen aan het water in Frankrijk met het team van Carp Zwolle.

Omdat Marianne donderdag de negende moet werken, ga ik een ochtendje naar de plas. Om zeven uur liggen de hengels erin en merk ik dat de meeuwen steeds actiever worden tijdens het bijvoeren. Het lukt dan ook nauwelijks. Om vijf voor acht krijg ik een run op mijn linker hengel. Ik merk dat ik het lood kwijt ben en vermoed met een graskarper van doen te hebben. Dat is ook zo en even later kan ik een behoorlijk apparaat in mijn landingsnet loodsen. Ik ben benieuwd hoe groot en zwaar hij is en kan even later een vis van één meter vijf en ruim dertig pond optekenen. Deze zet ik toch maar even op de foto. Het loopt tegen tienen als het begint te miezeren. Ik besluit in te pakken en naar huis te gaan. Nog een nachtje deze vakantie, waarin ik hoop de dertig vissen te kunnen halen. Nog eentje te gaan.

Vrijdag de tiende. Zoals het er nu uitziet, mijn laatste sessie van deze vakantie. Ik ben vandaag met Marianne naar Maastricht geweest en we hadden allebei de pijp leeg aan het einde van de dag. Een mooie gelegenheid om nog één nachtje te doen. Vanochtend heb ik al even nagedacht waar dat het best zou kunnen en er blijven eigenlijk maar twee reële mogelijkheden over. Ofwel een nachtsessie bij de sluis, óf op de bonnefooi aan de andere kant van de meelfabriek. Ik kies voor het laatste en besluit in elk geval ‘s ochtends voordat we naar Maastricht gaan wat te peilen en te voeren. Ik vind wat harde plaatjes, randen van wierbedden en voer verspreid een kilootje Scopex boilies in 20 en 15 millimeter. Om acht uur liggen de hengels erin en zit ik in de auto aan een kouwe Radler. Met de vangst van een enkele vis is de sessie al geslaagd. Alles wat er meer gebeurt is mooi meegenomen. Ik kijk een oorlogsfilm op Netflix, Fury, en ga om half twaalf slapen. Nog niks gebeurd! Iets na half twee krijg ik een aantal piepen op mijn sounder box. Het regent. Na een incidentele “witte en blauwe” piep is dit een serietje “rode” terwijl die hengel het dichtstbij ligt. Ik ga poolshoogte nemen en hoor de baitrunner lijn afgeven. In eerste instantie voel ik alleen wier maar dan zie ik de lijn naar de overkant van het kanaal wijzen. Voor zover ik weet, zwemt wier meestal niet uit zichzelf naar de overkant, dus er zal wel vis aanhangen ook. Even later sluiten de mazen van het net zich om een mid-twintiger schub. Terwijl ik als een verzopen kat de vis op de mat leg, kan ik een glimlach niet onderdrukken. De dertigste vakantievis is binnen. Ik hang hem even weg in de sling. De bedoeling is om direct na de regen wat foto’s te nemen, maar dat kan volgens de buienradar nog wel een uurtje duren. Rond kwart voor drie neemt de regen af en ik sta juist op het punt de vis te gaan halen voor wat foto’s als mijn rechter hengel ook een aanbeet verraadt. Ik dril de vis af en zie een schub van vergelijkbaar formaat. Beide vissen worden gefotografeerd. Ze schelen een centimeter en honderd gram ten opzichte van elkaar. De rechter hengel wordt na het terugzetten van de vissen opnieuw voorzien van een verse onderlijn en een nieuwe boilie en mag terug op zijn plek. Heerlijk zo en ik vind het een nat T-shirt en een gebroken nachtrust meer dan waard. Er komt zelfs nóg meer bij. Kwart voor vier is het de beurt aan mijn middelste hengel. Deze keer een spiegel met eenzelfde formaat maar zo’n anderhalve kilo zwaarder. Zo hebben al mijn hengels vis opgeleverd. Kwart over vier ligt alles weer op zijn plek en kan ik proberen nog iets van nachtrust te krijgen. Het gaat anders een zware zaterdag worden. De slaap blijft beperkt tot slechts twee uurtjes en om half zeven ruim ik mijn kampement vast in de auto. Een half uur later zit ik aan een bak koffie terwijl de zon op mijn gezicht schijnt. Er gebeurt niks meer deze ochtend dus ik pak in en rijd naar huis. Het is een mooie vakantie geweest en ik ga op deze stek zeker nog terugkomen.

Donderdag 16 augustus doe ik nog een nachtje aan de meelfabriek. Sinds mijn sessie van vorige week is er elke dag wat voer in gegaan, dus ik hoop op snellere actie en liefst ook nog méér.

Nou sneller wordt het in elk geval niet want pas om tien over vier krijg ik een aanbeet op mijn linker hengel. Ik heb nog de tegenwoordigheid van geest om mijn T-shirt uit te trekken voordat ik naar buiten storm en mijn hengel oppak, want net als vorige week regent het pijpenstelen. Best lekker eigenlijk. De temperatuur is prima en de regen is heerlijk verkoelend. Het lijkt geen al te grote vis maar ik hang hem toch even weg in de recovery sling. Ik wil een foto voor het logboek en liefst niet vanaf de mat. Daarna gaat de stok snel terug met een verse Scopex bol eraan geknoopt. Ik heb met Herman afgesproken dat ik nog dertig kilo kom halen komende zondag, omdat de bodem van mijn vriezer in zicht komt en ik over twee weken alweer afreis naar Frankrijk. Nu nog maar even wat slapen. Als ik wakker word is het al licht. De regen is nagenoeg voorbij en als het droog is positioneer ik alle hengels opnieuw. Direct daarna mag de schub op de foto. Tóch nog elf kilo en dat valt me niet tegen. Ik wilde eigenlijk wat langer blijven zitten, maar de scheepvaart en het schutten van de sluis maken het erg lastig om scherp te vissen. Ik geef het tot half tien en dan is het mooi geweest. Ondanks alle voerbeurten valt het resultaat me tegen en dat betekent dat ik volgende week maar weer eens naar de Maas ga. Ik heb nog wat recht te zetten op een bepaald grindgat. Dat zou een mooie generale repetitie kunnen zijn voordat ik met Team Carp Zwolle op pad ga, maar ook een of twee koorsessies sluit ik niet uit. Het najaar komt er met rasse schreden aan.

Zondag vis ik een ochtendsessie aan de plas. Kwart voor zes liggen de hengels erin. Ik wil een uurtje of drie vissen en rijd dan achtereenvolgens naar Bjorn om aas af te geven zodat hij kan voeren voor me en dan naar Herman om verse boilies op te halen. De plas ligt er maar stilletjes bij. Het riet is gemaaid en dat geeft een breed zicht op het hele water maar De vis laat zich in het donker nog niet echt zien of horen. Dat maakt niet echt uit want ik weet waar ik mijn hengels wil hebben liggen en ik hoop alleen dat de grassies zich afzijdig houden vandaag. Om vijf over zes krijg ik een aanbeet op mijn rechter hengel. Ik dank aan zeelt, maar het blijkt toch een klein karpertje te zijn. Vlak voor het net, verliest de haak zijn houvast. De aanbeet om half zeven kent wel een goed einde en twintig minuten later staat de lange spiegel van 95 centimeter op de foto en gaat ze terug. Helaas te weinig breedte en diepte voor een echte goeie, maar met 13,7 kilo ook niks om je neus voor op te halen. Als ik de foto’s terugkijk, zie ik dat mijn hoofdlampje wel weer af kan. Misschien komt er nog een vervolg. Om vijf over zeven een grassie op rechts. Gauw onthaken, een nieuwe boilie eraan en dan terug. Klokkie acht komt er nog een mooie spiegel bij. Zesentachtig cm en dertien vier, zijn de bijbehorende maten. Heerlijk zo zonder voorvoeren. Nog een uurtje te gaan voordat ik in ga pakken, dus er kan nog wel wat gebeuren. Om negen uur vind ik het mooi geweest. Goed is goed. Ik ga inpakken en dan een bakkie doen bij Bjorn.

Ik doe een koorsessie op dinsdag de 21e. Natuurlijk op de IJzeren man want ik wil weten of de tijd inmiddels is aangebroken dat de aanbeten van karper de hele dag door vallen. Bjorn is ondertussen sinds gisteren voor me aan het voeren op het Gat van Johan waar ik donderdag mijn nachtsessie ga vissen deze week. Zelf gaat hij naar Asselt. Om kwart voor zes liggen de hengels erin met de bedoeling zo’n vier uur te vissen. Even later Twee karpers zou mooi zijn. Ik vang om tien voor zeven mijn eerste. Een spiegel net onder de tien kilo en een lengte van driekwart meter. De kleinste tot nu toe hier. Ik maak kennis met twee jonge karpervissers uit Meijel en geef hen wat tips. Ze zijn blij en verrast dat iemand zo gul is met informatie. Ik beloof hen wat boilierecepten te sturen want mogelijk willen ze zelf gaan draaien. Om half tien is het mooi geweest. Tijd om in te pakken. Donderdag naar het gat van Johan.

 

Donderdagavond kwart voor acht liggen mijn hengels tussen de wierbedden. Mijn kanthengel en mijn linker hengel zijn goed weg te leggen, maar de middelste is overal omgeven door wier. Ook die ligt schoon, net als de andere twee, maar als ik daar een run op krijg wordt drillen en landen nog een aardig potje touwtrekken. Als ik alles heb staan kijk ik op mijn telefoon. Vier gemiste oproepen van Bjorn. Zou hij al wat hebben? Ik bel hem op en krijg een onthutste vismaat aan de lijn. “Ik had wel dood kunnen zijn”, begint hij zijn verhaal. Hij blijkt bij het opzetten een wespennest te hebben verstoord en is een keer of vijftien gestoken. Als alles goed blijkt te zijn gaat hij verder met opzetten en trek ik een biertje open. Veel is er nog niet te zien op mijn stek. Er staat een rimpeling op het water en dat maakt het observeren een stuk lastiger. Hopelijk komt er wat vis uit vannacht en het formaat maakt me niet uit. Er gebeurt echt helemaal niks. Bjorn vangt hier een week geleden nog tien vissen en nu lijkt het uitgestorven. Ik kijk een Netflix film en ga slapen. Kwart over vier actie op mijn kantstok. Als ik de hengel oppak is er niks daar, alleen een dikke bal wier. Zou er een vis tussen hangen misschien? Nee, het is alleen wier. Ik hang er een nieuwe bol aan en probeer de stok terug te krijgen op zijn plek. Straks als het licht is moet ik al mijn stokken nog maar eens opnieuw doen. Zes uur ben ik wakker. Nog nét te donker om opnieuw in te gooien, maar in elk geval tijd voor koffie. Ik merk dat ik zwaar geïrriteerd ben door het uitblijven van actie. Té zeker en té overtuigd van een goede sessie en dan valt een blank zwaar tegen, maar ook dit is riviervissen. Het nomadische gedrag van karpers op de Maas, kan betekenen dat een stek waar de vis het ene moment ligt opgestapeld, het andere moment volstrekt dood is. Jammer van al het aas en alle energie die erin is gaan zitten met voorvoeren. Ik vis tot kwart voor tien door en ga met een kutgevoel opruimen en naar huis. Dit was geen fijne sessie en ik ben stikchagrijnig.

 

Zaterdag vis ik twee uurtjes met een enkele hengel in Dinant aan de Maas. Marianne wil naar een quiltwinkel en ik maak van de gelegenheid gebruik om wat te kijken en te vissen. Dat levert niks op en ik leg me neer bij een visloos weekend. Toch kan ik de dag erna ook nog een sessie vissen. We zijn allebei vroeg wakker en Marianne wil nog slapen. Of ik niet kan gaan vissen? Nou, als het dan echt moet! Een uurtje later liggen mijn hengels in de IJzeren man. Het blijft bij een graskarper vandaag en vier uur later pak ik onverrichter zake weer in. Dinsdag de generale repetitie vóórdat ik zaterdag met Team Carp Zwolle afreis naar Iktus Ruffaud voor onze social.

 

De koorsessie op de 28e is mijn generale voor Frankrijk én de laatste sessie van augustus. Hoe geweldig zou het zijn als ik nog wat karpers zou kunnen vangen en mijn totaal nog verder kan opschroeven naar mijn record van vorig jaar? Een nóg betere uitgangspositie creëren onderweg naar mijn beste seizoenstotaal in ruim 20 jaar. Ik geef mezelf drie uur de tijd vandaag. Dat moet genoeg zijn. Het preppen voor Frankrijk is grotendeels klaar.

Vanmiddag heb ik nog wat laatste dingetjes gehaald bij ProLine. Daarmee kan ik niet alleen mijn alternatieve plannen uitvoeren op Iktus Ruffaud, maar ook de foto’s maken die bij het artikel horen wat ik in mijn hoofd heb. Ik heb ingrediënten voor pack baits gekocht, kleine en gebroken granen gekookt, onderlijnen geknoopt, dips en losse steunen gehaald en alle batterijen opgeladen. Eigenlijk hoef ik alleen nog maar boodschappen te doen en mijn auto in te pakken. Wel relaxed eigenlijk. Om kwart voor acht klinkt het startsein voor een hectisch kwartiertje. Mijn rechter hengel loopt af en even later ook mijn linker hengel. Alweer een dubbelrun hier! De eerste is een spiegel, de tweede een graskarper die ik in het water onthaak. Snel de spiegel op de foto en beide hengels weer terug op de stek. De laatste ligt er nog geen dertig seconden in als er alweer een graskarper op klapt. Pfff, het lijkt wel werken, maar ik vind het heerlijk zoveel actie. Ik bel met Bjorn en zie daarna dat ik nog even tijd heb. Er kan nog meer bij en ik ben gretig. Snel de hengel er weer in en zie, om kwart voor negen gebeurt hetzelfde als een uurtje eerder. Beide hengels vertrekken met hooguit een minuutje tussenruimte. Weer een spiegel en een grassie. Ik vind het mooi geweest en ga inpakken. Gauw naar huis om op tijd te zijn voor de tweede helft van Ajax. Dit was een lekkere avondsessie. Zaterdag naar Iktus Ruffaud. Ik ben er klaar voor.

Vrijdag op zaterdag heb ik een slechte nacht thuis. Draaien en zuchten in bed omdat ik de slaap niet kan vatten om vervolgens maar beneden op de bank te gaan liggen. Dat helpt enigszins. Half drie ben ik klaarwakker en pak ik mijn spullen. Drie kwartier later ga ik maar rijden. De reis duurt lang maar verloopt goed. Ik ben om half twee aan het water, maar dat komt vooral door de lange pauzes, anders was ik er om half een al geweest. De boot moet ik betalen. Deze zou gratis zijn maar kost vijftig euro voor een week. Om zeven uur liggen mijn hengels erin. Twee met packbaits aan de overkant en eentje met een boilie aan de eigen kant tussen veel kleine particles. Ik heb een schitterende stek en om kwart over negen is mijn kamp volledig ingericht, heb ik gegeten en ga ik op mijn stretcher liggen. Ik moet nog heel veel slaap inhalen.

Zondag overdag is het warm en is er weinig actie. Tegen zeven uur ‘s avonds krijg ik een soort van run op rechter hengel, maar er is niks daar bij het oppakken. Half tien kruip ik in bed. Om tien voor twee krijg ik een fluiter op mijn middelste hengel. Tijdens het drillen mep ik drie horzels uit de lucht, die op het licht van mijn hoofdlampje afkomen. Omdat het net wat klaar ligt, vast blijft zitten aan de steun moet ik tijdens de dril mijn andere net uit de foedraal pakken en in elkaar zetten. Gelukkig gaat dat goed en kan ik de vis scheppen. Het is een spiegel van 12,2 kilo met kleine starburst schubjes op zijn flanken. Ik maak enkele foto’s in het donker en zet de vis terug. De kop is eraf. Geen blank en de packbaits doen het gewoon. Voor het derde jaar op rij vis ik met singles en met dit eerste succes lijkt het ook nu weer te werken. Mooi dat ik op mijn aangevoerde boiliestek in de linkerhoek ook een vis hoor springen. Daar gaat vanavond pas een hengel op. Om half zeven is het de beurt aan mijn rechter hengel. Ook die vis weet ik te landen en dit is een goeie. Negentig cm en 18 kg zwaar. Omdat het al bijna licht is hang ik de vis weg in de sling. Foto’s maak ik over een uurtje als het licht genoeg is. Rolf staat te drillen en heeft een vis van hetzelfde kaliber in zijn net liggen als ik bij hem ben. We varen beiden onze hengels opnieuw uit en ik ga koffie zetten. Even later als ik buiten kom om te plassen, zie ik Rolf opnieuw met een kromme hengel staan. Dezelfde hengel als die hij net heeft uitgevaren levert hem nu een schubje op van 17 pond. De packbait boys are doing the trick at Iktus. Als we mijn vis op de foto hebben gezet, krijgt Rolf weer een aanbeet. Zijn oude PB sneuvelt door de vangst van een 23,6 kilo spiegel. Good catch! Ik verleg mijn rechter hengel naar de onderkant van het talud. Daar krijgt Rolf al zijn aanbeten, dus zou het stom zijn om geen gebruik te maken van die aanwijzing. Kwart over twaalf krijg ik een aanbeet, maar helaas lost de vis. In elk geval heb ik overdag een aanbeet gehad en ook nog juist op die hengel. Dat sterkt me in het vertrouwen dat ik tactisch de juiste keuze heb gemaakt. Nog tijd genoeg om de komende dagen mijn aantallen verder op te vijzelen. In de middag doe ik een gezellig biertje met Mick, Linda en Rolf. Super gezellig, maar Hans vindt het maar niks. Hij is van mening dat we onze hengels binnen moeten draaien als we aan het bier zitten, maar wij vinden van niet. Er wordt geen grens overschreden, vinden we. Om half tien ga ik slapen.

 

Dinsdagochtend om half zeven ben ik wakker. Op een enkele piep na is er niks gebeurd en ook bij Mick en Rolf is alles stil gebleven vannacht. Rond half negen als we samen aan de koffie zitten vangt Rolf een spiegel van zestien kilo rond. Dan blijkt dat Serge vannacht ook vis heeft gevangen. Een graskarper. Ik zou daar zelf niet blij van worden, maar Serge is blij dat hij een aanbeet gehad heeft en van de nul af is. Ieder zijn meug, zal ik maar zeggen. Daarna ga ik even op mijn stretcher liggen. Een beetje ontspannen en hopen op een late aanbeet. De rest van de dinsdag is er maar actie op één stek. Die van Rolf. We zien in zijn sector minstens twintig vissen bovenin liggen en allemaal in de buurt van het obstakel aan zijn overzijde. Hij weet af en toe beet te krijgen en krikt zijn totaal op naar acht en een losser. De rest ondergaat het warme weer en wacht af op de dingen die komen gaan. Zoals het er nu uitziet is morgen de laatste warme dag en komt er donderdag een weeromslag met een maximale temperatuur van 21 graden. Dat is zo’n tien graden minder dan nu en mogelijk activeert dat de vissen om echt te gaan azen. Als ik morgenochtend niets gevangen heb ga ik een alles of niets poging doen door een grote hoeveelheid aas op mijn stek te voeren en daar blijf ik dan met mijn pack baits tussen vissen. Eens kijken of dát de vissen aanzwengelt. Maar eerst ga ik maar eens een nachtje slapen en hopen op enkele aanbeten. De woensdag en donderdag gaan visloos voorbij. Donderdagnacht krijg ik om drie uur een run op mijn linker hengel, maar zoals de Engelsen zeggen “when it rains, it pours” want ik los de vis in het wier. In de pikdonkere nacht is het ook niet heel gemakkelijk om de hengel opnieuw uit te varen met de voerboot, maar uiteindelijk lukt het me toch. Nog een kleine dertig uur te gaan. Er moet nog vis vanaf komen want ik kan én wil me niet voorstellen dat er niks meer gebeurt. Veel te vlug breekt de vrijdagochtend aan. Zolang als mijn hengels in het water liggen is er kans op vis hoewel het nu al voelt alsof ik in blessuretijd zit. Ik heb het beste gegeven wat in me zit en kan tot nu toe slechts terugkijken op twee gevangen vissen en twee lossers in zes nachten. Niet goed voor het gemiddelde en zéker niet goed voor mijn ego. Té overtuigd zijn van je eigen vaardigheden, kan ook tegen je werken. Half tien ga ik slapen want morgen wacht de thuisreis. Mijn hoop is gevestigd op één laatste aanbeet. Tussen twee en drie uur ’s nachts krijg ik veel valse piepen van lijnzwemmers. Elke keer hoop ik dat de enkele piepen overgaan in een run, maar dat is teveel gevraagd. Om zes uur sta ik op en ga koffie zetten. Ondertussen ruim ik op en laat mijn hengels tot het laatste moment in het water liggen maar er gebeurt echt niks meer. Kwart over acht heeft iedereen ingepakt en rijden we huiswaarts. Negen uur doe ik erover en dat is een prima tijd. Nu moet ik er met het vissen thuis nog maar eens een schepje er bovenop gooien als ik de teller boven de zeventig wil krijgen. Dat zou namelijk een nieuw beste seizoen betekenen. Daarnaast moet er nog een veertiger op de kant komen, want die heb ik dit jaar ook nog niet. Nog genoeg te doen dus, dit najaar, maar zeker niet onmogelijk.

Donderdag de dertiende vis ik een nachtje bij de rondwegbrug van Nederweert. Ik heb enkele dagen gevoerd met pack baits, gebroken granen en boilies. Om zeven uur ‘s avonds, na een bezoekje aan de frietboer, liggen mijn hengels in het klotsende kanaalwater. Twee hengels met pack baits in het kommetje aan de overzijde en eentje links en rechts aan de eigen zijde. In de nacht gebeurt er niets, maar als ik in de ochtend aan de koffie zit, loopt mijn rechter pack bait hengel af. Het slachtoffer is een lange schub, laag in de twintig pond. Een echte kanaaltorpedo. Ik vereeuwig het beest onder het toeziend oog van een toevallige voorbijganger en laat hem daarna van mijn retainer sling terug het kanaal in glijden. Happy days, in meer dan één opzicht. Ik ben vooral blij dat ik alweer vis vang met de pack baits methode.

Als ik op zondag al na een half uur een aanbeet krijg, weet ik direct dat het een karper is die mijn pack bait als ontbijt heeft bestempeld. Ik dril de vis rustig af en weet gewoon dat het een dertiger is, nog voordat ik hem gezien heb. Op de kant bevestigt de unster mijn inschattingsvermogen. Na enkele foto’s mag de vis terug en schenk ik een nieuwe kop koffie in. De vorige was koud geworden. Ik heb net twee slokjes van het bruine vocht naar binnen gegoten, als mijn linker hengel een aanbeet registreert. Deze keer verwacht ik een Chinees en ook dat klopt. Ik ben verheugd dat het vissen met pack baits ook op het water van Sint Petrus vis oplevert. Dat het weer vis van formaat betreft, benadrukt nogmaals dat vissen met een pack bait en kunstmaïs als aas geen “kleine vissen methode” is. Ik geniet van de opkomende zon en de veranderende tinten in de natuur. Heerlijk om zó je zondag te beginnen. Daarna vang ik bij daglicht nog twee graskarpers waarvan de grootste één meter zeven aantekent. Ik realiseer me dat mijn kans op karper hier in de schemering of duisternis het grootst is. Het is klaar voor vandaag. Inpakken en huiswaarts. De kunstmaïs levert op dit water nog teveel bijvangsten op overdag.

Donderdag heb ik na vier dagen voeren weer een nacht in het verschiet. Vandaag is een drukke dag geweest op het werk met een informatiesessie over terrorisme en ondertussen een "real live incident" met een aangereden bakfiets, een zogenaamde Stint. Bij dat verschrikkelijke incident in Oss zijn vier kinderen om het leven gekomen en liggen een ander kind en de begeleidster zwaar gewond in het ziekenhuis. Een horrordag voor de NS en voor alle betrokkenen. Goed dat ik vannacht even mijn gedachten op andere dingen kan richten. Om kwart voor acht liggen mijn hengels erin en tien minuten later heb ik mijn eerste aanbeet. Een uitzetschub van 72 centimeter en bijna negen kilo. Qua bouw een belofte voor de toekomst. Daarna blijft het rustig tot tien voor half twaalf als mijn rechter hengel afloopt. Deze is van een beter formaat en tikt exact de zestien kilo aan. Na enkele foto’s mag ze zwemmen. De sessie is nu al geslaagd, maar ik heb het gevoel dat er nog meer gaat komen. Elke vis die dit jaar nog op de kant komt is een verbetering van mijn beste seizoen hier. Heerlijk om zó te gaan slapen. Kwart voor zes word ik wakker van een schrapend geluid. De wind is aangewakkerd en heeft de achterste haringen half uit de grond getrokken waardoor mijn oval langs de vangrail schraapt. Ik zet de zaak vast met een bankstick en ga koffie zetten. Na een uurtje leg ik mijn pack bait nog een keer opnieuw weg. Ik verwacht juist bij de palen aan de overzijde een aanbeet en die is nog niet gekomen. Hopelijk blijven de boten nog even weg en krijgt het een uurtje de kans daar. Helaas blijft verdere actie uit en moet ik op de koop toe tijdens een regenbui inpakken. Als een verzopen kat, kruip ik achter het stuur. Mét een glimlach, dat wel!

 

Dinsdag ga ik, nadat ik mijn kanaalstek voor de tweede keer heb aangevoerd, een paar uurtjes vissen. Kwart voor zeven liggen mijn hengels op de gekende plekken van de IJzeren man. Ik zie nogal wat activiteit aan de oppervlakte, dus ik verwacht eigenlijk ook wel een of meerdere aanbeten. Ik geef het tot kwart voor negen, dus twee uur de tijd. Ik vis tot een uur in het donker, maar krijg zelfs geen aanbeet van graskarper. Met een barometer van 1037 was dat misschien ook wel te verwachten. Hopelijk heb ik donderdagnacht meer succes.

 

Donderdag ga ik naar het kanaal. Ik heb de hele week gevoerd en verwacht eigenlijk wel een aanbeet, hoewel de luchtdruk met 1023 nog steeds aardig hoog is. Om zes uur ben ik aan het water bij de sluis. Kevin Diederen is daar aan het vissen en ik ga even een kijkje bij hem nemen. Hij heeft net een graskarper teruggezet. We praten wat en ik ontfutsel hem enkele hybrid quick change lead clips. In de winkel kan ik ze niet krijgen, maar Kevin is niet flauw en geeft me er er drie. Topgozer! Aangekomen op mijn eigen stek, klets ik er eerst twee hengels in aan de eigen zijde, voordat ik mijn oval en de andere hengels erin leg. Daarna ga ik met een Radler op de rand van mijn stretcher zitten. Echt lekker voel ik me niet en hoe later het wordt, hoe beroerder ik mezelf ga voelen. Mogelijk de bijwerking van mijn antibioticakuur tegen orchitis. Dat klinkt als een mooie bloem, maar betekent in goed Nederlands gewoon dat je een ontstoken teelbal hebt. De bijwerking kon diarree en misselijkheid met zich meebrengen. Nou, ik kan je vertellen dat het laatste klopt. Als ik rond half negen ga liggen om een Netflixje te kijken, word ik overvallen door de misselijkheid en kots me buiten in dertig seconden helemaal leeg. Pfff, dat lucht op. Ik spoel mijn mond met wat water en ga weer liggen. De hele nacht gebeurt er weer vrij weinig, totdat ik tegen kwart voor vijf een run krijg bij de palen. Zodra ik de hengel oppak is het over en uit. Er hangt niks aan. Beter wordt het ook niet meer vandaag. Ik rijd via Rob, waar ik een zak hennep en lood van Patrick Spruyt haal, naar huis. Misschien zondag of maandag naar de IJzeren man want Marianne is enkele dagen op cursus in Zeeland. Daarna kan ik nog één nachtje vissen voordat ze twee weken naar Amerika gaat. Eens kijken wat ik dan kan verzinnen om tussendoor wat te vissen.

 

Het is zondag en de laatste dag van september. Ik kijk in de ochtend even bij de meelfabriek om te zien hoe die stek er vanaf de fabriekszijde uit ziet. Rond de klok van achten, ben ik vervolgens aan de IJzeren man om met de pijp een kleine 600 gram boilies te voeren. Meer, wil ik gezien mijn laatste ervaring niet riskeren. Als ik daarmee klaar ben rijd ik nog eens langs de meelfabriek om ditmaal vanaf de overzijde naar de stek te kijken. De aanblik bevalt me prima en ook deze stek wordt opgenomen in de planning. Vanavond eerst een paar uur vissen aan de plas en direct een voerbeurt inplannen bij de meelfabriek om daar morgenochtend een aantal uren door te brengen. In theorie moeten beide stekken, binnen relatief weinig tijd, vis op kunnen leveren. Ik gok op drie á vier uur per stek. Daarna knoop ik thuis drie helikopter leaders in elkaar, omdat ik mijn visveiligheid naar een hoger niveau wil brengen. Door gebruik te maken van een Quick change wartel, ontstaat het bijkomend voordeel dat je snel kunt wisselen van een bodemaas montage naar een pop-up of een chod rig. Eens kijken hoe me dat bevalt. Daarnaast gooit een helikopter ook nog eens verder. Halverwege de middag vertrekt Marianne naar Zeeland, voor een cursus. Na de formule 1 gooi ik mijn spullen in de auto, geef de hond zijn pillen en vertrek ik naar de IJzeren man. Helaas is bij aankomst mijn eigen stek bezet, dus loop ik twee stekken door. Daar vang ik in drie uur tijd vier grassies. Niet mijn kopje thee. Gelukkig heb ik morgen nog een herkansing op het kanaal.

 

Maandag vis ik tussen half acht en half twaalf op het kanaal bij de meelfabriek. Wat jammer is, is dat er geen scheepvaart is. Op een enkel passerend plezierjachtje na, gebeurt er helemaal niets. Geen scheepvaart, geen vis, is een stelling die ik in het verleden al meermaals gebruikt heb en die vandaag helaas voor de zoveelste keer wordt bevestigd. Eens kijken wat ik morgen eventueel nog ga doen.

 

Na het debacle van de zondag én de maandag, ga ik dinsdag de 2e maar een instant sessie doen bij het werfje. Ik kan drie stokken scherp wegleggen en denk dat ik hier zeker een kans maak om vis te kunnen pakken. Bjorn gaat vanochtend de grote plas aanvoeren waar ik in het begin van dit jaar ook heb gezeten. Donderdag bevissen we dan elk een stek aan de kom waar het zwarte oogje huist. Hij aan de Maaszijde en ik recht tegenover hem op de landtong. Dat is hemelsbreed zo’n halve kilometer van hem vandaan. Ik hoop donderdag enigszins op tijd de trein te kunnen pakken, want dan hebben we een terrorisme oefening op het werk, waarbij ik natuurlijk een inhoudelijke rol heb. Ik zit even na negenen lekker aan de koffie, terwijl ik de laatste “Carp Life” van Mark Pitchers zit te kijken, als ik een run krijg bij de palen. Ik weet de vis weg te houden bij het obstakel en zie de lijn naar de overkant bewegen. Dat is mooi want daar kan hij geen kwaad. De vis komt langs de overzijde naar mij toe gezwommen en voelt goed. Dan ineens verliest de haak zijn houvast. Nee, dit kan niet waar zijn, waarom..? Ik controleer de haak, monteer een nieuwe boilie en leg het zaakje voorzichtig terug. Misschien, heel misschien, krijg ik een herkansing. Ik baal echt ongelofelijk! Het geluk is me deze keer goedgezind, want om half elf krijg ik een run aan de overzijde. Ik heb die stok een kwartiertje geleden opnieuw ingegooid en kennelijk niet voor niets. Ik vang een schub van 15,4 kilo en 85 centimeter en dat is mijn tiende dertiger dit jaar. Nog belangrijker, het is mijn 71e vis en daarmee ook een nieuw allerbeste seizoenstotaal. Toch denk ik dat de vis die ik vanochtend verspeelde, nóg groter was. Nou ja, met zo’n troostprijs mag je niet ontevreden zijn, dus ben ik dat ook niet. Na vier uurtjes pak ik in en rijd naar huis. Eens kijken wat komende donderdagnacht gaat brengen. Het najaar is nu echt van start gegaan en de jacht op een zoetwatervarken van formaat is nu echt volledig geopend.

Donderdag 4 oktober vis ik een nacht op de grote plas. Bjorn zit 500 meter van mij vandaan op de oude stek van Herman en ik zit op de landtong. Omdat we vandaag een oefening hebben gehad op het werk en ik ook eerst nog thuis gegeten heb, ben ik wat later aan het water dan gepland. Het is al bijna donker als ik mijn derde stok erin heb liggen. Bjorn heeft na een kwartiertje zijn eerste vis al op de mat liggen, een uitzetter. Bij mij gebeurt er, op enkele piepen van zwanen en de bever na, niets tot aan het aanbreken van de dag. In hel licht vang ik achtereenvolgens een roofblei en een brasem. Als ik ga inpakken doe ik nog wat onderzoek naar de bodemstructuur en de dieptes. Ik merk dat ik beter nog een meter of vijftig door kan schuiven naar rechts want daar kan ik op drie, vier en vijf tellen diepte vissen. Die schone plekken liggen ook nog in elkaars verlengde, dus kan ik de voerstek in een strook opbouwen. Morgen breng ik Marianne naar de trein want ze gaat voor 12 dagen naar Amerika. Dat betekent dat ik in die periode niet kan nachtvissen, maar ik kan wel bijna elke dag vanuit mijn outdoor-office werken. Ik denk dat ik het kanaal, en de grindplas maar eens beurtelings ga bevissen. Hopelijk levert dat nog wat mooie vissen op.

 

Zondag zeven oktober, vis ik een ochtend aan de grindplas. De dag is slecht begonnen, want de hond heeft binnen gescheten, ook nog diarree wat het opruimen er niet eenvoudiger op maakt, én geplast. Hij kan er niks aan doen en ziet er ook reuze schuldig uit. Gelukkig heeft hij zijn pillen snel op waardoor ik om zes uur al kan gaan vissen. Een uur later ben ik geïnstalleerd en op tijd om te zien hoe Max zijn Red Bull naar een derde plek stuurt in Japan. Het weer is een stuk minder lekker dan gisteren. Bewolkt, hooguit een graad of twaalf en een noordoosten wind kracht drie. Ook het vonden van schone plekken is nog niet heel gemakkelijk. Rond kwart over negen draait er een dikke vis in de buurt van mijn rechter hengel. Het zou fijn zijn als die wat extra aandacht zou hebben voor mijn aas. Een half uurtje later trekt het wolkendek wat open en ziet het er ook ineens een stuk gezelliger uit. Om elf uur vang ik een roofblei. Een beste knaap weer, maar van karper geen teken. Ik neem de gelegenheid te baat om beide hengels opnieuw weg te leggen en ben tevreden met het resultaat van mijn inspanningen. Beide hengels liggen nu super scherp. Nog een uur en dan ga ik inpakken. Op het moment dat het tijdstip is aangebroken om mijn hengels in de foedraal te stoppen, krijg ik nog een aanbeet op mijn rechter hengel. Een grote winde is deze keer de klos. Ik voer het restant boilies op en rijd naar huis. Morgen een ochtend werken in Eindhoven. Misschien dat ik in de middag nog even een paar uur naar het kanaal rijd en dinsdagochtend in elk geval weer naar deze stek.

 

Maandagmiddag liggen mijn hengels om twee uur op de steunen. Eentje wijst in de richting van het werfje, de andere twee liggen aan de eigen zijde. Het is de eerst genoemde hengel die de enige actie van de dag oplevert als er een diep geladen boot voorbij komt. Gelukkig weet ik op een gebroken onderlijn na alles terug de kant op te krijgen. Ik haal de beschadigde lijn eraf en knoop er een kersverse voorslag op. Een nieuwe onderlijn met ultrascherpe haak maakt het geheel af. Die hengel gaat daarna terug de foedraal in, want ik heb geen zin in nog meer reparatiewerk. Als ik ’s avonds thuis op de bank zit, hoor ik van Bjorn dat er tijdens het voeren een hele dikke vis sprong bij de kop. Morgenochtend ben ik daar. Wie weet?

Dinsdag liggen mijn hengels om zeven uur in het water van de plas. Ik hoop dat de grote vis nog in de buurt zit en dat ik een kans maak, maar het is erg koud en er is weinig te zien. Ik maak wat foto’s bij mijn stek van de paal die eruit ziet als het teken van Carp Crossing. Pas tegen elf uur als de zon wat aan kracht heeft gewonnen krijg ik een witvis aanbeet. Verder gebeurt er helemaal niks. Als ik ga inpakken, gooi ik nog wat rond bij het kopje en vind op 25 meter uit de kant een harde plaat die tussen de drie en vier tellen diep is. Ik denk dat, dat heel mooi is voor morgen. Bjorn zal vanavond ook nog een paar handjes voeren, dus met een beetje geluk wordt de tiende van de tiende een memorabele dag.

 

Woensdag tien oktober, ga ik voor de derde ochtend naar de Carp Crossing stek. Ik hoop natuurlijk dat er iets gebeurt want de vooruitzichten zijn nog zonniger dan de afgelopen dagen. Het belooft zelfs 23 of 24 graden te worden vandaag. Op de vangst van een roofblei na, gebeurt er helemaal niks. Jens komt langs rond half elf en vertelt me dat hij komende nacht een sessie gaat doen. Ook hij is opgeschoven richting het kopje want we willen elkaar niet in de weg zitten. Onbedoeld hebben we dat nu voor de tweede keer tóch gedaan, dus wisselen we telefoonnummers uit en spreken af dat ik hier bij het kopje blijf zitten en hij terug de hoek in duikt. Als ik naar huis ga, baal ik wel een beetje. Niet alleen omdat het overdag niet loopt, maar ook omdat ik het idee heb dat er teveel mensen op dit stuk bezig zijn. Het is nog te vroeg voor deze sector schat ik. Ik weet nog niet waar ik morgen heen ga en twijfel tussen het kanaal, de IJzeren man en het gat van Johan. Eens kijken wat het weer doet.

 

Donderdag 11 oktober, vis ik een ochtend aan de IJzeren man. Een outdoor office sessie, want ik werk gewoon vanaf mijn iPad en daarmee imiteer ik op kleine schaal Mark Hofman, ofwel MH, die dat al twee keer tussen de zes en acht weken heeft gedaan. Mijn periode is slechts anderhalve week en tot nu toe heeft dat nog niet heel erg veel gebracht. Met alleen wat roofbleien, windes en brasem van de Maas kun je nog niet van een daverend succes spreken, maar op het eind komt alles goed is het devies van Mark. Eens kijken of dat voor mij ook opgaat, die vlieger. Aan de overkant zie ik ook een lampje in het bos. Waarschijnlijk ook een visser die zichzelf, net als ik, aan het klaarmaken is voor een vissessie. Om half zeven liggen er twee hengels in de plas en voer ik drie handen boilies redelijk verspreid over beide stekken heen. Rond kwart over zeven begint de lucht wat lichter te worden en worden de contouren van het water zichtbaar. Opvallend is, dat er op de stek aan de overkant geen enkel teken van leven meer te zien is. Zou er iemand stiekem een nachtje gedaan hebben? Het zou me niks verbazen, want er zijn geen controleurs en de vis is hier in de donkere uren het meest actief. Ik heb al op diverse plekken wat karpers horen springen en ik hoop dat deze ochtend wat actie oplevert. Heel lang hoef ik daar niet op te wachten, want vijf minuten later krijg ik een mooie gestage run op mijn rechter hengel. Terwijl ik sta te drillen, merk ik dat ik mijn net nog niet heb opgebouwd. Met één hand frommel ik het net in elkaar en kan even later de vis bij de eerste poging al scheppen. Als ik in het net kijk, zie ik een mooie brede spiegel van 88 centimeter en veertien kilo. Dat is een resultaat om mee thuis te komen. Na een paar foto’s mag de vis weer zwemmen. Omdat ik ook wat telefoontjes moet doen, zet ik het geluid van mijn piepers even uit. Het is toch wat raar om telefonisch in de weer te zijn als er een mogelijkheid bestaat dat we gestoord worden door een volle fluiter. Er gebeurt niks en ik ben eigenlijk ook allang vergeten dat het geluid uit staat als ik ineens een slip hoor tikken. Half tien en een eerste graskarper. Bjorn heeft een goede ochtend op zijn stek. Hij had om middernacht al een schub van 13,5 en vangt er vanochtend nog een spiegel bij die tien kilo zwaarder is, gevolgd door nog een schub van een kilo of dertien. Alles op negen tellen water, dus ik ga morgen terug en ga ook wat dieper vissen. Het zou mooi zijn als er bij mij ook vis van de plas af komt. Dan moet ik overigens vanmiddag wel wat nieuwe onderlijnen knopen, want ik ben door mijn voorraad heen. Na vijf uur pak ik in en rijd naar huis. Morgen weer naar het groot water.

 

Ik kan op de plas niet echt mijn draai vinden. Ik vis enkele uren bij het boompje op de kop, maar besluit rond negen uur nog verder naar rechts op te schuiven. Zelfs vissend met drie hengels lukt het me niet om een karper te vangen. Alleen een roofblei is wederom het haasje. Op de terugweg haal ik nog twee zakken boilies bij Herman. Morgen maar weer eens naar het kanaal. Hopelijk is de stek bij het werfje vrij, want ik verwacht dat ik daar wel een instant aanbeet kan forceren.

 

Zaterdag de dertiende. Ik ben al vroeg wakker en omdat ik vandaag een kanaalsessie gepland heb, vind ik dat ook niet erg. Ik weet exact waar ik mijn vallen wil zetten en het is fijn dat alles in positie ligt, voordat de vis echt actief wordt bij dagaanbreken. Tijdens het nieuws van vijf uur zit ik in de auto en een half uurtje later heb ik drie hengels heel sneaky weg kunnen leggen bij het werfje. Een bij de palen, een aan de overkant in het kommetje en eentje naar rechts waar ik in het vroege voorjaar mijn eerste vis pakte op deze stek. Om zeven uur hoor ik rechts een vis springen. Ik zie wat rimpels aan de overkant, maar zeker een meter of twintig verder dan waar mijn hengel ligt. Toch een goed teken en ik ben vol vertrouwen dat ik een aanbeet ga krijgen vandaag. Twintig minuten later zet de schemering in en ga ik met een kop koffie aan het water staan. Kijken naar tekenen van vis. De ervaring die door mijn hoofd gaat, is dat een aanbeet op het kanaal vaak komt als de straatlantaarns nét uit zijn gegaan. Daar is het nu nog net te donker voor, maar het is een van de dingen die me door de jaren heen tijdens het kanaalvissen is opgevallen. Vooral in de jaren dat ik bij de spoorbrug viste, kon je de klok daarop gelijkzetten en kreeg je vaak binnen een haf uur een aanbeet. Een soort van wekker voor de vissen om te starten met azen. Om 07.40 gaan de lantaarns uit. Hopelijk wordt de theorie vandaag nog eens bevestigd. Een half uur later schenk ik nog maar een kop koffie in. De theorie kan weer overboord. Om negen uur, kennelijk hebben ze uitgeslapen, gaat mijn rechter kanthengel er vandoor. De vis vecht voor wat hij waard is en na enkele minuten zie ik dat het om een spiegel gaat. Hij zit prima gehaakt en gelukkig glijdt hij even later het net in. Als ik van boven in het net kijk, zie ik dat het om een hele goede vis gaat. Dan zie ik een dieplader aankomen en ik ben net op tijd om mijn overkant stok binnen te draaien. 

Nu eerst voor de vis zorgen. De unster verzaakt niet en tikt exact de twintig kilo aan. Door mijn blijdschap vergeet ik helemaal om de vis te meten, maar als ik de foto’s nog eens goed bekijk, zit hij ook wel halverwege de negentig centimeter. Mijn kantstok en de overkant hengel gaan terug en vijf minuten later fluit de laatstgenoemde al weer aan. Een schubje van 76 cm en 8,8 kilo. Het gaat prima zo. De hengel mag nog eens terug en ik ga nog even in de auto zitten. Vijf over tien, opnieuw loopt mijn rechtse kanthengel af, maar die los ik helaas. Het voelde niet groot gelukkig. Daarna ga ik om half elf inpakken. Dit was een prima instant sessie en mijn veertigste vis die over de twintig pond gaat is ook mijn eerste veertiger van dit jaar.

 

Weer een dag later, weet ik eigenlijk niet goed waar ik heen moet gaan. Uiteindelijk ga ik toch maar naar Weert en vis ik op de plas bij het Botenhuis. Ik zet er een blank neer als een baas en ben drie uur later weer aan het inpakken. Niet elke dag loopt het als vanzelf en ik merk dat ik ook even wat minder gemotiveerd ben. Veel te veel vissen in een te korte tijd. Ik raak verzadigd, maar ik moet door. De kans om elke dag te vissen komt voorlopig niet heel snel meer terug. Morgen ga ik maar weer naar de grote plas bij Roermond. Daar is het ook zeker niet gemakkelijk, maar áls hij gaat, kan het de vis van mijn leven zijn. Aan die gedachte houd ik me maar vast, want de uren zonder actie zijn zwaar en slaan deuken in mijn vertrouwen. Wel raar want eigenlijk kan ik het hele jaar al niks verkeerd doen, dus wat meer zelfverzekerdheid zou niet misplaatst zijn. Hoe dieper ik moet gaan, hoe hoger de top als ik vang daar.

Die top wordt steeds hoger want ook op maandagochtend kan ik alleen maar roofblei en brasem vangen op het gat. Deze keer zijn het zelfs drie stuks, dus zit vooruitgang er wel in. Nu nog het juiste soort vis op de mat zien te krijgen. Na het vissen rijd ik naar de andere kant van de plas, waar Bjorn een nachtje gedaan heeft. Hij had een dubbelvangst, dezelfde schub met het kapotte kieuwdeksel van vorige week, en een losser. Ik geef hem tien kilo boilies om te voeren voor me en na een gezamenlijke kop koffie bij het tankstation gaan we huiswaarts. Morgen maar weer een ochtendje aan het kanaal bij het werfje.

Dinsdag de zestiende oktober doe ik nog maar eens een sessie in het outdoor office aan het kanaal. Je kunt zien dat ondanks de veel te hoge temperaturen voor de tijd van het jaar, de herfst toch echt zijn intrede heeft gedaan. Man wat drijven er een hoop blad en plantenresten in het water. Hoewel ik alle drie mijn hengels behoorlijk scherp kan wegleggen door het gebruik van foam en de juiste timing als er wat minder blad voorbijkomt, hoor ik toch al vrij vlug een slip tikken. Elke twee seconden een tik van mijn overkantstok. Ik draai de baitrunnerslip iets vaster en laat de zaak liggen. Misschien dat het beter wordt straks als er wat boten passeren. Rond acht uur wordt het wat minder met het drijfvuil en kan ik iets scherper vissen. Ik heb er inmiddels wat meer vertrouwen in dan toen ik startte hoewel er nog geen boot is langsgekomen. Er is een pak minder activiteit in het water dan de vorige sessie hier, maar dat wil niet zeggen dat er geen vis in de buurt hangt. Om tien over tien loopt toch mijn rechter hengel weer af en leidt tot de vangst van een schubje dat vooral hoog gebouwd is. Ondanks de 74 centimeter weegt hij toch nog 9,6 kilo en dat is zeker niet slecht. Morgen nog maar eens naar het grindgat maar dan pak ik de middag in plaats van de ochtend. Misschien liggen in die periode de aastijden wat gunstiger en kan ik een beet van karper afdwingen.

 

Woensdagmiddag ben ik nauwelijks een kwartier aan het gat. De zon brandt, ik heb weinig motivatie en mijn E-sigaret heeft de geest gegeven. Na mijn spullen op te hebben gezet, breek ik ze al snel weer af. Ik rijd naar de Russische dame van de sigarettenzaak in Roermond, die mijn vape herstelt. Daarna ga ik nog even op de koffie bij Bjorn en besluit ter plekke dat ik wegga op het kopje. Ik trek me terug in de hoek van het water. Daar zit ik in elk geval met dieper water vlak voor mijn neus en het ligt in de winter ook een stuk beschutter. Er ligt daar een schiereilandje naast een kommetje en van daaruit heb ik prima overzicht over de plas. Bjorn belooft me vanaf nu op die plek te voeren. Na het eten rijd ik nog voor twee uurtjes naar de IJzeren man. Ik krijg een half uurtje voor het inpakken ‘n enkele piep op mijn rechtse hengel. Als ik die binnen draai, blijkt dat ik in de war lag. Een gemiste kans, maar dat ga ik morgen op het kanaal herstellen.

 

Donderdag de 18e. Vandaag komt Marianne thuis, dus profiteer ik nog een keer van het werken in mijn outdoor office. De hengels liggen om half zeven in het water van de Zuidwillemsvaart. Er passeren al vrij snel twee schepen, dus gooi ik twee van mijn hengels opnieuw in. De rechtse komt om tien over acht tot leven en produceert een uitzettertje. Spiegeltje nummer 64, die anderhalf jaar geleden is uitgezet op het stuk van de Lange Hei en nu, voor de tweede keer op dit kanaaldeel, terug wordt gemeld. Het beestje is klein, 67 centimeter, maar weegt even zo goed toch 7,6 kilo. Dat komt vast door zijn proporties, want het viske is zo rond als een tonnetje. Ik verwacht eigenlijk nog wel een aanbeet, maar die komt er vandaag niet meer. Morgen eindelijk weer eens een nachtje doen samen met Bjorn. Ofwel gaan we samen aan de Bramenput bij elkaar zitten, of we trekken weer naar het grindgat. Dan zijn we wel tegelijk aan het vissen, maar zitten we een 400 meter uit elkaar. Eens kijken wat het wordt, maar dat is afhankelijk van wat Bjorn tegenkomt als hij vandaag gaat kijken.

 

Het wordt toch het grindgat. Bjorn heeft er gisterenavond voor de eerste keer gevoerd en hij heeft een filmpje gemaakt van de stek. Ik moet zeggen dat ik er enorm veel zin in heb om daar deze avond naartoe te gaan. Ik denk dat mijn kansen op deze stek beter zijn. Naast het kommetje aan het begin van het pad, ligt een schiereilandje. Daar kan ik erg mooi zitten en er staat een goede vier tot zes meter water op slechts een onderhands worpje uit de kant. Een zachte overhandse worp laat al snel tien tellen waterdiepte aantekenen. Ik vis vanaf zes uur met slechts twee kanthengels. Ik vang weer twee hybriden, een om kwart voor twee en eentje om kwart over vier, maar van karper geen teken. Wél vier bevers, zes zwarte zwanen, twee witte en een aantal futen en meerkoeten die allemaal erg actief zijn. Tijdens het inpakken laat Bjorn weten nog een blanksaver te hebben gevangen. Een spiegel die zichzelf om tien uur schaakmat zet aan een van zijn montages. Ik pak verder in met een verse blank aan mijn broek. Volgende week maar eens zien wat ik ga doen, want de barometer blijft nog een poos boven de 1030 en dat zijn niet de beste omstandigheden. Ik heb wind en bewolking nodig.

 

Op 25 oktober, een donderdag, doen Bjorn en ik allebei een nachtsessie. Ik zit op mijn schiereilandje en Bjorn in het bos. Afgelopen zondag sprong er een hele dikke vis op mijn stek toen Bjorn aan het voeren was. Twee keer kwam de kolos er helemaal uit en hij vermoedde dat het mijn targetvis betrof. Ik merk dan ook dat ik vandaag met meer spanning aan het water zit dan anders. We zijn weliswaar vier dagen verder, maar de vis komt dus ook langs bij de stek waar ik nu zit. Ik heb geen reden om aan te nemen dat hij hier nog steeds in de buurt rondhangt, maar tóch geeft het een extra dimensie aan mijn sessie. De volgende ochtend is er van mijn spanning weinig meer over. Ik begin me af te vragen of er deze keer nog wel iets gaat gebeuren, maar ik heb daar niet zoveel vertrouwen in. Eén aanbeet, meer vraag ik niet. Tijdens het inpakken loopt ineens mijn rechter hengel af, maar het is weer een bijvangst die me een adrenalinerush geeft. De derde deze sessie, bah!

 

Zondagochtend zit ik eerst een uur of drie over het water te kijken, voordat mijn hengels erin gaan. Dat is niet omdat ik wil kijken waar de vis zich ophoudt, maar omdat de wet en de lokale politieverordening dat opleggen. Regels en het interpreteren ervan? Ik zal ze nooit allemaal begrijpen. Ik ben al erg vroeg aan de IJzeren man, want de klok is verzet en ik denk heerlijk op tijd te gaan starten vandaag. Om half vijf ben ik mijn eerste hengel aan het uitvaren met mijn voerboot, als er een auto stopt naast die van mij. In het schijnsel van mijn hoofdlampje, vallen direct de reflecterende oranje en blauwe strepen op. Enkele seconden later komen een man en een vrouw, gehuld in zwart met gele biezen, mijn stek oplopen. Ik zeg ze vriendelijk goedendag en zeg, “fris hè”? Dat wordt beaamd, maar in dezelfde ademteug wordt me verteld dat ik nog niet mag vissen. Pas vanaf zonsopgang. Op mijn antwoord dat ik dacht dat ik een uur voor zonsopgang al mocht vissen krijg ik de repliek dat ik dan nog steeds veel te vroeg ben en dat het op dit water toch echt pas vanaf zonsopgang is volgens de APV van Weert. Ik mag mijn vergunning en legitimatie tonen. Mijn naam wordt genoteerd en ik moet opruimen totdat het licht is. Rechtlijnig, een betoog wat niet is gebaseerd op logische argumenten en weinig inlevingsvermogen zijn mijn deel van de nogal belerende agent die me ook enigszins betuttelend toespreekt. Ik krijg een preek over regels en “U weet toch ook wel dat...”? Ja, natuurlijk weet ik dat, maar ik wil gewoon vissen. Hij is zelf ook visser, vertelt hij me. Ik kan nog net voorkomen dat ik hem toebijt dat een échte visser me gewoon zou hebben laten begaan. Regels zijn heel belangrijk voor dit soort mensen en o wee als daar ook maar een haartje van wordt afgeweken. Hij vertelt me tussen neus en lippen door dat hij later nog wel een keertje langskomt om te kijken of ik me aan “mijn deel van de afspraak” houd. Ik ruim mokkend mijn spullen bij elkaar en ga in de auto zitten met een bak koffie en werk mijn logboek bij. Geen bekeuring, maar ook geen vroege start vandaag. Kwart over vijf komt hij inderdaad nog een keertje langs en schijnt met een zoeklicht over de stek. Ik hoop dat zijn moeder trots op hem is. Om zeven uur vind ik het licht genoeg en gooi mijn hengels in, terwijl ik formeel nog 23 minuten moet wachten. Hij kan me wat! Ik baal best een beetje, want deze plas staat niet echt bekend om het massale aantal aanbeten bij daglicht. Niet van karper in elk geval. Na twee uur houd ik het voor gezien en ga ik inpakken. Zo begint mijn wintertijd verre van optimaal, met dank aan de lokale “Bromsnor”.

 

Op vrijdag 2 november heb ik een thuiswerkochtend. Ik had afgelopen nacht ook kunnen gaan vissen, maar ik kies ervoor om vandaag te gaan zodat ik met daglicht kan opbouwen. Om vier uur liggen er drie hengels in de plas. Een op vijf tellen, een op acht tellen en eentje zelfs op twaalf tellen. Er zou toch eens wat moeten gebeuren. Als het donker is krijg ik een aanbeet op mijn linker hengel die resulteert in weer een hybride. Ook midden in de nacht is er actie. Het is kwart voor vier als ik een volle fluiter krijg. Ik weet niet eens op welke hengel, want tijdens het aantrekken van mijn lieslaarzen en de haast die ik heb bij het naar buiten gaan ben ik vergeten te kijken. Niet dat het wat uitmaakt want twee zwarte zwanen zwemmen op hun gemak weg van mijn hengels. Klotebeesten! Ik ga terug mijn tent in en steek de kachel even aan want het is vies koud. Na mezelf even te hebben opgewarmd kruip ik terug de zak in en word pas om zeven uur wakker. Niks meer gebeurd. Ik maak koffie en bel na een uurtje met Bjorn die eveneens een hybride heeft kunnen bijschrijven, maar waar voor de rest net zo weinig is gebeurd. De zwarte zwanen gaan bij hem door beide lijnen als we zo’n beetje klaar zijn met telefoneren. Twee identieke sessies en twee achttien uur durende blanks. Volgende week gaan we eens wat anders doen. De plas laten we even rusten, want die levert te weinig op.

 

Een week later vis ik de donderdagnacht op het kanaal. Ik heb twee avonden een kilootje gevoerd, goed verspreid en ietsje meer op de spots zelf. Na het eten vertrek ik en om kwart over zeven liggen er drie hengels verspreid over het trekkende water. Ik kijk een filmpje op mijn iPad en omdat er verder niks gebeurt, ga ik maar slapen. Als ik om half zeven wakker word is er nog niks gebeurd dus gaat de ketel op het vuur en moet er koffie zijn. Tussen het moment van ontwaken en het tijdstip dat ik ga inpakken gebeurt er niks wat op vis wijst, maar ik moet regelmatig rietstengels, takken en braamstrengen uit mijn lijnen halen. Om tien uur ben ik aan het opruimen en tijdens het opbergen van mijn eerste hengel krijg ik een drietal piepen. Ik kijk niet eens want er drijft zoveel rotzooi dat ik het afdoe als de zoveelste plant in mijn lijn. De verbazing is dan ook groot als ik een minuutje later de lijn van mijn rechter hengel helemaal naar de overkant zie wijzen. Ik heb ook geen piep meer gehad, dus daar kan ik het gebrek aan alertheid niet aan wijten. Ik moet wederom een grote bos braamstengels uit de lijn halen. Ik denk in eerste instantie dat dit de reden was van de piepen, maar dan loopt de lijn weer een andere kant op en het beweegt.

Tóch nog vis aan mijn kantstok. Ik kan de vis redelijk makkelijk uitdrillen en zie dat hij wel weer over de dertig zal gaan. Die mag ik niet verspelen en dat doe ik dan ook niet. Ik meet negentig centimeter en 15,9 kilo. Pff, wát een blanksaver in de blessuretijd zeg! Na de foto’s mag hij weer zwemmen en rijd ik toch nog enigszins happy naar huis. Heel makkelijk gaat het me niet af deze periode, maar dit was een goeie troostprijs.

 

Diezelfde dag heb ik nog een tweede meevaller. Ik zie een fantastische aanbieding voor een nieuwe camera. Deze keer een Canon EOS 800D waarop ik mijn oude camera kan inruilen. Ik ga naar huis met een camera, een nieuwe beschermtas en een nieuwe geheugenkaart. Deze digitale spiegelreflex is niet alleen fantastisch qua performance, maar ook nog veel makkelijker in de bediening dan de vorige. Heerlijk en ik kan niet wachten om hem tijdens mijn volgende vissessies verder te proberen.

 

Die volgende vissessie vindt plaats bij het kommetje van de grote plas. Door een meevaller kan ik donderdag toch eerder weg en daardoor besluit ik, nét als Bjorn, nog een nachtje naar de plas te gaan. Op een enkele hybride na, gebeurt er niks. Bjorn heeft meer succes. Helaas lost hij van de twee aanbeten van karper op de chod, maar hij vangt ook nog een schubje van een kilo of twaalf op zijn diepe hengel. Ik besluit het bij het kommetje eens een tijdje voor gezien te houden en de volgende keer maar weer eens op de landtong te gaan zitten. Deze stek is in elk geval geen trekroute. Ik heb dit jaar al 177 uur gevist op deze plas, 70 in het vroege voorjaar en de rest dit najaar, en moet mijn eerste aanbeet van karper nog krijgen. Hoewel ik dit jaar super gevangen heb, is het vooral deze plas die me qua uren en vangsten de das omdoet. Tóch gaat de handdoek niet in de ring, want ik wil een vis vangen op dit water en dat gaat alleen als ik doorzet.

Zaterdag vis ik een ochtendsessie bij het werfje op het kanaal. Er zitten twee man aan de overzijde aan de andere kant van de brug, maar ik weet dat de vissen dan eerst langs mij moeten komen want de trekroute loopt vanaf mijn rechter kant. Om half tien, terwijl ik met Bjorn aan de telefoon zit, krijg ik een run op mijn rechter hengel. De vis voelt niet groot en valt na een kort contact van de haak. Ik monteer een nieuwe onderlijn, ververs het aas en leg hem terug. Ik verwacht nóg wel een kansje te krijgen. Die komt gelukkig om 10.35 uur en levert me een schub op van 33 pond. Gerechtigheid! Een hangbuik en wat  mankerende schubben geven het beest een haast prehistorisch uiterlijk. Op de kop zit al een dikke laag winterslijm en je voelt het ook bij het oppakken. De vis zit al aardig in de wintermodus. De hengel gaat snel nog een keer terug met een verse bol, voordat ik de vis op de foto zet. Daar blijft het bij voor vandaag, maar ik beloof mezelf morgen terug te komen voor meer. Eens kijken of ze het op zondag ook doen. Op groot water krijg ik de vis niet goed te pakken, maar op het kanaal gaat het me meer dan aardig af!

De dag erna ben ik terug. Ondanks de weersomstandigheden die meer dan teleur stellen, heb ik er vertrouwen in dat ik ook vandaag weer vis ga vangen. Dit is de eerste sessie dit najaar dat ik met vorst van huis ga. De barometer is met 1029 ook aardig hoog en er staat een snijdende oostenwind. Als je daarbij optelt dat de zondagen zonder scheepvaart meestal garant staan voor passieve vissen en overeenkomstig weinig actie, moet je aardig veel vertrouwen hebben om er dan tóch in te geloven. Iets na achten liggen er twee hengels in op de gekende stekken. Om negen uur komt de zon achter de bomen vandaan en dat is het moment dat ik ook wat alerter achter de stokken zit. De zon staat vol op mijn oever en vaak is dat de beste activator die je kunt hebben in deze tijd van het jaar. Daar kan geen dip of flavour tegenop. Dat het goed zit met mijn gevoel blijkt 25 minuten later, als mijn rechter hengel een aanbeet verraad. Even later ligt er een schub van 23 pond op de mat en na enkele foto’s mag hij weer terug het koude kanaalwater in. Ik hoop op een vervolg, maar dat blijft uit vandaag. Je kunt onder slechte omstandigheden natuurlijk ook te veel willen. Ik ben tevreden. Komende week maar weer naar het grote water.

 

Vrijdag 23 november belt Bjorn me ’s ochtends op. Hij is er zeker van dat ik vandaag mijn targetvis ga vangen op het grote water. Het is vandaag Black Friday én volle maan, dus is het volgens hem logisch dat ik vandaag “het zwarte oogje” op de mat ga trekken. Ik lach wat schamper met hem mee, maar op de een of andere manier geeft het me ook hoop. Tot nu toe heb ik na 177 uur blanken op deze plas niet echt het gevoel dat het vandaag wél gaat gebeuren, maar het blijft natuurlijk vissen en het kan altijd een keer gebeuren. Als mijn aas op het juiste moment op de juiste plek ligt maak ik een kans. Vorig jaar werd mijn target op 22 november gevangen, dus het is ook niet onmogelijk. Ach, ik kan er kort over zijn. Ook deze sessie kruipt voorbij zonder enig teken van karper en ik voeg derhalve nog achttien uur toe aan mijn blanks op deze plas. Ik heb hier zo’n 20% van mijn totale vistijd besteed dit jaar en je kunt dus niet zeggen dat ik geen doorbijter ben, hoewel een ferme beloning helaas achterwege is gebleven. Ik ben er niet rouwig om, ook al zou ik de honderd vissen gehaald hebben als ik op “makkelijke” wateren gevist zou hebben. Ik heb hier toch heel lekker gevist. Keuzes bepalen nog steeds voor een groot deel het verschil tussen succes en falen. De rest van het jaar ga ik het mezelf wat makkelijker maken door dichter bij huis te blijven vissen, tenzij Bjorn en ik samen nog eens naar Duitsland of naar ons water gaan. Anders ga ik mijn tijd voornamelijk bij het werfje of bij de meelfabriek doorbrengen. Dat is in elk geval eenvoudig met voeren en mijn auto staat achter mijn kont. Daarnaast zaten er behoorlijk wat dertigplussers tussen de kanaalvissen dit seizoen.

In de nacht van 29 op 30 november vis ik een nacht op het kanaal. Vanwege een winteroefening op het werk ben ik pas laat huis en daardoor eveneens laat aan het water. Pas om half negen liggen mijn hengels erin. Ik bel met Bjorn die twee uur later een frikadellenschubje vangt op de grote plas. Ik kijk mijn film af en ga om elf uur slapen. Om een uur word ik wakker van piepen en een langzaam aflopende baitrunner op mijn linker hengel. Drijfvuil is de boosdoener en even later ligt de stok opnieuw gepositioneerd bij de palen. Tien minuten later is het de beurt aan mijn rechter hengel, maar hier hangt wel een karpertje aan. Negentien pond en 82 centimeter, zijn de maten van mijn tachtigste vis dit seizoen. Zeker geen reus, maar ik ben blij met elke vis en zeker met mijn seizoensresultaat. Ik maak enkele foto’s op de mat en laat de schub uit de sling terugglijden in het kanaal. Om zeven uur ben ik wakker en ga ik een bak koffie zetten. Er passeren enkele boten en dat vind ik op het kanaal wel prettig. Meestal schudt dat de vis wakker en levert dat nog actie op, dus ik ben hoopvol op een vervolg. Als ik met Bjorn aan de telefoon zit, bespreek ik mijn nachtelijke vangst en het gegeven dat ik niet helemaal blij ben met het gebrek aan actie bij de palen. Hij zet me op het idee om de volgende keer verder naar rechts op te schuiven omdat de meeste aanbeten van die kant komen. Dat lijkt een goed plan en is het proberen waard. Voordat ik wegga voer ik het restant hennep, sweetcorn en boilies op de nieuwe plekken. Hopelijk levert me dat volgende week ook vis op.

Zondag twee december vis ik een korte ochtendsessie op het kanaal. Het is met 12 graden zacht voor de tijd van het jaar, maar er valt ook af en toe een buitje. Ik ben, zoals ik van plan was, een stuk naar rechts opgeschoven en mijn linker hengel ligt nu op de hotspot waar eerder mijn rechter hengel lag. Om acht uur liggen mijn hengels erin, een goed uur voor prime-time. Een kwartiertje later heb ik al een aanbeet op mijn linker hengel. Het is een grote brasem en niet zomaar eentje. Nee, écht een héle gróte brasem aan een 15 mm boilie afgetopt met een kunstmaïsje. De stok gaat snel weer terug en ik ben verbaasd door de snelle actie. Hopelijk komt vriend karper ook nog even langs vandaag. In elk geval ben ik aardig optimistisch door de snelle actie. Mijn optimisme wordt niet teleurgesteld, want een uur na de eerste aanbeet volgt er een tweede op dezelfde hengel. Ditmaal is het wél een karpertje en even later ligt er acht kilo en twee ons aan schubben in mijn landingsnet. Geen gigant, maar alweer vis op zondag en dat is geen vanzelfsprekendheid op dit kanaal. Jarenlang was “geen boten, geen vis”, mijn lijfspreuk. Eerst de hengel terug en een handje klein spul erbij voordat de vis op de foto gaat. De lens is beslagen, dus de foto’s zijn niet geweldig. Na 2 uur pak ik in. Er komt een bak regen aan, maar het is goed zo. Volgende week weer terug hier.

Als ik op woensdag de vijfde december voor inmiddels de tweede voerbeurt na mijn laatste sessie aan het kanaal kom, valt mijn oog op een zwart koffertje. “Kut, dat is mijn weegklok”, bedenk ik mezelf. Ik ben sowieso blij dat het ding er nog steeds ligt, maar het heeft als bijkomend voordeel dat ik ook zeker weet dat er in de tussentijd ook niemand anders is komen voeren op deze plek. De dag erna heb ik het afscheid van Hans Bakx met wie ik 7½ jaar heb samengewerkt. Dat doen we in Antwerpen en het ook is een leuke dag samen met mijn oude team. Als ik dan ‘s avonds om acht uur thuis kom, besluit ik deze nacht te gaan vissen in plaats van vrijdag overdag. Om half tien liggen mijn hengels erin en als ze er twaalf uur later weer uit gaan is er niks gebeurd. Jammer. Ik voer mijn tweedaagse portie hennep, sweetcorn en boilies en ga naar huis. Volgende week beter. Morgen, zaterdag 8 december, ga ik naar de VBK meeting in St Niklaas om het nieuwe boek van Alijn te halen en misschien nog een woordje te wisselen met Rini Groothuis en hoopjes andere bekenden.

 

Zaterdagochtend loop ik om half tien het Bau-Huis in. Direct kom ik een aantal bekenden tegen. Arjen Uitbeijerse in de stand van Spiegel Magazine, samen met Bein en Mark Hoedemakers met Alijn in de VBK stand. Ik geef Alijn een hand en vertel hem dat ik zo dadelijk een boek van hem ga meenemen, maar dat ik wel een originele openingspagina van hem verwacht. Ik loop een keer de zaal rond, maak links en rechts een praatje en ga daarna “Bloed, zweet en granen” ophalen bij Alijn. Hij schrijft een tekst op het eerste schutblad, met een grijns op zijn gezicht. Zonder te kijken stop ik het in mijn tas en beloof hem niet eerder dan thuis te kijken. Daarna loop ik terug naar de Spiegel stand waar Rini Groothuis inmiddels is gearriveerd.

We praten een kwartiertje over vissen, vissers en beleving en gaan daarna samen op de foto. Helden en idolen bestaan niet meer in mijn wereld van karpervissen, maar iconen wel degelijk en deze man past in het rijtje Walker, Maddocks, en Hutchinson. Geen eendagsvliegen, maar vissers met oude zielen en vol met karakter, anekdotes en verhalen. Ondanks zijn 72 jaar, zie je nog steeds de pretlichtjes in Rini’s ogen als hij over onze hobby spreekt. “Unne mooie mens”, zeggen ze bij ons in Brabant en ik ben blij dat hij de karperwereld zijn erfenis “Sluimerend Dynamiet 2.0”, heeft nagelaten. Thuisgekomen lees ik het schutblad in mijn nieuwste boek: “Voor mijn ex-surfgenoot, Alijn”. Het was een prima dag vandaag.

 

Donderdag de dertiende doe ik een nacht aan het werfje. Ik heb een verse gasfles bij me en een menuutje van de slager want het belooft een “vorstelijke” sessie te worden en dan moet je zorgen dat je warm blijft. Ik kom de avond door met twee films op Netflix die beide het bekijken waard zijn. Ondertussen moet ik twee keer naar buiten om mijn vaargeulhengel opnieuw in te gooien als er een boot gepasseerd is. De pauzes worden meteen dubbel benut door ook even “af te tappen” als ik toch buiten ben en Bjorn en Rolf laten me pauzeren voor telefonische intermezzo’s. In de ochtend is alles nog steeds rustig in een wit berijpt landschap. Hopelijk komt er wat langs als het licht is. Wintersessies, ik hou ervan. Het is vaak lang wachten op die éne aanbeet, maar de kachel snort en er staat continu een verse bak koffie waarvan de geur mijn oval (mét overwrap natuurlijk) vult. Terwijl om me heen de omgeving tot leven komt, zit ik tevreden naar buiten te kijken door het muskietengaas van de deur. Weinig muskieten, maar er komt net voldoende zuurstof door om te zorgen voor voldoende ventilatie en de warmte binnen te houden. Om half tien voer ik op beide kantstekken nog een klein beetje hennep bij in de hoop de witvis te activeren om op hun beurt dan weer vriend karper in de snackmodus te zetten. Dat lijkt te werken als ik een half uur later wat piepen krijg op de hotspot, maar de onderlijn blijkt in de war te zitten. Omzichtig leg ik hem terug. Ik heb nog drie kwartier. Het gebeurt helaas niet meer vandaag, dus ga ik visloos naar huis.

 

Zaterdag een onverwachte korte dagsessie. Kwart voor negen liggen de hengels erin, maar het is behoorlijk zuur aan het water. Onderweg geeft de thermometer een temperatuur van een halve graad aan, de lucht is grauw met een zuidoostenwind kracht twee en de barometer is aardig hoog. Tóch heb ik er wel vertrouwen in. Half tien brasem nummer een, weer zo’n hele dikke en om kwart over tien nóg een. Ook die is weer van gigantische afmetingen. Ik heb nog een half uurtje. Zou het nog gebeuren vandaag? Tegen de tijd dat ik moet gaan inpakken, zie ik uit mijn ooghoek een zwaarbeladen binnenvaartschip aankomen. De hengel die aan de overzijde ligt, kan ik dus beter even binnendraaien. Als ik de hengel oppak, klapt er iets op mijn aas. Ik weet met enige moeite de vis aan eigen zijde van het kanaal te krijgen vóór de dieplader me passeert en even later ligt er een meerval in mijn landingsnet. Ook niet waarvoor ik gekomen was, maar in elk geval méér strijd dan zijn twee platte voorgangers, die overigens een stuk minder slijmerig waren dan dit apparaat. Het is mooi geweest. Inpakken en snel naar de warme kachel thuis.

Donderdag twintig december ga ik een dagje vanuit mijn outdoor office werken. Ik zet koffie, laat de hond uit, maak mijn lunch in orde en zorg dat mijn iPad en telefoon volledig zijn opgeladen, voordat ik naar het kanaal vertrek. Het is vandaag redelijk zacht buiten, maar met kans op een buitje zo nu en dan. De temperatuur is acht graden als ik thuis weg rijd en de barometer geeft 1010 aan. De wind is matig en komt met kracht twee uit het zuidwesten. De plaats van bestemming is het werfje, want daar is overdag wel wat actie te verwachten. Half negen liggen de hengels erin en ga ik in mijn auto zitten. Om tien voor elf hoor ik een aantal piepen, maar er brandt geen ledje op mijn sounder box. Dat kan alleen maar betekenen dat er iets gebeurt op mijn middelste hengel, waar een oud model Delkim op zit. De lijn staat strak en lijkt te bewegen. Bij het oppakken van de hengel voel ik inderdaad vis aan de andere kant van de lijn. De Ronnie-rig heeft vis opgeleverd. Enkele minuten later kan ik het net onder een mooie spiegel schuiven. Zevenentwintig pond bij 86 centimeter. Lekker hoor en met nog een halve dag in het vooruitzicht kan er ook nog wel wat bijkomen. In elk geval ligt de eerste op de kant en dat is prima. Kevin Diederen stuurt een appje: “Jij bent dit jaar niet te stoppen!!” en zo voelt het ook wel een beetje. Om kwart over één leg ik beide kantstokken nog een keer opnieuw weg en voer ik bij elke hengel nog een handje sweetcorn. De rest van de middag gebeurt er niets meer en om half vijf ga ik inpakken. Zondagnacht de laatste sessie van het jaar. De glühweinsessie samen met Bjorn. Eens kijken waar we dan terecht komen.

Zondag de drieëntwintigste vis ik een nachtsessie met Bjorn op het verboden water. Onze afsluiting van het jaar en we hopen op een afronding met vis. Dat lukt want na nauwelijks tien minuten ligt bij mij het eerste schubje al op de kant. Een kilootje of vijf, maar dat mag de pret niet drukken. Dat moeten we vieren met een Affligem. Kwart over vijf heeft Bjorn er ook eentje van hetzelfde slag. We drinken nog een tweede Affligem en gaan daarna eten. Rond half negen vangt Bjorn een tweede, nog wat kleiner dan de eerste. Nou ja, drie vissen in december is zeker niet slecht. Het weer blijft onveranderd ruk. Het regent bijna continu en de wind staat precies op de ingang van de tent. Om half tien ga ik naar mijn eigen tent. De glühwein is op en mijn slaapzak lijkt me een prima plek om te vertoeven. Half elf vang ik een kopvoorn en Bjorn zijn derde schubje. Daarna ga ik slapen. Iets voor half een vang ik er weer eentje. Nagenoeg hetzelfde kaliber als zijn voorganger. Het lijkt wel alsof ik in Madurodam aan het vissen ben, terwijl er  toch ook een  aantal vissen van veel beter formaat rondzwemmen op dit water. Nou ja, goed voor de aantallen, zullen we maar zeggen. Het blijft maar regenen en het is lang geleden dat ik zulk smerig weer heb gehad tijdens een sessie. Om half zeven ben ik wakker en ga ik koffie zetten. Bjorn heeft vannacht nog volop actie gehad. Bij hem staat de teller inmiddels op zes stuks. Ook geen grote en ook allemaal schubs. Om tien voor half tien vang ik er nog eentje vanaf de overkant. Met een kilo of zes de grootste. Bjorn maakt een fotootje met mijn telefoon en dan gaat de hengel weer terug. Daarna begin ik met opruimen. Ik eindig dit seizoen met 85 karpers en dat is voor mijn doen erg goed. Daarnaast kan ik me geen seizoen herinneren waarin ik zoveel bijvangsten had. Maar liefst 61 stuks aan meervallen (4), brasems (7), hybrides (9), graskarpers (26), zeelten (10) windes (3) en kopvoorns (2) komen op de kant. Ik kan méér dan tevreden terugzien op een succesvol jaar. Demaine had wellicht wat vaker van stal mogen komen en mijn beide Frankrijksessies hadden ook wel wat beter mogen lopen, maar zo door de bank genomen was het een prima jaar. Volgend jaar ga ik voor de honderd stuks. Het zou mooi zijn als ik een “Century” bij elkaar zou kunnen vissen. Wat heb ik toch een geweldige hobby en dat is nog steeds te merken aan mijn drive. Nu is het tijd voor de balans. Morgen is het Kerst en daarna gaan we een korte vakantie in Engeland houden met het hele gezin. Zo sluit ik 2018 met een goed gevoel af.

Maak jouw eigen website met JouwWeb